• No results found

Nieuwe inzichten

In document VU Research Portal (pagina 112-117)

Het herlezen door de bril van verschillende exegetische leeswijzen heeft mij ook nieuwe catechetisch-didactische inzichten gegeven.

Lezen vanuit het Eerste Testament

Als theoloog was mij al gedurende mijn opleiding geleerd dat het Tweede Testament niet los verkrijgbaar is, maar lezend in het spoor van Sahlin die Jezus als een tweede Mozes ziet, klinkt het Eerste Testament op een heel nieuwe manier mee in het vierde evangelie. De manier waarop Tomson de Joodse historische achtergrond mee wil laten klinken, komt mij soms wat ge-kunsteld over, maar de leeswijze van Tomson geeft wel inzicht in de Joodse manier van leren in de eerste eeuwen.

Van `t Riet en Barnard maken de speciale bril van het Eerste Testament in-zichtelijk met een plaatje (zie figuur 2).

Hoofdstuk II exegetische invalshoek

100

Commentaarzinnen

Het valt op dat Johannes zoveel uitlegt in tussenzinnen bij zijn verhalen, alsof zijn toehoorders geen Joden zijn. Dit soort tussenzinnen zijn voor ieder die catechese geeft of verhalen vertelt herkenbaar als didactisch instrument. Feesten

Boendermaker en Monshouwer spreken over ‘de evangelist van de feesten’, maar het feit dat de feesten en de opgangen naar Jeruzalem ook de structuur voor dit evangelie zouden kunnen zijn geeft een extra mogelijkheid voor li-turgische catechese. Felsch wijst daarin ook naar de Joodse tradities van de Misjna en Mechilta. Het vieren van de Joodse feesten en het meebeleven van de verhalen is een aspect dat het liturgisch lezen ons aanreikt. Dit is vooral een leeswijze die de methodiek van de catechese bloot legt, en niet alleen wijst op de liturgie en het meevieren van de feesten als een methodiek voor de catechese, maar ook op catechetische aspecten van de viering binnen de gemeente.

Structuur

Het structureel lezen van Bekker helpt om de diverse herhalingen in het Jo-hannesevangelie te herkennen en te benoemen als een catechetisch curricu-lum en ook als zodanig te gebruiken in een mogelijke catechese naar Johan-nes. Niet alleen de structuralistische leeswijze zoals die van Bekker, maar ook de wijze waarop de exegeten het evangelie naar Johannes indelen heeft ca-techetische consequenties. Zo geeft de indeling waarbij gewezen wordt op Johannes 1-12 als verhalen voor de wereld en Johannes 13-(17)of 21 voor de ingewijden (zij die al de intentie hebben aangegeven bij de gemeente te wil-len gaan behoren) ook aanleiding om te denken aan catechese.

Velen (onder andere Brown, Moody Smith, Bultmann, Chennattu, Goulder, Boendermaker en Monshouwer) wijzen op die tweedeling. Deze indeling maakt hoofdstuk 12 van het Johannesevangelie tot een hoofdstuk waarin een cruciale wending plaatsvindt. Hoe belangrijk deze wending is voor de cate-chese zal ik in hoofdstuk VI aantonen.

School van Johannes

De diverse methoden van lezen geven aan dat er waarschijnlijk geen sprake is van één auteur maar van een groep redacteuren ‘de school van Johannes’ (Brown, Moody Smith, Culpepper enz.). De vorm en het ontstaan van die school worden in het volgende hoofdstuk beschreven, waar het gaat over het leren in de eerste eeuwen van onze jaartelling. Deze rondtrekkende scholen geven op hun manier een inzicht in de manier van leren in het Johannesevan-gelie en een mogelijkheid voor een leerwijze in de catechese.

Hoofdstuk II exegetische invalshoek

101

Vrouwvriendelijkheid

De Groot, Schneiders, Lee, en Griffith Jones hebben gewezen op de vrouw-vriendelijke wijze van schrijven van de evangelist. Dat is zeker voor geloofsle-ren in onze tijd van belang maar geeft geen nieuwe catechetische aspecten aan, of het moet zijn in dat de beschrijving van karakters in het evangelie identificatiemogelijkheden biedt voor vrouwen en mannen.

Karakters

De schrijver van het vierde evangelie voert een groot aantal karakters in van mensen rondom Jezus. Deze verscheidenheid maakt het mogelijk dat de lezer (ook die van nu) zich kan identificeren met deze ‘leerlingen’ van Jezus. Dat past bij een onderwijsleersituatie.

De rol van Jezus als leraar

Van Tilborg wijst op het geduld van Jezus, die steeds bereid is voor zijn lingen opnieuw zijn boodschap uit te leggen. Bovendien geeft hij zijn leer-lingen de opdracht zijn unieke daden na te doen en zo de opdracht van de Vader te vervullen. Deze rol van de leraar (de catecheet) is ook uit didactisch oogpunt van belang.

Diverse lagen in het evangelie

De taal van het vierde evangelie is een verwijzende taal. Door beelden en symbolen wordt er verwezen naar een andere werkelijkheid. Hieruit kunnen de lezers moed en inspiratie opdoen bij hun leven in de harde werkelijkheid van elke dag. Griffith Jones wijst op de onthullende taal van de verhalen en Oosterhuis noemt het de tweede taal van een verhaal. Voor het begrijpen van deze tweede taal is catechese nodig.

Oefenmateriaal voor de eigen situatie

Borgen en Van Tilborg wijzen op de rechtspraken en verhoren die Jezus en hen die door hem genezen (heel gemaakt) zijn, moeten ondergaan. Vooral Van Tilborg ziet dit als een oefening in datgene wat er op de jonge gemeente zal afkomen als zij de weg van Jezus willen gaan en uit de synagoge geworpen zullen worden. De diverse rechtspraken en verhoren zijn − op die manier ge-lezen − een didactische werkvorm die fungeert als een oefening in het om-gaan met het onbegrip van synagoge en overheid.

Water

De vele verhalen over water in het vierde evangelie wijzen volgens Monshou-wer en Boendermaker, Bekker en Schneiders op het belang van de doop of de doorgang door het water (exodus) voor de (eerste) lezers.

Hoofdstuk II exegetische invalshoek

102

De Geest als leraar

Vooral in het tweede deel van het Johannesevangelie (13-17) wordt beschre-ven hoe de Geest die Jezus zal zenden hun alles weer te binnen zal brengen. Moody Smith wijst erop dat daarin ook een rol voor de Geest als leraar is weggelegd.

Zien als kernwoord

Nieuwenhuis, Kumlehn en Schneiders wijzen op het belang van het woord ‘zien’ in het Johannesevangelie, een begrip dat voor de didactiek verstrek-kende consequenties kan hebben omdat het aansluit bij het esthetisch en waarnemend leren en het symbool-leren (zie daarvoor de paragrafen II C 1.1 en II C 1.2) en het leren met accent op speciale kernwoorden (zie paragraaf V B 1.3).

De taal van de doelgroep

Moody Smith wijst behalve op die tweedeling ook nog op het feit dat Johan-nes de taal van zijn tijd gebruikt in zijn manier van vertellen. Dit geeft de ver-binding aan tussen het verhaal van de mensen en het verhaal van de Schrift, een methode van correlerend leren die kennelijk ook door Johannes gebruikt werd. Het is een methode die bruikbaar kan zijn in zowel catechese als pas-toraat.

Conclusie

Wat hebben de verschillende manieren van herlezen van het Johannesevan-gelie opgeleverd voor het onderzoek?

Door het evangelie te herlezen vanuit de diverse leeswijzen wordt duidelijk dat er veel catechetische aspecten in het vierde evangelie naar voren komen, zoals het gebruik van kernwoorden, beelden en symbolen en het schilderen van karakters in het verhaal waarmee ook de toehoorders worden aange-sproken. Naast de herhalingen en vreemde vragen blijken er ook opvallend veel commentaarzinnen voor te komen die heel goed aanwijzingen kunnen zijn voor een catechetisch spoor. Jezus en de Geest worden als leraar ge-schetst die de leerlingen onderrichten door ze de woorden van God en Jezus weer te binnen te brengen.

Al deze bovengenoemde aspecten doen vermoeden dat er naast de theolo-gische, literaire en liturgische leeswijze tevens een catechetische leeswijze van het vierde evangelie mogelijk is. Enkele exegeten zoals Kumlehn, Griffith-Jones, Culpepper, Chennattu en ook Ashton geven een aanzet in die richting. Anderen zoals Boendermaker en Monshouwer noemen het evangelie zelfs

Hoofdstuk II exegetische invalshoek

103

catechese, maar niemand van hen werkt dit uit vanuit de didaktiek en de ca-techetiek. Deze studie is de eerste die de catechetiek direct betrekt bij het lezen van het Johannesevangelie. In hoofdstuk V zal ik deze catechetische leeswijze gedetailleerd uitwerken.

In de volgende hoofdstukken wordt allereerst onderzocht of er vanuit de ons bekende manieren van leren toen (Hoofdstuk III) en nu (Hoofdstuk IV) even-eens een catechetisch spoor te ontdekken is in het vierde evangelie.

In document VU Research Portal (pagina 112-117)