• No results found

5. Decoraties naar Johan Nieuhof en Olfert Dapper op objecten van toegepaste kunst

5.3 Plaquette met chinoiseriedecoratie

Afb. 48 - 49. Tegeltableau van faience met chinoiseriedecoratie, beschilderd in blauw en goud in witte tin-glazuur. Vervaardiger: Delft, plateelbakkerij, anoniem. Decoraties naar Jo- han Nieuhof. H. 63,5 cm × br. 92.0 cm. d 1.5 cm. Datering: ca. 1670 - ca. 1690. Rijksmuse- um Amsterdam. Objectnr. BK-1971-117.148

Vormanalyse

De voorstelling toont een rivieroever met daarop een gezelschap van dertien personen, aan de haardracht en kleding te zien vijf vrouwen en acht mannen. Op een vrouw na is iedereen be- zig een voorstelling op te voeren. In het midden staat een lage vierkante tafel waarop ratten of muizen lopen. Een beest loopt bij een vrouw de mouw in. Achter haar staat een meisje met een vaandel. Bij de tafel staat een half naakte man die een grote steen boven zijn hoofd houdt, een vrouw die een draad door haar neus haalt en een man met een tamboerijn. Een gehurkte man zit onder de tafel. Hoog in de lucht zit een man op een lange bamboestok die door een ander wordt vastgehouden. Op de voorgrond steken twee mannen hun zwaard door een rieten mand. Een man kijkt over het water. Hij heeft een baard en draagt een kroon, een lang ge- waad en een speer op zijn schouder. Achter hem staat een vrouw met een vaandel. Een ge- vlekte hond loopt het water in. Op de oever staan bomen en op het water zijn verschillende boten te zien. In de voorste boot zijn drie personen te onderscheiden. De voorstelling wordt links ingekaderd door een hoge muur met kantelen en op de punt een pagode. In de verte zijn bergen en twee pagodes te onderscheiden. Rechts kronkelt een pad omhoog met daarop twee vrouwen en een paar bomen. De voorgrond wordt links omsloten door een struik en een ana- nas en rechts door enkele stenen en een paar vogels. De decoraties zijn in blauw uitgevoerd, met nuances van goud en lila-roze in bepaalde details.

De voorstelling is opgebouwd met verschillende motieven die gebaseerd zijn op Het

Gezantschap van Johan Nieuhof. De voorbeeldvoorstelling vormt een tekening van Nieuhof,

gemaakt in China waarschijnlijk tijdens of kort nadat hij het optreden van de goochelaars had gezien (afb. 49). Of de voorstelling zich daadwerkelijk in de door Nieuhof geschetste omge- ving afspeelde is niet duidelijk. De rabarber lijkt aan Olfert Dapper te zijn ontleend.

Een alledaags genre, een optreden van goochelaars, vormt het thema van illustratie. Bij de overgang naar decoratie bleef het thema ongewijzigd, maar door de vele toevoegingen is het een onderdeel geworden van een geënsceneerde voorstelling over China.

148 Beschrijving bij afbeelding van de pot. https://www.rijksmuseum.nl/nl/ontdek-de-

De decoratie op de plaquette wijkt sterk af van de illustratie in Het Gezantschap. Bij de illustratie zijn geen dertien mannen en vrouwen betrokken maar alleen zes mannen.149 Het aanwezige publiek onderscheidt zich door kleding en hoofddeksels. De goochelaars dragen allemaal eenzelfde soort lange jurk en een lange vlecht achterop hun hoofd. De voorstelling speelt zich af op een plein met twee bomen en enkele huizen en op de achtergrond bergen, een vestingmuur en een pagode. De scene bij de decoratie op de plaquette speelt zich af zon- der publiek, aan de oever van de rivier. Deze verdeeld de voorstelling in een linker- en rech- terzijde en hierop zijn stadsmuren en een pagode te zien. Laatstgenoemde verwijst waar- schijnlijk naar Nieuhofs illustratie van de Paolinx’ pagode.150 De voorstelling komt overeen met Nieuhofs beschrijving van de stad Nunhung, waar hij onder andere de versterkte stads- muren, de wachttorens en de pagode noemt.151 De rijk gedecoreerde kleding van de figuren geven de voorstelling iets feestelijks. Aan de voorstelling met de goochelaars, zoals afgebeeld in de illustratie, zijn bij de decoratie een aantal motieven uit Het Gezantschap toegevoegd. Dit zijn de man met de kroon en de man met de kei boven zijn hoofd. De eerste is terug te vinden in Het Gezantschap in de illustratie van muzikanten (afb. 50, 51). De man met de kei is ook te zien bij ‘Sineefsche trocchelaars’ (afb. 52, 53). Verdere toevoegingen zijn de ge- vlekte hond, een groot aantal boten, bomen en planten en de steile weg rechts met daarop twee vrouwen. De boom met daarin het omhoog klimmende figuurtje is terug te vinden in Nieuwhofs illustratie van palmbomen (afb. 5). Het motief was al eerder te zien in een illustra- tie naar Van Linschoten, net als de buik van de man met de kei boven zijn hoofd. De pagode op de achtergrond correspondeert met Nieuhofs ‘Porcelynne Tooren’ (afb. 54, 55) en de grote bladerenplant op de voorgrond komen overeen met de rabarber in een illustratie van Olfert Dapper (afb. 56, 57). De ananas en de vogels linksvoor op de plaquette zijn motieven die in verschillende illustraties in Het Gezantschap voorkomen.

De illustratie is schetsmatig van stijl. Door de nadruk op de voorstelling van de groep is het een levendige en realistische voorstelling geworden. Sommige motieven zijn als re- poussoir ingezet om de voorstelling ruimtelijk te maken. Schaduwplekken zijn door middel van arcering aangebracht. De decoratie toont een mengeling van grove en fijne penseelstre- ken in verschillende blauwtinten. De rieten mand is zeer gedetailleerd net zoals de kleding van sommige figuren. De planten en de architectuur zijn daarentegen grof en schetsmatig. In

149 Nieuhof, J. 1665: p. 36.

150 Ulrichs, F. 2007: p. 54. Volgens Ulrichs is de echte naam van de pagode Bao en si, hetgeen betekent tempel van dank-

baarheid voor Gods genade.

151 Nieuhof, J. 1665: p. 68-69. De stad met bebouwing en versterkte muur aan de waterkant is wel door Nieuhof beschreven

maar er is geen begeleidende illustratie. Het feit dat zowel links als rechts van de rivier bebouwing is te zien doet een brug veronderstellen die niet op de plaquette is weergegeven.

de kleding van sommige figuren en op de kroon van de man bij het water is goudverf te zien. Zwart of donkerblauw is gebruikt voor arcering van het haar van de figuren. De rivier en de beide oevers zorgen voor perspectief, terwijl de planten, stenen en vogels op de voorgrond als repoussoir dienen.

Betekenisanalyse, toepassing concepten

Waar en waarom de tekening van de goochelaars is gemaakt is niet te achterhalen. Welke betekenis Nieuhof eraan heeft gegeven is niet duidelijk, maar ik sluit niet uit dat hij geïntri- geerd was door het vreemde tafereel. De latere illustratie in Het Gezantschap zal zeker tot de verbeelding van de zeventiende-eeuwse beschouwer hebben gesproken. Hun afschrikwek- kende handelingen moeten enerzijds hebben afgestoten maar anderzijds juist de nieuwsgie- righeid hebben aangewakkerd. Dergelijke motieven werden juist door Van Meurs gebruikt om het vreemde, maar vooral de gruwelijkheden binnen andere culturen te benadrukken. Dit werd versterkt door de beschrijving van Nieuhof zoals bij de goochelaar “die het eind van een draat zodaanigh in zijn oog-hoek wist te boren, dat ‘et met snuiten uit zijn neus uitquam”.152 Zowel illustratie als beschrijving waren een manier om de superioriteit en de ‘hogere’ moraal van de westerse cultuur ten opzichte van de niet westerse wereld tot uitdrukking te brengen. Hierin ligt naar mijn mening de betekenis voor de zeventiende eeuwse beschouwer.

Factoren die speelden bij de totstandkoming van de plaquette hadden betrekking op de vakbekwaamheid van de plateelschilder en de interesse van de opdrachtgever voor Chinese voorstellingen. Onbekend is wie de opdrachtgever was en waar het tableau zich bevond. Te- geltableaus in de zeventiende eeuw hadden de functie van haard- achterwand, van sierobject in trapportalen en gangen of als onderdeel van een collectie. De betekenis voor de beschou- wer zal vermoedelijk liggen in de typische Chinese voorstelling, waardoor men iets van de Chinese cultuur kon ontwaren.153 Het eerste aanknopingspunt over de verblijfplaats van het tableau is veilinghuis Drouot in Parijs die de plaquette in 1971 verkocht aan kunsthandel L. Delplace te Brussel. In hetzelfde jaar werd het verkocht aan de Commissie voor Fotoverkoop die het vervolgens aan het Rijksmuseum in Amsterdam heeft geschonken.154 Nu het tableau in het Rijksmuseum hangt heeft het als chinoiserieobject museale betekenis gekregen.

152 Nieuhof, J. 1665: p. 32, derde hooftstuk.

153 Kamermans, J. In: ‘Bulletin van de Vereniging Rembrandt’. Jaargang 17 no. 1 voorjaar 2007.

http://www.verenigingrembrandt.nl/ul/cms/attachment/file/document/0/3/8/38/38/1/r-2007-1.pdf. Bezocht 21 juni 2015.

154 Rijksmuseum, Bulletin 21, 1973: p. 92, afb. 13. De Commissie voor Fotoverkoop was de voormalige winkel van het

De voorstelling op de plaquette kan gerelateerd worden aan de procesbeschrijving van Astrid Erll en Peter Burkes benadering van de historische getuigenis van een beeld. Welke historische waarde vertegenwoordigen Nieuhofs tekeningen van bedelaars en goochelaars? Bij de transformatie van de voorstelling naar een andere beelddrager komen vragen naar vo- ren over de maker, de opdrachtgever en de keuze van de voorstelling (Erll’s ‘Remediation’ stap’155) Het oorspronkelijke motief van Nieuhof verbeeldde de goochelaars uit Het Gezant-

schap. Met welke reden heeft de plateelschilder andere motieven aan de voorstelling toege-

voegd? Gaf de opdrachtgever hem aanwijzingen of gaf deze hem de vrijheid om een voorstel- ling samen te stellen? Waarom koos men voor een genrevoorstelling binnen Chinese land- schapsmotieven? Deze vragen raken aan de door Burke bedoelde zin: “the testimony of ima- ges needs to be placed in context”.156 Binnen welke context waarin de plaquette werd gemaakt en gebruikt? De opdrachtgever, die zoals ik veronderstel een chinoiserieverzamelaar was, koos misschien voor toevoeging van andere motieven om de voorstelling daarmee interessan- ter te maken. De concepten van Erill en Burke verhelderen de vraagstelling maar geven daar- op helaas geen antwoord.

Samenvatting

Door de vele veranderingen en toevoeging van motieven zijn de goochelaars van Johan Nieuhofs tekening onderdeel geworden van een spectaculaire chinoiserievoorstelling. De tekening, waarschijnlijk bedoeld voor een klein geselecteerd publiek, transformeerde naar een illustratie in een boek dat voor een groter publiek toegankelijk was. Toen het vervolgens naar een decoratie op een object transformeerde, kwam het opnieuw in particulier bezit. Nu het een permanente plek heeft in het Rijksmuseum is het opnieuw een publiekelijk object, maar nu binnen een museale context. De geïntendeerde betekenis veranderde naar een betekenis die voor de zeventiende eeuwse beschouwer lag in het afzetten van de eigen culturele waar- den tegenover die van een andere cultuur. In de receptiegeschiedenis blijven deze elementen waarschijnlijk steeds een grote rol spelen. In de huidige context is het een object van chinoi- serie binnen een museale omgeving. De concepten van Erll en Burke stimuleren de vragen rondom de voorstelling van de plaquette maar geven geen uitsluitsel over de redenen waarom de voorstelling op deze manier werd gemaakt en gebruikt.

155 Erll, A. 2014: p. 321. 156 Burke, P. 2001, p. 188.