• No results found

Expert view

In document Superguide (pagina 120-126)

Verantwoording methode van onderzoek

Methode 2: Expert view

Het nadeel van een panelgesprek is dat de wanneer er een dominante persoon aanwezig is die veel aan het woord is, andere respondenten hun interesse in het gesprek kunnen verliezen. Het is voor de gespreksleider een lastige opgave om de stillere respondenten aan het praten te krijgen (Peek & Fothergill, 2009, p. 49). Een ander nadeel is dat het

voorbereiden, uitvoeren en analyseren van de resultaten intensief en tijdrovend is (Verhoeven, 2011, p. 124).

Methode van benadering

Er wordt gebruik gemaakt van researcher-driver recruitment, dit houd in dat de onderzoeker zelf verantwoordelijk is voor het werven van panelleden (Peek & Fothergill, 2009, p. 33). De respondenten zullen geworven worden uit de eigen omgeving, maar ook door middel van de sneeuwbalmethode. Dit houdt in dat er gebruik wordt gemaakt van het netwerk van

Veronica Magazine, collega’s, (oud-)wergevers, vriendenkring en de respondenten zelf (Verhoeven, 2011, p. 195). De gesprekken zullen plaats vinden op het kantoor van Veronica Magazine, SBS of Sanoma. Het is van belang dat het panel plaatst vind in een stille ruimte, waar de respondenten zich op hun gemak voelen en comfortabel genoeg om hun mening te delen (Peek & Fothergill, 2009, p. 41). Het is van belang dat de panels niet te groot zijn. Wanneer dat wel het geval is zullen er eerder dominante personen ontstaan en daardoor andere leden stil op de achtergrond blijven. Het aantal moet klein genoeg zijn zodat iedereen de mogelijkheid krijgt zijn ideeën te pitchen, maar groot genoeg om een diversiteit aan standpunten te kunnen werven (Peek & Fothergill, 2009, p. 35). De ideale grootte bedraagt drie tot vijf respondenten per panel. Er zullen in totaal drie panelgesprekken plaatsvinden. Bij meer dan drie panelgesprekken zullen de resultaten zich gaan herhalen. Bij drie panelgesprekken is het onderzoek betrouwbaar (Peek & Fothergill, 2009, p. 35).

Tijdens de panelgesprekken wordt de topiclijst bij de hand gehouden. Op deze lijst staan de onderwerpen die als uitgangspunt van het gesprek dienen (Verhoeven, 2011, p. 156). Het interview start met een aantal gemakkelijke vragen om de respondenten op te warmen (Peek & Fothergill, 2009, p. 41). Het gesprek wordt opgenomen, daarnaast zal ook worden meegeschreven. Het panelgesprek bedraagt ongeveer tussen de 45 minuten en 75 minuten (Alles Over Marktonderzoek, z.j.).

De panelgesprekken worden verwerkt door de opname terug te luisteren en de aantekeningen door te nemen. Onderwerpen worden gecategoriseerd en bijbehorende quotes worden gelabeld (Peek & Fothergill, 2009, p. 45). De uitkomsten van de drie panelgesprekken worden vervolgens met elkaar vergeleken.

Methode 2: Expert view

De resultaten die gevonden zijn aan de hand van deskresearch en panelgesprekken worden voorgelegd aan minstens drie media-experts en vijf respondenten uit de doelgroep. Dit

121 wordt gedaan door middel van diepte-interviews. Diepte-interviews zijn ongestructureerde interviews. Hier wordt gewerkt met een topiclijst. Op deze manier verloopt ieder interview anders, maar blijft de rode draad hetzelfde (Verhoeven, 2011, p. 150). Recente

ontwikkelingen over het nieuwe kijken, maar ook meningen en achtergronden kunnen vaak nog niet in de literatuur gevonden worden. Een interview met een expert is dan de juiste oplossing (Rijksuniversiteit Groningen, 2015). Doel van deze interviews is om de kennis die verworven is uit deskresearch en panelgesprekken te controleren. Controleren van

verkregen informatie aan de hand van een nieuwe methode wordt ook wel triangulatie genoemd. Dit verhoogt de betrouwbaarheid van het onderzoek (Verhoeven, 2011, p. 195). Er zullen drie media-experts geïnterviewd worden voor een betrouwbaar resultaat

(Mediatest, 2015).

Voor- en nadelen van de methode

Voordeel van een diepte-interview is dat er goed doorgevraagd kan worden naar

achterliggende motivaties en gedachten. Zo komt gedetailleerde informatie vrij. Een nadeel van deze methode is dat de meningen over de gevonden resultaten een eigen visie is waar andere experts vanaf zouden kunnen wijken (Alles Over Marktonderzoek, z.j.).

Methode van benadering

De media-experts zullen geworven worden aan de hand van de sneeuwbalmethode. Dit houdt in dat er gebruik wordt gemaakt van het netwerk van Veronica Magazine, collega’s, (oud-)wergevers, vriendenkring en de respondenten zelf (Verhoeven, 2011, p. 195). Daarnaast worden auteurs van relevante rapporten of artikelen, die tijdens de deskresearch zijn gebruikt, benaderd. De interviews zullen face to face plaatsvinden. Wanneer dit niet mogelijk is zullen de experts telefonisch geïnterviewd worden. Een face to face interview heeft vaak een persoonlijkere sfeer, waardoor soms meer informatie boven tafel komt (Rijksuniversiteit Groningen, 2015). Zowel de face to face interviews als de telefonische interviews zullen opgenomen worden met een recorder. De interviews zullen ongeveer 45 minuten in beslag nemen (Verhoeven, 2011, p. 150).

Het is van belang dat het interview een begin, een midden en een eind heeft. Daarnaast is het belangrijk geen deelnemer te worden van het gesprek, als interviewer is het belangrijk zo objectief mogelijk te blijven (Verhoeven, 2011, p. 228). Daarnaast mogen er geen voorbeeldantwoorden gegeven worden en is het belangrijk te luisteren en één vraag tegelijkertijd te stellen (Rijksuniversiteit Groningen, 2015).

De resultaten van de interviews zullen aan de hand van quotes worden gecodeerd en gecategoriseerd. De quotes uit de drie interviews zullen met elkaar vergeleken worden (Peek & Fothergill, 2009, p. 45).

122

Kwaliteit van het onderzoek

Betrouwbaarheid

Om de betrouwbaarheid van de tweede methode te verhogen zal er eerst een proefinterview genomen worden. Zo kunnen de fouten uit de vragen worden gehaald en wordt de

betrouwbaarheid van de topiclijst verhoogd. Daarnaast wordt een getrianguleerd onderwerp ingezet: de gegevens die gevonden zijn aan de hand van deskresearch en panelgesprekken wordt gecontroleerd door de experts (Verhoeven, 2011, p. 195). Om de verwerking van de panelgesprekken betrouwbaarder te maken, zullen de coderingen aan een mede-

onderzoeker worden voorgelegd. Deze zal beoordelen of de verwerking duidelijk genoeg is of verduidelijkt moet worden (De Afstudeerconsultant, 2015).

Validiteit

De interne validiteit van het onderzoek wordt gewaarborgd door in ieder panelgesprek dezelfde topiclijst te gebruiken. Ook de media-experts zullen alle drie over dezelfde topics geïnterviewd worden. Doordat de instrumentatie gelijk blijft, zal de validiteit van het onderzoek niet in gevaar komen (Verhoeven, 2011, p. 197). Daarnaast zullen zowel in de panelgesprekken als de diepte-interviews geen intieme of confronterende vragen gesteld worden, waardoor de doelgroepen eerder geneigd zullen zijn de waarheid te spreken (2reflect, 2008).

Matrix deelvragen

De desk- en fieldresearch worden gebruikt om antwoord te vinden op de deelvragen. Hier staat beschreven op welke manier dat zal gebeuren.

Deelvraag 1

Interne analyse: De opdrachtgever

In dit hoofdstuk wordt middels deskresearch onderzoek gedaan naar de opdrachtgever. Er wordt een tijdlijn geschetst van het ontstaan tot de huidige situatie. Daarnaast komen de visie, missie en doelstelling van de organisatie om de hoek kijken. Ook wordt het merk multi- en crossmediaal onderzocht en de verschillende (beoogde) doelgroep en ijkpersonen besproken. Dit wordt gedaan aan de hand van interne gegevens zoals jaarverslagen, statistieken van Sanoma en cijfers van HOI. Het is van belang dat er voldoende externe bronnen worden gebruikt om een valide en betrouwbaar beeld van de opdrachtgever neer te kunnen zetten. Interne bronnen zouden de organisatie immers in een te positief en

123 Deelvraag 2

Theoretisch kader: Het nieuwe kijkgedrag

In deze deelvraag zal er aan de hand van deskresearch onderzoek worden gedaan naar het nieuwe kijkgedrag. Hier wordt het huidige landschap in kaart gebracht (GFK- Trends in Digital Entertainment, 2014). Ook wordt het oog op de toekomst gericht en worden de eventuele gevolgen van het nieuwe kijken besproken (Think TV, 2013). Daarnaast komt het begrip social television aan het licht (Pierre du Plessis, 2014).

Deelvraag 3

Doelgroepanalyse: De nieuwe kijker

In de doelgroepanalyse zal middels deskresearch bekeken worden of de doelgroep gesegmenteerd kan worden. Zo ja, hoe? Doelgroepsegmentatie vergroot de kans op een succesvol kwalitatief onderzoek en een succesvol product. Aan de hand van deze segmentatie kan namelijk een nauwkeuriger profiel van de doelgroep geschetst worden (Dutchpoint, 2014). In de doelgroepanalyse zal ook fieldresearch aan de orde komen in vorm van kwalitatief onderzoek. Dit zal gebeuren aan de hand van panelgesprekken die worden afgenomen onder de doelgroep. Hier wordt de doelgroep onder andere aan de tand gevoeld over hun informatiebehoefte, kijkgedrag en social media-gedrag.

Deelvraag 4

Best-practices-analyse: Voorbeelden uit de praktijk

De criteria waarop de best practices worden getoetst zijn gebaseerd op informatie uit voorgaande hoofdstukken: interne analyse, theoretisch kader en doelgroepanalyse. Daarnaast wordt gebruikt gemaakt van de app-scan van Rick Goossens. In dit hoofdstuk worden zes binnenlandse en buitenlandse applicatievoorbeelden getoetst. Uit die hoofdstuk volgt een advies met positieve aspecten en negatieve punten die de Superguide al dan wel of niet over zou kunnen nemen. Er wordt gezocht naar applicaties die zowel nationaal als internationaal in gebruik worden genomen. Er wordt gezocht naar voorbeelden op het gebied van social television, informatievoorziening/curatorship en content op het gebied van film en series.

Figuur 2 geeft een overzichtelijke weergave van de methode van onderzoek per deelvraag.

Deskresearch Fieldresearch Internationale component Kwantitatief onderzoek Kwalitatief onderzoek Deelvraag 1 X Deelvraag 2 X X Deelvraag 3 X X

124

Deelvraag 4 X X

125

Hoofdstukindeling

Titelblad Voorwoord Managementsamenvatting Managementsamenvatting (Engels) Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding

Hierin wordt beschreven waar de scriptie over gaat. Onderdelen van de inleiding zijn:  Aanleiding van het onderzoek;

 Opdrachtgever;  Probleemstelling;  Doelstelling;  Deelvragen

 Opbouw van het rapport.

Hoofdstuk 2: Onderzoeksmethoden

Dit onderzoek voor Veronica Magazine is bedoeld om inzicht te krijgen over het nieuwe kijken en de informatiebehoefte van de nieuwe kijker, zodat er advies kan worden gegeven aan Veronica Magazine over de volgende versie van Superguide. In dit hoofdstuk wordt duidelijk hoe dit advies tot stand komt. Hier worden de methoden en technieken besproken die gebruikt zullen worden en hoe deze toegepast zullen worden. De volgende onderwerpen komen aan bod:

 Deskresearch

 Fieldresearch : kwalitatief onderzoek;  Voor- en nadelen van de gekozen methodiek;  Betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek. Hoofdstuk 3: De opdrachtgever

In dit hoofdstuk worden de organisatie, doelstelling, doelgroepen, cross- en multimediale onderdelen en de knelpunten beschreven. Dit geeft een overzichtelijke weergave van de organisatie en wat het probleem precies is. De globale opbouw is als volgt.

§3.1 Oorsprong, heden en toekomst van Veronica Magazine §3.2 Visie en missie van Veronica Magazine

§3.3 Doelstelling van Veronica Magazine §3.4 Doelgroepen

§3.5 Cross- en multimediale uitingen

§3.6 Sterktes en zwaktes van Veronica Magazine Hoofdstuk 4: Het nieuwe kijkgedrag

In dit hoofdstuk wordt het nieuwe kijken als fenomeen toegelicht. Hier wordt een overzicht gegeven van de platformen die worden gebruikt bij het nieuwe kijken. Ook worden de trends en toekomst van het nieuwe kijkgedrag besproken. Daarnaast wordt informatie verschaft

126 over social television en de gevolgen die het nieuwe kijkgedrag met zich meebrengt en impact die het nieuwe kijken op de doelgroep heeft. De opbouw is als volgt:

§4.1 Definitie van ‘het nieuwe kijken’ §4.2 Platformen van het nieuwe kijkgedrag §4.3 Trends en toekomst van het nieuwe kijken §4.4 Impact van het nieuwe kijken

§4.5 Social television

In document Superguide (pagina 120-126)