• No results found

Plaatsonafhankelijkheid van het nieuwe kijken

In document Superguide (pagina 31-34)

•Door een freemium verdienmodel blijven veel functies voor gebruikers onzichtbaar, waardoor de applicatie

4 Trendanalyse: Het nieuwe kijken

4.2 Plaatsonafhankelijkheid van het nieuwe kijken

Het tweede kenmerk van het nieuwe kijken is dat het naast tijd- ook plaatsonafhankelijk is. Hier worden twee verschillende soorten ‘plaats’ bedoeld. Ten eerste de plaats waar de gebruiker zich bevindt en ten tweede het device waar de gebruiker op of mee kijkt. Het nieuwe kijken vindt namelijk grotendeels online plaats, dus waar internet is, is het nieuwe kijken. En waar lineair kijken nog gebeurt via het klassieke televisietoestel, blijkt uit onderzoek van Bindinc (2014) dat het nieuwe kijken voornamelijk plaatsvindt op de pc en notebook (70% van de respondenten), tablet (50% van de respondenten) of smartphone (30% van de respondenten). Superguide is al aanwezig op de tablet en smartphone. Superguide is echter niet aanwezig op de pc of notebook, terwijl daar wel het meest gekeken wordt.

32

4.3 Contentaanbod van het nieuwe kijken

Naast het feit dat het nieuwe kijken plaats- en tijdonafhankelijk is, is er nog één aanzienlijk verschil tussen het ‘oude’ en het nieuwe kijken. Het ‘oude’ of lineaire kijken beperkt zich uitsluitend tot televisieprogramma’s en –films. Het nieuwe kijken omvat alle audiovisuele content die er off- en vooral online te zien is. Er zijn vier soorten videocontent te

onderscheiden binnen het nieuwe kijken. Iedere categorie content heeft zijn eigen platform of dienst. Superguide heeft slechts twee van deze drie categorieën in zijn contentaanbod opgenomen.

 Programma-gemistdiensten en EPG

Het begrip ‘nieuw’ staat in ‘het nieuwe kijken’ niet voor vernieuwend. Het nieuwe kijken is namelijk geen nieuw fenomeen. Het is een verschuiving die al geruime tijd gaande is en zich nog voortdurend verder blijft ontwikkelen. Ook Paul de Lange (2012) geeft in zijn artikel voor Stichting KijkOnderzoek aan dat het niet om een nieuw fenomeen gaat. We kijken immers al geruime tijd naar programma-gemistdiensten als Uitzendinggemist.nl en commerciële varianten als RTLXL. Ook bij deze diensten is sprake van tijd- en plaatsonafhankelijkheid. Daarnaast maken kijkers ook al langere tijd gebruik van de mogelijkheid om programma’s op te nemen. Dit gaat terug naar de tijd van de videoband. Tegenwoordig gebeurt dit via de EPG. Deze service van interactieve televisie maakt het mogelijk televisie-uitzendingen op te nemen en op te slaan. Dit terugkijken van gemiste programma’s en opnemen van

programma’s valt volgens Stichting KijkOnderzoek (2013) onder de categorie uitgesteld kijkgedrag (UKG). Superguide speelt hierop in aan de hand van morning after tips. Hier worden de meest opmerkelijke audiovisuele content van de afgelopen drie dagen op een rijtje gezet. Daarnaast is ook het complete aanbod van deze programma-gemistdiensten terug te vinden in de database van Superguide.

 Video On Demand-diensten

Dat het nieuwe kijken geen nieuw verschijnsel is, benadrukt ook Marie-José Montpetit (2014) in haar artikel The internet is changing the definition of television. Wat wel vernieuwend is, is de televisie-industrie die pas net begint te reageren op deze

veranderingen. Video on Demand diensten zoals het Amerikaanse Netflix en HBO, maar ook het Nederlandse Videoland, trekken het nieuwe kijken naar een compleet nieuw niveau, stelt De Lange (2012) in zijn artikel. Deze VoD-diensten gaan verder dan het terugkijken van programma’s en staan los van het lineaire televisiekijken. Dit houdt in dat de content die wordt gekeken niet op televisie te zien is.

De kijker kan zich op de VoD-diensten abonneren voor een klein bedrag per maand. Abonnees kunnen kijken zo veel ze maar willen, wanneer we maar willen en waar ze maar willen en dat zonder reclame. Er zijn twee soorten VoD-diensten: online VoD-diensten in de vorm van een website of applicatie en VoD-diensten via de televisieprovider. Ter

verduidelijking nemen we de populairste dienst, de Amerikaanse VoD-dienst Netflix, als voorbeeld. Netflix is enigszins te vergelijken met de muziekdienst Spotify, waar voor een klein bedrag per maand alle muziek uit ieder genre en tijdsperiode beluisterd kan worden. Het aanbod bij een dienst als Netflix is echter minder compleet. Bij deze VoD-dienst zie je

33 geen tv-series die bij de concurrent, bijvoorbeeld HBO, gekeken kunnen worden. Om alle populaire series te kunnen kijken heb je dus meerdere abonnementen naast elkaar nodig. Superguide biedt zijn gebruiker een overzicht van het aanbod van Netflix, iTunes en verschillende providers, zoals UPC en Ziggo. Dit houdt in dat Superguide een kijker van de abonneedienst HBO of Videoland niet in zijn informatiebehoefte kan voorzien, omdat het aanbod niet compleet is.

Een overzicht van de UKG- en VoD-diensten in Nederland is terug te vinden in Bijlage III op p.76.

 Online video’s

Naast programma-gemistdiensten, opgenomen programma’s en VoD is er nog een vierde categorie content die tot het nieuwe kijken behoort. Dit zijn de online video’s. Superguide beperkt zich echter tot programma-gemistdiensten en VoD diensten en cureert niet op het gebied van online video’s. Het verschil tussen online video’s en deze categorieën is dat deze content door iedereen gemaakt en gedeeld kan worden, zowel particulier als commercieel. Ook zijn deze video’s veelal korter. Een voorbeeld van een dienst die deze online video’s aanbiedt, is YouTube. Op dit videoplatform kan iedere gebruiker een video uploaden en zijn eigen videokanaal aanmaken, waar andere gebruikers zich op hun beurt op kunnen abonneren . Deze gebruikers worden videoblogger, ook wel vloggers, genoemd. Waar vloggers voorheen vooral op jongeren gericht waren, bereikt vloggen anno 2015 een steeds breder publiek. Deze YouTube-kanalen worden dan ook gezien als één van de social media trends van 2015 (Duursma, 2015). Ieder zelfrespecterend merk heeft een eigen YouTube-kanaal en ook magazines, talkshows en dagbladen zijn hier steeds vaker te vinden. Opmerkelijk is dat Superguide zelf wel een YouTube-kanaal heeft zoals blijkt uit de interne analyse.

4.3.1 Keuzestress en -moeheid

Er is zoveel audiovisuele content gecreëerd dat het voor de gemiddelde mens lastig is geworden om te vinden wat hij of zij zoekt . ,,Er is online zoveel prachtige tv voorhanden, maar waar begin je met zoeken als je ’s avonds thuis komt na een lange dag werken?’’, aldus Collin Ellis (2012), oprichter van de videocurator Wappzapp. Het internet moet een plek zijn om oplossingen te vinden en niet om verstrikt te raken in nog meer keuzes, aldus Jassies (2013). Dat het internet weinig uitkomst biedt bij het maken van keuzes blijkt ook uit het onderzoek van Doorn, Koster en Verheul (2007), waarin de respondenten aangaven weinig hulp te putten uit het internet bij het maken van een keuze. Voor hulp bij het maken van een keuze stappen de respondenten naar een expert op een specifiek vlak binnen de sociale kring. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat de respondenten niet zozeer last hebben van keuzestress, maar van keuzemoeheid. Kleijberg (2013) benoemt het internet en zijn

oneindige informatiestroom zelfs als voornaamste oorzaak van deze keuzemoeheid en - stress. Volgens de strategie van Superguide zoals omschreven in de interne analyse wil Superguide een oplossing bieden voor deze keuzestress en een gids zijn door het overdadige aanbod en doet dit door audiovisuele content voor zijn gebruiker te cureren.

34 4.3.2 Contentcuratie

Om de mens te helpen met het vinden van de juiste informatie zijn video contentcuratoren in het leven geroepen. Contentcuratie is het vinden, rubriceren, organiseren en delen van content rondom een specifiek thema (Koppen, 2014). Daarnaast is er behoefte aan vrijheid, kwaliteit en gepersonaliseerde content. Videocurators zoals Superguide kunnen hun gebruikers in deze behoefte voorzien. Gebruikers van deze curators hebben volgens Ellis (2012) behoefte aan informatie die voor hen relevant is en niet aan wishdom of the crowds. Superguide richt zich echter nog voornamelijk op top 10 lijstjes gebaseerd op kijkcijfers. Er zijn zo veel mensen met zo veel verschillende interesses dat een gestandaardiseerde programmering niet meer voldoet. Het voordeel van contentcuratie is dat je op plekken komt waar je met je eigen zoekopdracht nooit beland zou zijn.

Er zijn verschillende vormen van contentcuratie (Boots, 2015):

 Men deelt content van anderen (voorbeeld: een Twitterbericht retweeten);  Men verwijst naar content van anderen (voorbeeld: Startpagina.nl);

 Men verzamelt content van anderen (voorbeeld: nieuwsfeed zoals Google Alerts);  Men neemt deel van andermans content over (voorbeeld: een quote overnemen) ;  Men neemt content over/verwijst ernaar en geeft commentaar (voorbeeld: De Wereld

Draait Door);

 Men vertaalt content van anderen in eigen woorden.

 Men plaatst de content van anderen in een nieuw perspectief (voorbeeld: Kakhiel). Superguide valt in de categorie ‘verwijzen naar content van anderen’ en van commentaar voorzien.

Wanneer een curator succesvol is, werkt de gecureerde content als een soort boemerang. De curator stuurt de doelgroep erop uit. Vervolgens ontdekt de doelgroep hoe waardevol de curator is. Gevolg hiervan is dat de doelgroep terug komt voor meer. Daarnaast is het belangrijk de content deelbaar te maken volgens Ellis (2012). Dat zorgt niet alleen voor interactie voor de gebruiker, maar ook voor free publicity. De eigenschappen voor een goede contentcurator zijn terug te vinden in bijlage IV op p. 75.

4.3.3 Tegenstanders van contentcuratie

Tegenstanders van contentcuratie zijn van mening dat de wereld niet wordt uitgebreid, maar juist ingeperkt. Bourgeois (2012) meent dat het soms júíst aangenaam om te verdwalen zonder gids en zo op plekken te komen waar een curator nooit een voet heeft gezet. Hierdoor zou men de informatie als scherper ervaren, omdat de ervaring onverwachts is. Een ander standpunt tegen contentcuratie is dat curatoren er vandoor gaan met de credits en het geld terwijl uitgevers hun best doen om originele, nieuwe content te creëren (Carr, 2015).

In document Superguide (pagina 31-34)