• No results found

Het arrangement laat zich op twee manieren beschrijven: enerzijds de organisatie en governancestructuur van de Stichting UTZ Certified, waarin besluiten worden genomen ten aanzien van de koers van het arrangement, en anderzijds de betekenis van UTZ als keurmerk in de productketen.

Actoren

UTZ Certified is een (Non-profit) stichting die coalities aangaat met NGO’s en marktpartijen. De organisatie (governancestructuur) van de stichting UTZ Certified is sinds 2010 geformaliseerd met de volgende structuur: de UTZ-staf, de UTZ-directie, een Raad van Toezicht, de Gedragscode Commissie (Standards Committee) en drie product-adviescommissies (voor koffie, cacao en thee). De Standards Committee is verantwoordelijk voor het goedkeuren van nieuwe codes en

veranderingen in bestaande codes en zorgt voor consistentie tussen alle code of conducts. In deze commissie zijn de volgende partijen uit de productketen vertegenwoordigd: producenten, industrie en NGO’s. Tevens zijn hierbij certificatie- en duurzaamheidsexperts betrokken. Dertig procent van de leden van deze commissie dienen uit producentenlanden te komen. Producenten zijn ook betrokken bij de product-adviescommissies. Deze geven advies aan de werknemers van UTZ over de ontwikkeling, implementatie en revisie van productspecifieke programma’s. Ook geven ze advies aan de Raad van Toezicht. Dit is het hoogste besluitvormingsorgaan van UTZ. De Raad van Toezicht handelt in het belang van de hele organisatie en is geen vertegenwoordiging van de stakeholders. Wel dient van de volgende groepen minimaal één persoon zitting te hebben in de Raad van Toezicht: vertegenwoordiging vanuit producenten, supply chain, NGO’s en vakbond. De besluitvormings- structuur van UTZ Stichting kent dus vertegenwoordiging vanuit de hele productketen (UTZ Certified, 2011).

In de productketen gaat UTZ-coalities aan met bedrijven, producenten en NGO’s. De relatie met bedrijven bestaat voornamelijk uit een inkooprelatie. Dat wil zeggen dat handelaren en koffiebranders koffie inkopen met een UTZ-certificaat, deze verwerken en verkopen aan retailers. Dit gebeurt al dan niet met een UTZ-label. Op een koffieverpakking mag alleen een UTZ-label gevoerd worden wanneer 90% van de koffie van UTZ-gecertificeerde oorsprong is. Voor bedrijven betekent deze relatie dat ze een Chain of Custody certificering verkrijgen. Belangrijke inkooprelaties heeft UTZ met Sara Lee/DE, die ernaar streeft om 80% UTZ-gecertificeerde koffie op de markt te brengen in 2018. En Ahold Coffee Company, die aan Albert Heijn levert, van wie alle Perla-koffies UTZ-gecertificeerd zijn. Deze bedrijven zijn overigens ook vertegenwoordigd in de besluitvormingsstructuur van UTZ. De consument heeft geen primaire positie in het arrangement.

UTZ-certificering is open voor alle (grote en kleine) producenten. UTZ is niet specifiek gericht op het organiseren van kleine producenten in coöperaties, maar is meer op de individuele producenten gericht. Veel van deze producenten zijn afkomstig uit Brazilië en het zijn voor een aanzienlijk deel grote plantages. Maar ook kleine producenten kunnen meedoen, dan vaak via corporaties. Producenten verkrijgen een UTZ Certified certificaat en kunnen daarmee UTZ-gecertificeerde koffie verkopen aan ketenpartijen die ook een UTZ-certificaat hebben. Producenten en plantages gaan vaak rechtstreekse relaties aan met handelaren en branders: er ontstaat een UTZ-gecertificeerde keten. De relatie van UTZ Stichting met NGO’s bestaat uit steun en financiering. In producentenlanden verzorgen NGO’s trainingen aan producenten om deze te kunnen laten voldoen aan de richtlijnen van het keurmerk. Solidaridad is vanaf 2002 actief bij UTZ betrokken en heeft vooral een rol gespeeld in producentenlanden. Er werden subsidies gegeven om UTZ-supportactiviteiten op te zetten. Solidaridad was de belangrijkste ‘implementing partner’ voor UTZ in het zuiden. Solidaridad heeft veel contacten en eigen medewerkers in productielanden. De relatie met Solidaridad is ook verankerd in de besluitvormingsstructuur van de UTZ Stichting, en dat geldt ook voor enkele andere NGO’s. Solidaridad is vertegenwoordigd in de Raad van Toezicht van UTZ. Ook het Wereld Natuur Fonds is vertegenwoordigd in de Raad van Toezicht. De relatie tussen Solidaridad is momenteel aan het veranderen. UTZ wordt verder gesponsord door o.a. de NGO’s Hivos en Irish Aid. Met andere NGO’s als Tropical Commodity Coalition (TCC) en Oxfam Novib bestaan geen officiële samenwerkings- verbanden, maar is er wel een goede relatie. Om meer boeren bij het programma te betrekken dient er meer geïnvesteerd te worden in Field Development. Hiertoe wordt samengewerkt met NGO’s, coffee boards en extension services van overheden. UTZ heeft hiertoe beperkte hulpbronnen, dus in zekere zin is UTZ afhankelijk van andere partijen die de kosten hiervan op zich willen en kunnen nemen.

Samengevat, kunnen de actoren die vanuit de productketen bij UTZ betrokken zijn worden getypeerd als voornamelijk marktpartijen en maatschappelijke partijen. De besluitvormingsstructuur van de Stichting UTZ Certified is te beschrijven als een organisatie met multi-stakeholder vertegenwoordiging, wat sinds 2010 is geformaliseerd. Besluiten worden genomen met

84 WOt-werkdocument 306 vertegenwoordiging en inbreng vanuit alle schakels van de productketen, maar de deelname is geformaliseerd en afgebakend tot een beperkt aantal deelnemers. De overheid is met name aanwezig als financier van UTZ, vaak op indirecte wijze via NGO’s (zie verder bij hulpbronnen).

Discours

Het discours kan worden omschreven als: ‘professionaliseren van producenten’. De focus van UTZ ligt voornamelijk op het stimuleren van ondernemerschap van koffieproducenten. Het uitgangspunt is dat door middel van een verbetering van teelt- en oogstmethoden een betere kwaliteit en daarmee een hogere opbrengst per koffieplant kan worden gehaald. Hierdoor kunnen koffieproducenten een hoger inkomen en een betere onderhandelingspositie verkrijgen in de koffiemarkt. De criteria voor duurzaamheid die UTZ hanteert, zijn gebaseerd op het ‘Good agricultural practices’ concept van de European Retailer Group (Ponte, 2004; zie ook Pacano, 2002). UTZ heeft deze aangevuld met normen uit ILO Conventies en de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) (Van der Putten et al., 2004). UTZ heeft - in vergelijking tot andere labels - het milieuaspect minder gedetailleerd uitgewerkt, en heeft meer dan andere labels criteria voor de kwaliteit van het eindproduct en het productieproces. Het belangrijkste dat de UTZ-criteria onderscheidt van andere certificaten is het economische aspect. Exemplarisch hiervoor is het economische criterium dat de kwaliteit van het product gegarandeerd moet zijn. Op basis van de kwaliteit van de koffie kunnen UTZ- boeren een betere prijs voor hun product krijgen dan de wereldmarktprijs. Deze prijs wordt vastgesteld in onderhandelingen tussen koper en verkoper.

Het motief van de deelnemers combineert een publiek belang met een zakelijk belang, namelijk het waarborgen van een duurzame koffieproductie en –aanvoer. Producenten worden daarbij als marktpartij aangesproken en worden (idealiter) gemotiveerd door verbetering van hun praktijken met het doel hun marktpositie te verbeteren. Voor de deelname van bedrijven spelen naast ideële motieven, zakelijke belangen een rol (imago, marktpositie).

Steun voor het discours wordt intern georganiseerd via een besluitvormingsstructuur waarin alle ketenpartijen vertegenwoordigd zijn. Naar buiten toe wordt de steun georganiseerd via het verwerven van marktaandelen voor UTZ-gecertificeerde koffie en via marketing. Steunverwerving komt echter ook tot stand door het aangaan van partnerschappen met enkele partijen die zich nadrukkelijk aan UTZ hebben gecommitteerd, zoals Sara Lee/ DE, Ahold en Solidaridad. Dit is alleen bij Solidaridad in de vorm van een coalitie-overeenkomst vastgelegd. Bij Ahold en DE is dit niet het geval. Deze bedrijven zijn wel vertegenwoordigd in de UTZ-besluitvormingsstructuur en ze hebben commitments om UTZ-koffie in te kopen naar buiten gebracht.

Spelregels

Interne toegangsregels om mee te besluiten in de Stichting van UTZ zijn geregeld in de governance- structuur van de stichting. Leden van de Raad van Toezicht wijzen de ‘Standards committee’ en de directie aan; de directie neemt stafleden aan. Verder is er, conform het ISEAL-lidmaatschap van UTZ, een structuur waarin (wijzigingen in) ‘Codes of Conducts’ openbaar worden gemaakt, zodat een ieder hierop kan reageren. Dit kan omschreven worden als open collaboratie.

De coördinatie in het arrangement naar buiten toe, dus in de productketen, vindt plaats op basis van vraag en aanbod. UTZ is een keurmerk en kan alleen functioneren wanneer er partijen (bedrijven) zijn die dit keurmerk willen voeren. Toegangsregels worden op verschillende manieren gesteld, waarvan de meest concrete de Code of Conduct is. Deze geeft de voorwaarden waar partijen aan moeten voldoen willen zij in aanmerking komen voor een UTZ-certificering. Meedoen met UTZ functioneert als het aangaan van een zakelijke relatie, maar de Code of Conduct kan ook worden omschreven als voorwaarde voor lidmaatschap. Daarnaast wordt toegang tot het arrangement ook, meer indirect, bepaald via vraag en aanbod. UTZ certificeert daar waar vraag is vanuit het bedrijfsleven, met name vanuit branders. Dat betekent dat producenten vooral in aanmerking komen om aan UTZ deel te nemen wanneer er vraag is naar duurzame koffie uit hun regio. Bij UTZ worden marktanalyses

gedaan om vraag en aanbod aan elkaar te koppelen. Het heeft vanuit deze visie weinig zin om zich op een bepaald land of regio te richten wanneer er geen vraag is naar koffie van die origine. Daarnaast streeft UTZ ernaar om substantieel meer koffie te certificeren (vier keer zoveel) dan er vraag naar is, om aan vraag van grote mainstream bedrijven tegemoet te kunnen komen.

Macht en hulpbronnen

UTZ Certified is een kleine stichting met een lage overhead. De stichting functioneert op basis van donaties van NGO’s en licenties van bedrijven. De UTZ-licentie is relatief goedkoop. Producenten betalen bij UTZ de kosten van auditing (SCAA Sustainability Committee, 2009) en de kosten van training en verbetering van productieomstandigheden, die vaak door donoren en/of bedrijven worden betaald (bron: respondent). De eerste koper, meestal een handelaar, betaalt een licentie per pond koffie (de zogenaamde ‘first buyer fee’), die dit verder in de productketen doorgeeft naar de finale koper. Het feit dat UTZ-licenties goedkoop zijn maakt het voor bedrijven aantrekkelijk (bron: respondenten). De inzet van hulpbronnen wordt voornamelijk gereguleerd door de markt en is afkomstig van bedrijven, maatschappelijke partijen en burgers (het NGO-spoor). Daarnaast zijn er subsidies van de overheid. De overheid is naast inkoper op diverse manieren betrokken bij UTZ. Zo is het Initiatief Duurzame Handel (IDH) één van de belangrijkste sponsors van UTZ. Ook het Agentschap NL, onderdeel van het ministerie van EL&I, speelt een rol in de financiering van UTZ. Het Agentschap NL financiert een programma in Midden-Amerika waarbij gekeken wordt hoe restafval van koffie kan gebruikt worden voor energie. Solidaridad kreeg voorheen van de overheid financiële middelen voor hun koffieprogramma Voornamelijk via MFS (BuZa). Voor het koffieprogramma krijgt men momenteel geen financiering meer vanuit de overheid.

UTZ oefent invloed in de productketen uit om het doel ‘duurzame koffie in het mainstream segment’ te bereiken en deze invloed is groot. Het mechanisme is het beïnvloeden van marktpreferenties door het stellen van voorwaarden aan koffie en koffieproducenten. In het geval van UTZ gaat dit buiten de consument om. Bedrijven op de Nederlandse markt moeten steeds meer mee met duurzaamheid en UTZ is een aantrekkelijk alternatief voor het mainstream segment.