• No results found

Portretrecht en bescherming van de persoonlijke levenssfeer

2 Soorten materiaal

2.7 Films, documentaires en televisieprogramma’s .1 Auteursrecht en naburige rechten

2.7.2 Portretrecht en bescherming van de persoonlijke levenssfeer

2.7.2.1 Portretrecht

Bij film en televisie zijn op het gebied van portretrecht, privacy en persoonsgegevens in grote lijnen dezelfde overwegingen van belang als bij foto’s.147Portretten in opdracht zullen bij film en televisie niet of nauwelijks voorkomen, zodat men zelden toestemming zal hoeven vragen voor het herkenbaar tonen van personen. Wel zal de vraag gesteld moeten worden (net als bij foto’s) of afgebeelde personen mogelijk een ‘redelijk belang’ hebben dat zich verzet tegen openbaarmaking. Men moet vooral voorzichtig zijn met materiaal waarin mensen worden getoond in een diskwalificerende context en met ander materiaal dat inbreuk kan maken op de persoonlijke levenssfeer.

2.7.2.2 Quitclaim

In de foto- en filmwereld kent men het verschijnsel ‘quitclaim’. Daarmee wordt de afspraak tussen producent en figurant bedoeld waarbij de figurant toezegt geen beroep op zijn portretrecht te zullen doen.148Omdat het gaat om een contract tussen de geportretteerde en de producent, kunt u zich daar als derde partij niet zonder meer op beroepen. Of dat kan, hangt af van de bewoordingen van de quitclaim en het eventuele contract dat u over het materiaal heeft gesloten met de producent.

2.7.2.3 Persoonsgegevens

Film en televisie kunnen persoonsgegevens in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) prijsgeven.149In dat geval is er sprake van een verwerking van persoonsgegevens, die moet voldoen aan de eisen van de Wbp. Deze verwerking moet rechtmatig zijn, en dat is (onder meer) het geval als de betrokkene toestemming heeft verleend. Als het gaat om fictie zal deze toestemming er vrijwel altijd zijn. Bij documentaires zal dat veel minder vaak het geval zijn. Verwerking van per-soonsgegevens is ook toegestaan als deze noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaar-digd belang van de verantwoordelijke (de erfgoedinstelling) of een derde (de gebruiker), op voor-waarde dat de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen niet wordt geschaad.150Dit is een belan-genafweging die de erfgoedinstelling keer op keer zal moeten verrichten. Een verschil met foto’s is dat film en televisie als media indringender zijn en openbaarmaking via deze media dus mogelijk meer schade toebrengt of kan brengen aan de persoonlijke levenssfeer.

Vergelijkbaar met de situatie bij foto’s is de mogelijkheid dat sprake is van een openbaarmaking in een journalistieke of artistieke context. Dit is met name van belang als door film of televisie

bijzonde-re persoonsgegevens openbaar worden gemaakt.151Dit is namelijk in het algemeen verboden, maar

toegestaan als sprake is van een verwerking met een journalistiek of artistiek doel. Wel moet, als toestemming ontbreekt, altijd de eerder genoemde belangenafweging worden gemaakt.

2.7.2.4 Conclusies, aanbevelingen en stappenplan

Het prijsgeven van persoonsgegevens via film of televisie is een verwerking in de zin van de Wbp. De verwerking is onder meer rechtmatig als er toestemming is van de betrokkene, als hij noodzakelijk is voor de behartiging van de belangen van de erfgoedinstellingen en de gebruiker, en als het privacy-belang van de betrokken burger niet te zeer in het gedrang komt. De erfgoedinstelling moet deze belangenafweging zelf telkens verrichten. Het verdient aanbeveling een en ander schriftelijk vast te leggen.

Er is een verbod op het beschikbaar stellen van bijzondere persoonsgegevens.152Dit verbod geldt niet als er sprake is van een journalistieke of artistieke verwerking, als de betrokkenen toestemming hebben gegeven of als ze de gegevens zelf naar buiten hebben gebracht. Als deze omstandigheden zich niet voordoen, is dus de grootst mogelijk voorzichtigheid geboden met materiaal dat iets zegt over de gezondheid, het ras, de levensovertuiging, seksuele gerichtheid, en strafrechtelijke omstandig-heden van levende personen.

Stappenplan film en televisie, met het oog op portretrecht en bescherming van persoonsgegevens

Met dit stappenplan kan men beoordelen of film- en televisiemateriaal digitaal beschikbaar gesteld kunnen worden. Loop hiervoor de gehele lijst door (en stop na de eerste maal ‘niet actief openbaar maken’).

1. Valt de instelling onder de Archiefwet en mag het materiaal op grond van deze wet of een

andere wettelijke regeling NIET ter inzage op de studiezaal gelegd worden? Zo ja: maak dit materiaal dan NIET actief openbaar.

Nee.

2. Zijn er contractuele belemmeringen of voorwaarden bij erfstelling of legaat die actieve openbaarmaking verhinderen?

Ja:

a. maak dit materiaal NIET actief openbaar, of

b. leg contact met de contractspartner of erfgenamen en vraag toestemming, of c. maak een risico-inschatting en beslis mede op grond daarvan.

Nee.

3. Bevat het materiaal portretten, in de zin van herkenbaar afgebeelde personen?

Nee, ga naar stap 5. Ja.

4. Is er sprake van een ‘redelijk belang’ van een geportretteerde of diens nabestaanden dat zich tegen openbaarmaking verzet?

Nee. Ja:

a. Maak dit materiaal NIET actief openbaar, of b. vraag toestemming, of

c. als u geen toestemming gevraagd of gekregen hebt: maak een risico-inschatting en beslis mede op grond daarvan.

5. Bevat het materiaal persoonsgegevens in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens

(Wbp)?

Nee, ga naar stap 12. Ja.

6. Heeft/hebben de betrokkene(n) toestemming voor de online openbaarmaking verleend?

Nee.

Ja: ga naar stap 9. Meld actieve openbaarmaking bij het CBP.

7. Maak een belangenafweging waarbij het belang van de erfgoedinstelling, de belangen van

gebruikers en die van de betrokkene (degene over wie de gegevens iets zeggen) betrokken worden.

8. Is het resultaat van de afweging als bedoeld in stap 7 dat het privacybelang van de

betrokkene moet prevaleren? Nee.

Ja:

a. u kunt NIET actief openbaarmaken; of b. vraag toestemming aan de betrokkene, of

c. pas de wijze van beschikbaarstellen aan zodat het belang van de betrokkene niet meer onevenredig wordt geschaad, of

d. schat de juridische risico’s in en beslis mede op grond daarvan. e. bij actieve openbaarmaking: meld deze verwerking bij het CBP.

9. Gaat het (ook) om bijzondere persoonsgegevens in de zin van de Wbp?

Nee: ga naar stap 12. Ja.

10. Heeft/hebben betrokkene(n) toestemming gegeven voor openbaarmaking van hun bijzondere

persoonsgegevens, of hebben ze de gegevens zelf duidelijk openbaar gemaakt? Nee.

Ja: wat de Wbp betreft mag u deze gegevens actief ter beschikking stellen. Meld deze verwerking wel bij het CBP. Ga naar stap 12.

11. Gaat het om bijzondere persoonsgegevens in artistiek dan wel journalistiek materiaal? Nee:

a. u mag strikt genomen deze gegevens NIET actief of passief openbaar maken, of b. ga met de grootst mogelijke voorzichtigheid te werk, maak een risico-inschatting en

c. bij actieve openbaarmaking: meld deze verwerking bij het CBP.

Ja: wat de Wbp betreft mag u deze gegevens actief ter beschikking stellen. Melding bij het CBP is niet nodig.

12. Bevat het materiaal gegevens die geen portretten of persoonsgegevens zijn, maar die niettemin inbreuk kunnen maken op de persoonlijke levenssfeer van mensen? Bevat het gegevens waar-van openbaarmaking tot civiele of strafrechtelijke aansprakelijkheid zou kunnen leiden? Nee: u kunt actief openbaar maken.

Ja:

a. vraag de betrokkene om toestemming, b. maak NIET openbaar, of