• No results found

Ontwikkeling van enkele misdrijfcategorieën Vermogensmisdrijven

In document Criminaliteit en rechtshandhaving 2006 (pagina 113-121)

4.1 Geregistreerde criminaliteit en opgehelderde misdrijven, 1980-2006

4.1.2 Ontwikkeling van enkele misdrijfcategorieën Vermogensmisdrijven

Het totale aantal geregistreerde vermogensmisdrijven is in de periode 1980-1994 bijna verdubbeld: van een half miljoen in 1980 tot bijna 1 mil-joen in 1994 (zie figuur 4.7). Daarna treedt een daling op van 8% in 1995 en nog eens 8% in 1996. In de periode 1996-2002 is het aantal vermogens-misdrijven weer sterk toegenomen en bedroeg in het topjaar 2002 ruim 900.000 geregistreerde misdrijven. Nadien is wederom een sterke daling ingetreden. Een hardere aanpak van veelplegers en een verhoging van preventieve maatregelen door burgers en bedrijven worden gezien als ver-klaringen voor de daling na 2002. De vermogensmisdrijven zijn, berekend per 1.000 inwoners van 12-79 jaar, in de periode 1995-2006 gedaald van 72 in 1995 tot 53 in 2006.

Het ophelderingspercentage voor vermogensmisdrijven is laag. In 2006 is één op de tien van deze geregistreerde misdrijven opgehelderd. In 1980 was dat nog bijna één op de vijf.

Figuur 4.7 Geregistreerde en opgehelderde vermogensmisdrijven, 1980-2006 0 200 400 600 800 1.000 1.200 1980 1984 1988 1992 1996 2000 2004 x 1 .0 0 0 Geregistreerd Opgehelderd Voor de corresponderende cijfers, zie tabel 4.3 in bijlage 4.

Bron: CBS

Figuur 4.8 Geregistreerde vermogensmisdrijven naar type, 1995-2006 0 100 200 300 400 500 600 x 1 .000 Gekwalificeerde diefstal Eenvoudige diefstal Overige vermogens-misdrijven 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006

Voor de corresponderende cijfers, zie tabel 4.7 in bijlage 4. Bron: CBS

WODC_CenR_9esther2.indd Sec5:114

Binnen de vermogensmisdrijven worden drie categorieën onderscheiden: eenvoudige diefstal, gekwalificeerde diefstal (diefstal waarbij onder andere sprake is van twee of meer personen en/of van braak) en overige (verduis-tering, heling/schuldheling, valsheidmisdrijven en bedrog). Figuur 4.8 geeft een overzicht van het aantal vermogensmisdrijven naar type. In de periode 1995-2006 daalde de eenvoudige diefstal van 346.000 tot 294.000. De gekwalificeerde diefstal nam in die periode af van 533.000 naar 372.000. De overige vermogensmisdrijven laten in deze periode een stijging zien, van 26.000 in 1995 naar 37.000 in 2006. Hiervan zijn vals-heidmisdrijven en bedrog het grootst in aantal. De dalende tendens in de vermogensmisdrijven vanaf 2002 komt voor een groot deel voor rekening van de gekwalificeerde diefstallen en spoort met de dalende lijn in het aantal diefstallen uit/vanaf voertuig en woonhuizen. Maar ook de waar-genomen stijging in de periode ervoor kan worden toegeschreven aan de gekwalificeerde diefstallen. Deze stijging werd vooral veroorzaakt door de toegenomen diefstallen uit/vanaf voertuig (zie figuur 4.9).

Figuur 4.9 Geregistreerde diefstallen naar type, 1995-2006

0 50.000 100.000 150.000 200.000 250.000 300.000 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 Diefstal uit/vanaf voertuig

Diefstal fiets Diefstal uit woonhuizen

Diefstal uit bedrijven Zakkenrollerij/straatroof Winkeldiefstal Voor de corresponderende cijfers, zie tabel 4.11 in bijlage 4.

Bron: CBS

Vernielingen en misdrijven tegen de openbare orde

Het aantal vernielingen en misdrijven tegen de openbare orde vormt in de periode 1980-2006 de snelst stijgende categorie misdrijven (zie figuur

4.10). In 2006 zijn twee en een half keer zoveel misdrijven geregistreerd als in 1980: 215.000 in 2006 tegen 85.000 in 1980.

Deze groep misdrijven is onderverdeeld in de categorieën: vernielingen van auto’s, van het openbaar vervoer en van gebouwen, overige vernie-lingen, en misdrijven tegen de openbare orde en het openbare gezag en overig (te weten discriminatie, schennis der eerbaarheid en gemeenge-vaarlijke misdrijven, waaronder vooral brandstichting). In de periode 1995-2006 is deze groep misdrijven met bijna 40% gestegen. De vernie-lingen en openbareordemisdrijven zijn, berekend per 1.000 inwoners van 12-79 jaar, in de periode 1995-2006 gestegen 12 in 1995 naar 16 in 2006. Het aantal opgehelderde zaken laat in absolute zin een veel minder sterke groei zien. Was het ophelderingspercentage in 1980 nog 27%, in 2006 is dit teruggelopen tot 16%.

Figuur 4.10 Geregistreerde en opgehelderde vernielingen

en misdrijven tegen openbare orde en gezag, 1980-2006

0 50 100 150 200 250 1980 1984 1988 1992 1996 2000 2004 x 1 .0 0 0 Geregistreerd Opgehelderd Voor de corresponderende cijfers, zie tabel 4.4 in bijlage 4.

Bron: CBS

Geweldsmisdrijven tegen personen

Geweldsmisdrijven kenmerken zich door het opzettelijke gebruik van geweld waarmee inbreuk wordt gemaakt op de fysieke integriteit van de medemens.

De geweldsmisdrijven worden onderverdeeld in mishandeling, diefstal met geweld, afpersing, misdrijven tegen het leven en persoon (bedreiging, moord en doodslag en dood door schuld) en seksuele geweldsdelicten (verkrachting, aanranding en overige seksuele misdrijven). Openlijke geweldplegingen horen hier niet bij maar vallen in de categorie openbare orde en gezag.

WODC_CenR_9esther2.indd Sec5:116

In de afgelopen 25 jaar is het aantal geregistreerde geweldsmisdrijven meer dan verviervoudigd: van 26.500 in 1980 naar 109.000 in 2006. De geweldsmisdrijven zijn, berekend per 1.000 inwoners van 12-79 jaar, in de periode 1995-2006 gestegen 5 in 1995 naar 8 in 2006.

De laatste jaren lijkt het aantal geregistreerde geweldsmisdrijven te stabiliseren (zie figuur 4.11).

Figuur 4.11 Geregistreerde en opgehelderde geweldsmisdrijven, 1980-2006 0 20 40 60 80 100 120 1980 1984 1988 1992 1996 2000 2004 x 1 .000 Geregistreerd Opgehelderd Voor de corresponderende cijfers, zie tabel 4.2 in bijlage 4.

Bron: CBS

Geweldsmisdrijven hebben een hoger ophelderingspercentage dan andere misdrijfcategorieën. Het feit dat er bij geweldsmisdrijven sprake is van contact tussen dader en slachtoffer (meer aanwijzingen voor de politie) zal hierbij een belangrijke rol spelen. Gerelateerd aan het aantal opgemaakte processen-verbaal van geregistreerde geweldsmisdrijven, daalt het percentage opgehelderde misdrijven van 66% in 1980 tot 60% in 2006.

Mishandeling

Sinds jaar en dag is mishandeling veruit het meest voorkomende geweldsdelict. In 2006 had meer dan 50% van de geweldsmisdrijven hierop betrekking. In de periode 1995-2006 is het aantal geregistreerde mishandelingen verdubbeld tot bijna 58.000 (zie figuur 4.12). Ongeveer tweederde hiervan wordt opgehelderd.

Figuur 4.12 Geregistreerde geweldsmisdrijven naar type, 1995-2006 0 10 20 30 40 50 60 70 x 1.000 Mishandeling Bedreiging Diefstal met geweld/afpersing Seksueel geweld 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006

Voor de corresponderende cijfers, zie tabel 4.7 in bijlage 4. Bron: CBS

Diefstal met geweld en afpersing

Onder diefstal met geweld valt ook straatroof. Bedacht moet worden dat het hier om twee typen van misdrijven kan gaan: aan de ene kant tasjesroof en diefstal van een mobiele telefoon en aan de andere kant echte straatroof, waarbij meer sprake is van afpersing (al dan niet met een wapen of met fysiek geweld). In 2003 is een einde gekomen aan de stijging van het aantal geregistreerde diefstallen met geweld en afpersing sinds 1997. Sindsdien is deze geregistreerde vorm van criminaliteit met een derde afgenomen (zie figuur 4.12). Ongeveer een kwart hiervan wordt opgehelderd.

Bedreiging

Het aantal geregistreerde bedreigingen is in de periode 1995-2006 bijna verdrievoudigd. Het aantal opgemaakte processen-verbaal bedraagt in 2006 bijna 30.000. In 1995 lag dit iets boven 10.000. Net als bij diefstal met geweld is de dader doorgaans geen bekende van het slachtoffer, maar door de confrontatie kan het slachtoffer vaak wel een goede beschrijving van de verdachte geven (zie figuur 4.12). Van deze delicten wordt rond 60% opgehelderd.

Seksuele geweldsdelicten

Het aantal geregistreerde seksuele delicten is in de periode 1995-2006 aanvankelijk gestegen van 5.000 in 1995 tot ruim 7.000 in 1999. Daarna

WODC_CenR_9esther2.indd Sec5:118

is een daling ingezet. De laatste jaren schommelt het aantal opgemaakte processen-verbaal rond de 6.000 (zie figuur 4.12). Van de seksuele delicten zijn de ophelderingspercentages verschillend: bij aanranding ongeveer 50%, bij verkrachting ongeveer 65%.

Verkeersmisdrijven

Een deel van de misdrijven uit de Wegenverkeerswet, zoals rijden onder invloed, het besturen van een motorrijtuig na ontzegging van de rijbe-voegdheid en het weigeren van medewerking aan een bloedproef, kan slechts geconstateerd worden na een gerichte controle van de politie. Het aantal processen-verbaal zegt dus meer over de opsporingsintensiteit van de politie dan over het werkelijke aantal automobilisten in overtreding. Door de aard van deze delicten (veelal opsporingsdelicten) is er nagenoeg een één-op-éénrelatie tussen geregistreerde en opgehelderde misdrijven. Het doorrijden na een ongeval is echter een voorbeeld van een misdrijf waarbij het slachtoffer mogelijk aangifte doet en waarvan de politie een procesverbaal van aangifte opmaakt. Sinds 1980 is het aantal geregis-treerde verkeersmisdrijven verdubbeld (zie figuur 4.13). Met nadruk zij hier vermeld dat de verkeersovertredingen zoals te hard rijden of door rood licht rijden in deze publicatie buiten beschouwing blijven. Figuur 4.13 Geregistreerde en opgehelderde verkeersmisdrijven,

1980-2006 0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 1980 1984 1988 1992 1996 2000 2004 x 1 .0 0 0 Geregistreerd Opgehelderd Voor de corresponderende cijfers, zie tabel 4.5 in bijlage 4.

Bron: CBS

Was het ophelderingspercentage in 1980 nog 74%, vanaf dan daalt het snel tot 41% in 2000, waarna het stijgt tot 49% in 2006. Dit komt vooral door het misdrijf doorrijden na een ongeval.

Figuur 4.14 geeft een overzicht van het aantal geregistreerde verkeers-misdrijven naar type. Het aantal geregistreerde gevallen van rijden onder invloed stijgt nog steeds maar is zoals gezegd sterk afhankelijk van de opsporingsactiviteiten van de politie. Het aantal geregistreerde gevallen van ‘doorrijden na ongeval’ is de laatste jaren gestabiliseerd en vertoont zelfs een licht dalende trend.

Figuur 4.14 Geregistreerde verkeersmisdrijven naar type, 1995-2006

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 x 1 .0 0 0 Doorrijden na / verlaten plaats ongeval

Rijden onder invloed Overige misdrijven Wegenverkeerswet

1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006

Voor de corresponderende cijfers, zie tabel 4.7 in bijlage 4. Bron: CBS

Opiumwet- en Wet wapens en munitiemisdrijven

Ook de delicten die vallen onder de Opiumwet en de Wet wapens en muni-tie (WWM) worden meestal ‘ontdekt’ door gerichte opsporingsactivitei-ten van de politie. De ontwikkeling van deze vormen van criminaliteit weerspiegelt dus deels de aandacht van de politie hiervoor. In figuur 4.15 is te zien dat vooral het aantal geregistreerde Opiumwetmisdrijven (hard- en softdrugshandel en/of -bezit) sterk en schoksgewijs is gestegen in de periode 1995-2006. Ten opzichte van 1995 is sprake van een verviervoudi-ging in 2006. Het aantal geregistreerde WWM-misdrijven is in die periode meer dan verdubbeld.

WODC_CenR_9esther2.indd Sec5:120

Figuur 4.15 Geregistreerde Opiumwet- en Wet wapens en munitie-misdrijven, 1995-2006 0 2

In document Criminaliteit en rechtshandhaving 2006 (pagina 113-121)