• No results found

Bedrijven als slachtoffer

In document Criminaliteit en rechtshandhaving 2006 (pagina 75-78)

In de Monitor Criminaliteit Bedrijven en Instellingen (MBI) is een totaal-beeld geschetst van de criminaliteit waarmee bedrijven en instellingen werden geconfronteerd. In 2002 gaf de helft (51%) van de bedrijven en instellingen aan geconfronteerd te zijn geweest met criminaliteit. Naar schatting ging het daarbij om in totaal 5 miljoen gepleegde delicten. Bijna een kwart van de bedrijven en instellingen was meervoudig slachtoffer, d.w.z. van meer dan één soort delict. Toch beschouwde slechts 7% van de bedrijven en instellingen criminaliteit als een ernstig probleem.

Bijna een op de vijf vestigingen had te maken met diefstal en vernieling. Inbraak kwam eveneens relatief vaak voor (15%). Het totaal aantal dief-staldelicten werd geschat op 2 miljoen. De belangrijkste schadeposten waren directe schade door inbraak en diefstal. De totale schade op jaarba-sis door criminaliteit werd geschat op 1,3 miljard euro, waarvan ongeveer twee derde door inbraak en diefstal.

Aangifte doen op het politiebureau door bedrijven en instellingen verschilde per delict. Inbraak (42%) en diefstal (31%) werden het vaakst aangegeven. Computercriminaliteit daarentegen nauwelijks. De belang-rijkste reden om van aangifte af te zien was het gevoel dat er niets mee gedaan wordt. Vaak ook werd geen aangifte gedaan omdat het probleem zelf is aangepakt of omdat de verzekering de schade dekt. Ook tijdgebrek of de geringe omvang van de schade waren redenen om geen aangifte te doen.

Van de bedrijven en instellingen die criminaliteit wel meldden bij de politie was de helft (zeer) tevreden over de wijze van afhandeling door de politie. De bedrijven die hierover niet tevreden waren, weten dit vooral aan de (schijnbaar) passieve houding van de politie en het uitblijven van zichtbaar resultaat.

De MCB (Monitor Criminaliteit Bedrijfsleven), die de MBI als monitor vanaf 2004 is opgevolgd, is meer gericht op de criminaliteit binnen de afzonderlijke sectoren. Daarom wordt hierna vooral ingegaan op de belangrijkste aspecten per sector.22

22 Per sector is in de MCB 2006 een uitgebreide rapportage samengesteld met gedetailleerde gegevens naar (o.a.) branches binnen de sector, ligging, regio en soort delict.

Criminaliteit als ervaren probleem

Er zijn duidelijke verschillen in de mate waarin de sectoren – volgens de bedrijven zelf – criminaliteit als een probleem ervaren. Rond één op de vijf bedrijven in de zakelijke dienstverlening en in de bouw vindt dit een probleem (in 2006 resp. 19% en 22%), tegenover bijna het dubbele aandeel (37%) in de detailhandel. De sectoren transport en horeca zitten daar tussen in, met rond een op drie bedrijven.

Het aantal bedrijven dat criminaliteit als een probleem ervaart is in alle sectoren gedaald ten opzichte van 2004.

Slachtofferschap algemeen

Ook de mate waarin bedrijven slachtoffer worden van één of meer vormen van criminaliteit verschilt per sector. Bedrijven in de zakelijke dienstver-lening (een kwart in 2006) en in de bouw (28%) worden er het minst vaak mee geconfronteerd (zie figuur 3.5). Voor de andere drie sectoren varieert het aantal bedrijven dat slachtoffer is geweest tussen de 37% (transport) en 45% (detailhandel). In de detailhandel is de kans op slachtofferschap het grootst. In de bouw is het aandeel dat slachtoffer werd van een of meer delicten vrijwel gelijk gebleven; in de overige sectoren is dit aandeel gedaald in vergelijking met 2004.

Ook meervoudig slachtofferschap verschilt naar sector. De detailhandel en de horeca worden vaker geconfronteerd met meer soorten delicten (in 2006 resp. 17% en 16% van de bedrijven) dan de bouw (9%) en de zake-lijke dienstverlening (6%). De transportsector zit hier tussenin. Ook het aandeel meervoudige slachtofferschappen is ten opzichte van 2004 in de bouw vrijwel stabiel gebleven, en gedaald in de overige sectoren.

Slachtofferschap naar soort delict

Vernielingen, diefstallen en inbraken zijn de meest voorkomende vor-men van criminaliteit waarmee het bedrijfsleven wordt geconfronteerd. Diefstal in de detailhandel is op afstand de meest voorkomende vorm. Rond drie op de tien detailhandelsvestigingen heeft hiermee jaarlijks te maken (28% in 2006). Slachtofferschap van diefstaldelicten is in alle sectoren afgenomen, met uitzondering van de bouw.

Vernielingen komen veel voor in de horeca (rond een kwart) en bij de detailhandel (één op vijf).

In de transportsector en de zakelijke dienstverlening is slachtofferschap van vernielingen vergeleken met 2004 gedaald.

Inbraak komt vooral voor bij transportbedrijven (17% in 2006), gevolgd door de horeca 13%). Slachtofferschap van inbraak is ten opzichte van 2004 verminderd in de detailhandel en de horeca.

Geweldsdelicten komen minder vaak voor, behalve in de horeca. Rond één op de tien horecazaken heeft hiermee te maken. In de detailhandel, de transportsector en de zakelijke dienstverlening is het percentage slacht-offers van geweld in 2006 lager dan in 2004.

WODC_CenR_9esther2.indd Sec4:76

Figuur 3.5 Slachtofferschap onder bedrijven naar sector, 2002- 2006 % 0 10 20 30 40 50 60 70 2002 2004 2005 2006 2002 2004 2005 2006 Totaal Meervoudig Detailhandel Horeca Transport1) Bouwnijverheid Zakelijke dienstverlening2) 1) in 2002 vervoer en communicatie

2) in 2002 financiële en zakelijke dienstverlening Voor de corresponderende cijfers zie tabel 3.7 in bijlage 4. Bron: MCB

Met andere vormen van criminaliteit wordt rond 5% van alle bedrijven geconfronteerd. Het slachtofferpercentage is in alle sectoren behalve de bouw gedaald ten opzichte van 2004.

In de MCB 2006 is voor het eerst ook aandacht besteed aan interne crimi-naliteit (dit is diefstal van geld of goederen door eigen personeel). Van alle bedrijfsvestigingen samen had 5% hiermee te maken. Dit varieerde echter per sector van 3% (zakelijke dienstverlening) tot 9% (horeca). In de detail-handel als geheel werd 7% hiermee geconfronteerd (supermarkten 24%).

Schade

Het totale schadebedrag voor het bedrijfsleven als gevolg van ondervon-den criminaliteit, zowel directe als indirecte schade, bedroeg in 2006 voor alle sectoren opgeteld circa 570 miljoen euro.

Vooral de detailhandel heeft veel met financiële schade te maken. In 2006 bedroeg dit 230 miljoen euro, ofwel ruim 40% van de totale schade in de onderzochte sectoren. Diefstal en inbraak vormen voor deze sector de belangrijkste schadepost. Ook in de andere sectoren vormen inbraak en diefstal de belangrijkste kostenpost.

Ten opzichte van voorgaande jaren is deze financiële schade gedaald. In 2004 was de totale schade nog bijna 700 miljoen euro. De afname doet zich in alle sectoren voor, al zijn er wel verschillen in de mate van daling.

In document Criminaliteit en rechtshandhaving 2006 (pagina 75-78)