• No results found

Opzet voor de rondleiding Introductie boek

In document Friese culturele identiteit en (pagina 115-118)

Ruim zestig jaar geleden, in 1949, besloot een timmerman uit Friesland genaamd Hotze de Roos om een verhaal over een Friese tweeling te schrijven. Hij noemde ze Hielke en Sietse. Deze tweeling woont in het dorp Lenten, dat trouwens niet echt bestaat. Ze hebben een boot die ze De Kameleon noemen, waarmee ze grote avonturen beleven. Hotze de Roos schreef zestig boeken over de tweeling en hun boot. Zijn boeken waren, en zijn nog steeds, ontzettend populair onder kinderen. Er zijn meer dan vijftien miljoen De Kameleon boeken verkocht! Een verfilming kon dan ook niet uitblijven. Maar een film maak je niet zomaar, daar komt veel werk bij kijken.

Introductie film

Een speelfilm wordt gemaakt door een heleboel mensen. Voordat zij samen de film kunnen maken, moet er een filmverhaal zijn. Dit wordt ook wel het scenario genoemd. Hierin staat hoe het verhaal begint, hoe het eindigt, waar en wanneer het verhaal zich afspeelt, hoeveel acteurs je nodig hebt en wat al die acteurs moeten gaan zeggen. In het geval van deze film bestond er al een verhaal. Een heleboel verhalen zelfs want Hotze de Roos heeft zestig boeken geschreven. Steven de Jong, de

regisseur van de film, heeft de boeken vroeger stuk gelezen. Hij wilde dan ook graag een verfilming maken. Hij heeft Jean Ummels gevraagd om het verhaal uit het eerste boek geschikt te maken voor een film. Ze besloten een paar dingen te veranderen. In het boek komt er bijvoorbeeld een jongen naast de tweeling wonen. In de film is dat een meisje.

Hoe de film eruit ziet

Toen het verhaal af was, moesten ze bedenken hoe de film eruit zou gaan zien. In de boeken speelt het verhaal zich af in Lenten, een dorpje in Friesland. Maar Lenten bestaat niet echt! Heel lang hebben ze gezocht naar een dorpje dat erop lijkt. Dat is moeilijker dan je denkt. Er moesten bijv. genoeg meren en kanalen in de buurt zijn waarop de tweeling kon varen. Maar wat het echt moeilijk maakte, was dat het eruit moest zien als 1962. Al vijftig jaar geleden!

1962

Voordat ze konden zoeken naar een dorpje dat eruit zag als vijftig jaar geleden, moest ze dus eerst meer te weten komen over die tijd. In vijftig jaar kan een heleboel gebeuren. Jullie waren toen nog niet geboren. Jullie papa en mama ook nog niet. Opa en oma waren er al wel. Ze waren misschien wel net zo oud als Hielke en Sietse in de film. Juliana, de moeder van Beatrix, was toen nog koningin. Koning Willem-Alexander was nog niet eens geboren. Het was toen nog niet gewoon dat iedereen televisie had. Er was maar één televisiezender, namelijk Nederland 1, en alle uitzendingen waren in zwart-wit. De tv's waren toen ook nog veel kleiner dan dat ze nu zijn. De beschrijving van 1962 kan aangevuld worden met andere onderwerpen die het kind bekend zijn en aansluiten bij zijn leefwereld: school (hoe zagen de lessen eruit?), bioscoop, kleding, hoe de huizen eruit zagen.

1962 in de film

Degene die zich bezig houdt met hoe de mensen en de achtergrond eruit zien, heet de art-director. Hij moest met al deze informatie in zijn achterhoofd, op zoek naar een passend dorp. Uiteindelijk heeft hij gekozen voor IJlst, een dorpje naast Sneek. Maar dat dorpje is natuurlijk meegegaan met de tijd. Er stonden bijv. moderne auto's in de straten die weggehaald moesten worden en er was ook geen smederij in het dorp. Dat is wel nodig, want de vader van Hielke en Sietse is smid. De smid was vroeger degene die alle voorwerpen van ijzer maakte. Denk bijv. aan wapens, maar ook aan gereedschappen die de boeren nodig om het land te kunnen ploegen. Tegenwoordig worden dat soort voorwerpen in fabrieken gemaakt. Hoe hebben ze dat opgelost? De buitenkant van de smederij hebben ze helemaal nagebouwd, speciaal voor deze film. Er is ook een scène waarin ze binnenin de smederij gefilmd hebben. Die scène hebben ze opgenomen in een museumdorpje waar nog een echte oude smederij staat. Ook moesten ze heel wat kleren namaken. In die tijd droegen jongens bijvoorbeeld korte broeken, droegen vrouwen keurige jurken tot over de knie en droegen mannen vaak nog hoeden. Alle mensen in de film moesten speciale kleren aan, ook de mensen die geen grote rol hebben. Door deze decors en kleding wordt duidelijk gemaakt dat het verhaal zich in een andere tijd afspeelt.

Verder moest natuurlijk ook duidelijk gemaakt worden dat de film zich in Friesland afspeelt. Friesland staat bekend om zijn platteland (orkaanscène) en zijn meren (openingsscène), dus die brengt de regisseur extra vaak in beeld. Hij kon er natuurlijk ook voor kiezen om de film in het Fries op te nemen, maar dat heeft hij niet gedaan. Wel zeggen Hielke en Sietse 'mem' en 'heit' tegen hun ouders, dat geeft de film toch weer een Fries tintje. En hoe kan het ook anders: fierljeppen en kievitseieren (filmfragment) zoeken konden niet ontbreken. Zo maakt de regisseur duidelijk dat we in Friesland zijn, zonder dat in de film het woord Fries of Friesland ook maar gebruikt wordt. Deze beelden kunnen ondersteund worden door de volgende filmfragmenten: de opening met beelden van het landschap, fierljeppen, de orkaan.

Het beeld

De invloed van de regisseur

Een film wordt gemaakt door een groot aantal mensen. De regisseur is de baas en neemt uiteindelijk de grootste beslissingen. Steven de Jong heeft zijn eigen ideeën over hoe Friesland eruit ziet en dat heeft natuurlijk invloed gehad op de manier waarop hij het boek verfilmd heeft.

Het Fries Museum wil Steven de Jong een aantal vragen voorleggen over zijn eigen beeld van Friesland en welke invloed dat beeld, bewust dan wel onbewust, gespeeld heeft bij de verfilming van de boeken. Het museum heeft zelf al een aantal vragen opgesteld voor de regisseur. De volgende vragen lijken me relevant voor het project:

Wat waren voor de regisseur en de scenarioschrijver kritische momenten als het gaat om het beeld dat zij hebben neergezet?

Hoe kijkt hij 10 jaar later aan tegen het beeld dat hij heeft neergezet? Waar lag de grens tussen feit & fictie?

Wat zijn/waren de bedoelde en eventueel ook onbedoelde gevolgen van het (conservatieve) beeld van Friesland dat in de Kameleon is gecreëerd?

In hoeverre speelde de persoonlijke achtergrond van de filmmaker/scenarioschrijver een rol bij de keuzes die zijn gemaakt? Zou een filmmaker uit Noord-Holland of Zeeland er een heel andere film van hebben gemaakt? Hoe reageerden Kameleonliefhebbers op de verfilming?

Hoe reageerden Friezen op de manier waarop de provincie in de film werd neergezet?249

De antwoorden op deze vragen kunnen gebruikt worden om de leerlingen ervan bewust te maken dat de regisseur in het medium speelfilm een eigen verhaal vertelt dat gebonden is aan zijn standpunt.

Het beeld uit het archiefmateriaal

Maar: is dit nou echt hoe Friesland er in die tijd uitzag? Het Fries Film Archief bewaart filmbeelden van niet alleen televisie-uitzendingen, films en reclamespotjes, maar ook van mensen die films maakten die niet voor de televisie of bioscoop bedoeld waren. Er worden hier fragmenten uit vier films geprojecteerd die gemaakt zijn in de tijd waarin het verhaal van De Schippers van de Kameleon zich afspeelt, 1962.

Om de leerlingen bewust te maken van het feit dat de films een reflectie van de tijd en de maker tonen, kan wat verteld worden over het doel van de films (zie productiedetails in paragraaf 4.5.1). Daarna zouden een aantal fragmenten naast fragmenten uit de speelfilm getoond kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn: fierljeppen en kievitseieren zoeken (sportfilm), de weilanden (kanaalfilm, dorpsfilm, sportfilm), de bebouwing (dorpsfilm, stadsfilm). Aan de leerlingen zou gevraagd kunnen worden om de verschillen tussen de fragmenten te beschrijven. Daarna zou verder gediscussieerd kunnen worden over de vraag waarom deze onderwerpen in de speelfilm en het archiefmateriaal verschillend in beeld gebracht zijn. Dit heeft uiteraard te maken met doel dat de filmmaker voor ogen had.

Verwerkingsles

Verwerkingsopdracht

1. De leerlingen schrijven een Kameleonverhaal anno 2013. Deze stap kan overgeslagen worden door de leerlingen met het plot uit de film te laten werken. Indien de leerlingen wel zelf een plot schrijven, is het raadzaam ze elementen uit de rondleiding te laten gebruiken.

2. Het maken van de collage. De leerling plaatst het Kameleonverhaal in het Friesland van 2013. Ze

249

kunnen hiervoor foto's verzamelen uit tijdschriften en kranten en/of eigen foto's en tekeningen gebruiken. Deze opdracht kan een paar verplichte elementen bevatten: hoe zou de tweeling er tegenwoordig uitzien? Zou heit nog steeds een smederij hebben en mem de matten buiten uitkloppen? Hoe zien de huizen in Lenten eruit.

In document Friese culturele identiteit en (pagina 115-118)