• No results found

Overtuigingskracht in antropologie

In document De vlieg op de muur (pagina 47-50)

Aan het einde van de vorige paragraaf stelden we dat werkelijkheidsconstructie voor de realisten een manier was om hun verhaal te vertellen. Dat geldt in zekere zin ook voor literaire journalistiek, dat wij het literair noemen is deels te verklaren doordat een eigenschap van literatuur het overbrengen van een hogere boodschap is. Dat doet een boek zoals Coyotes bijvoorbeeld ook, het is niet alleen het verhaal van een groep Mexicaanse illegalen, het is ook een verhaal dat over immigratie als sociaal probleem gaat. En datzelfde zien we ook terug in Random Family, Rosa Lee en The Corner. Het gaat niet alleen om de weergave van bepaalde personen, het gaat ook om het aansnijden van een breder maatschappelijk thema, in dit geval armoede en drugsverslaving. Maar, we moeten wel de kanttekening maken dat deze boeken geen romans zijn, het toevoegen van bedachte elementen is voor een tekst die pretendeert journalistiek te zijn de doodsteek, zoals we zagen in het voorbeeld van Janet Cooke. Eigenschappen uit het realisme kunnen dus zeker wel toegepast worden op literaire journalistiek maar het is verstandig om ook te kijken naar andere vormen waarin werkelijkheid op literaire wijze wordt weergegeven. In het vorige hoofdstuk toonden we al aan dat de antropologie een wetenschap is die veel overeenstemming vertoont met literaire journalistiek en immersion journalism in het bijzonder. Toen keken we vooral naar de werkwijze maar de historiografie over antropologie kan ook heel nuttig zijn om het proces van werkelijkheidsconstructie verder bloot te leggen zoals Clifford Geertz dat doet in zijn boek De Antropoloog als Schrijver.

Geertz zet zich in dit boek af tegen de twee op dat moment heersende tendensen in de antropologie. Er werd aangenomen dat een overdaad aan feitenmateriaal en goede theoretische argumenten de beste basis waren voor een zo waarschijnlijk mogelijk betoog.198 Daar stelt Geertz tegenover dat feiten en theoretische argumenten zeker belangrijk zijn maar dat de constructie van waarschijnlijkheid door de auteur zelf van de hoogste importantie is. Wij geloven het verhaal van een antropoloog over een stam in Afrika omdat wij door middel van de tekst er door hem van overtuigd worden dat hij daadwerkelijk bij deze stam was en met hen optrok. De reden dat een lezer de antropologische tekst voor waar aan neemt heeft volgens Geertz dan ook vooral te maken met persoonsgebonden aspecten, kan de

196 Ibidem, 2

197

Furst, 16

48 antropoloog de claim dat hij daar was aannemelijk maken?199 Daarvoor moet de auteur (of in dit geval de antropoloog) zichtbaar worden in de tekst. Geertz baseert zich hierbij op de Franse filosoof Michel Foucault die in zijn artikel "What is an author?" stelde dat er onderscheidt gemaakt kan worden tussen twee verschillende teksten: teksten waarin de auteur duidelijk naar voren komt en zijn aanwezigheid van belang is (zoals in antropologische boeken maar ook in romans) en teksten waarin de auteur op de achtergrond blijft omdat zijn aanwezigheid er niet toe doet (te denken valt aan wetteksten).200 Wat de antropoloog vervolgens moet doen is ervoor zorgen dat hij zo duidelijk zijn observaties weergeeft dat de lezer zich kan voorstellen dat hij zelf ook aanwezig is bij datgene wat beschreven wordt.201 De belangrijkste manier om dit gevoel op te roepen is door middel van het gebruik van uitgebreide details, een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving van motieven, objecten en personen. Daarbij pretendeert Geertz overigens niet dat er een objectieve waarheid via de tekst wordt gecommuniceerd, hij is zich er wel degelijk van bewust dat er niet aan ontkomen kan worden dat iedere tekst uiteindelijk door zijn schrijver gecreëerd is.202

Werkelijkheidsconstructie in antropologie is in navolging van Geertz door onder andere de Nederlandse antropoloog Peter Kloos verder uitgewerkt in de bundel True Fiction. In deze bundel probeert hij antwoord te geven op de vraag: is antropologie wetenschap of kunst? Een soortgelijke vraag als dat we ook bij literaire journalistiek zagen, waar het de vraag is of het gaat om een roman of een journalistiek betoog. Een voor de hand liggend antwoord op die vraag is volgens Kloos de stelling dat antropologie zowel wetenschap als kunst is, maar deze is volgens hem te simplistisch.203 Een etnografie is geen roman, stelt hij, hoe veel ze ook op elkaar lijken. In de etnografie moet, net als in de journalistiek, altijd gestreefd worden naar een nauwkeurig beeld van een bestaande werkelijkheid. In de bundel wordt dit spanningsveld tussen wetenschap en kunst onderzocht door over twee onderwerpen een literaire en een wetenschappelijke beschrijving naast elkaar te leggen. Uit deze vergelijkingen trekt Kloos de voorzichtige conclusie dat literatuur een belangrijk medium is om inzichten weer te geven die niet in een wetenschappelijke tekst naar voren komen.204 Met dat inzicht komt hij dicht bij wat bijvoorbeeld Hellmann zegt over New Journalism. Maar Kloos' bewering dat antropologie niet zowel wetenschap als kunst is, komt wel een beetje in de verdrukking wanneer we kijken naar wat we in het vorige hoofdstuk al beschreven als Ware Fictie. Met Ware Fictie proberen antropologen de kloof tussen willen weten en kunnen weten te overbruggen met literaire technieken, oftewel kunst en wetenschap worden gecombineerd.205 Kloos heeft gelijk wanneer hij zegt dat een gedicht en een antropologische inleiding niet met elkaar te vergelijken zijn maar dat is een wankele 199 Ibidem, 20-21 200 Geertz, 23-24 201 Ibidem, 174 202 Ibidem, 172

203 Peter Kloos, 'Reality and its Representations', in: Peter Kloos (ed.), True Fiction; Artistic and Scientific

Representations of Reality (Amsterdam, 1990), 1

204

Ibidem, 5

49 basis om wetenschap en kunst van elkaar te scheiden als deze op zoveel andere vlakken wel samenkomen.

In het begin van deze paragraaf hebben we de ideeën van Clifford Geertz over constructie van werkelijkheid behandeld. De Amerikaanse antropoloog Howard Becker houdt zich ook bezig met representatie in zijn boek Telling About Society. Hij zegt daarin dat iedere representatie van de werkelijkheid altijd noodzakelijkerwijs slechts een representatie ten dele is. Dat is niet erg, want iedere lezer van de tekst weet dat de schrijver van de tekst dat moet doen om zo goed mogelijk de boodschap die hij wil overbrengen te kunnen overbrengen.206 Voordat een tekst ontstaat, gaat deze daarom eerst door een proces van selectie, vertaling, rangschikking en interpretatie. Met selectie bedoelt Becker dat het nooit helemaal mogelijk is voor een representatie om alles van die werkelijkheid weer te geven, een film kent bijvoorbeeld geen geur, een hoorspel geen beeld en een tekst geen temperatuur. Om deze elementen toch in de representatie te krijgen is een vertaalslag nodig, geur moet omschreven worden in een tekst of temperatuur in een film uitgebeeld worden door een acteur of door beelden van sneeuw of zon. Daarbij worden standaardelementen met standaardeffecten gebruikt, een afbeelding van sneeuw staat voor kou net zoals we eerder al zagen bij Eason die in navolging van Hayden White stelde dat de news style objectiviteit met zich meebrengt. Maar standaardelementen brengen daarmee ook kleuring mee, door het gebruik van zo'n element wordt de lezer in een bepaalde richting geduwd die niet noodzakelijkerwijs de juiste is, met alle mogelijke gevolgen van dien voor zowel schrijver als lezer.207 Al deze elementen samen vertellen het verhaal dat de schrijver over wil brengen maar moeten wel op zo'n manier gegroepeerd worden dat ze op de juiste manier geïnterpreteerd kunnen worden. Die interpretatie is uiteindelijk aan de lezer, Becker vergelijkt dat met de wegenkaart die dat pas wordt wanneer iemand hem gebruikt om de weg te zoeken of zijn route te plannen.208 De mogelijkheid om deze geselecteerde, vertaalde en gerangschikte informatie te kunnen interpreteren is volgens Becker aangeleerd door middel van scholing die ons bij iedere tekst laat zoeken naar feiten en antwoorden op morele vraagstukken.

Wat kan antropologie toevoegen in onze zoektocht naar werkelijkheidsconstructie in immersion journalism? Ten eerste is er vooral het belang van de auteur in de tekst zoals Clifford Geertz die benoemt. Zowel bij antropologie als immersion journalism is het onderzoek van groot belang en de werkwijze van beide verschilt weinig van elkaar. Een deel van de werkelijkheidsconstructie is ook het aannemelijk maken van de auteur dat hij daadwerkelijk aanwezig was. Het zijn zijn waarnemingen waarop wij vertrouwen. Ten tweede is er het belang van de vertaling van die waarnemingen in een verhaal dat wij als waarheidsgetrouw kunnen lezen. Hier kan de uitleg van Becker goed van dienst zijn. Ook de immersion journalist selecteert, vertaalt en rangschikt. Hij moet tenslotte zijn bevindingen

206 Howard Saul Becker, Telling About Society (Chicago, 2007), 20

207

Ibidem, 23

50 van maanden of jaren van observatie in een boek van driehonderd pagina's smelten. Dat de interpretatie van de lezer daarbij vervolgens van groot belang is, mag evident zijn na het behandelen van het werk van Frus en Lehman.

In document De vlieg op de muur (pagina 47-50)