• No results found

Plaatsing in landschap

In document Zeijen - Noordse veld in de IJzertijd (pagina 73-77)

4. Resultaten visualisatie

4.2 Celtic Field

4.5.5 Plaatsing in landschap

Om het hunebed bij de rest van het landschap in te voegen zijn alle aangemaakte objecten behorende tot het hunebed geselecteerd, gekopieerd en verplaatst naar de laag met de rest van de visualisering van het Noordse veld. Gezien de objecten van het hunebed vanuit het startpunt X=0, Y=0, en Z=0 zijn gemodelleerd is deze selectie met 3.5 Blender units langs de Z-as omhoog verplaatst, waardoor het een gelijke hoogte heeft als het omliggende landschap. Vervolgens zijn de geselecteerde objecten lands de X- en Y-assen verplaatst zodat zij op de plaats van de curve HUNEBED_D5_curve_ uit het geïmporteerde .dxf bestand geplaatst zijn. Gezien de veldtekening die als achtergrond gebruikt is naar het noorden georiënteerd is, zijn de objecten van het hunebed niet geroteerd.

4.5.6 Stenenkrans

Het hunebed in deze opmaak is, gezien de afmetingen van het hunebed ten opzichte van het geheel van het Noordse veld, moeilijk te onderscheiden van andere nabij gelegen grafheuvels. Om de zichtbaarheid van het hunebed in het landschap te vergroten is, na overleg met dr. Stijn Arnoldussen, besloten om een steenkrans aan te brengen rondom de dekheuvel van het hunebed. De aanwezigheid van een dergelijke steenkrans bij het hunebed D5 is niet in eerder onderzoek aangetoond.107 Er zijn echter aanwijzingen voor het bestaan van dergelijke stenenkransen bij

andere hunebedden in de provincie Drenthe, waaronder D15, D16, D20, D30, D43, D45 en D53.108

Tussen 1833 en 1856 is het hunebed D5 als steengroeve geëxploiteerd109, wat invloed kan hebben

gehad op de staat van het hunebed ten tijde van het onderzoek uitgevoerd door van Giffen in 1918 en verdere onderzoeken. Van Giffen heeft in zijn onderzoek ook opgemerkt dat er aan de zuid- en westkant van het hunebed stenen aanwezig waren die oorspronkelijk afkomstig waren van de dekheuvel.110

Om deze stenenkrans in Blender te visualiseren is een Ico Sphere object met twee subdivisions aan de scène toegevoegd, dit object heeft de naam D5_Kranssteen gekregen. Om deze bol de vorm van een steen te geven is in Edit Mode een willekeurig aantal hoekpunten geselecteerd door de optie Random te gebruiken in het Selection menu. Deze selectie is vervolgens met de Grab/Move en Scale commandos getransformeerd. Deze taak is een aantal keer uitgevoerd, telkens met een nieuwe willekeurige selectie van hoekpunten, tot het object een organisch uiterlijk heeft. De Shading van het object is vervolgens op Smooth gezet en het materiaal Steen1 is aan het object gekoppeld. Om dit materiaal op het object te projecteren is het object via Cube Projection

unwrapped. Het object is vervolgens geplaatst op de rand van de dekheuvel en verschaald tot

het een lengte en breedte heeft van ongeveer 30x30cm. Deze steen is aangemaakt als basis voor de rest van de stenen in de stenenkrans. Vanwege de afmetingen van de individuele steen in vergelijking tot de grootte van de andere aanwezige elementen op het Noordse veld is gekozen niet iedere individuele steen van de stenenkrans handmatig vorm te geven. Om snel een

stenenkrans te creëren zonder een verschil in detail tussen de stenen is de aangemaakte steen voor iedere volgende steen van de stenenkrans gekopieerd. Om variatie aan te brengen in de stenen is ieder kopie verschaald langs de X-, Y- of Z-assen en rond de Z-as geroteerd tot vrijwel elke steen een eigen oriëntatie en grootte heeft. De gekopieerde stenen zijn geplaatst rondom de rand van de dekheuvel van het hunebed, hierbij is enige mate van willekeurigheid aangehouden.

Figuur 40: Solid view bovenaanzicht van hunebed D5.

Voor het modelleren van de kransstenen van het hunebed is het ook mogelijk om in Sculpt Mode aanpassingen te maken aan het Ico Sphere object. In dit geval wordt het object geselecteerd in

Sculpt Mode en wordt de optie Dynotopo in het Tools menu aangezet. Dit betekend dat de mesh

dynamisch wordt veranderd wanneer in Sculpt Mode aanpassingen aan het object worden gemaakt. Vervolgens kunnen de grootte en kracht van de cursor worden aangepast en de opties

Add of Subtract worden gebruikt om de mesh aan te vullen of in de mesh te snijden. Met deze

methode kan het object zeer nauwkeurig vormgegeven worden. Wegens het grote aantal hoekpunten dat op deze wijze per object wordt aangemaakt en de geringe omvang van de objecten is echter gekozen om deze methode niet te gebruiken.

4.6. Grafheuvels

4.6.1 Algemeen

Het visualiseren van de grafheuvels van het Noordse veld is begonnen door een UV Sphere object aan de scène toe te voegen. Bij het toevoegen van deze bol is het aantal ringen en segmenten van het object op 8 gezet. Dit is gedaan om het aantal hoekpunten die het object vormen laag te houden, in een later stadium is aan het object namelijk een Subdivision Surface Modifier aan het object toegevoegd om de hoeken af te ronden. De dimensies van de bol zijn vervolgens naar X=4, Y=4 en Z=4 gezet zodat de bovenste helft van de bol een hoogte van twee meter heeft. Hierna is de bol als wireframe in Edit Mode vanuit vooraanzicht bekeken en is de onderste helf van de bol met Box Select geselecteerd en verwijderd. Het is hierbij van belang dat het model in wireframe bekeken is, omdat op deze manier ook de hoekpunten die in Solid view niet zichtbaar waren geselecteerd zijn. Vervolgens zijn de onderste twee ringen van hoekpunten geselecteerd en verschaald om het object het uiterlijk van een heuvel te geven. Bij het vormen van de grafheuvel is gezorgd dat de Object Origin een Z-waarde heeft die gelijk is aan de onderste ring van het object. Zo is het mogelijk een precieze hoogte aan het object te geven die overeenkomt met de hoogte van het landschap rondom het object. Dit voorkomt gaten in de mesh. Na het vormen van de grafheuvel is de Shading van het object op Smooth gezet en is aan het object een Subdivision

Surface Modifier aangebracht met de instelling voor het aantal subdivisions op 1.

Vervolgens is de grafheuvel met gebruik van Grab/Move verplaatst naar de positie van één van de grafheuvels van het GRAFHEUVELS_curve object uit de geïmporteerde .dxf gegevens. Hierbij is de grafheuvel een aantal centimeter langs de Z-as naar beneden verplaatst zodat het object niet boven de landschapsobjecten zweeft. Indien de grafheuvel te groot of te klein was om te passen op de radius van de gekozen grafheuvels van GRAFHEUVELS_curve is deze verschaald naar de juiste verhouding.

Wanneer de verhoudingen en geografische positie van de overeenkomen met de gegevens uit de geïmporteerde data, is aan het object een materiaal met de naam Grafheuvel verbonden. Omdat de overgang in textuur van het landschap naar de grafheuvels niet duidelijk zichtbaar moet zijn, is het materiaal van de landschapsobjecten als basis het materiaal van de grafheuvel gebruikt. Er is een Single-user Copy gemaakt van één van de landschap materialen, waarvan de ingeladen afbeeldingen in de Image Texture nodes veranderd zijn. Om deze instellingen aan te passen is eerst een nieuwe afbeelding gecreëerd in de UV/Image Editor. Deze afbeelding heeft een afmeting van 512x512 pixels en de naam Grafheuvel gekregen. Deze afbeelding is vervolgens ingeladen in de Image Texture nodes van het materiaal Grafheuvel. Hierna is, met de grafheuvel als selectie, de modus naar Texture Paint veranderd. Hierin is zojuist aangemaakte Grafheuvel afbeelding als canvas gebruikt. In Texture Paint Mode is vervolgens het standaard gras textuur op de grafheuvel aangebracht. Om deze aanpassingen op te slaan is in de UV/Image Editor de Grafheuvel afbeelding opgeslagen. Aan een aantal grafheuvels direct ten noorden van het Celtic

Field is een ander materiaal aangebracht met een iets lichtere kleur gras. Dit is gedaan om aan te

geven dat deze grafheuvels hoger gelegen zijn en verder van het grondwater verwijderd zijn dan de andere grafheuvels. Dit materiaal is op dezelfde manier aangemaakt als het materiaal

Grafheuvel, er is hierbij echter gebruik gemaakt van de gele variatie van het gras. Dit nieuwe materiaal heeft de naam Grafheuvel_Hoog gekregen.

Figuur 41: Wireframe model van een grafheuvel in zijaanzicht.

Een andere methode voor het plaatsen van grafheuvels op het landschap is het verwijderen van de hoekpunten van het landschapsobject onder de grafheuvel geplaatst wordt. Wanneer de grafheuvel gepositioneerd is en de hoekpunten van het landschap onder de grafheuvel zijn verwijderd, wordt de grafheuvel geselecteerd en wordt het landschapsobject aan de selectie toegevoegd. Door vervolgens het Join commando te gebruiken worden beide objecten

gecombineerd. Hierna is het mogelijk in Edit Mode de gaten in de mesh worden te dichten door

faces toe te voegen tussen de hoekpunten van de grafheuvel en het landschap. Het probleem

met deze methode is dat de handmatig aangemaakte faces snel zorgen voor scherpe en slechte schaduwen die een negatieve invloed hebben op het realisme van de visualisering. Verder levert deze methode ook problemen op wanneer een grafheuvel op een grens tussen twee

verschillende landschapsobjecten ligt. Ook betekent het gebruik van deze methode dat het moeilijk is om aanpassingen te maken aan de grafheuvels. Om deze redenen is geen gebruik gemaakt van deze methode.

Een derde methode voor het plaatsen van grafheuvels is het gebruik van Snap Element: Face met de bewerking Snap During Transform in de header van de 3D-viewport. Hierbij moet ook de optie

Align Rotation with the Snapping Target worden aangezet. Vervolgens is het mogelijk de

grafheuvel met Move/Grab langs de Z-as direct op het landschapsobject te plaatsen. Hierna wordt een Boolean Modifier aan het object landschap toegevoegd met de optie Union als

Operation en als Object de grafheuvel. Wanneer deze modifier toegepast wordt zal de grafheuvel

gekopieerd worden en deel uit maken van het object landschap. De laatste actie hierbij is het verwijderen van de originele grafheuvel. Het nadeel van het uitvoeren van deze werkzaamheden is dat een zeer scherpe overgang van landschap naar grafheuvel gecreëerd wordt. Verder is het moeilijk om aanpassingen aan de grafheuvels te maken nadat deze methode is uitgevoerd. Om deze redenen is gekozen deze methode niet te gebruiken bij het toevoegen van de grafheuvels aan het landschap.

In document Zeijen - Noordse veld in de IJzertijd (pagina 73-77)