• No results found

Openbaar bestuur blijvend versterken

Checklist risicoanalyse integriteit

I. Openbaar bestuur blijvend versterken

Voordatikkom tespreken overdeactiesen maatregelen schetsikgraag de aanleiding encontextwaarbinnen deze voorstellen moetenworden bezien en het gevoerdeproces dattotdeze voorstellen heeft geleid.

Bestuurlijkeproblemenenintegriteitskwesties

Bij hetrealiserenvan de uiteenlopendegemeentelijketakenzijn

volksvertegenwoordigersen bestuurdersbepalende actoren, insamenwerking metdeambtenaren. Hetbesturenvan eengemeenteis dus mensenwerk. Daarbij gaaterweleens iets misofworden erstevigediscussiesgevoerd. Datwordtdoor inwonersookwel begrepen. Zij begrijpen hetechternietwanneer bestuurdersen volksvertegenwoordigers voortdurend ruziënd overstraatgaan, wanneerzij hun werknietintegerdoenofwanneerer zelfssprake isvan ondermijnende krachten die invloed hebben op hetfunctionerenvanhet gemeentebestuur.^ Burgers verlangenterechtdatdergelijk handelenwordtgecorrigeerd.

Erzijn gemeentenwaaraanhoudendebestuurlijke problemenzijn.Vaakzijn die problemente relateren aan een negatieve bestuurscultuur. Dit kanbijvoorbeeld voortkomen uiteen slechte relatietussenfractiesindegemeenteraad, verzuurde verhoudingen tussen hetcollege ende gemeenteraad ofeen verstoorderelatie tussenhet collegeenhetambtelijke apparaat. Ook (f)actorenvan buiten het gemeentehuiskunnen een rolspelen. Tedenken valt aan hetonderdrukzetten of bedreigenvan raadsledenofbestuurdersvia social media ofop straat.

Naastaanhoudendebestuurlijke problemeneisen integriteitsschendingen huntol.

Burgers verwachtenterechtdatpolitici hetalgemeen belang dienen. Alsersprake is van (deschijnvan) belangenverstrengeling dan roeptdat weerstandop tegen deoverheid, endat gevoel kan ikgoed begrijpen. Daaromgeldtdat het handelen vanpolitiekeambtsdragerssmetteloosdientte zijn.

Dehierboven bedoelde kwesties hebben nietalleen een negatiefeffect binnende betreffendegemeente maarookdaarbuiten. Het effectvan ruziënde bestuurders ofintegriteitsschendingenhoudt immersnietopbij degemeentegrens. Hettast hetgezag van hetopenbaar bestuuraan. De oorzakendieaan dergelijke

problemen ingemeenten tengrondslag liggen, kunnenverschillend van aard zijn.

Vaak is hetookniet terugte brengenopéénoorzaak; dat maakt hetvraagstuk van dergelijke problemen in gemeentenook complex eningewikkeld. Die wetenschap isechtergeen excuusom deze problemenniet teadresseren.

Ministerievan

Ik hechteraantebenadrukken datvolksvertegenwoordigers, bestuurders enook ambtenaren indeeerste plaatszelfverantwoordelijkzijn voor(de integriteitvan) hun handelen binnen het openbaarbestuur. Zonderdie notie kan het openbaar bestuurniet adequaatfunctioneren.

Vervolgensis hetvan belangdat gemeenten bestuurlijke problemenof integriteitskwestieszelfoplossen, en datervoldoende middelenzijn die

^Overdebredereaanpakvande problematiekvanondermijning heeftmijnambtsgenoot vanJustitieenVeiligheiduwKamer, medenamensmijen destaatssecretarisvan Financiën, op 16februari 2018geïnformeerddoormiddelvandeactie-agendaaanpakondermijning (Kamerstukken II, 29911, nr, 180),

Pagina2van10

gemeentendaartoe instaatstellen. Datzij zelfaan zet zijn, hoortbij hetsysteem vanchecksen balanceszoalsdatvorm heeftgekregen binnen onze

gedecentraliseerdeeenheidsstaat.

Gemeenten hebbenzelfeenaantal knoppen om aan tedraaien. De raad kan een wethouderontslaanom politieke redenen (artikel 49 Gemeentewet), bijvoorbeeld vanwegezijn aandeel ineen bestuurlijkconflict, een integriteitsschendingofin hetgevalvan verdenkingvanenigstrafbaarfeit. Hetis immersde gemeenteraad diewethouders benoemt, hunfunctioneren beoordeelten om hem moverende redenen ontslaat. De burgemeesterkan bij bestuurlijke problemen vanuit zijn positie metgezag optreden om partijen bij elkaarte brengen, enhij heeftde taak de bestuurlijke integriteitvan de gemeentete bevorderen (artikel 170, tweedelid.

Gemeentewet). Daarbij kan adviesvanderdenworden ingewonnen, bijvoorbeeld vaneen (ad hoe) ingestelde adviescommissie. Bijverdenking vaneen strafbaar feit, zoalsschendingvande geheimhouding, agressie ofcorruptie kan voorts aangifteworden gedaan.

Het kanookzijn daterbijvoorbeeld sprake isvan het aangaanvaneen (private) rechtsbetrekking tussen een raadslid ende gemeentedie opgrondvande

Gemeentewetverboden is (artikel 15). Indatgeval kande raad, na betrokkenete hebben gehoord, hemvan zijn lidmaatschapvervallen verklaren (artikel X8 Kieswet).

Een volgendestap komt inbeeld alsgemeenten hun eigen problemen nietzelf kunnenoplossen. In dat soortsituatiesmoet van buitenafeen procesvan normaliseringvanverhoudingen op gang wordengebracht ofondersteund, waarmeede constructieve krachtenworden versterkt zodathet gemeentebestuur zich weergeheelen volledig richtop het goed besturen van degemeente inplaats vanzichte verliezen in internestrubbelingen. Binnen het bestaande wettelijk kaderzijn daarverschillendemiddelenvoor.

Decommissarisvande Koning speelt- in zijn hoedanigheid alsrijksorgaan - een belangrijkerolbij hetsignaleren enaanpakkenvan integriteltskwestiesen aanhoudende bestuurlijke problemen. Hij kan als ambtsdragermetgezag en distantietotbetrokken partijen, adviseren en bemiddelenin hetgeval ersprakeis vanverstoorde bestuurlijke verhoudingen ineengemeenteenals de bestuurlijke integriteitvan eengemeente in het geding is (artikel 182, eerste lid, onderc Provinciewet). De commissariskan ookin preventievezin het nodige doen,zoals hetaandeordestellenvan deze thematiek in zijn werkbezoeken aangemeenten (artikel 182,eerste lid, onderb, Provinciewet).

Soms is het(ook) nodig eenjuridische interventie teoverwegenaan de handvan hetgenerieke instrumentarium van interbestuurlijktoezicht. Hetgaatdaarbij enerzijdsomhetmiddelvanschorsing en vernietiging^,waaroverik uw Kamerin mijn briefvan 15 december2017^' reeds uitvoerigerinformeerde. Anderzijds gaat hetom indeplaatsstelling bijtaakverwaarlozing: blijfteen gemeente Ingebreke tenaanzienvaneen bij wetgevorderde taak(medebewind)dan kan dietaakdoor een provinciaal bestuursorgaan -resp. insommigegevallen dooreen minister

-^Artikel 132, vierde lid,vandeGrondwetinsamenhang methoofdstukXVIIvande Gemeentewetalsmedetitel 1.1 entitel 10.2 vandeAlgemenewetbestuursrecht.

“KamerstukkenII, 28844,nr. 129.

Pagina3van10

wordenovergenomenen ten lastevandegemeente worden uitgevoerd.^Voordat toteendergelijke interventiewordtovergegaan,worden eerst bestuurlijke stappengezet. Daarbij wordtde bestuurlijke'interventieladder'*doorlopen. Dat geeftgelegenheid om doormiddel van bestuurlijkoverleg toteen oplossingte komen.

In het kadervanaanhoudende bestuurlijke problemen verdient hetvolgende instrumentdat hetinterbestuurlijktoezichtbiedt, bijzondere aandacht. Iser sprakevan algeheel disfunctionerenvan hetgemeentebestuur ('grove taakverwaarlozing') dan kan hetgemeentebestuurwordenontbonden,een regeringscommissarisaangesteld en kunnen er (optermijn) nieuweverkiezingen worden uitgeschreven.^De inzetvanditzwaarste middel gebeurtdoor middelvan eenspecifieke wetvoordie situatie (vgl. desituatie m.b.t. hetopenbare lichaam Sint Eustatius®). In een gemeentein Nederland isditzwareinstrumentvoor het laatsttoegepast in 1951 (Finsterwolde).

Behoefteaanmeermiddelenen instrumenten

Vanuitde bestuurspraktijk(ondermeerburgemeesters en commissarissenvande Koning) is al langere tijdde vraagomte zoekennaarextra instrumentenom op te kunnen treden enhet instrumentarium bijde tijd tebrengen. Hetbestuurlijk overleg blijkt afen toete lichtofteontbreken aandoorzettingsmacht, terwijl het beschikbarejuridische instrumentariumtezwaar is. Eris behoefteaan eenaantal instrumenten datdaartussenin zit. Om diereden is datbeleid en

instrumentarium deafgelopen periode opnieuw bezien.

De bezinning op hetinstrumentarium isgeen'Haags' procesgeweest. Bijde bezinning ophet instrumentarium hebben diverse betrokken partners meegedacht. Zozijn erverdiepende gesprekken gevoerd met(voormalig) burgemeestersen waarnemend burgemeestersoverhun ervaringen met bestuurlijke problemenen hetoplossendaarvan. Ookis eenexpertbijeenkomst georganiseerd met(voormalig) burgemeesters enwaarnemend burgemeesters, wethouders, ambtenaren, wetenschappersen adviseurs. Daarnaastzijn erop diverse momenten ambtelijke enbestuurlijke overleggen geweestovermogelijke aanvullingen van het instrumentariumen devraag naardewenselijkheid ervan.

Ikben blij metde betrokkenheid die daarbij is getoonden de inzichten diedat heeftopgeleverd. Wedoendit immers vanuiteengezamenlijk belang; eengoed functionerend en integeropenbaarbestuur.

Naastde bestuurlijkegesprekken diezijngevoerd isvanuit mijndepartementaan de heermr. J.L.W. Broeksteeg, universitairhoofddocentstaatsrechtaan de Radboud UniversiteitNijmegen, gevraagdeenjuridische verkenning uittevoeren naar (uitbreidingvan)hetinstrumentarium. Als onderdeeldaarvan heeft dhr.

Broeksteeg opdiverse momenten metde bestuurlijke partnersvan gedachten gewisseldoverhetjuridisch instrumentarium, onderandere doorbetrokken tezijn bijde bedoelde expertbijeenkomst. Deverkenning van dhr. Broeksteeg heb ik betrokken bijdetotstandkoming vandeze briefen doe ik u hierbij graag toekomen.

^Artikel132,vijfde lid. Grondwetin samenhangmethoofdstukVIII,par.3,vande GemeentewetalsmedeBijlageI bijde Gemeentewet.

^Opgenomen inhetBeleidskaderschorsingenvernietigingen hetAlgemeenbeleidskader indeplaatsstellingbijtaakverwaarlozing.

’’Artikel 132,vijfdelid, tweedevolzin. Grondwet.

“Stb. 2018,26.