• No results found

Aan wie komt het databankrecht toe?

1.5 De bescherming van databanken .1 Inleiding

1.5.5 Aan wie komt het databankrecht toe?

1.5.5.1 Producent en opdrachtsituaties

Het databankrecht komt toe aan de producent.210Dat is degene die het (financiële/organisatorische) risico draagt van de voor de databank te maken investering. Een voorbeeld is een archief of museum dat door eigen werknemers een databank (website, beeldbank) laat maken.

In veel gevallen besteedt een erfgoedinstelling (een deel van) de productie van een dergelijke data-bank echter uit. Daarmee blijft zij het financiële risico dragen maar of dat voldoende is om datadata-bank- databank-recht te krijgen, is in databank-rechtspraak nog niet duidelijk uitgemaakt. Denkbaar is dat de (organisatorische) investeringen door de opdrachtnemer ook databankrecht verdienen. Vaak zal de productie van een databank in opdracht van een erfgoedinstelling een combinatie van investeringen van beide partijen zijn: de instelling levert de inhoud (en het geld) aan, terwijl de opdrachtnemer er een databank van maakt, bijvoorbeeld door inhoud te digitaliseren en er databank- en zoeksoftware aan toe te voegen. Dan bestaat de mogelijkheid dat beide partijen gezamenlijk het databankrecht op de geproduceerde databank krijgen. Dit is in de praktijk echter onhandig, dus is het verstandig dat de erfgoedinstelling zich (als opdrachtgever) in het opdrachtcontract alle rechten laat overdragen die op de databank mochten ontstaan.211

1.5.5.2 Databanken geproduceerd door de openbare macht

Analoog aan het auteursrecht kent de Databankenwet een speciale regeling voor databanken die geproduceerd zijn door de openbare macht.212Daarvan mag iedereen vrij hergebruik maken, tenzij het databankrecht erop uitdrukkelijk is voorbehouden.213De gedachte is dat databanken die met belastinggeld zijn gemaakt in beginsel voor iedereen vrij te gebruiken moeten zijn om zo de toegang tot overheidsinformatie te garanderen. De praktijk laat echter zien dat voorbehouden veelvuldig worden gemaakt.

Een dergelijk voorbehoud kan niet worden gemaakt voor databanken geproduceerd door de open-bare macht met daarin wetten, besluiten en verordeningen die door de openopen-bare macht zijn uitge-vaardigd, rechterlijke uitspraken of administratieve beslissingen.214Het ingewikkelde is dat op data-banken met dit materiaal geproduceerd door commerciële uitgevers weer wel databankrecht kan rusten, ter compensatie van de substantiële investeringen die zij doen om wetten-/jurisprudentie-bundels te maken.215Wel is het bronmateriaal (wetten en dergelijke) vrij van auteursrecht,216zodat het iedereen vrijstaat er een databank van te produceren.

1.5.6 Conclusies en aanbevelingen

Een databank is een geordende verzameling, die elektronisch of niet-elektronisch kan zijn en kan bestaan uit auteursrechtelijk beschermd materiaal, maar ook uit onbeschermde informatie. De rechten die eventueel op individuele elementen in de databank rusten, worden onverlet gelaten door de tweeledige bescherming – auteursrecht en/of databankrecht – die op de databank als geheel kan bestaan. Zo kan zich op één databank dus een opeenstapeling van rechten voordoen (zie illustratie ‘databank’ op pagina 63).

Op de databank zelf zal in veel gevallen geen auteursrecht rusten. Voorwaarde daarvoor is dat de inhoud een originele (vaak: niet-gebruiksvriendelijke) selectie en/of rangschikking heeft, terwijl de bescherming door dit databankauteursrecht minimaal is. Vaker zal een databank beschermd zijn door het databankrecht. Daarvoor is vereist dat substantieel in de productie is geïnvesteerd, en wel

in de verkrijging, controle (actualisering) en/of presentatie van de inhoud. Kosten voor de creatie van nieuwe informatie mogen echter niet meetellen, wel kosten voor de verkrijging van bestaande informatie. Dit criterium blijkt in de praktijk echter niet gemakkelijk toe te passen.

Een erfgoedinstelling kan verschillende posities hebben aanzien van databanken, ten eerste die als gebruiker. Haar collectie kan geordende (deel)collecties bevatten die door derden zijn aangeleverd (bijvoorbeeld geschonken of in bruikleen gegeven). Wil ze die als geheel (of een substantieel deel ervan) online zetten, dan heeft ze toestemming nodig van de databankrechthebbende. Het is ver-standig dit al in het bruikleen- of schenkingscontract te regelen. Dat kan met de schenker/bruikleen-gever zelf, mits die databankrechthebbende is. Afgesproken kan worden dat de laatste alle rechten op de databank overdraagt aan de erfgoedinstelling, of haar een ruime licentie geeft voor digitalisering en online openbaarmaking.217Verder is het slim bij deze gelegenheid ook toestemming te vragen voor handelingen met conservering als doel. Wanneer de openbare macht de databankrechthebbende is op de aangeleverde geordende (deel)collectie, is toestemming vragen voor digitaal hergebruik alleen nodig als de overheid zich het databankrecht erop uitdrukkelijk heeft voorbehouden.

Ten tweede kan een erfgoedinstelling zelf een databank zoals een beeldbank of website (laten) maken. Als daarin bestaand materiaal wordt verwerkt waarop anderen auteursrecht hebben, zal hun toestemming voor opname moeten worden gevraagd en vaak een licentievergoeding moeten worden betaald. Wanneer er speciaal voor de databank door derden nieuw, origineel materiaal (zoals tekst, foto’s) wordt gecreëerd, is deze toestemming ook nodig; beter nog kan de erfgoed-instelling zich (als opdrachtgever) de rechten op het nieuwe materiaal in het opdrachtcontract laten overdragen. Hetzelfde geldt voor het databankrecht, denk aan een archief of museum dat de ont-wikkeling van een website of beeldbank (deels) heeft uitbesteed. Het is verstandig zich dan alle rechten (inclusief het databankrecht) op het eindproduct te laten overdragen. Het is in de praktijk wenselijk dat alle rechten bij één partij komen te liggen, het ligt voor de hand dat dat de opdracht-gever is, zodat de erfgoedinstelling de voorwaarden kan bepalen waaronder bezoekers van haar website gebruik mogen maken van de databank die zij online zet. Overigens beschermt het data-bankrecht alleen tegen de overname van de hele databank of een substantieel deel ervan, en tegen het systematisch kopiëren van niet-substantiële delen om zo de databank leeg te trekken.

Bezit een erfgoedinstelling eigenlijk wel databankrecht op haar databanken? Dat hangt ervan af welke kosten ze ervoor heeft gemaakt en of die samen substantieel zijn – de drempel daarvoor ligt niet erg hoog. Kosten voor de creatie van nieuw materiaal (door medewerkers of derden) mogen echter niet worden meegeteld, wel kosten voor de verkrijging van bestaand materiaal, zoals licentie-vergoedingen. Dit onderscheid is niet altijd even helder; onduidelijk is bijvoorbeeld of het maken van digitale foto’s/scans van archiefbescheiden of van museale objecten valt onder de creatie van nieuw materiaal of kosten voor de presentatie van bestaand materiaal. Maakt een museum of archief voornamelijk kosten voor materiaal dat speciaal voor de databank is gecreëerd, dan doet zij er goed aan daarnaast ook aanmerkelijk te investeren in de presentatie (zoals vormgeving) en controle (actualisering) van de databankinhoud.

Een erfgoedinstelling die tot de openbare macht behoort,218 moet erop bedacht zijn dat zij alleen databankrecht (en indien toepasselijk auteursrecht) op een door haar geproduceerde databank kan doen gelden, als zij die zich deze rechten daarop uitdrukkelijk voorbehoudt.

Om gebruikers erop te wijzen dat er niet zomaar uit de databank gekopieerd mag worden, is het verstandig om duidelijk op de website te vermelden dat er databankrecht op de website/fotodatabank of dergelijke rust en dat gebruikers dus geen substantiële delen of de hele databank mogen over-nemen, tenzij onder nader aangegeven voorwaarden.

Dit overzicht toont de verschillende rechten en rechthebbenden op een databank:

Databank element 1 element 2 element 3 element 4 enzovoort

Welke rechten kunnen op een databank rusten?

Op individuele elementen: mogelijk auteursrecht en/of naburige rechten

Auteursrecht op de databank als geheel: mits originele selec-tie en/of rangschikking van de inhoud (niet vaak).

Databankrecht mits substantiële investering in de productie van de databank.

Rechthebbende(n)

1. Auteursrecht: feitelijke maker van het afzonderlijke werk (hoofdregel, zie uitzonderin-gen in paragraaf 1.1.5) 2. Naburige rechten:

uitvoeren-de kunstenaars, film-/fono-grammenproducent en/of omroeporganisatie. Samensteller van de originele selectie/rangschikking of diens werkgever

Producent: degene die het (financiële/organisatorische) risico draagt van de investering in de databank.222

Beschermingsduur

1. Auteursrecht: Vanaf de crea-tie van het werk t/m 70 jaar

na de dood van de maker219

(hoofdregel).

2. Naburige rechten: Vanaf de uitvoering, uitbrenging dan wel uitzending van het werk t/m 50 jaar daarna. Vanaf de creatie van de data-bank t/m 70 jaar na de dood van de samensteller. Als het auteursrecht toekomt aan de werkgever (rechtspersoon): t/m 70 jaar na de openbaar-making van de databank.220

T/m 15 jaar vanaf de voltooi-ing/openbaarmaking van de databank.223

Op één individueel element kan auteursrecht en/of naburige rechten rusten.

Op de databank als geheel kan rusten:

1. Auteursrecht voor de samensteller (of diens werkgever)

van de selectie en/of rangschikking, mits die origineel is, en/of 2. Databankrecht voor de producent mits substantiële investering

1.6 Exploitatie van de collectie en gebruiksvergoedingen