• No results found

Actoren

Het arrangement bestaat uit een coalitie van vier partijen: Van Paridon en De Groot architecten, Innovatienetwerk, provincie Overijssel en gemeente Tubbergen. De coalitie bestaat dus uit drie overheidspartijen en een particuliere partij, het architectenbureau Van Paridon en De Groot. De coalitie heeft het concept Knooperven ontwikkeld, verder uitgedacht, en realiseert het eerste Knooperf in de praktijk in pilot De Veldboer in de gemeente Tubbergen. Voor de ontwikkeling van het concept zijn de initiatiefnemers de architecten die het concept hebben uitgedacht. Het Innovatienetwerk heeft het concept opgepakt, verder gebracht en de provincie Overijssel en gemeente Tubbergen erbij gehaald. In het geval van de pilot heeft de gemeente het erf aangekocht. Omdat de gemeente hierin zit met risico, ligt het trekkerschap in de fase van de pilot meer bij de gemeente. De provincie Overijssel verankert het concept in beleid, neemt deel en stelt vanuit de omgevingsvisie randvoorwaarden over hoe om te gaan met vrijkomende erven.

Wanneer het concept in de praktijk zal worden gebracht, komt er een nieuwe belangrijke partij bij, namelijk initiatiefnemers. Het is niet de bedoeling dat een gemeente ook toekomstige erven gaat aankopen. Initiatienemers, zoals een boer die wil verkopen, een woningbouwcorporatie, een zorginstelling, of een groep senioren, zullen dan de verantwoordelijkheid hebben om de onderbouwing te leveren die nodig is voor de realisatie van een Knooperf. Het zullen daarmee private partijen zijn die de financiering op zich nemen voor de realisatie van de kwaliteitsimpuls en beheer van de omgeving. Zij krijgen eigendom van erf en omgeving en betalen via de bouwsom van de kavels of woningen de aanleg. Ze betalen een beheersvergoeding die wordt vastgelegd in een vereniging van eigenaren. De gemeente bepaalt welke randvoorwaarden er zullen bestaan voor Knooperven, ingebed in provinciaal beleid.

44 WOt-werkdocument 306 Discours

Het discours kan worden omschreven als ‘ontwikkelen in het buitengebied met behoud en ontwikkeling van ruimtelijke en cultuurhistorische kwaliteit’ . Dit is een discours dat in het beleid voor het landelijk gebied al langer is geïnstitutionaliseerd in de vorm van rood-voor-roodregelingen en landgoederenregelingen: het toestaan van nieuwe bebouwing in ruil voor tegenprestaties op het gebied van landschapskwaliteit. Het gaat bij het Knooperf specifiek om middelgrote vrijkomende erven in het buitengebied. Bij deze erven is het niet haalbaar om ze door individuele bewoning een nieuwe bestemming te geven. Een Knooperf gaat uit van toestaan van 4 tot 9 woningen per erf. De essentie van het concept is de realisatie van kwaliteitswinst daarbij. Enerzijds gaat het om cultuurhistorische kwaliteitswinst op het erf en anderzijds om kwaliteit in het landelijk gebied, door de realisatie en het organiseren van duurzaam beheer van de omgeving door (nieuwe) bewoners. De coalitie streeft met het concept Knooperven vijf doelen na:

• het vergroten van de toegankelijkheid van het landelijk gebied door de aanleg van onder andere nieuwe paden;

• het creëren van nieuwe woonmilieus;

• het stimuleren van agrariërs om te stoppen en deze grond door te leveren aan andere boeren; • herontwikkeling van de erven en het bieden van een nieuw leven aan cultuurhistorisch interessante

gebouwen;

• het bieden van een impuls aan beheer en onderhoud van kleinschalig landschap, zo dicht mogelijk bij mensen die daar waarde aan hechten en zich verantwoordelijk voelen.

De motivatie in het arrangement zijn publieke belangen, namelijk het omgaan met vrijkomende erven in het landelijk gebied en het omgaan met uitbreiding van woningarsenaal van dorpsgemeenten. De coalitie van vier partijen heeft het tot een gezamenlijk belang gemaakt om het concept te ontwikkelen, in de praktijk te brengen en tot een succes te maken. Dit heeft daarmee kenmerken van een gesloten co-governance. De steunverwerving vindt plaats doordat de initiatiefnemers het concept op allerlei manifestaties uitzetten, met als doel zowel andere gemeenten te interesseren als toekomstige initiatiefnemers en bewoners. Belangrijk lijken de conferenties voor wethouders. Omdat gemeenten het concept moeten gaan oppakken is de steunverwerving bij wethouders belangrijk. Uiteindelijk moet ook steun worden verworven bij toekomstige bewoners.

Spelregels

De fase waarin de initiatiefnemers het concept ontwikkelen en realiseren in een pilot, wordt gekenmerkt door de coördinatieregels ‘gesloten coöperatie’ en de toegangsregels ‘strategische coalitievorming’. In de fase tot en met de ontwikkeling van pilot De Veldboer is er sprake van spelregels die passen bij een gesloten coalitie.

Spelregels om het concept in de praktijk goed te laten functioneren worden in belangrijke mate verankerd in formele structuren, die deels publiek en deels privaat van aard zijn. Dit gaat vooral om spelregels die de randvoorwaarden (gaan) vormen om de uiteindelijke werking van het concept in goede banen te leiden:

• Vanuit de provincie bieden de omgevingsvisie, de omgevingsverordening en de catalogus gebiedskenmerken randvoorwaarden voor de kwaliteitsimpuls die gegeven moet worden.

• Vanuit de gemeente worden randvoorwaarden opgesteld voor bebouwing, bouwvolumes, entree, privétuinen, bouwmaterialen, erf en groen. Veel van deze randvoorwaarden zijn opgenomen in het landschapsplan dat bij het Knooperf hoort, en die worden verankerd via het bestemmingsplan. • Randvoorwaarden voor de bewoners betreffende de gezamenlijke eigendommen worden

vastgelegd in een Vereniging van Eigenaren (VvE).

De bovenstaande regels zijn op te vatten als toegangsregels voor toekomstige bewoners. Met het bestemmingsplan heeft de gemeente een controle-instrument in handen: het uiteindelijke fiat voor bestemmingsplanwijziging wat betreft de functieverandering van het erf. Wanneer de gemeente

Tubbergen in 2012 een Knooperven-regeling ontwikkelt zal deze de geformaliseerde toegangsregels richting initiatiefnemers bevatten. Met name de VVE is bedoeld om de zelf-governance van de nieuwe bewoners als ze er eenmaal wonen in goede banen te gaan leiden. Ook ‘vraag en aanbod’ zullen een spelregel gaan vormen, omdat het arrangement uiteindelijk via de huizenmarkt gaat functioneren.

Macht en hulpbronnen

Het arrangement is tijdens de ontwikkelingsfase een gezamenlijk gedragen project, waarbij de initiatiefnemers allemaal geld, mankracht en kennis hebben ingezet en ingekocht. Een aparte positie is er voor de gemeente die het pilot-erf heeft aangekocht en daarmee ook risicodragend is. Hiermee zijn de hulpbronnen vooral gecontroleerd door een overheid, maar ze worden aan de andere kant ingezet voor het gezamenlijke belang van de coalitie. Om invloed binnen het arrangement aan te wenden, is er sprake van een strategische inzet van invloed. Een hulpbron die verder worden ingezet is assistentie die geboden wordt aan nieuwe bewoners van het eerste erf, zoals de inzet van een kenniscentrum die begeleiding biedt. Uiteindelijk werkt de coalitie toe naar een vorm van zelf- governance, waarin de hulpbronnen gecontroleerd zullen worden door de burgers die op het erf wonen, en waarbij ze hun invloed in zullen zetten voor de gemeenschap en de omgeving. Het Knooperf is een variant op een rood-voor-roodconstructie: met de bouw en verkoop van enkele (nieuwe) wooneenheden op een erf, met behoud van historische waarde, moeten investeringen in de ruimtelijke kwaliteit (ontwerp, inrichting en later beheer) mogelijk worden gemaakt. De bouw van de woningen moet de investeringen opbrengen om de ruimtelijke kwaliteit te realiseren. Nieuwe bewoners (nieuwe buitenlui) betalen hiervoor een plus op de koopprijs.