• No results found

Het politieke lied is veel ouder dan het tijdperk van kolonisatie en dekolonisatie en de moderne Afrikaanse staat. Ook in de traditionele maatschappij bestond poëzie om de machthebbers te prijzen of om hen te bekritiseren. Het politieke loflied en de politieke satire bestaan tot op de dag van vandaag. Ze worden echter in onze tijd op veel ruimere schaal bekend door de radio, nog altijd het machtigste communicatiemiddel in hedendaags Afrika. Omdat in het voorgaande al een aantal voorbeelden werd gegeven van traditionele lofliederen, het voor de hand hier een kritisch lied te citeren. Okot p'Bitek (1973: 37v) geeft een voor-beeld uit de koloniale tijd, toen de bekende zanger Adok-Too protesteerde tegen de dwangarbeid die was opgelegd aan de bevolking door de Chief als vertegenwoordiger van de Britse koloniale overheid in zijn dorp. Deze blinde zanger kreeg voor zijn politieke twee jaar al kon hij noch De volgende passage is uit één van die liederen die populair werden en daarom gevaarlijk in de ogen van de bezetter:

I become Death I fall on the Chief, I become Death

take a bicycle I go to

I fall on the District Commissioner, I become Death

I enter the aeroplane T fly to England I fall on the King.

Politieke liederen worden in Afrika ook door de machthebbers gezien een middel om hun eigen gezag te versterken. Meer dan eens worden bekende populaire zangers 'gekocht' met cadeaus als een mooie sportwagen, een een reis enz. om de president en diens politiek te Sekou Touré heeft er in Guinee bijvoorbeeld gebruik van gemaakt.

De bekende zanger Franco en zijn orkest O.K. Jazz brachten menig lied ten gehore ter ere van en Tsjombe. Het leverde deze ster o.a. een witte Alfa Romeo op. Na de machtsgreep van Mobutu stelde hij zijn politieke lied in dienst van de nieuwe president, op wiens verzoek hij in 1970 aan het volk de plotselinge verzoening tussen de elkaar vijandig gezinde buurlanden Zaïre (toen nog Kongo geheten) en de Centraal-Afrikaanse Republiek uitlegde in een populair lied. Iedereen moest de vroegere scheldkanonnades en aantijgingen in kranten en radioprogramma's vergeten nu Bokassa op bezoek kwam:

De radio en televisie van Kongo Hebben ons de verzoening gemeld

Van President Mobutu en President Bokassa. De verloren broederschap is teruggevonden. Dat is geluk. De boze tongen zijn beschaamd, Nu de broeders zich verzoend hebben. De buren hebben zich verzoend. Wat de boze tongen ook beweerden, Ze zijn nu in verwarring geraakt, broeders. Bokassa en Mobutu, horen jullie het?

De volken willen jullie samen zien, broeders. Houden jullie je maar niet bezig

Met het geharrewar van de blanken.

Broeders zijn wij, kinderen van hetzelfde sperma.

Ook de Mau Mau heeft veel politieke liederen gemaakt in de jaren vijftig in Kenya. Daarin werden leiders als Dedan Kimathi en Kenyatta geprezen en werd de bevolking aangemoedigd om de strijd tegen de blanken voort te zetten. Maina wa Kinyatti verzamelde in Thunder from the Mountains (1980) Mau Mau liederen waarin o.a. het lied 'Kimathi, save us from slavery' is opgenomen:

Good Ngai who supports our national army, Who kindly receives African people's sacrifices, As long as you are our guide

The enemy cannot defeat us.

We pray to you with love and respect And with patriotic feelings,

And with unity in our struggle.

With you in us we shall drive the foreigners out. Go quickly Kimathi

And save us from this slavery. Kenya is filled with bitter tears Struggling for liberation.

Remember that the white colonialists hate us. They hunt us day and night

Their aim is to exterminate us

Mau Mau is preaching and unity in struggle. If you want to share patriotic love

Join Mau Mau without delay. Go now Kimathi!

Bring us Independence

Kenya is filled with bitter tears Struggling for our (p. 90v)

De bevrijdingsbewegingen in Zuidelijk Afrika hebben ook gebruik gemaakt van het politieke lied om hun vrijheidsstrijd kracht bij te zetten. Het hier volgende politieke lied is zo'n strijdlied. De SWAPO-soldaten zongen zichzelf daarmee moed in. Het is van oorsprong in het Ovambo. De erin genoemde namen zijn die van SWAPO-leiders:

Pick up the guns, pick up the guns Let us go and fight,

We are the soldiers of SWAPO We are the soldiers of SWAPO. Peter Nanyemba, Peter Nanyemba Give us the bullets

To fight the Boers with To fight the Boers with. Sam Nujoma, Sam Nujoma Will liberate it

Namibia, Namibia our own Namibia, Namibia our own. Let us go and liberate it Namibia, Namibia our own. Kapuuo and Ndjoba

Kapuuo and Ndjoba Be careful

SWAPO will come soon SWAPO will come soon.

Politieke liederen zijn meestal op hun politieke inhoud bestudeerd, maar het zou ook mogelijk zijn meer te letten op de literaire Welke traditie ligt eraan ten grondslag? Welke technieken worden gehanteerd? Waarin wijkt het politieke lied af van andere poëzie in dezelfde samenleving? Enz. Tot op heden zijn dergelijke vragen met betrekking tot het politieke lied nog vrijwel niet gesteld. Het politieke bedrijf zal, ook in Afrika, tot prijzende en kritische liederen aanlei-ding Ook in dat opzicht zal het literatuuronderzoek nooit materiaal te kort komen.

Kinderliederen

Wiegeliedjes, telversjes, kinderrijmpjes, -liedjes en -spelletjes geven een beeld van volksgeloof, denken, symbolen, normen en Wiegeliedjes moe-ten, net als alle literatuur, begrepen worden in de maatschappelijke context waarin ze ontstaan en gezongen worden. Het volgende wiegelied is bijzonder populair in het noorden van Zaïre. Het is samengesteld uit een mengsel van vier talen, Bengala, Ababua. Het wordt gezongen met tederheid en is duidelijk bedoeld om een kind in slaap te De zin over zon en maan wordt steeds herhaald:

Rustig maar, broertje, Komt tijd, komt Of je nu al schreeuwt, De maan volgt altijd de zon, Eet maar bananen en verse blaadjes Intussen

Volgt de maan altijd de (Yondo 1960: 74v)

Herhalingen zijn overigens hét kenmerkende procédé van slaapliedjes, zoals ook blijkt uit het volgende Akan wiegeliedje:

Someone would like to have you for her child but you are mine. Someone would like to rear you on a costly mat but you are mine. Someone would like to place you on a camel blanket but you are mine. I have to rear you on a torn old mat.

Someone would like to have you as her child but you are mine. (Beier

Andere kinderliederen zijn bijvoorbeeld vingerversjes, zoals bij ons 'Naar bed, naar bed, zei Duimelot' (zie bijv. Griaule 224, over de Dogon spelletjes). Er zijn veel dansspelletjes, kring- en tikspelletjes, waarbij bepaalde liederen horen. Of liedjes die bij werk horen dat in een bepaalde maatschappij door kinderen wordt gedaan, zoals o.a. het verjagen van vogels uit het korenveld, dat

bij de Dogon is:

Vogel, weg! Goro,

De gierst is nog niet rijp voor jullie. Het is niet de tijd om groene gierst te eten Dan krijg je diarree.

Waar is de heengegaan?

Hij is vertrokken naar Banan [= een ander dorp] Hij is vertrokken naar Banan.

Het is nu niet de tijd om te komen.

Vogel, weg! weg! Houtduif, weg! (Griaule 1938: 220)

Een beschrijving van spelletjes en liederen bij de Ewe in Ghana laat zien hoe de kinderen spelenderwijs een aantal belangrijke sociale regels wordt bijgebracht, zoals goed gedrag, gehoorzaamheid, voorzichtigheid, vlijt enz. Het volgende lied laat zien hoe een boer welvarend kan worden en hoe niet:

The lazy man has asked me To give him charms for farming.

Tell him there are no charms for farming. You wake up and go to work,

You wake up and go to work. That is how farming is done.

The lazy man's wrist is smooth and hairy. When I say this have I told a lie?

Huu-huu, hizi-hizi. (Egblewogbe 53)

Tegen de gevaren van de grote stad wordt nadrukkelijk gewaarschuwd in de dorpsgemeenschap bij de Ewe. Geen wonder dat er ook liederen over gaan: de kinderen die dromen van de wonderen van de stad moeten wel weten welke risico's ze lopen:

When you go, when you go To that big town

If you do not take care of yourself, Darling, you will get venereal disease. Darling, venereal disease is a disgrace. Ee, ee.

56)

Er zijn veel kinderliedjes opgetekend bij antropologisch onderzoek, dikwijls vormen ze niet meer dan een soort pittoresk aanhangsel bij het 'echte' onderzoek. Toch zou er veel meer mee gedaan kunnen worden, als er een systematische verzameling van werd aangelegd. De oude orale kinderliederen uit de traditie zouden dan vergeleken kunnen worden met de nieuwe, die ontstaan zijn doordat kinderen uit verschillende tradities samen naar school gingen. De westerse in-vloed heeft natuurlijk ook tot veranderingen in kinderspelletjes en liederen in Afrika geleid. De school is een van de aangewezen plaatsen om liederen te verzamelen én om de kinderen te ondervragen over de oorsprong en betekenis van deze liedjes. Hier en daar is al een kleine aanzet in die richting gedaan (zie bijv. Carrington (1968) of Tucker (1933), alsmede het genoemde artikel van Griaule).

Proza

De term volksverhaal (folktale) wordt vaak als een algemeen etiket geplakt op alle verhalen uit de orale literatuur, zonder onderscheid. Het is een vage term die iets van een verre - 'primitieve' ! - volksoorsprong suggereert, alsof deze verha-len uit een ver verleden zouden stammen, zonder enige relatie met een verteller die dit materiaal actualiseert in het heden.

Het meest verzameld, vertaald en in vorm uitgegeven zijn de sprongsverhalen en Toch is het niet juist om op grond daarvan te concluderen dat deze verhalen ook het meest voorkomen en het meest geliefd zijn: de poëzievormen zijn het belangrijkst, in aantal en in populariteit.

Evenals voor geschreven literatuur geldt ook voor de orale vertelling dat de literaire betekenis van de tekst niet moet worden verwaarloosd ten behoeve van het zoeken naar de oorsprong van de tekst in een mistig verleden. Elke schrijver kiest zijn eigen voorlopers, zegt Borges in De cultus van het boek, maar het is ook waar dat de auteur zelf zijn eigen tekst schept. Dat geldt eveneens voor de auteur die zich van orale overlevering bedient. Door de individuele inbreng van elke verteller is meestal een aantal varianten van hetzelfde verhaal in om-loop. Ten onrechte wordt de opgetekende variant later soms beschouwd als de enige of de 'juiste' versie, terwijl er per verteller en per gelegenheid tal van varianten voorkomen, op basis waarvan er onmogelijk van een gefixeerd verhaal gesproken kan worden. De geschreven versie suggereert wel een dergelijke vastheid van vorm en inhoud, maar deze is per definitie vreemd aan de orale vertelling.

Bij het optekenen van de orale vertelling gaat veel van de voorstelling verlo-ren. Met name bij het optekenen van worden de liederen en refreinen dikwijls gemakshalve weggelaten. Deze spelen veel vaker een rol bij het vertellen dan iemand kan vermoeden wanneer hij alleen afgaat op Afrikaanse verhalenbundels zoals ze in het Westen gepubliceerd worden. De oorzaak van het verwaarlozen van de liederen is enerzijds waarschijnlijk de moeilijkheid die het registreren en vertalen van met zich meebrengt, anderzijds kan gemakzucht er de oorzaak van z i j n dat liederen — die inderdaad dikwijls einde-loos herhaald worden — maar worden weggelaten (zie Schipper 24v). Bij het lezen krijgen we dan eigenlijk geen juiste indruk van wat er werkelijk gebeurt tijdens de voorstelling voor publiek.

Dikwijls vormt een lied de overgang van één episode naar een volgende. Een avontuur van de held kan worden afgesloten met een lied van de verteller dat geheel of gedeeltelijk (refrein) door de aanwezigen wordt meegezongen. De verteller treedt dikwijls op als solozanger en het publiek als koor. De

zijn duidelijk niet alleen vanwege de vreugde der herkenning onder de toehoorders, maar ook omdat zij actief betrokken worden bij het hele

ren: hoe rijker de variaties die de verteller in zijn aanbrengt, des te enthou-siaster reageert het koor in de refreinen.

Een verhaal dient niet alleen tot vermaak, maar ook tot lering. Er kunnen impliciet lessen in verpakt worden die de dorpelingen, oud en jong, moeten Wat de mythe op hoog niveau doet, gebeurt in de 'gewone' verhalen in het klein: de vraag beantwoorden hoe in een behoefte voorzien moet worden, een tegenstelling opgeheven of een conflict opgelost. Dikwijls worden serieuze pro-blemen in een verhaal aangesneden. Dat kan gemakkelijker wanneer het niet rechtstreeks gebeurt, maar via goede en slechte verzonnen personages.

Om de verhalen te begrijpen is het noodzakelijk de betreffende maatschappij goed te kennen. In verschillende culturele contexten blijkt een bepaald verhaal verschillend te verlopen. Een voorbeeld daarvan is 'De man die de taal van de dieren verstond'. Een man, in veel versies een jager, heeft op wonderbaarlijke wijze de taal van de dieren leren kennen, maar hij mag daarover met niemand spreken. Als zijn geheim bekend zou worden, zou hij moeten sterven. De man bewaart zijn geheim, maar soms reageert hij volgens zijn omgeving nogal vreemd. Hij lacht dan zonder reden, denkt men, maar het komt in wezen door de komische dingen die hij de dieren tegen elkaar hoort zeggen. Zijn vrouw wil weten wat er aan de hand is en begint er steeds sterker op aan te dringen dat hij het geheim zal vertellen. Tot hiertoe heeft het verhaal vrijwel overal in West- en hetzelfde verloop. Het vervolg varieert. In de Arabische versie — die ook in voorkomt — en in versies die voorkomen in Afrika, loopt het verhaal voor de man goed af: op het moment dat hij zijn geheim dreigt te verraden, hoort hij de haan opscheppen over de onderda-nigheid van de kippen. Dan besluit hij niet toe te geven. Hij neemt een stok en rost zijn vrouw af, met goedkeuring van haar ouders Paulme en 61v).

In de overige Afrikaanse versies eindigt het verhaal heel anders. De vrouw, gesteund door haar ouders, eist dat haar man vertelt waarom h i j zo moet lachen, want ze hebben het gevoel dat hij zijn schoonfamilie voortdurend in de maling neemt. Ze gaan ten slotte zelfs zo ver dat ze hem uit de familie willen stoten. Een Kongo versie uit Zaïre eindigt dan als volgt:

De schoonvader begon op de tamtam te slaan om de notabelen van het dorp bij elkaar te roepen en de scheiding te laten voltrekken. Al gauw kwamen de wijze mannen uit hun hutten te voorschijn, hun onafscheidelijke kalebas met wijn in de hand. De schoonfamilie sleepte de man mee naar de chef. Daar probeerde hij zich te verdedigen, maar niemand luisterde naar zijn argumen-ten. Ten slotte voelde hij zich zó in het nauw gedreven dat hij, om scheiding te voorkomen en zijn eer en goede naam te de waarheid vertelde. Tegen zijn schoonmoeder zei hij: 'Ik lachte om de dingen die de vliegen elkaar want ik versta de taal van de Ze hadden het over je zere voet. Ik begreep ook wat de kip en de haan zeiden, daarom wilde ik liever niet dat jullie die zouden slachten. Nu ik mijn geheim verteld heb, zal ik sterven, want het was me verboden er met andere mensen over te praten. ' Na deze woorden viel de kokosnotenplukker dood neer en iedereen begreep dat hij de waarheid had gesproken. (Schipper 50)

Veranderingen zijn nooit willekeurig en een verhaal wordt pas duidelijk wanneer men het publiek kent dat ernaar luistert. Een verhaal verandert altijd als het reist. Het maakt duidelijk wat de mensen voor wie het bestemd is bezighoudt. De verschillen tussen de verhaalvarianten onderstrepen de verschillen tussen de groepen waarin ze verteld worden.

De indeling van de verhalen blijkt moeilijk in de Afrikaanse praktijk. Dikwijls wordt een indeling aangehouden in sprookjes, verhalen met een

moraal Finnegan presenteert als

pen: dierenverhalen, verhalen over mensen, mythen, legenden en historische verhalen. Dikwijls echter behoren verhalen tot verschillende categorieën tege-lijk. Soms wordt dezelfde handeling nu eens verricht door een dier, dan weer door een mens of een Ook is wel geprobeerd magie als onderschei-dend sprookjeskenmerk op te Het blijkt echter dat dierenverhalen vaak vol magische elementen zitten en in sprookjes komen nu eenmaal ook dieren voor als personages. Als andere mogelijkheid is gesuggereerd om de Afrikaanse lokale indeling aan te houden, bijvoorbeeld in 'echte' en 'verzonnen' verhalen. 'Echt' zouden dan mythen en legenden zijn en de overige verhalen zouden tot de categorie 'verzonnen' behoren. Ook deze indeling brengt ons helaas erg ver, want wat in een groep, dorp, clan wordt beschouwd als een mythe, wordt elders als fictie opgevat. Met nadruk vermeld ik dit probleem van de classificatie: het is niet opgelost en waarschijnlijk niet op te lossen. Met alle genoemde bezwaren van overlapping wordt hierna, bij gebrek aan beter, de indeling aangehou-den in mythe, epos, verhalen over dieren en mensen, spreekwooraangehou-den, raadsels en dilemmaverhalen.

Mythen

De termen mythe, sage, legende, sprookje, volksverhaal zijn vaak door elkaar gehaald en onnauwkeurig gebruikt (zie bijvoorbeeld 1978; Lüthi 1970, Shipley Wat Afrika betreft komt daar nog bij dat het definiëren van dergelijke termen meestal gebaseerd is op criteria die voornamelijk ontleend worden aan een Europees corpus van teksten zonder dat daarbij ook maar enigs-zins rekening gehouden is met materiaal uit Afrika. Dit geldt voor vrijwel alle literatuurstudie zoals die zich tot nu toe in het Westen heeft ontwikkeld. Op dit probleem van eurocentrisme en literatuurwetenschappelijk onderzoek kan hier niet worden ingegaan (zie Schipper en

Volgens Kirk hebben mythen een serieuzere en diepere bedoeling dan 'alleen maar een verhaal te maar een scherpe grens valt volgens hem niet te Hij probeert wel het mythe-terrein af te bakenen ten opzichte van religie en ritueel:

be wise to reject from the outset the idea that myth and religion are twin aspects of the same subject, or parallel manifestations of the same psy-chic condition, just as firmly as we rejected the idea that all myths are

associa-ted with 31)

Finnegan gaat ervan uit dat een mythe dient weer te geven wat ooit echt gebeurd is volgens de mensen bij wie zo'n verhaal in omloop is. Volgens haar echter dient deze altijd wél nauw verbonden te zijn met religie en De mythe moet 'de waarheid' bevatten en aan de dogma's die erin voorkomen mag niet getwijfeld worden in de samenleving waarin het verhaal is ontstaan. Op grond van deze criteria constateert dat de mythe helemaal niet zo algemeen voor-komt in Afrika als het gebruik van de term suggereert:

Het is waar dat veel van de zogenaamde mythen aetiologische [verklarende] elementen bevatten, over bovennatuurlijke wezens gaan of over gebeurtenis-sen die in een ver verleden worden gesitueerd. Maar ze hebben lang niet altijd de andere eigenschappen van — het karakter ervan en het feit dat ze volledig geaccepteerd worden als een serieus en