• No results found

Aandeel instructietalen op scholen

11.1 Translitteratie van het Russisch

11.2.3 Karakteristieken van de Estse taal

De Estse taal kent enkele interessante karakteristieken. Zo maakt de taal geen onderscheid tussen verschillende geslachten, waardoor het voornaamwoord tema zowel ‘hem’ als ‘haar’ kan betekenen (in enkele gevallen zelfs ‘het’). Daarnaast kent het Ests geen grammaticale toekomende tijd480 en dient die betekenis worden te worden overgebracht door middel van tijdwoorden als homme (‘morgen’) of uit de context blijken.481 Een andere bijzondere eigenschap van het Ests is dat de taal onderscheid maakt tussen drie kwantiteiten (of lengtes) voor zowel klinkers als medeklinkers. Ondanks dat deze verschillen betekenisonderscheidend zijn worden ze niet in de spelling uitgedrukt; de vorm moet blijken uit de context. Zo worden bijvoorbeeld de genitivus en de partitivus van kool (‘school’) geschreven als kooli. Het verschil is dat bij de genitieve vorm de oo lang (2e kwantiteit) en bij de partitieve vorm overlang (3e kwantiteit) is.

Morfologie en woordvorming

Over het algemeen worden in het Ests woorden gevormd door affixen aan de woordstam toe te voegen. De taal kent ongeveer honderd van deze affixen en, op eba- en mitte- na, worden deze achter de stam geplaatst (‘suffixen’). Over het algemeen wordt het Ests, net als het Fins, als een

agglutinatieve taal beschouwd omdat morfemen met een vaste grammaticale waarde aan de

woordstammen worden ‘geplakt’. In de werkelijkheid wijkt het Ests in toenemende mate af van dit systeem en maakt het meer gebruik van inflectie, waarin morfemen (en affixen) verschillende grammaticale en lexicale betekenissen kunnen hebben. Tevens wordt de rol van informatieoverdracht deels overgenomen door flexie van de stammen. Hierin verschilt het Ests van zijn naaste buur het Fins, dat de regels van de agglutinatie veel strenger naleeft.

Naamvallen

De Estse taal kent maar liefst 14 (productieve) naamvallen, in zowel enkel- als meervoud. Ter vergelijking; het Russisch kent 6482 naamvallen en het Duits moet het met 4 doen. Hierbij is het opvallend dat het Ests geen aparte naamval voor het lijdend voorwerp kent, zoals bijvoorbeeld in het Duits. Deze functie wordt in een zin weergeven met behulp van de nominativus, genitivus of partitivus in het enkelvoud en de nominativus of de partitivus in het meervoud. Vanzelfsprekend bestaan er betekenisverschillen tussen deze verschillende vormen. De betekenis die door een naamval overgebracht wordt dient in het Nederlands en veel andere (Indo-Europese) talen weergeven te worden met behulp van voorzetsels. De naamvallen zijn ter illustratie in de specifieke verbuiging voor die woorden weergegeven in onderstaande tabel:483

479

Voor meer informatie over Russische leenwoorden in het Ests, zie: Rogier Blokland, The Russian loanwords

in literary Estonian (Groningen 2005).

480

Door deze twee eigenschappen placht men wel eens te grappen dat het Ests ‘no sex, no future’ heeft.

481

De toekomstige tijd kan overigens ook worden uitgedrukt met het hulpwerkwoord saama (‘worden, krijgen’), op dezelfde wijze als in het Nederlands met ‘worden’, zie: ‘werkwoorden’.

482 Aangezien de vocativus geen productieve naamval is, is deze hier niet meegerekend.

483

Om duidelijkheidsredenen gekozen om een deel van de naamvallen te koppelen aan ‘meisje’ en een ander deel aan ‘huis’. Voor een eerste vertaling van de betekenis is dit praktisch. Overigens zijn alle 14 naamvallen wel op alle Estse woorden toepasbaar, maar soms met een andere betekenis. Majast betekent bijvoorbeeld

136

Enkelvoud Meervoud

Naamval Ests Ests Betekenis (ev.)

1. nominativus ilus tüdruk ilusad tüdrukud (een) mooi meisje 2. genitivus ilusa tüdruku

ilusate tüdrukute

van een mooi meisje ; een mooi meisje (totaal object)

3. partitivus ilusat tüdrukut ilusaid tüdrukuid een mooi meisje (partieel object) 4.illativus ilusasse majasse ilusatesse majadesse een mooi huis in 5.inessivus ilusas majas ilusates majades in een mooi huis 6. elativus ilusast majast ilusatest majadest een mooi huis uit 7. allativus ilusale majale ilusatele majadele een mooi huis op 8. adessivus ilusal majal ilusatel majadel op een mooi huis 9. ablativus ilusalt majalt ilusatelt majadelt een mooi huis af 10. translativus ilusaks tüdruks ilusateks tüdrukuteks een mooi meisje

worden; veranderen in* 11. terminativus ilusa tüdrukuni ilusate tüdrukuteni tot een mooi meisje 12. essivus ilusa tüdrukuna ilusate tüdrukutena als een mooi meisje 13. abessivus ilusa tüdrukuta ilusate tüdrukuteta zonder een mooi meisje 14. commitativus ilusa tüdrukuga ilusate tüdrukutega met een mooi meisje

Figuur 8 Overzicht van de Estse naamvallen484

Werkwoorden

In het Ests kan het werkwoord door middel van flexie de tegenwoordige tijd, verleden tijd, voltooid tegenwoordige tijd en voltooid verleden tijd weergeven. Daarnaast wordt, voornamelijk in de pers en de gesproken taal, gebruik gemaakt van een toekomende tijd met behulp van het hulpwerkwoord

saama (‘krijgen, worden’), op dezelfde wijze als het Nederlandse worden; de zogeheten analystische saama-toekomende tijd’.485 De werkwoorden worden verder geconjugeerd in de actieve en de passieve stem, in de indicatieve, imperatieve, conditionele en indirecte wijze en in de bevestigende en ontkennende vorm. Aangezien de verbuigingen duidelijk de bijbehorende persoon uitdrukken kan deze meestal worden weggelaten. Hierop worden uiteraard uitzonderingen gevormd door een klein aantal onregelmatige werkwoorden en syntactische of semantische redenen. In de onderstaande figuur is de conjugatie van de tegenwoordige tijd van het werkwoord elama, ‘leven’ uitgewerkt.

letterlijk ‘het huis uit(gaan)’. Wanneer deze naamval op het meisje wordt toegepast is dat over het algemeen wanneer een ander deel van de zin deze naamval regeert, zoals in laul tüdrukust, ‘een lied over het meisje’.

484 Voor de herkenning zijn in de figuur de Latijnse termen voor de naamvallen gebruikt. In het Ests luiden deze, respectievelijk, nimetav, omastav, osastav, sisseütlev, seesütlev, seestütlev, alaleütlev, alalütlev, alaltütlev,

saav, rajav, olev, ilmaütlev en kaasaütlev.

137

enkelvoud meervoud

1. (mina) elan ik leef (meie) elame we leven

2. (sina) elad jij leeft (teie) elate jullie leven/ u leeft 3. (tema) elab hij/zij leeft (nemad) elavad ze leven

9 Tegenwoordige conjugatie van elama Overigens kent het Ests twee verschillende infinitieven, die vaak worden aangeduid als de ma- en de

da-infinitief (armastama / armastada ‘houden van’). Eigenlijk is de eerstgenoemde geen infinitief

maar een zogeheten supinum en aanvankelijk was het een werkwoordelijk voornaamwoord in de illatieve vorm. Het oorsponkelijke nominale karakter is tot op heden bewaard gebleven aangezien het met deze vorm mogelijk is andere naamvalsvormen te maken, zoals het abessieve armastamata ‘zonder lief te hebben’. In samenstellingen wordt het supinum voornamelijk gebruikt in connectie met werkwoorden die een ‘externe’ motivering impliceren, zoals pidema ‘moeten’, of een beweging, zoals minema ‘gaan’ of hakkama ‘beginnen’. Een voorbeeldzin is ma pean õppima, ’ik moet leren’. Het ’echte’ infinitief daarentegen heeft een meer partitieve betekenis en wordt vooral gebruikt in samenstellingen die een ’interne’ motivatie impliceren (tahtma, ’willen’) of in combinatie met het werkwoord olema/olla ’zijn’. Een voorbeeld van een dusdanige zin is ma tahan teada seda, ’ik wil het weten’. Daarnaast wordt het gebruik van deze twee vormen gereguleerd door vele verschillende grammaticale, semantische en idiomatische argumenten waarvan het te ver voert om deze hier te behandelen. Samenvattend kan worden gesteld dat deze dualiteit het Ests een zeer interessante dimensie geeft.

Een voorbeeld

Met deze informatie is het illustratief en interessant om kort een (typisch) Estse voorbeeldzin te behandelen:

Täppidega lipsud sobivad esinduslikele teatrijuhtidelegi486

(‘Gestippelde stropdassen staan zelfs representatieve theaterdirecteuren’)

 Täppi-de-ga ´stip´ stam – meervoud - commitativus (met)

 lipsu-d  ´stropdas´ stam - meervoud

 sobi-vad ´passen, staan´ stam - 3e persoon meervoud (actief tegenwoordige tijd)

 esinduslike-le ´representatief´ stam -allativus (naar, aan)

esindus-lik ´representatief´ (-lik is een uit het Saksisch ontleend morfeen vergelijkbaar met

het Nederlandse –lijk.)

esindus  ´representatie´

teatri-juhti-de-le-gi ´theater´ stam - genitivus – ‘leider’487

stam – meervoud - allativus – partikel van nadruk (hier: zelfs).

486

Zin ontleend aan ‘Estonian Language’.

487

Het woord juht wordt gebruikt om een persoon aan te duiden die iets leidt, bestuurt of overziet in de brede zin des woords. Een chauffeur is bijvoorbeeld een autojuht.

138 Syntax

Als laatste onderdeel is het interessant om kort de Estse syntax te bespreken. In tegenstelling tot bijna alle Indo-Europese talen gebruikt het Ests, net als andere Fins-Oegrische talen, voornamelijk postposities. Zo zegt het Ests bijvoorbeeld laua peal voor ‘op de tafel’, wat letterlijk vertaalt als ‘de tafel op’. Daarnaast wordt het Ests gekenmerkt door een relatief erg vrije woordvolgorde. Dit is mogelijk omdat alle grammaticale en semantische informatie van de onderdelen van de zin besloten liggen in de naamvallen, de suffixen en de conjugaties. In veel Europese talen ontbreken deze onderdelen in meerdere of mindere mate.488 Het Nederlands, bijvoorbeeld, is een syntactische taal, wat inhoud dat de grammaticale rol van een woord enkel bepaald wordt door de (relatieve) plaats in de zin.489 Over het algemeen hanteert het Ests voor eenvoudige bevestigende zinnen, net als de meeste andere Europese talen, de volgorde subject-verb-object. Door de eigenschappen van de taal kan hier echter aanzienlijk van worden afgeweken, hetgeen, onder andere, veel voorkomt in poëtische registers. Een mooi voorbeeld hiervan is de zin Tihti taevas tähti nähti (‘Sterren werden vaak gezien in de lucht’). Deze zin van vier woorden kan op 24 verschillende wijzen geschreven worden waarbij de betekenis vrijwel onveranderd blijft:

Tihti taevas tähti nähti Tihti tähti taevas nähti Tihti tähti nähti taevas Taevas tihti tähti nähti Tähti taevas nähti tihti

etc, etc....

488 De Slavische talen kennen over het algemeen nog meerdere naamvallen waardoor de woordpositie relatief vrij is; de grammaticale functie ligt immers besloten in de uitgang.

489

Uiteraard is het mogelijk hierop te variëren met behulp van intonatie, stilistisch taalgebruik et cetera. Dit valt echter buiten de norm van de taalclassificatie.

139

11.3 Grenzen en Burgerschap

In de Estse burgerschapskwestie speelde de relatie met Rusland aanvankelijk een belangrijke rol, aangezien de landen een open grensconflict hadden. Na de val van de unie bestonder tussen deze beide landen namelijk geen grensakkoord. De kern van het probleem is dat voor de burgerschapswetgeving de continuïteit van de Estse staat van vitaal belang is. Daarom wordt de erkenning van de grenzen van 1920 als essentieel beschouwd. In dat jaar werd immers het Verdrag van Tartu getekend tussen de Estse Republiek en Revolutionair Rusland waarmee de Estse staat officieel geboren werd. Het waren tevens deze grenzen waar de Sovjet-Unie met de tanks overheen ging. Deze grenzen werden echter met de annexatie veranderd ten gunste van de Russische Republiek Daarnaast zijn duidelijke en internationaal erkende grenzen voor een klein land als Estland van groot belang voor het gevoel van veiligheid, zeker als aan de andere kant van de grens de voormalige bezetter ligt.490 In het verlengde hiervan was naast het tekenen van een grensakkoord het vertrekken van de laatste Russische soldaten het belangrijkste doel van de onderhandelingen tussen de Estsen en de Russen.

Vanaf het begin van de onderhandelingen in 1992 hadden de beide partijen zeer verschillende standpunten. Voor de Russen vormden de grenzen die na de Tweede Wereldoorlog waren gevormd de juiste. Zij sterkten zich hierin door zich te beroepen op de afspraken die de Estse en de Russische republiek in januari 1991 hadden gemaakt, dus vóór de onafhankelijkheid van het land.491 Zoals vermeld waren de grenzen die in 1920 bij het Verdrag van Tartu waren vastgesteld het uitgangspunt voor de Estse onderhandelaars. Volgens dit verdrag, dat het eerste verdrag internationale verdrag van de Estse Republiek was, zou de Russische staat de gezamenlijke grens met en de neutraliteit van Estland eeuwig erkennen. Voor Stalin betekende ‘eeuwig’ blijkbaar tot 1940. Voor de Esten was het verdrag verder van groot symbolisch belang omdat het beschouwd werd als het ‘geboortecertificaat’492 van de staat en daarom zelfs was opgenomen in artikel 123 (huidig artikel 122)493 van de Estse Grondwet.494 Aangezien dit verdrag is verbroken door de invasie van de Russen was Estland bezet en de legitimiteit van de staat dus continu, wat de basis vormde voor de herstelde staat en de burgerschapswetten. Tevens was de aanwezigheid van Russische soldaten in strijd met het internationaal recht en was het uitzetten van hen een van de prioriteiten van het overleg,

490

Wayne C. Thompson, ‘Citizenship and Borders: Legacies of Soviet Empire in Estonia’, Journal of Baltic Studies vol. 24 nr. 2 (1998) 109 – 134, aldaar 109.

491 Thompson, ‘Citizenship and Borders’, 124.

492

Formulering van president Lennart Meri, onder andere gebruikt bij de 90-jarige herdenking van het Verdrag van Tartu op 2 februari 2010. Deze toespraak is terug te lezen op www.president.ee, ‘Vabariigi President Tartu rahulepingu 90. aastapäeva kontsertaktusel Vanemuise kontserdimajas Tartus’ (2 februari 2010).

493

’Eesti maismaapiir on määratud 1920. aasta 2. veebruari Tartu rahulepinguga ja teiste riikidevaheliste piirilepingutega. Eesti mere- ja õhupiir määratakse rahvusvaheliste konventsioonide alusel. Eesti riigipiire muutvate lepingute ratifitseerimiseks on nõutav Riigikogu koosseisu kahekolmandikuline häälteenamus.’ [‘De landsgrenzen van Estland zijn bepaald door het Vredesverdrag van Tartu van 2 februari 1920 en door andere internationale grensovereenkomsten. De zee- en luchtgrenzen van Estland worden bepaald op basis van internationale conventies. De ratificatie van internationale verdragen die de staatsgrenzen van Estland wijzigen vereist een meerderheid van twee-derde van de leden der Riigikogu’.+’ Põhiseadus (1992) §122.

494

Overigens is het zeer opmerkelijk dat een land haar grenzen opneemt in de constitutie. Via: Thompson, ‘Citizenship and Borders’ 124.

140 voornamelijk tussen 1992 en 1994.495 Er moet overigens worden opgemerkt dat tot 1994 de onderhandelingen over de grens voornamelijk een voorbereidend karakter hadden.

Behalve in opvatting over de grens zelf verschilden beide landen ook geheel in hoe zij tegenover het overleg stonden. Rusland zag het overleg als een poging om van het land weg te breken, zodat het als ‘moederland’ de voorwaarden voor deze breuk kon stellen.496 Tevens was het land, als juridische opvolger van de Sovjet-Unie, erg huiverig om zaken die onder het communisme gebeurd waren te veroordelen, uit angst voor het openen van een Doos van Pandora met andere opstandige republieken, zoals Tsjetsjenië.497 Estland daarentegen wilde erg graag het grensconflict beslechten. Dit was niet in het minst omdat het afwezig zijn van grensconflicten een voorwaarde was voor toetreding tot de Europese Unie en de NAVO, beide een streven van de jonge republiek. Dit streven sterkte de Russisch onderhandelaars echter in het langdurig rekken van overleg en over het algemeen niet-constructief gedrag te vertonen; Rusland had immers weinig winst te bahalen met een verdrag, maar kon door te rekken wel een soort van wraak nemen op de ontrouwe republiek.498 De onderhandelingen verliepen de eerste jaren erg moeizaam en het Verdrag van Tartu bleef een splijtsteen in de onderhandelingen. Het is van belang op te merken dat het akkoord voor Estland vooral symbolische en juridische waarde had. Anders dan Rusland vreesde en beweerde was het geenszins het doel van Estland om de verloren gebieden terug te vorderen. Het land had daarnaast geen behoefte aan de toevoeging van 2,000 km² met vrijwel uitsluitend Russischtaligen.499 De Russen weigerden dit te geloven en besloten de grenzen van 1991 unilateraal te markeren.500 Dit veroorzaakte een tijdelijke impasse in de onderhandelingen. Deze werd in juli 1994 verbroken toen bereikt werd dat de Russische troepen zich geheel uit Estland terugtrokken. Hiermee was het eerste doel van de Estse onderhandelaars behaald en een korte diplomatieke pauze werd tot december 1994 ingelast.

Ondanks het aanvankelijke gebrek aan vertrouwen wisten de Esten het diplomatieke proces weer in gang te brengen door zeer duidelijk af te zien van territoriale eisen. De Estse kant stond er zelfs voor open om de eis van een verwijzing naar het Verdrag van Tartu te laten varen. Dit kwam voort uit het feit dat de internationale gemeenschap niet twijfelde aan de legitimiteit van de Estse staat of aan de juridische waarde van de burgerschapswetgevingen. Hierdoor werd de behoefte om de continuïteit te expliciteren minder prangend.501 De Estse diplomaten hadden echter nog wel te maken met de bepaling van Artikel 122 van de Grondwet, die, redelijk ambigue, stelt dat de landgrenzen van Estland bepaald worden door het Verdrag van Tartu en andere internationale grensovereenkomsten.502 Wat deze ‘andere internationale grensovereenkomsten’ zijn wordt verder

495 Kadri Liik, ‘The Story of the Negotiations on the Estonian-Russian Border Treaty’, Diplomaatia nr. 21 (2005) 1-13, aldaar 1-2.

496 Liik, ‘The Story of the Negotiations’ 2.

497 Thompson, ‘Citizenship and Borders’ 125.

498

Liik, ‘The Story of Negotiations’ 2-8.

499 Thompson, ‘Citizenship and Borders’ 125.

500

Liik, ‘The Story of Negotiations’ 4.

501

Thompson, ‘Citizenship and Borders’ 126.

502

Eesti Vabariigi Põhiseadus §122: ’Eesti maismaapiir on määratud 1920. aasta 2. veebruari Tartu rahulepinguga ja teiste riikidevaheliste piirilepingutega. Eesti mere- ja õhupiir määratakse rahvusvaheliste konventsioonide alusel. Eesti riigipiire muutvate lepingute ratifitseerimiseks on nõutav Riigikogu koosseisu kahekolmandikuline häälteenamus.’. [‘De landsgrenzen van Estland zijn bepaald door het Vredesverdrag van

141 niet geëxpliciteerd. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken besloot daarom dat er een second opinion nodig was van de Kanselier van Justitie, Juhan Truuväli.503 Hij besliste dat de grondwetsbepaling geëerbiedigd diende te worden, maar dat er beweegruimte was, aangezien de paragraaf geformuleerd was als ‘en andere’ (ja teiste). Hij stelde voor dat een eventueel nieuwe grens zou moeten voldoen aan ten minste één referentiepunt met de grens van 1920.504 De Esten hielden dit streven echter geheim voor de Russen, die nog steeds huiverig tegenover het Verdrag van Tartu stonden. Aangezien de de facto grens een andere route volgde was het onmogelijk om zulk een referentiepunt te met de oude grens. De oplossing werd gevonden in de grens die door het Peipsi-Pihkvameer505 loopt. Ten gevolge van verscheidene herberekeningen met verschillende coördinatensystemen506 waren er bij eerdere verdragen rekenfouten ingeslopen. In 1996 betekende dit dat Estland de grens door het Lämmimeer507 zo kon onderhandelen dat het overeenkwam met die van 1920. In totaal komen nu 16.8 kilometer, van Piirisaare naar Mehikoorma, overeen met de grenzen van het Verdrag van Tartu.508 In onderstaande figuur van het Peipsi-Pihkvameer is dit grensdeel met rood aangegeven:

10 De grenslijn tussen Piirisaare en Mehikoorma509

Estland worden bepaald op basis van internationale conventies. De ratificatie van internationale verdragen die de staatsgrenzen van Estland wijzigen vereist een meerderheid van twee-derde van de leden der Riigikogu.] Põhiseadus (1992) §122.

503

De Kanselier van Justitie (Õiguskantsler) is een niet politiek gebonden officiaal die als waakhond functioneert voor het juridische proces in Estland. Hij heeft niet de macht om wetten af te keuren, maar zijn oordelen worden vaak geerbiedigd. Verder kan hij in de praktijk vaak wetsvoorstellen initieren door te wijzen op onnauwkeurigheden of onjuistheden in bestaande wetten.

504 Liik, ‘The Story of the Negotiations’ 8.

505 Het Peipsi-Pihkvameer (Ee: Peipsi-Pihkva järv), vaak simpelweg Peipsi (of Peipus) is het grote meer dat op de grens tussen Estland en Russland loopt. Het meer bestaat eigenlijk uit drie verschillende delen, namelijk Peipsi,

Lämmi en Pihkva.

506

Rusland gebruikte tot 1932 het system uit de Tsarentijd, todat overgestapt werd op het Europees stelsel. In 1943 schakelde de Sovjet-Unie, om het de Duitse en Geallieerde intelligentiediensten moeilijker te maken, over op een eigen systeem. Na de val van de Sovjet-Unie ging het land weer terug naar de Europese standaard.

507 Het Lämmimeer is het smalste deel van het Peipsi-Pihkvameer en vormt het verbindingsstuk tussen beide andere meren.

508

Liik, ‘The Story of the Negotiations’ 9.

142 Aldus was er eind 1996 een de facto overeenstemming over de moderne grenzen. Een officieel verdrag werd echter niet ondertekend aangezien voor de Russen een verwijzing naar het Verdrag van Tartu ondenkbaar was. Voor de Esten begon de tijd echter te dringen aangezien in 1997 de deadlines zouden zijn voor toetredingsverzoeken voor de Europese Unie en de NAVO.510 Dat toetreding tot de laatstgenoemde niet zou lukken hadden de Esten reeds geaccepteerd, maar de Europese Unie lag nog open. Dat kwam tevens omdat toetreding ook mogelijk was met open