• No results found

Projectplan moedergroep voor alleenstaande moeders te Rijswijk

2. Alleenstaande ouders

2.2 Rijswijk

2.2.1 Projectplan moedergroep voor alleenstaande moeders te Rijswijk

Aanleiding

Uit het onderzoek ‘Alle ouders hebben vragen! Onderzoek naar bereik en behoefte aan opvoedingsondersteuning van specifieke groepen ouders’, JSO 2005, een onderzoek naar moeilijk bereikbare ouders ten aanzien van opvoedings-ondersteuning, blijkt dat veel alleenstaande moeders kampen met problemen op het gebied van gezondheid, financiën, persoonlijk welbevinden en opvoeding. Door de veelheid aan problemen op andere terreinen blijven opvoedingsvragen vaak onderbelicht. Moeders ontvangen weinig tot geen hulp. Oorzaken hiervoor zijn:

onbekendheid met aanbod, gebrek aan tijd, teveel aan het hoofd. Alleenstaande moeders, met wie is gesproken, geven aan behoefte te hebben aan hulp.

In Rijswijk wonen op 1 januari 2004 iets meer dan 48.000 personen. Daarvan maakt een groep van 9.650 (ongeveer 20%) deel uit van een eenoudergezin. Daarvan hebben 310 eenoudergezinnen een bijstandsuitkering. Ondanks de verschillen in leeftijd, culturele achtergrond, geschiedenis hebben deze moeders een aantal in het oog springende overeenkomsten. Gezondheidsklachten, gevoelens van eenzaamheid, lage maatschappelijke participatie, en schuldgevoelens ten aanzien van kinderen, worden door een ruime meerderheid van de moeders genoemd. Ze hebben behoefte aan steun. Moeders geven aan vooral informele steun heel belangrijk te vinden. Ze willen graag in contact komen met andere alleenstaande moeders, om ervaringen te delen en steun te ontvangen van mensen in dezelfde positie. Met elkaar willen ze oplossingen vinden voor praktische problemen zoals een oppas voor de kinderen, kledingruil, werkwijze studiefinanciering, maar ook iets gezelligs doen met de kinderen hoort erbij. Moeders geven aan onvoldoende op de hoogte te zijn van de sociale kaart. Het aanbod is onduidelijk of soms onbekend.

Probleemstelling

Op basis van de uitkomsten van het onderzoek verdient het aanbeveling laagdrempelige groepsactiviteiten voor deze moeders te organiseren en te werken vanuit vertrouwen en maatwerk. Uit het onderzoek komt naar voren dat de inzet van sleutelfiguren, zoals mensen uit de doelgroep zelf, een belangrijke succesfactor is in de benadering van alleenstaande moeders. Daarbij valt te denken aan een vrouw, die zelf alleenstaand moeder is. Dit komt het vertrouwen ten goede. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat bij de opzet van activiteiten aandacht moet zijn voor: de plaats (een laagdrempelige plek: bij iemand thuis, buurthuis of consultatiebureau), wijkgericht werken, kinderopvang en het tijdstip (’s avonds, weekend) waarop de bijeenkomsten worden gehouden.

Doelstelling

We willen een moedergroep ontwikkelen en implementeren bij een lokale instelling, dat wil zeggen een laagdrempelige groepsactiviteit voor alleenstaande moeders, met aandacht voor ontmoeting, uitwisseling ervaringen, voorlichting en praktische ondersteuning.

Moedergroep

Een moedergroep bestaat uit minimaal vier en maximaal zeven moeders. Belangrijk is de rol van de moeders zelf. Zij spelen een belangrijke rol in de werving van andere alleenstaande moeders. De inhoud van de bijeenkomsten wordt bepaald door de

De bijeenkomsten zijn bij een ouder thuis of een andere nader te bepalen locatie en duren ongeveer twee uur. De bijeenkomsten worden begeleid door een mentor.

Opbrengsten

• Inventarisatie van succesfactoren en knelpunten van verschillende huiskamerprojecten.

• Er is een laagdrempelige ontmoetingsplek waar alleenstaande moeders van gedachten en ervaringen wisselen met elkaar.

• De groep moeders komt graag bij elkaar, waarbij ze als vrouw, moeder en mens worden erkend om wie ze zijn.

• De groep moeders durft te praten over hun dagelijks leven. Ze raken betrokken bij elkaar, krijgen vertrouwen in de begeleidster en durven hun zorgen te bespreken.

• De moeders krijgen vertrouwen in hun eigen capaciteiten.

• Mond-op-mond reclame voor de werving van nieuwe moeders.

• Draaiboek over de activiteit.

• Handleiding voor de werving.

• De lokale instelling heeft een draaiboek en is in staat de activiteit duurzaam te implementeren in 2006.

• De moeders willen ook in 2006 bij elkaar komen.

Samenwerking en taakverdeling

JSO en een locale instelling, Florence Algemeen Maatschappelijk Werk, zijn de uitvoerende partners en hebben een trekkersrol. De lokale organisatie levert een functionaris die de uitvoering op zich neemt, de mentor. JSO is eindverantwoordelijk voor de inhoud.

Profiel van de mentor De mentor is iemand die:

• affiniteit heeft met de doelgroep alleenstaande moeders

• enthousiast is en dit weet uit te stralen op de deelnemers

• bekend is met het lokale veld

• een mentorrol richting de vrouwen op zich kan nemen

• mogelijkheden en knelpunten van de moeders signaleert en hierop actie kan ondernemen

• kennis heeft van de sociale kaart en – indien nodig - kan doorverwijzen.

Taken van de mentor:

• Het actief werven van de alleenstaande moeders.

• Zorgdragen voor praktische zaken zoals locatie, zaalruimte en kinderopvang.

• Uitvoeren van de moederbijeenkomsten.

• Een mentorrol richting de vrouwen op zich nemen.

• Samen met de moeders de inhoud van de bijeenkomsten vormgeven.

• Inspelen op de vragen van de moeders en daarop aanbod creëren.

• Het betrekken van organisaties zoals algemeen maatschappelijk werk, het opvoedbureau, Spel op Maat en de Gemeentelijke Sociale Dienst voor inhoudelijke ondersteuning bij de uitvoering van de bijeenkomsten.

• Indien nodig: moeders verwijzen naar een andere instelling.

• Een bijdrage leveren aan de evaluatie.

• Samen met de mentor en moeders de leerwensen van de moeders onderzoeken.

• Een passend aanbod van bijeenkomsten hierop creëren.

• Organisaties betrekken die de inhoud van de bijeenkomsten mede vorm kunnen geven, te denken valt aan: Algemeen Maatschappelijk Werk, docenten van JSO, spelbegeleidsters van Spel op Maat of Gemeentelijke Sociale Dienst.

• Bewaking van de inhoud van de bijeenkomsten.

• Contactpersoon zijn vanuit de pilot naar de mentor en derden.

• Meedenken over de inbedding van de pilot in het werkveld.

• Draaiboek schrijven over de werving van de moeders, de activiteit en de methodiek.

• Ontwikkelen van een observatie- en evaluatie-instrument.

• Uitvoeren van evaluatie en observatie van de bijeenkomsten.

• Beschrijven van evaluatie en observatie.

Werving

1. Persoonlijke aanpak via de inzet van sleutelfiguren, alleenstaande moeders. Met name mond-op-mond-reclame is belangrijk. Doel is om de alleenstaande moeders zelf zoveel mogelijk andere moeders te laten werven.

2. Algemene voorlichting aan instellingen in Rijswijk om bekendheid te geven aan de moedergroep.

3. Ontwikkelen van een aansprekende folder om te verspreiden onder moeders.

Globaal Tijdspad

Beginfase: voorwaardenscheppende fase

• Projectplan schrijven inclusief maken van begroting.

• Afspraken maken met de gemeente Rijswijk.

• AMW benaderen als uitvoeringsorganisatie.

• Samenwerkingsafspraken maken met AMW.

• Wervingsplan opstellen.

• Wervingsactiviteiten voorbereiden; contact leggen met alleenstaande moeders.

• Planning brainstormbijeenkomst.

Middenfase: ontwikkelfase

• Eerste brainstormbijeenkomst met de moeders en Algemeen Maatschappelijk Werk.

• Organiseren van ruimtes voor de moedergroep en activiteitgebonden kinder-opvang.

• Contract met locatiemanager.

• Wervingsactiviteiten uitvoeren: ontwikkelen aansprekende folder, adressenlijst organisaties versturen folder, voorlichting binnen teams over moedergroep, aanschrijven fondsen.

• Evaluatie en observatie-instrumenten ontwikkelen.

• Werven van begeleidsters voor de kinderopvang tijdens de moeder-bijeenkomsten.

Eindfase: uitvoering en evaluatie

• Uitvoering en planning van bijeenkomsten.

• Inhoud van bijeenkomsten bepalen.

• Organiseren

• Eindevaluatie met moeders.

• Eindevaluatie AMW en JSO.

• Eindevaluatieverslag schrijven.

Begroting uren 2005

• Ureninzet JSO, gefinancierd uit projectsubsidie Provincie Zuid-Holland: 3 uur per week.

• Ureninzet van maatschappelijk werker, die gedurende de periode meedraait in de ontwikkeling en uitvoering van de moedergroep. De lokale organisatie investeert in die ureninzet: 6 uur per week. Deze is betaald door gemeente Rijswijk.