• No results found

Bescherming van persoonsgegevens en portretrecht

2 Soorten materiaal

2.3.2 Bescherming van persoonsgegevens en portretrecht

2.3.2.1 Inleiding

Op welke punten kunnen er, buiten de hiervoor besproken auteursrechtelijke aspecten, problemen ontstaan bij het publiceren op internet van kranten en krantenknipsels? Ten opzichte van het publice-ren van ‘gewone’ teksten, waarvoor wordt verwezen naar paragraaf 2.2, zijn er diverse verschillen die hier besproken zullen worden: in de eerste plaats het journalistieke karakter van veel materiaal, het gebruik van foto’s, en de aanwezigheid van familieberichten en andere mededelingen door derden.

2.3.2.2 Het journalistieke karakter

Het publiceren van materiaal dat eerder in de pers is verschenen levert minder problemen op in de sfeer van de bijzondere persoonsgegevens, omdat de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) een soepeler regime kent voor journalistieke verwerkingen. Grote delen van de Wbp zijn niet van toepassing op journalistieke verwerkingen, waaronder het verbod om bijzondere gegevens te verzamelen en openbaar te maken en de verplichting om verwerkingen te melden. Wel blijft men aansprakelijk voor schade, en moet er ook hier de belangenafweging worden gemaakt tussen het belang van de erfgoedinstelling en de gebruiker bij openbaarmaking enerzijds, en het belang van de burger over wie de gegevens iets zeggen anderzijds.82Dat het om journalistiek materiaal gaat, versterkt ook anderszins de juridische positie van de erfgoedinstelling. Deze is informatieleverancier, en bedient een publiek dat op zijn beurt een recht op kennisneming heeft. Het gaat om informatie die niet alleen een historische, educatieve en wetenschappelijke waarde vertegenwoordigt, maar ook een belangrijke bijdrage kan leveren aan het publieke debat.

2.3.2.3 Foto’s in kranten

Ook voor foto’s geldt dat wanneer ze een journalistieke connotatie hebben er meer mogelijk is dan wanneer deze context ontbreekt. De erfgoedinstelling heeft in het eerste geval een sterker beroep op de informatievrijheid. Zou een afgebeeld persoon een beroep doen op zijn portretrecht, dan kan daar het belang van de vrije informatievoorziening tegenover gesteld worden. Er is een uitzondering als de oorspronkelijke publicatie door de rechter als onrechtmatig is bestempeld. In dat geval kan herpublicatie onrechtmatig zijn.83Portretten in opdracht zullen weinig voorkomen in kranten, als ze wel gebruikt worden is voor publicatie (en herpublicatie) toestemming nodig van de geportretteerde, of, na diens overlijden, gedurende 10 jaar van de nabestaanden.

De openbaarmaking van foto’s die een bijzonder persoonsgegeven prijsgeven (ras bijvoorbeeld, of gezondheid) is in het algemeen verboden, maar als dit gebeurt met het oog op journalistieke of artistieke doeleinden kan een beroep worden gedaan op art. 3 Wbp dat dit verbod opheft. Ook om deze reden is het dus altijd aan te raden foto’s zo veel mogelijk in hun journalistieke context (inclusief bijschrift of commentaar) te publiceren. Enige voorzichtigheid is wel geboden, want lang niet alle foto’s die worden gepubliceerd in de pers hebben zonder meer een journalistiek karakter, bijvoorbeeld niet als ze voornamelijk bedoeld zijn om de visuele aantrekkelijkheid van het blad te verhogen. In dat geval zal een beroep op de informatievrijheid en art. 3 Wbp minder gewicht in de schaal leggen.

2.3.2.4 Berichten van derden

Een krant bestaat naast journalistieke bijdragen van de redactie, en commerciële advertenties van adverteerders, ook uit berichten door andere partijen. Het gaat dan om familieberichten, ingezonden brieven en mededelingen omtrent onder meer ondercuratelestellingen en faillissementen. Dit materiaal kan persoonsgegevens bevatten, waaronder bijzondere. Zo zegt de geboorteplaats van een over-ledene mogelijk iets over het ras van de nabestaanden. Het is te beargumenteren dat bij familie-berichten de gegevens zijn openbaargemaakt door de betrokkenen zelf, of met hun toestemming (maar dit hoeft niet altijd zo te zijn). Als we daar wel van uitgaan is verdere (zorgvuldige) verwerking door de Wbp niet verboden. Om het zekere voor het onzekere te nemen moet men de verwerking van familieadvertenties melden bij het CBP.

Mededelingen over bijvoorbeeld faillissementen en ondercuratelestellingen worden niet geplaatst op initiatief van de betrokkene. Dit soort publicaties in dagbladen gebeurt op grond van een wettelijke opdracht, maar deze opdracht heeft niet de strekking dat de mededeling ook via internet gedaan moet worden. Omdat een wettelijke taak ontbreekt, moet ook in deze gevallen een belangenafwe-ging verricht worden. Het publieke belang van het integraal ter beschikking stellen van kranten zal hierbij zwaar wegen. Dit is wellicht anders als men dit soort niet-redactionele berichten uit de kran-tencontext losweekt en apart openbaar maakt.

Ingezonden brieven kunnen een probleem vormen als de briefschrijver over anderen dan zichzelf schrijft. Ook hier geldt dat publicatie als onderdeel van een journalistiek product (krant of tijdschrift) hoogstwaarschijnlijk onder de noemer van ‘journalistieke verwerking’ zal vallen, met de aantekening dat dit verweer mogelijk niet meer gehonoreerd wordt als ingezonden brieven apart worden gepubliceerd.

2.3.2.5 Conclusies, aanbevelingen en stappenplan

Het actief openbaar maken door erfgoedinstellingen van kranten in hun geheel valt hoogstwaar-schijnlijk onder de noemer ‘journalistieke verwerking’, waardoor het verbod op openbaarmaking van bijzondere persoonsgegevens niet geldt. Ook hoeft een dergelijke verwerking niet bij het CBP

gemeld te worden. Zodra men selecties gaat maken uit kranten is een beroep op deze uitzondering minder sterk, zeker wanneer het om niet-redactioneel materiaal gaat. Omdat er bijna onvermijdelijk persoonsgegevens in het materiaal zullen voorkomen dienen dit soort verwerkingen bij het CBP gemeld te worden. Als een afgebeeld persoon een beroep zou doen op zijn portretrecht is een beroep op het belang van de informatievrijheid een sterk verweer.

Stappenplan actieve openbaarmaking van journalistieke producten of elementen daaruit, met het oog op portretrecht en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

Maakt u integrale journalistieke producten (kranten, tijdschriften) actief openbaar? In dat geval zijn er waarschijnlijk weinig problemen te verwachten op het terrein van portretrecht of bescherming van persoonsgegevens.

Maakt u gedeelten uit journalistieke producten actief openbaar? Als dit journalistieke of redactionele elementen zijn, zullen zich weinig problemen voordoen.

Maakt u geïsoleerde, niet-redactionele elementen openbaar (denk aan ingezonden brieven, over-lijdensadvertenties)? De vrijstelling voor journalistieke verwerkingen is dan niet van toepassing. Doorloop dan de volgende stappen.

1. Bevat het materiaal portretten, in de zin van herkenbaar afgebeelde personen?

Nee, ga naar stap 4. Ja.

2. Bevat het materiaal één of meer portretten die in opdracht van of namens de geportretteerde

zijn gemaakt, en is de geportretteerde nog in leven of korter dan tien jaar geleden overleden? Nee.

Ja:

a. maak dit materiaal NIET actief openbaar, of

b. vraag toestemming aan de afgebeelde persoon als hij/zij nog in leven is, of c. vraag toestemming aan de nabestaanden als hij/zij korter dan tien jaar geleden

overleden is, of

d. als u geen toestemming gevraagd of gekregen hebt, en de persoon mogelijk nog in leven is of korter dan tien jaar geleden is overleden: maak een risico-inschatting en beslis mede op grond daarvan.

3. Bevat het materiaal een of meer portretten die niet in opdracht van of namens de geportret-teerde zijn gemaakt, maar is er een ‘redelijk belang’ van de geportretgeportret-teerde of diens nabe-staanden dat zich tegen openbaarmaking verzet?

Nee. Ja:

a. Maak dit materiaal NIET actief openbaar, of b. vraag toestemming, of

c. als u geen toestemming gevraagd of gekregen hebt: maak een risico-inschatting en beslis mede op grond daarvan.

4. Bevat het materiaal persoonsgegevens in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens

Nee, ga naar stap 11. Ja.

5. Is er toestemming voor openbaarmaking verleend?

Nee.

Ja: ga naar stap 11. Meld actieve openbaarmaking bij het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP).

6. Maak een belangenafweging waarbij het belang van de erfgoedinstelling, de belangen van

gebruikers, en die van de betrokkene (degene over wie de gegevens iets zeggen) worden betrokken.

7. Is het resultaat van de afweging als bedoeld in stap 6 dat het belang van de betrokkene

moet prevaleren? Nee

Ja:

a. u kunt NIET actief openbaar maken; of b. vraag toestemming aan de betrokkene, of

c. pas de wijze van beschikbaarstelling aan zodat het belang van de betrokkene niet meer onevenredig wordt geschaad, of

d. schat de juridische risico’s in en beslis mede op grond daarvan. e. bij actieve openbaarmaking: meld deze verwerking bij het CBP.

8. Gaat het (ook) om bijzondere persoonsgegevens in de zin van de Wbp?

Nee: ga naar stap 11. Ja.

9. Heeft/hebben betrokkene(n) toestemming gegeven voor openbaarmaking van hun bijzondere

persoonsgegevens, of hebben ze de gegevens zelf duidelijk openbaar gemaakt? Nee.

Ja: U mag actief openbaar maken. Meld de verwerking bij het CBP. Ga naar stap 11. 10. Gaat het om bijzondere persoonsgegevens in artistiek of literair materiaal?

Nee:

a. u mag strikt genomen deze gegevens NIET actief of passief openbaar maken, of b. ga met de grootst mogelijke voorzichtigheid te werk, maak een risico-inschatting en

handel mede op grond daarvan.

c. bij actieve openbaarmaking: meld deze verwerking bij het CBP. Ja. U kunt het materiaal openbaar maken. Er is geen meldingsplicht.

11. Bevat het materiaal gegevens die geen portretten of persoonsgegevens zijn, maar die niettemin inbreuk kunnen maken op de persoonlijke levenssfeer van mensen? Bevat het gegevens waar-van openbaarmaking tot civiele of strafrechtelijke aansprakelijkheid zou kunnen leiden? Nee: u kunt actief openbaar maken.

Ja:

a. vraag de betrokkene om toestemming, b. maak NIET openbaar, of

2.4 Bouwtekeningen