• No results found

in wat tot nu toe bekend is uit de dramatraditie in Afrika lijkt het oudtijds ontbreken van de tragedie. Door Robert Pageard 97) wordt dit uitgelegd als een gevolg van de oude 'anti-tragische' vorming die eigen zou zijn aan de Afrikaanse traditionele maatschappij: het gaat niet om het individu, maar om het bevestigen van het verleden van de groep, het terugroepen van de oor-spronkelijke volmaaktheid. In hoeverre deze uitleg juist is, valt nog moeilijk te zolang er niet veel meer bekend is over de oude dramavormen. Tot nu toe is verhoudingsgewijs meer opgetekend in West- dan in Oost-Afrika. Daaraan ontlenen we dan ook noodgedwongen de meeste voorbeelden.

De komedies bevatten vaak satirische elementen. Net ais de orale vertelling dienen zij ook om de normen van de groep te bevestigen. Het zijn vaak korte stukken waarin het dorpsleven wordt uitgebeeld door acteurs die commedia

typen voorstellen. Vaak spelen jagers, krijgslieden of boeren de hoofdrol. De bekendste thema's zijn de jaloerse echtgenoot die belachelijk ge-maakt wordt, de lichtzinnige vrouw, de betrapte geliefden, de schurk, de gulzig-aard enz. Er bestaan vrijwel geen gedetailleerde beschrijvingen van deze

saynè-tes zoals ze in het Frans genoemd worden. Sonfo ) er twee in een artikel over Afrikaans toneel waarbij h i j de gegevens ontleent aan de bekende antropoloog Delafosse die ze in bij de Bambara optekende. Het komische stukken die de mensen lering en vermaak willen bieden. Het loopt altijd goed af, de problemen worden uiteindelijk opgelost, de strijdbijl begraven, het kwaad gestraft en de deugd beloond.

Er wordt geweldig gelachen en de moraal ontgaat niemand. Het succes van dergelijke stukken hangt in hoge mate af van het speel- en van de acteurs. Zij maken al spelend het stuk en zorgen voor de komische effecten. 81

Voorbeelden zijn te vinden o.a. bij de (zie en Travele en 1964), de Nkundo (De Rop 1959), de Ibibio (Graham-White

1974), de In Toneel en maatschappij in (1977) heb ik een uitvoerig beschreven (pp. 35-37), die opgetekend werd bij de

Labouret en Travele hebben ook vormen van marionettenspel beschre-ven die ze vonden in Niger en in Nigeria. Deze komen ebeschre-veneens voor in Benin en in Zaïre, bij verschillende volken zoals o.a. Tsjokwe en Luba. Ook Finnegan (1970: 503v) maakt er melding van, waarbij ze o.a. Ellisons beschrijving over-neemt van een poppenspel dat hij in de jaren dertig zag opvoeren in Bornu. Het gaat om lappenpoppen die de speler als een handschoen om zijn hand sluit. Ze treden op in de opening van een tent, die bestaat uit een ruime lap die om een stok is gedrapeerd. Er worden acht verschillende sketches opgevoerd van elk drie à vier minuten, terwijl steeds niet meer dan twee of drie poppen tegelijk op het 'toneel' aanwezig zijn; zes verschillende poppen spelen een rol. Tijdens de entr'actes treden zangers en drummers op voor het publiek. De scènes staan op zichzelf en hebben stuk voor stuk eigen erbij passende kostuums en een dramatische handeling, waarbij het bijvoorbeeld gaat over een dief die ten slotte flink wordt afgerost of over een beeldschoon meisje dat een getrouwde man verleidt, die door vrouw wordt betrapt en vervolgens door een voorbijganger wordt Het gaat er steeds om wie slaat en wie geslagen wordt, zoals dat altijd geldt voor de oudste vormen van drama. In het marionettenspel en in de komedies zijn vergelijkbare situaties aan de orde, zo blijkt uit het bovenstaande. Hagher heeft de een heel andere vorm van poppentheater, zoals die voorkomt bij de beschreven. Hij noemt het een

theatre:

It combines and The spectacle derives from the plastic arts: the masks and figurines, of monsters and of humans, and relating to the

Adzov and spirits whose world images the human world. The perfor-mance milieu is that of the songs, dances and stories, all now transformed from their traditional mode of performance The stories and their presen-tation as spectacle are a metaphor for the Tiv world view. This involves the traditional beliefs in magic, and in the acquisition, by individuals,

and influence, being secularized and commented upon in public: the dolls and masks which were part of the cult world are brought out into the public gaze in a stylized but essentially non-affective way. (in 40)

Er is een aantal van zulke Kwagh hir groepen die bij gelegenheden met elkaar wedijveren de gunst van het Tiv publiek, dat duidelijk omlijnde esthetische criteria aanlegt bij de beoordeling van de voorstellingen (zie Hagher 1981).

Dat voor Europese toeschouwers vaak onmogelijk is te en te waarde-ren wat ze te zien krijgen in de voorstellingen in de Afrikaanse dorpen, wordt duidelijk uit de noodzakelijke ontelbare voetnoten die toegevoegd worden aan de nog altijd zeldzame beschrijvingen. Er wordt tijdens de voorstelling aan één stuk door gezinspeeld op recente, historische, sociale, politieke, lokale gebeurtenissen. Spreekwoorden en traditionele liederen worden door middel van komische woordspelletjes nét even veranderd, waardoor ze een extra dimensie

geven aan de gespeelde Er worden dialecten nagebootst, paradoxen uitge-buit enz.

Dit alles is er stellig ook de oorzaak van dat zo weinig transcripties van voorstellingen gepubliceerd worden. Op papier gaat veel van de flitsende com-municatie tussen spelers en publiek voor de lezer verloren: eens te meer blijkt daaruit hoe moeilijk veel orale procédés in geschreven teksten zijn vast te