• No results found

Aandeel instructietalen op scholen

8.4.1 Praktische bezwaren en problemen aangaande de onderwijshervorming

Het grootste en belangrijkste praktische bezwaar tegen de hervormingen in de huidige vorm is het gebrek aan gekwalificeerde leerkrachten. Dit gebrek geldt zowel in de kwantitatieve zin (een gebrek aan Estssprekende leerkrachten in probleemgebieden) als in kwalitatieve zin (leerkrachten met onvoldoende kennis en beheersing van het Ests). Deze zijn uiteraard nauw met elkaar verbonden. Zo bleek bijvoorbeeld uit een in 2011 uitgevoerd onderzoek dat van de 1435 (Russische) leerkrachten in Tallinn er 368, dat is ruim 25%, zakten voor de Estse taaltoets.429 Dat is een opmerkelijk hoog percentage aangezien de docenten in Tallinn niet per se gescheiden leven van de Estse samenleving ( dus interactie kunnen hebben) en omdat ze makkelijk toegang hadden tot de door de overheid gefinancierde studiematerialen en cursussen.430 Met dit percentage voor Tallinn, waar 45% van de bevolking Russisch is, zal het niet verbazen dat het aandeel docenten met ontoereikende kennis van het Ests in de provincie Idu-Virumaa (tot 90% Rus) vele malen hoger ligt.431 Dit geldt bijvoorbeeld voor Narva, waar van de 9 gymnasia432 er 7 Russischtalig zijn433 Daarnaast is het erg moeilijk om leerkrachten aan te trekken die het Ests als moedertaal hebben, onder andere omdat de regio niet populair is onder etnische Esten. De overheid heeft daarom verschillende programma’s gestart die deze leerkrachten dienen te motiveren om in de oostelijke provincie te onderwijzen, onder andere door middel van een hoger salaris434 en een geldelijke beloning als ‘startkapitaal’.435 Deze programma’s mogen echter niet erg baten aangezien het Ests taalonderwijs in de regio nog sterk ondermaats is. Leerlingen die wel graag Ests willen leren, klagen dat de scholen de enige plek vormen waar de staatstaal überhaupt gesproken en geoefend kan worden.436 Vanwege deze tekortkomingen is een aantal gymnasia, voornamelijk in Idu-Virumaa, niet in staat tijdig te voldoen aan de eisen van de onderwijswet. De minister van Onderwijs en Wetenschap, Jaak Aaviksoo onderzoekt of er mogelijkheden zijn deze scholen bij wijze van compromis een extra termijn te geven. Hierover is echter nog geen definitieve uitslag.437 Daarnaast gaan er in de Assemble van Russische Gymnasia

429

‘368 tallinnskix russkix učitelej otpravleny na ėkzamen po ėstonskomu’ *‘328 Russische docenten uit Tallinn naar het Ests taalexamen gestuurd’+, Delfi 23 april 2011.

430 ‘Transition to Estonian-medium education’, via www.hm.ee.

431 ‘368 tallinnskix russkix učitelej otpravleny na ėkzamen po ėstonskomu’, Delfi 23 april 2011.

432

http://www.16366.ee/p/M130-RIIK-UHISKOND-HARIDUS-Gumnaasiumid/CD-Narvas. Overigens zal dit aantal in de komende jaren, vanwege het landelijk afnemende aantal leerlingen, worden gereorganiseerd tot drie.

433

‘Fact sheet Transition to Estonian-language subject instruction in school with Russian-language instruction’.

434 ‘U ida-viruskix učitelej zarplata vyše srednej po uezdu’ *‘Het salaries bij docenten in Ida-Virumaa is hoger dan het gemiddelde per provincie’+, Delfi 8 september 2011.

435

Transition to Estonian-medium education’, via www.hm.ee.

436

‘Narvskaja škol´nica: Škola – edinstvennoe mesto, gde my možem praktikovat´gosudarstvennyj jazyk’ *‘Scholier uit Narva: De school is de enige plaats waar we de staatstaal kunnen oefenen’+, Den´za Dnëm 16 mei 2011.

437

‘Aaviksoo poobeěšal stroptivym russkim školam trexletnjuju otsročku’ *‘Aaviksoo beloofde de weerbarstige Russische scholen een driejarig respijt’+, Delfi 13 juni 2011.

113 stemmen op om alternatieve oplossingen te vinden voor de tekortkoming in Ests taalonderwijs.438 Tot op heden heeft dit tot weinig resultaat geleid.

Het is niet verwonderlijk dat de praktische kritiek zich richt op de gebieden in het oosten van Estland en Tallinn, aangezien de Russische minderheid voornamelijk in die gebieden woont. Tevens is het niet verwonderlijk dat juist de gebieden waar de hervormingen op gericht zijn en waar ze hun uitwerking hebben de grootste moeite hebben met het voldoen aan de eisen. Om het geheel duidelijk in beeld te brengen is in het onderstaande figuur de kennis van het Ests onder de immigrantenbevolking per provincie (‘maakond’) in kaart gebracht.

Figuur 4; Kennis van het Ests onder de immigrantenbevolking, per provincie439

Op het kaartje is duidelijk zichtbaar dat de provincies waar de meeste (Russische) immigranten woonachtig zijn, Idu-Virumaa en Harjumaa, tevens de provincies zijn waar de kennis van het Ests onder de immigranten het laagst is. De percentages op deze kaart komen aldus overeen met de

percentages scholieren met Russisch als instructietaal, weergegeven in onderstaande tabel: Schooljaar 2006 - 2007

Provincie InstructietaalRussisch als Aandeel

Harju 14141 28,8% Ida-Viru 12620 73,3% Pärnu 867 7,2% Tartu 1151 5,9% Valga 478 10,4% Overige 1051 2,1% TOTAAL 33308 20,3%

Tabel 3; Aandeel scholieren met Russischtalig onderwijs per provincie 2006 – 2007.440

438

‘Narvskaja škol´nica: Škola – edinstvennoe mesto, gde my možem praktikovat´gosudarstvennyj jazyk’,

Den´za Dnëm 16 mei 2011.

439

Siim Krusell, ‘Data and general characterisation of immigrant population’, in: Ellu Saar en Kairit Põder (red.),

Immigrantrahvastik Eestis/Immigrant population in Estonia (Tallinn 2009), 6-11, aldaar 10.

114 8.4.2 Inhoudelijke kritiek met betrekking tot de onderwijshervormingen

Naast kritiek op de praktische kant van de onderwijshervormingen en de daarmee verbonden technische haalbaarheid was er tevens inhoudelijke kritiek op de wet zelf. Deze had zowel betrekking op de inhoudelijke haalbaarheid van de hervormingen en de perceptie onder de doelgroep, als op de ‘ideologische’ kant van de wet. De laatstgenoemde zal eerst worden besproken.

De ‘ideologische’ kritiek is het meest eenduidig en duidelijk naar buiten gebracht door de ‘Russische Gemeenschap’ (Russkaja Obščina), een belangenorganisatie voor de Russischtalige minderheid. Met betrekking tot de onderwijshervormingen deelden zij op plaatsen en momenten waar veel Russen bijeenkwamen, zoals bij 9-meivieringen, een pamflet tegen de uitvoering van de onderwijswet uit. In dit tweetalige pamflet, getiteld ‘We behouden het Russischtalig onderwijs en zo behouden wij onszelf’, spreken ze hun bezorgdheid uit over de toekomst van de Russischtalige minderheid in Estland.441

Qua toon en inhoud lijkt het pamflet de onderwijshervormingen voornamelijk te zien als een aanval van Estse kant op de Russische taal en cultuur. Zo wordt de taalinspectie442, die controleert of scholen en leerkrachten aan de taaleisen voldoen, beschreven als ‘psychologische terreur’443. De geleidelijke overgang naar (deels) Eststalig onderwijs wordt in het pamflet afgeschilderd als een ‘veresting van de Russische school’444 waarin de Russische kinderen, onder het mom van Estse taalverwerving, ‘tot het Ests geloof worden bekeerd’445. De hervorming wordt aldus gezien als een Trojaans Paard dat er toe leidt dat de leerlingen een Estse in plaats van Russische mentaliteit aangeleerd krijgen en dat hun beheersing van het Russisch, vooral schriftelijk, achteruit gaat.446 Ze vrezen, onterecht447, dat hierdoor de nieuwe generatie Russischtaligen in Estland hun concurrentiepositie op de arbeidsmarkt zal verliezen, voornamelijk vanwege het verwachte verlies op de mogelijkheid om hoger onderwijs in een Russischtalig land te volgen.448 Op deze angsten volgt de oproep om zich te verenigen en gezamenlijk een juridische zaak te maken voor het behoud van het Russischtalig onderwijs. Het pamflet benadrukt deze oproep door de Russischtalige ouders tot actie te manen: “Of wilt u niet dat uw kinderen niet enkel als Europeanen worden gevormd, maar ook

441 ‘Soxranim obrazovanie na russkom jazyke – soxranim i sebja / Säilitades venekeelset haridust, säilitame ühtlasi ka iseennast’ *‘‘We behouden het Russischtalig onderwijs en zo behouden wij onszelf’+ (Tallinn, 6 september 2010), ontvangen van de Russkaja Obščina op 9 mei 2011, Tallinn. De Russischtalige versie is te lezen op: http://www.dozor.ee/?p=newsView&iNews=3579.

442

Voor meer informatie, zie de officiële website van deze keeleinspektsioon op www.keeleinsp.ee

443

‘psixoterror / meeleolud’

444 ‘ėstonizacija russkoj školy / toimub vene kooli eestistamine’

445 ‘obraščajut v ėstonskuju veru / pööratakse (…) Eesti “usku”’.

446

‘Soxranin obrazovanie na russkom jazyke’.

447 De angst is in principe ongegrond aangezien kennis van de Estse taal juist de concurrentiepositie op de arbeidsmarkt zal verbeteren en de leerlingen de mogelijkheid geven verder in de Estse samenleving te integreren. Daarnaast is er de mogelijkheid om tot 40% van het onderwijs in het Russisch te laten geschieden, hetgeen voldoende moet zijn voor het behoud van een goede beheersing van taal.

448

In de praktijk besloot slechts een zeer klein deel van de Russische Esten om Hoger Onderwijs in Rusland te volgen, onder andere vanwege de hoge kosten, bureaucratie en vaak slechte reputatie van de onderwijsinstellingen. Sinds 2010 lijkt hier verandering in te komen en een toenemend aandeel Russischtalige Esten kiest ervoor om toch hoger onderwijs te volgen in Rusland. Een van de oorzaken die hiervoor gegeven wordt is de pessimistische houding van een deel van de minderheid met betrekking tot een toekomst in Estland. Zie, onder andere: Pettai, Iris, ‘Sociolog: Gosudarstvo dolžno zadumat´sja o roli russkix v Ėstonii’ *‘Socioloog: De overheid moet zich bezinnen op de rol van Russen in Estland’+, ERR News 28 september 2010.

115 Russen blijven? (…) Besteelt uw kinderen niet! Vecht voor hun toekomst en voor de toekomst van ons land!”449.

Deze door de Russische Gemeenschap geuite kritiek geeft een goed beeld van opinie van het deel van de Russischtalige minderheid, dat waarschijnlijk onder de identificatie Baltische Russen valt.450 Deze groep interpreteert de hervormingen blijkbaar als een taal- en cultuuroffensief van de Esten jegens de Russen met als doel de Russischtalige leerlingen tot Esten en Europeanen om te smeden, ten koste van hun Russische identiteit. Deze angst is zeer fundamenteel van aard en spreekt tot de overlevingsinstincten van de minderheid. Daarbij is het in eerste instantie niet relevant dat deze angst niet gebaseerd is op de hervormingen in werkelijkheid. Zo wordt in het artikel bijvoorbeeld niet vermeld dat 40% van het onderwijs nog in het Russisch kan geschieden, hetgeen voldoende moet zijn voor behoud van een goed niveau van het Russisch. Tevens wordt er niet gerept over het feit dat Estland met de huidige hervormingen (en taalwetten) in principe voldoet aan de algemene Europese richtlijnen voor bescherming en promotie van minderheidstalen en –culturen.451 Zeker in vergelijking met Rusland, waar praktisch iedere taaluiting naast het Russisch is verboden,452 is het beleid ten opzichte van minderheidstalen in Estland aanzienlijk liberaal.453

Daarnaast is het interessant dat gedacht wordt dat de hervormingen, die erop gericht zijn de socio-economische kloof tussen de meerder- en de minderheid te dichten, juist zullen leiden tot een

afname van de kansen op de arbeidsmarkt van de Russische leerlingen. Hieruit volgt een interessante

paradox waarin een ontevredenheid over de socio-economische kloof zich richt op het instrument om deze te overbruggen en hem bestempelt als een van de oorzaken van deze kloof. Het is gepast samen te vatten dat de kritiek vanuit (een deel van de) Russischtalige gemeenschap gebaseerd is op een angst dat de hervormingen gericht zijn op het bevechten van de Russische taal en cultuur. Hoewel dit niet een erg reële angst is, is het erg tekenend voor hoe dit deel van de bevolking zijn plaats in de maatschappij ziet. Het drukt een groot gebrek aan vertrouwen in de overheidsinstituties uit, wat overigens conform de peilingen is.454

Afsluitend kan gesteld worden dat onder de overige Russischtaligen, te identificeren als de Russische

Esten,455 over het algemeen begrip en steun is voor het doel van de onderwijshervormingen.456 Over

449

‘Razve vy ne xotite, čtoby vaši deti stali ne tol´ko obrazovannymi evropejcami, no i ostalis´russkimi? (...) Ne obkradivajte svoix detej! Borites´za ix buduščee i za buduščee našej strany! / Kas te ei soovigi seda, et teie lapsed saaksid mitte üksnes haritud eurooplasteks, jäädes seejuures venelasteks? (...) Ärge varastage oma laste tagant! Võidelge nii nende kui ka meie riigi tuleviku eest!´in: ‘Soxranim obrazovanie na russkom jazyke’.

450 Zie: Hoofdstuk 3.3. Deze zelfidentificatie ligt op basis van de geuite kritiek voor de hand aangezien het houding uitdraagtd die haaks staat op de wens te integreren in de Estse samenleving. Daarnaast straalt het pamflet een sterke (pavlov-)reactie uit op veronderstelde ‘aanvallen’ op hun Russische identiteit.

451 Voor meer informatie, zie: Elena Jurado, ‘Complying with European standards of minority education: Estonia’s relations with the European Union, OSCE and Council of Europe’, Journal of Baltic Studies vol. 34 n. 4 (2003) 399 – 431.

452 Hier geldt uiteraard een uitzondering voor de bestuurlijke eenheden die een hogere mate van (culturele) autonomie hebben. In Tatarstan bijvoorbeeld, is het Tataars, naast het Russisch, een officiële overheidstaal.

453

‘Zakon o jazyke v Rossii daže bolee žestkij, čem v Ėstonii?’ *‘Is de taalwet in Rusland nog strenger dan in Estland?’+, Delfi 3 juni 2011.

454 Zie, onder andere: Triin Vihalemm en Veronika Kalmus, ‘Cultural Differentiation of the Russian Minority’,

Journal of Baltic Studies vol. 40 n. 1 (2009) 95 – 119, aldaar 95 -97.

455

Zie: hoofdstuk 3.3. Deze groep kenmerkt zich door enerzijds erg positief tegenover de Estse maatschappij en integratie daarin te staan en zich kan identificeren met de Estse ‘geest’ (meel). Tegelijkertijd hecht de groep

116 de wijze en het tempo waarop de doelen van de hervormingen gerealiseerd dienen te worden is wel de nodige discussie gaande onder pedagogen en onderzoekers van zowel Estse als Russische achtergrond. Op deze discussie zal verder niet worden ingegaan aangezien hij zich overwegend op de pedagogische in plaats van de integratiegerelateerde aspecten richt.457

Vanaf de Estse kant is (inhoudelijke) kritiek op de onderwijshervormingen voornamelijk afkomstig van het Mensenrechtencentrum.458 Naar aanleiding van hun onderzoek stelt deze organisatie dat de Estse overheid bij de implementatie van de onderwijshervormingen niet genoeg rekening houdt met de onderliggende problemen in de minderheid, voornamelijk dat door de socio-economische kloof een aanzienlijk deel van de minderheid redelijk pessimistisch tegenover de toekomst staat. Als gevolg hiervan wordt, ondanks een paradoxale toename in interesse in de Estse taal, met argusogen gekeken naar de methoden en de voorwaarden van de hervorming.459 De twee voornaamste punten van kritiek op het hervormingsbeleid bevinden zich op de grens tussen inhoudelijk en praktisch en richten zich voornamelijk op de voorbereiding en tempo.460 Volgens Evas wordt bij de implementatie van de hervormingen niet genoeg rekening gehouden met de recente uitkomsten van onderzoeken naar de houding van de minderheid ten opzichte van de hervormingen.461 Daarmee wordt de effectiviteit van de implementatie naar haar idee beperkt.462 Daarnaast wordt betreurd dat er, ondanks signalen vanuit samenleving en kenniscentra, toch voor gekozen is de hervormingen in het vooropgestelde tempo uit te voeren.463 Op basis hiervan stelt het Mensenrechtencentrum dat de onderwijshervorming beter meer geleidelijk kan worden ingevoerd en met meer inspraak vanaf de kant van de minderheid, opdat het doel van de transitie niet gemist wordt en de minderheid met niet enkel met tekortkomend taalonderwijs zit, maar zich ook niet serieus genomen voelt.464

sterk aan de Russische taal en het Russisch cultureel erfgoed, of, in meer poëtische terminologie, de Russkaja

Duša (‘Russische Ziel’).

456Tatjana Evas, ‘Integration and Ethnic Cohesion of the Estonian Society’, in: Käsper, Kari en Marianne Meiorg (red), Human Rights in Estonia 2010; Annual Report of the Estonian Human Rights Centre (Tallinn 2011) 125 -139, aldaar 134.

457 Voor meer informatie over deze discussie, zie, onder andere: Lindemann, Kristina en Saar Ellu, ‘Educational Carreers of Estonians and Russians’ in: Vetik, Raivo. en Jelena. Helemäe (red.) Segregated Disparity: The

Russian Second Generation in Tallinn and Kohtla-Järve (Amsterdam 2010) ; Wilson, Duncan, ‘Minority Rights in

Education; Lessons for the European Union from Estonia, Latvia, Romania and the Former Yugoslav Republic of Macedonia’, Right to Education Project (2002) en ‘Mnenie: Ėstoncam net nikakogo dela do kačestva russkogo obrazovanija’ *‘Opinie: De Esten hebben niets op met de kwaliteit van het Russisch onderwijs’+, Den za Dnëm 3 december 2010.

458

Het ‘Inimõiguste keskus / Human Rights Center / Centr po pravam čeloveka’ is een onafhankelijke organisatie die hecte banden onderhoud met Estse universiteiten, juridische specialisten (I)NGO’s en overheidsinstellingen. Voor meer informatie, zie de officiële webzijde www.humanrights.ee.

459

Evas, ‘Integration and Ethnic Cohesion’ 131.

460

In tegenstelling tot voorgaande paragraaf zit de problematiek hier niet in de praktische uivoerbaarheid van het voorgestelde tempo maar in de onderliggende problemen ervan; het centrum verwacht dat hierdoor de hervormingen hun doel zullen missen.

461

Deze zijn immers aanzienlijk veranderd in een relatief korte tijd, voornamelijk ten gevolge van de problematiek rond de Bronzen Soldaat, zie: hoofdstuk 7.

462 Evas, ‘Integration and Ethnic Cohesion’ 134.

463

Hier moet uiteraard opgemerkt worden dat de eerste wet die deze transitie regelde uit 1989 stamt en dat de hervorming reeds in 2007 begonnen is.

117 Wat voorts opvalt is dat de hervorming enkel betrekking heeft op het hoger secundair onderwijs, de gymnasia. Ondanks dat de verschillende onderwijswetten in principe dezelfde eisen stellen met betrekking tot Eststalig onderwijs voor alle klassen van zowel het basis- als het secundair onderwijs465, is ervoor gekozen deze enkel toe te passen op de hoogste klassen. Dat wil zeggen, op de klassen die vergelijkbaar zijn met het VWO, oftewel de voorbereidende klassen voor het hoger onderwijs. Voor het lager onderwijs lijkt een mindere betrokkenheid te zijn. Dit is een zaak die geen positief signaal afgeeft aan de Russischtalige minderheid, waarvoor het lijkt alsof de Estse overheid enkel geïnteresseerd is in de ‘elite’ van de minderheid. Daarnaast is het erg lastig om in slechts drie jaar tijd een hoog niveau Ests te behalen, een probleem dat ook door het Mensenrechtencentrum wordt erkend.466 Het eerder (op basisniveau) beginnen met Estse taalverwerving zal aldus het taalniveau over de gehele linie verhogen en tevens leiden tot sociale insluiting van de gehele Russischtalige minderheid, in plaats van slechts de hoogopgeleiden. De onderzoekers van het Mensenrechtencentrum onderkennen de merites van een (geleidelijke) algemene invoering van Ests taalonderwijs over de gehele linie, zowel op het vlak van taalniveau als op het vlak van sociale cohesie.467 De Estse overheid lijkt echter nog geen aanstalten te maken deze adviezen op te volgen.

465 Põhikooli- ja Gümnaasiumiseadus §21.

466

Evas, ‘Integration and Social Cohesion’ 135.

467

Informatie verkregen uit een persoonlijk gesprek met enkele onderzoekers van het Mensenrechtencentrum op 20 juni 2011 te Tallinn.

118

8.5 Conclusie

In Estland kwam in 2011 een einde aan de transitieperiode van de in 2007 begonnen onderwijshervorming. Deze is bedoeld om de integratie van de grote Russischtalige minderheid te bevorderen en de socio-economische kloof tussen de meerderheid en de minderheden van het land te dichten. De hervorming houdt in dat alle gymnasia met een andere instructietaal dan het Ests (i.e. Russisch) over dienden te schakelen naar een curriculum waar ten minste 60% van het onderwijs Eststalig is. Deze 60% diende gevuld te worden met verplichte vakken, zoals Estse geschiedenis, maatschappijleer en Estse literatuur. Hierdoor zal de kennis van het Ests onder de Russischtalige leerlingen toenemen wat hen in staat stelt hoger onderwijs te volgen, hetgeen in principe Eststalig is. Tevens geeft het afronden van Eststalig onderwijs een vrijstelling voor het taalexamen van een eventueel naturalisatieverzoek.

Op deze hervormingen kwam de afgelopen jaren kritiek op zowel praktische als inhoudelijke gronden. Op het gebied van eerstgenoemde wordt er voornamelijk kritiek geuit op het tempo waarin de hervormingen worden doorgevoerd en het feit dat in de meest getroffen provincies grote tekorten zijn aan leerkrachten en –materialen. De mogelijkheden om dit te verbeteren of om enkele gymnasia uitstel te geven worden onderzocht

Inhoudelijke kritiek is zowel afkomstig van Estse als Russische kant. De kritiek van het Ests Mensenrechtencentrum concentreert zich vooral op de wijze waarop de hervormingen worden doorgevoerd en het afwezig zijn van regelmatige evaluatie van de situatie en de resultaten. Daarnaast is het opmerkelijk, zo niet zorgelijk, dat de hervorming enkel betrekking heeft op het hoogste niveau van het secundair onderwijs, vergelijkbaar met het VWO. Dit insinueert dat de Estse overheid minder betrokken is met de integratie van de Russischtalige bevolking op lagere