• No results found

Een deel van de succesfactoren van dit arrangement zijn op te vatten als succesfactoren van gesloten co-governance: bevlogenheid van de partijen, het geloof in het concept, bestuurlijk draagvlak bij de partijen (o.a. gemeente en provincie) en de inzet van geld over meerdere jaren, dat tussen de coalitie wordt gedeeld. De bereidheid en het commitment van de partijen zijn groot, wat vooral door het gezamenlijke belang is ingegeven.

De voorbereidingsfase heeft veel opgeleverd in termen van output. Het denken over hergebruik van erven is verbreed. Het principe van ‘voor wat hoort wat’, en het vragen van tegenprestaties bij nieuwe bebouwing in het buitengebied is verbreed en verder gebracht. Van rood-voor-groenregelingen die toepasbaar waren op landgoederen is het denken nu ook toepasbaar op voormalige erven. Er is in de

46 WOt-werkdocument 306 pilot veel resultaat bereikt om dit concept verder te institutionaliseren. Dat is zichtbaar in de eerste ervaringen met het vastleggen van randvoorwaarden in een Landschapsplan en het bestemmingsplan op gemeentelijk niveau, in de Omgevingsvisie op provinciaal niveau en in een Vereniging van Eigenaren.

De spelregels zijn verankerd in een mix van private en publieke structuren, die uiteindelijk de brug moeten gaan vormen naar de werking van het concept in de praktijk. Omdat er in de praktijk wordt gestreefd naar de vorm van zelf-governance - een groep bewoners gaat samen met een landschapsarchitect het erf ontwerpen en vervolgens de zorg voor de omgeving dragen - valt de hoeveelheid regels die wordt opgesteld op. De betrokken overheden zien het als hun verantwoordelijkheid om de zelf-governance te reguleren en in goede banen te leiden.

De gemeente is degene die de meeste hulpbronnen heeft ingezet. Ze was een cruciale partij bij de totstandkoming van het eerste Knooperf, waarbij de kavels inmiddels bouwrijp zijn gemaakt en de eerste opties op deze kavels zijn gerealiseerd. Het is nog vroeg om te spreken over opbrengsten van het arrangement in termen van outcome. Het eerste erf is namelijk nog niet bewoond. Wel is er een proces gaande om het concept verder te verspreiden naar andere gemeenten in Nederland en worden de ervaringen van het eerste Knooperf actief toepasbaar gemaakt voor andere gemeenten. Op het gebied van impact is het nog vroeg om een uitspraak te doen over het succes van Knooperven. De Veldboer is het eerste Knooperf dat in de praktijk wordt gebracht. De mate van cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteit die op het eerste Knooperf gerealiseerd zullen worden is nog niet zichtbaar. De voorwaarden zijn hiervoor wel aanwezig.

4.3.2 Landschapszorg Voorst

Het arrangement landschapszorg Voorst is gericht op het versterken van de kwaliteit van het buitengebied van de Gelderse plattelandsgemeente Voorst, die bestaat uit dertien relatief kleine kernen in het landelijk gebied tussen de drie steden Apeldoorn, Deventer en Zutphen. Het centrale idee van het arrangement is dat bewoners van het buitengebied zorgdragen voor onderhoud en versterking van het landschap door het aanleggen van paden, het knippen van bomen, het bijhouden van beplanting etc. Om dit mogelijk te maken, moeten ze gefaciliteerd worden. Hiertoe zijn de gemeente Voorst en de Stichting Landschapsbeheer Gelderland een langdurig samenwerkings- verband aangegaan waarin ze, op projectmatige basis, bewoners faciliteren om deze landschaps- versterking vorm te geven. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de zogenaamde ‘buitenlui’, mensen die een stuk grond hebben in het buitengebied en er wonen, maar die er geen bedrijf voeren. Ook agrariërs en bewoners(verenigingen) uit de dertien kernen spelen een belangrijke rol.

De belangrijkste projecten zijn gericht op toegankelijkheid van het gebied door middel van het ontwikkelen van de zogenaamde Klompenpaden en op beplanting, onder andere door middel van de zogenaamde Dorp-in-het-groenprojecten. Een Klompenpad is een wandelroute in het agrarisch cultuurlandschap, die samen met vrijwilligers, grondeigenaren - zoals boeren en landgoedeigenaren - en andere partijen wordt ontwikkeld, om hiermee landschapsherstel een impuls te geven. Bijvoorbeeld door het herstel van oude paden wordt de identiteit van het landschap hersteld. Een Dorp-in-het-groenproject is een dag die wordt georganiseerd om beplantingsmateriaal te verspreiden onder bewoners van het buitengebied.

De samenwerking tussen de gemeente Voorst, Stichting Landschapsbeheer Gelderland en verschillende lokale partijen gaat terug tot de jaren negentig van de vorige eeuw. Het eerste Klompenpad is in 2002 gerealiseerd. Vanaf 2008 wordt de samenwerking verder geïntensiveerd, wanneer een medewerker van de Stichting Landschapsbeheer Gelderland bij de gemeente gedetacheerd wordt. Een medewerker van Landschapsbeheer Gelderland schrijft bijvoorbeeld mee

aan het landschapsontwikkelingsplan dat Voorst in 2009 samen met Epe en Heerde uitbrengt en heeft een rol in de uitvoering van het landschapsplan.

Zowel gemeente als Landschapsbeheer Gelderland ondersteunen buitenlui bij het beheer van landschapselementen. De laatste jaren vindt de samenwerking tussen de gemeente Voorst en Landschapsbeheer Gelderland plaats op projectmatige basis. Met regelmaat worden projecten voor buitenlui georganiseerd. Er komt twee keer per jaar een ‘Dorpen-in-het-groen’-project, waarbij steeds een verschillende kern wordt uitgekozen. Ook wil men een aantal nieuwe klompenpaden realiseren. Eind 2011 zijn er vier van dergelijke paden, dat moeten er uiteindelijk acht of negen worden, gelieerd aan de verschillende dorpskernen, met eventueel een verbinding tussen deze kernen.