• No results found

2. Venezolaans nationalisme en de reactie van Nederland in de periode 1955-1957

2.2 De verhouding tussen het Koninkrijk en Venezuela in 1956/57

2.2.1 Nederlands handelen om de relatie te verbeteren

belang van de economische samenwerking met Venezuela en zijn zich bewust van de wederkerige afhankelijkheid van de olie-industrie. De Venezolaanse politieke hervormingen brengen daarom zeker ook onzekerheid op de eilanden.

2.2 De verhouding tussen het Koninkrijk en Venezuela in 1956/57. De aanloop naar de jaren zestig

Vanaf het moment dat Gomez begin twintigste eeuw de olie-industrie gaat stimuleren, toont Shell haar interesse in de Venezolaanse olie. Onder Gómez’ leiderschap werd binnen Venezuela een stabiele economie opgebouwd. Shell had hierin de mogelijkheid om flink te groeien en bouwde daartoe een grote olieraffinaderij op Curaçao. Begin jaren 1920 was Shell daardoor met drie bedrijven (Curaçaose Petroleum Industrie Maatschappij, Curaçaose Scheepvaart Maatschappij en Shell Venezuela) actief binnen de Venezolaanse oliewinning.120 In 1919 verwerkte het al zo’n 14.000 vaten olie per dag en nog geen tien jaar later was dit aantal gestegen naar ongeveer 20.000 vaten.121 Gómez gaf onder gunstige voorwaarden de olie-concessies uit wat tot gevolg had dat de Venezolaanse oliesector snel groeide en de oliebedrijven zich op de Antillen vestigden om de gewonnen olie te raffineren. Hoe grotere de olie-industrie werd, hoe meer Venezuela door kreeg dat het land veel inkomsten misliep door de concessies die ze aan de oliebedrijven had verleend. Al in 1915 begon de Venezolaanse regering na te denken over hoe ze meer invloed op de olie-industrie kon krijgen.122

In de jaren 1950 begint dit geluid steeds harder door te klinken in de Venezolaanse politiek. Venezuela wil haar eigen economie hervormen om meer grip te krijgen op de eigen olie, echter de uitgegeven concessies zijn tot in de jaren 1980 rechtsgeldig, waardoor het vrijwel onmogelijk is om hervormingen door te voeren. Binnen deze context is de verhouding tussen Nederland en Venezuela gespannen. In de twee volgende paragrafen wordt als eerste behandeld hoe Nederland de relatie probeert te verbeteren en als tweede hoe Venezuela daarentegen juist haar positie probeert te versterken.

2.2.1 Nederlands handelen om de relatie te verbeteren Staatsbezoek

De Venezolaanse drang naar economische hervormingen is voor de Antillen ongunstig. Nederland probeert invloed op de relatie met Venezuela uit te oefenen om de huidige samenwerking zo stabiel

120 B.S. McBeth, Juan Vincente Gómez and the oil companies in Venezuela, 1908-1935 (Camebridge: Cambridge

University Press 1983), 13.

121 C. Ch. Goslinga, A short history of the Netherlands Antilles and Surinam (Den Haag: M Nijhoff 1979), 142. 122 B.S. McBeth, Juan Vincente Gómez and the oil companies in Venezuela, 1908-1935 (Camebridge: Cambridge

mogelijk te houden. Dit doet Nederland door in 1956 een volgend staatsbezoek naar Venezuela te ondernemen. Voor het Koninkrijk is dit een manier om de politieke banden te verbeteren, terwijl dit voor Venezuela een mogelijkheid is om inzicht te krijgen in de Antilliaanse oliesector. Dit is voor Venezuela belangrijk, omdat met deze inzichten haar politiek, gericht op het hervormen van de Venezolaanse oliesector, gevoed kan worden. In het archief van de Nederlandse Ambassade te Caracas is te lezen dat tijdens dit staatsbezoek de Nederlandse afgevaardigden openhartig met de Venezolaanse gastheren om de tafel gaan. Hierbij wordt er vanuit Venezolaanse zijde vooral een poging gedaan om er achter te komen hoeveel Nederland aan de olieraffinage verdient. Zowel de minister van Financiën, als de minister van Economische Ontwikkeling van Venezuela winnen daartoe bij de Nederlandse afgevaardigden informatie in over de Nederlandse olieopbrengsten.123

Nederland en Shell geven inzicht in de belastingen

De Nederlandse afgevaardigden geven hierin toe dat Nederland sinds 1937 de raffinagebelasting op de Antillen niet meer heeft gewijzigd, terwijl de olieprijzen sinds 1937 hard zijn gestegen.124 Het feit dat Nederland haar economische klimaat voor olie zo gunstig heeft gehouden, werd in Venezuela niet goed ontvangen. Deze wetenschap speelde namelijk precies in op het idee dat Nederland de rijkdom van Venezuela steelt door het voor de oliemaatschappijen extra gunstig te maken om zich op de Antillen te vestigen.125Als reactie hierop heeft de president van Shell hierover contact opgenomen met de Venezolaanse afgevaardigden. Dit resulteerde in een bezoek van de Venezolaanse minister van Financiën aan de Curaçao-raffinaderij. Een signaal dat Shell en het Nederlands buitenlands beleid samenwerken ten aanzien van Venezuela. Shell is in deze bezoeken zeer openhartig richting Venezuela. Alle informatie die Venezuela wil ontvangen wordt gegeven. Tegelijkertijd is er, zoals blijkt uit de bronnen over deze bezoeken, enig wantrouwen over de achtergronden van Venezuelas’ interesse in de Antilliaanse olieraffinage.126

De moeilijke Venezolaanse positie

Uit een brief van de ambassadeur aan de Antilliaanse gouverneur over het Venezolaanse bezoek aan de raffinaderij op Curaçao, blijkt dat de kosten van de raffinage regelmatig met de Directeur

Belastingen en het Ministerie van landbouw werden gecontroleerd en volledig verantwoord werden door de directie van Shell.127

Dit Nederlands handelen is onderdeel van een materiële belastingpolitiek met negatieve gevolgen

123 Nationaal Archief, Den Haag, Nederlandse Ambassade in Venezuela (Caracas) [periode 1955-1974], nummer

toegang 2.05.261, inventarisnummer 173, documentnummer 2312-19105/209.

124 NL-HaNA, Ambassade in Venezuela (1955-1974), 2.05.261, inv.nr. 173, documentnummer 2312-19105/209. 125 NL-HaNA, Ambassade in Venezuela (1955-1974), 2.05.261, inv.nr. 173, documentnummer 2312-19105/209. 126 NL-HaNA, Ambassade in Venezuela (1955-1974), 2.05.261, inv.nr. 173, documentnummer 2312-19105/209. 127 NL-HaNA, Ambassade in Venezuela (1955-1974), 2.05.261, inv.nr. 173, documentnummer 2312-19105/209.

voor de Venezolaanse olie-industrie. Doordat Nederland haar materieel beleid - in de vorm van de lage belastingen op de olieraffinage - zo gunstig houdt voor de Antillen en de oliebedrijven, is het voor Venezuela praktisch onmogelijk om hier tegenop te concurreren. Venezuela kan niet een vergelijkbaar gunstig belastingklimaat ontwikkelen op eigen grond waardoor het land de

olieraffinage niet van de Antillen af zal kunnen krijgen. Hierdoor wordt, in Venezolaanse ogen, het land haar olierijkdom op oneigenlijke wijze ontnomen door de eilanden. Dit creëerde onvrede bij de Venezolaanse ministers, die de wederkerige afhankelijkheid goed weergeeft: aan de ene kant was Venezuela absoluut niet blij te horen dat Nederland door lage belastingen het olieklimaat op de Antillen gunstig had gehouden, maar aan de andere kant zou een verhoging van de Antilliaanse belasting voor Venezuela een harde tegenslag zijn. Immers, deze verhoging zou de prijs van de Venezolaanse olieproducten ten opzichte van de wereldwijde concurrenten verhogen, waardoor de concurrentiepositie van de Venezolaanse geraffineerde olie op de wereldmarkt zou verslechteren en hierdoor de Venezolaanse olie-export en dus ook de opbrengsten zullen dalen.128

Ontevredenheid Venezuela

In de overheidsarchieven en krantenartikelen is vanuit Venezolaans perspectief een behoorlijke weerstand van Venezuela richting het Koninkrijk terug te lezen, terwijl er van uit Antilliaans perspectief vooral in handelsoptimisme over de relatie gesproken wordt. De Antillen zien de Venezolaanse weerstand, maar beide partijen zijn zich bewust van de wederkerige economische afhankelijkheid. Venezuela is in deze de partij die ontevreden is met de situatie en dus de relatie met de Antillen liever ziet veranderen. De Antillen daarentegen willen graag blijven profiteren van de economische voordelen en willen daarom juist zo weinig mogelijk veranderingen doorvoeren. De Nederlandse overheidsbronnen spreken daarom van enig wantrouwen aangaande de vriendelijkheid van Venezuela en de interesse van het land in de Nederlandse raffinageheffingsregelingen.129

Ondanks dit wantrouwen houdt het Koninkrijk een vriendelijk en open karakter staande richting Venezuela. Nederland probeert de verhouding met Venezuela te verbeteren met name door

Venezuela inzicht te geven in haar belastingpolitiek. Dit heeft echter eerder een averechts resultaat. Venezuela ziet hierdoor dat, vanwege de lage belastingen op de Antillen, zij nauwelijks

mogelijkheden heeft om haar economische positie te verbeteren.

2.2.2 Veranderingen binnen de internationale oliesector 1956.