• No results found

3. Marokkaanse ouders

3.2 Gouda

3.2.1 Projectplan moedergroep

Projectbeschrijving

Uit het onderzoek ‘Alle ouders hebben vragen! Onderzoek naar bereik en behoefte aan opvoedingsondersteuning van specifieke groepen ouders’, JSO 2005, blijkt dat Marokkaanse moeders niet in voldoende mate bereikt worden. Met name de Marokkaanse moeders, die nog weinig participeren in de Nederlandse samenleving en de Nederlandse taal niet of nauwelijks beheersen, worden (nog) niet of nauwelijks bereikt. Deze moeders bezoeken wel het consultatiebureau, als ze een kind in de leeftijd van 0-4 jaar hebben. Ook nemen sommigen deel aan laagdrempelige programma’s, zoals Spel aan Huis. Als de kinderen ouder zijn (4- tot 12-jarigen), zijn de ouders te bereiken via de school van hun kinderen.

Uit literatuuronderzoek18 blijkt dat opvoedingsvragen van ouders samenhangen met ontwikkelingen die hun kinderen doormaken. De jongste leeftijdsgroep heeft veel aandacht voor het beleid rond Voor- en Vroegschoolse Educatie, de sluitende aanpak 0- tot 6-jarigen en het beleid rondom vroegsignalering. De puberteit wordt zowel door Nederlandse ouders als allochtone ouders als een moeilijke periode beschouwd. Een belangrijk gegeven is dat allochtone ouders veel onzekerheid of spanningen ervaren bij het opvoeden. Dit hangt samen met het feit dat zij hun kind moeten opvoeden in een andere cultuur dan die in waarin ze zelf zijn grootgebracht.

De meeste ouders vinden een goede schoolopleiding voor hun kind belangrijk en maken zich zorgen of zij hun kind daarbij voldoende kunnen ondersteunen. Voor ouders is het soms moeilijk te leven tussen de verschillende verwachtingen vanuit hun eigen cultuur en de vrijheden waarmee jongeren in ons land worden geconfronteerd. Rekening houdend met dit gegeven wil JSO een aanbod ontwikkelen om Marokkaanse ouders (preventief) te ondersteunen bij het opvoeden van hun kinderen in de basisschoolleeftijd. We kiezen voor een project in Gouda, omdat daar in het kader van genoemd onderzoek reeds contacten zijn gelegd.

Situatieschets Gouda

Vanuit de Brede School wil men geen losse activiteiten voor allochtonen uitvoeren, maar een goed basisaanbod van groepsactiviteiten in de wijk realiseren, ingebed in de structuur en afgestemd op de groep gebruikers. In Gouda is veel ontwikkeld in de wijken Oosterwei en Korte Akkeren, waar veel Marokkaanse gezinnen wonen. Dit is gebeurd in het kader van Gemeentelijk Onderwijs Achterstanden Beleid (GOA), Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en de Brede School. In bovengenoemd gebied zijn ook de Marokkaanse moeders gevraagd in het kader van genoemd JSO-onderzoek.

In de wijken Noord, Achterwillens, Kadebuurt wonen veel geïsoleerde Marokkaanse gezinnen. De moeders hebben schoolgaande kinderen, die voornamelijk de Wethouder Luidenschool, Nieuwe Burgvlietschool (openbaar onderwijs), Koningin Wilhelminaschool (Protestants-christelijk onderwijs) en de Bijenkorf (rooms-katholiek onderwijs) bezoeken. In dit gebied wordt een opvoedingsondersteunende activiteit gestart vanuit de Brede School. Het bereiken van en werken met Marokkaanse moeders, die nog weinig participeren in de Nederlandse samenleving, kost tijd en energie. We vinden het belangrijk een pilot te starten in een wijk waar het te ontwikkelen aanbod duurzaam geïmplementeerd kan worden, aansluitend op

ontwikkelingen in het kader van De Brede School. Gestreefd wordt naar continuering van de activiteit via een aldaar lopend project over ouderbetrokkenheid.

Probleemstelling

In de wijken Noord/Achterwillens en de Kadebuurt wonen Marokkaanse moeders die nog nauwelijks participeren in de Nederlandse samenleving en die niet of nauwelijks gebruik maken van opvoedingsondersteuning. In de wijk Oud-Achterwillens zijn weinig voorzieningen. Ouders zijn grotendeels aangewezen op de wijkvoorzieningen in Noord of in Kort Haarlem. Hiervan wordt niet of nauwelijks gebruik gemaakt vanwege de afstand. Dit is een onoverkomelijk probleem voor het bijwonen van activiteiten voor opvoedingsondersteuning vanwege de afstand en/of extra vervoers-kosten. In overleg met de coördinator van de Brede school is ervoor gekozen een activiteit uit te voeren op de Nieuwe Burgvlietschool in de Kadebuurt.

Doelstelling

Het ontwikkelen van een ondersteunend aanbod over opvoeding voor geïsoleerde Marokkaanse moeders met kinderen op de Nieuwe Burgvlietschool (openbaar onderwijs), gericht op het preventief ondersteunen van ouders bij het schoolgaande kind en het informeren van ouders over mogelijke voorzieningen voor opvoedings-ondersteuning in Gouda.

Doelgroep

Marokkaanse moeders met kinderen op de Nieuwe Burgvlietschool.

Groepsgrootte: minimaal 6, maximaal 15 moeders.

Voorwaarden bij de uitvoering

Kinderen kunnen bij de activiteit zijn. Als de vrouwen het wenselijk vinden, kan er kinderopvang plaatsvinden in een aparte ruimte.

Activiteiten

Drie moederbijeenkomsten, waarin het schoolkind centraal staat. Daarnaast komt aan de orde, naar welke instanties moeders kunnen gaan met individuele vragen over opvoeding, deelname aan andere activiteiten voor zichzelf of voor de kinderen.

De overkoepelende titel van de serie ouderbijeenkomsten noemen we “Blij naar school en blij naar huis” . De bijeenkomsten gaan over de volgende onderwerpen:

• Contact met school.

• Regels en Grenzen thuis en op school (themapakket en aanvullen met praktijk-situaties van school en de moeders).

• Basisschoolkind (themapakket).

De communicatie mag geen probleem zijn. Daarom is gekozen voor bijeenkomsten, die in de taal van de moeders gegeven wordt. Er is gekozen voor de opvoedings-voorlichter van Spel aan Huis. Zij is van origine Marokkaanse en goed op de hoogte van de sociale kaart in Gouda. Ze kan ouders goed doorverwijzen bij vragen die meer ondersteuning vragen.

Werkwijze

Drie bijeenkomsten van 2-2½ uur.

De bijeenkomsten kunnen los van elkaar gegeven worden. Er is geen verplichting ze alle drie te volgen. Ze zijn praktijkgericht, maar er wordt ook een klein beetje theorie gegeven. De moeders krijgen richtlijnen, die direct toepasbaar zijn. Er is veel gelegenheid voor uitwisseling en een grote mate van herkenbaarheid. Daardoor

De activiteiten worden opgebouwd uit diverse werkvormen, waarbij een beroep gedaan wordt op de vaardigheden van de moeders. De groepsleider bekrachtigt de moeders in hetgeen goed gaat.

Methodische uitgangspunten

De voorlichting sluit aan bij de belevingswereld van de deelnemers. De ervaringen en mogelijkheden van de deelnemers zijn het uitgangspunt van de voorlichting.

De kennis, uitwisseling en vaardigheden worden mondeling overgedragen. Dit vanwege het feit dat er analfabetisme in de groep aanwezig kan zijn, maar ook vanwege een culturele achtergrond, waarin men gewend is om meer vanuit het persoonlijke contact te leren.

De deelnemers worden aangesproken op reeds aanwezige kennis, vaardigheden en ervaringen. Ze worden aangesproken op de dingen die ze al weten, niet op wat ze niet weten. Wel worden ze gestimuleerd om hun ervaring en kennis te verbreden.

De deelnemers worden aangesproken in hun eigen taal. Het geeft de deelnemers de gelegenheid om op hun eigen niveau actief aan de bijeenkomsten deel te nemen.

Het feit dat de voorlichtster afkomstig is uit dezelfde cultuur draagt ook bij aan het scheppen van een vertrouwde omgeving. Als deelnemers zich veilig voelen, durven zij met hun problemen en vragen naar voren te komen.

Het uitwisselen van ervaringen wordt gestimuleerd. Hierdoor kunnen deelnemers meer openstaan voor nieuwe ideeën en kunnen ze elkaar onderling steunen en adviseren. Bovendien kunnen de bijeenkomsten (die op school plaatsvinden en voor een gesloten groep gehouden worden, namelijk Marokkaanse moeders van de Nieuwe Burgvlietschool) voor de nodige sociale contacten zorgen of helpen deze te verbeteren, zodat de vrouwen zich meer gesteund voelen door een sociaal netwerk.

Gewenste opbrengst

• De moeders krijgen informatie over de ontwikkelingsfase van hun kind.

• De moeders krijgen informatie over het aanbod in Gouda.

• Het isolement van moeders wordt doorbroken.

• Moeders vinden gehoor en steun bij elkaar.

• De herkenning dat ook andere moeders vragen/problemen kunnen hebben.

• Gezelligheid en plezier.

• De moeders maken mond-op-mond-reclame in hun eigen netwerk.

Samenwerking

JSO, de coördinator Brede School KAN (Kadebuurt met Kort Haarlem, Achterwillens en Noord) en de Nieuwe Burgvlietschool zijn de uitvoerende partners. JSO draagt zorg voor de coördinatie, procesbewaking. Dit houdt in dat zij de grote lijnen bewaakt en alles wat ontwikkeld wordt, zal beschrijven. Dit geldt zowel voor de methodiek als de werving. De coördinator onderhoudt de contacten met de vier basisscholen - de Koningin Wilhelminaschool, de Bijenkorf, de Nieuwe Burgvliet en de Wethouder Luidenschool - en zorgt voor implementatie op de genoemde scholen. JSO draagt zorg voor een medewerker van Marokkaanse origine, die drie groepsbijeenkomsten verzorgt voor de Marokkaanse moeders van de nieuwe Burgvlietschool.

De uren voor uitvoering van drie ouderbijeenkomsten komen voor rekening van JSO.

Verder zullen de deelnemende partijen uren inzetten, die nodig zijn voor overleg. De coördinator van de Brede School en JSO zijn de trekkers. De school stelt ruimte ter beschikking voor de bijeenkomst. Daarnaast zal er kinderopvang gerealiseerd worden voor de kinderen van 0-4 jaar in een andere ruimte waar de kinderen worden

Planning

Fase 1

• Contacten leggen met betrokkenen Gemeente Gouda, Nieuwe Burgvlietschool en Brede Schoolcoördinator.

• Mogelijkheden bespreken om de pilot duurzaam te implementeren binnen de Brede School.

Fase 2

• Afspraken maken over welke bijdrage en inzet verwacht kan worden van de deelnemende school.

• Contacten leggen met sleutelfiguren uit de doelgroep op school en afspraken maken over welke bijdrage men kan leveren aan de werving.

• Wervingsplan opstellen.

• Een serie van drie groepsbijeenkomsten ontwikkelen, waarbij het schoolkind centraal staat.

• Onderzoeken welk bestaand materiaal gebruikt kan worden en of er nieuw materiaal ontwikkeld moet worden.

Fase 3

• Definitieve vaststelling themabijeenkomsten.

• Het ontwikkelen van een bijeenkomst ‘contact met school’ .

• Planning uitvoering bijeenkomsten.

• Wervingsplan opstellen en bespreken.

Fase 4

• Organisatie regelen rondom ruimte, kinderopvang en de catering.

• Uitvoering wervingsplan.

• Evaluatie themabijeenkomsten voorbereiden en beschrijven.

• Serie van drie groepsbijeenkomsten in drie opeenvolgende weken uitvoeren.

• Evaluatie uitvoeren.

Fase 5

• Definitieve producten beschrijven.

• Implementatie voorbereiden als activiteit van de Brede school in 2006.

Ureninzet voor het project

Projectmedewerker: 3 uur per week

Voorlichtster van Marokkaanse origine: 16 uur (voorbereiding, uitvoering en evaluatie)

Brede School coördinator: reguliere uren Begeleidster kinderopvang: 9 uur (3 x 3 uur)

3.2.2 Draaiboek Marokkaanse moederbijeenkomsten Nieuwe Burgvliet