• No results found

Schets 2. Mogelijke ontwikkelingen bij het voorgestelde minimaal natuurontwikkelingsscenario 22

II. 3.2.3.4 Natuurreservaten

De Vlaamse Regering kan terreinen die van belang zijn voor het behoud en de ontwikkeling van de natuur of het natuurlijk milieu, aanwijzen of erkennen als natuurreservaat. Hier wordt, via een aangepast beheer, een natuurstreefbeeld behouden of ontwikkeld. Voor elk natuurreservaat kan binnen groengebieden, bosgebieden of het VEN een uitbreidingszone (visiegebied) vastgesteld worden waarbinnen het recht van voorkoop van toepassing is. Verschillende statuten zijn van toepassing: een “Vlaams reservaat” is een beschermd natuurgebied dat door de Vlaamse Regering wordt aangewezen op gronden die het Vlaamse Gewest in eigendom of in huur heeft. In regel worden deze terreinen beheerd door AMINAL afdeling Natuur. Natuurgebieden in eigendom of huur van erkende terreinbeherende verenigingen, de zogenaamde private natuurreservaten, kunnen door de Vlaamse Regering als “erkend natuurreservaat” worden aangeduid op basis van een goedgekeurd beheerplan en mits akkoord van eventuele eigenaars. Via het bosdecreet kunnen ook bosreservaten aangewezen of erkend worden (zie II.3.2.5).

In al deze natuurreservaten wordt, via een aangepast beheer beschreven in een beheerplan, een natuurstreefbeeld behouden of ontwikkeld. Binnen de reservaten is het verboden (behoudens ontheffing) de rust te verstoren en het landschap aan te tasten op welke wijze ook, in het wild levende diersoorten te vangen of te doden, planten te verzamelen of de vegetatie te vernielen, terreinen te vergraven, bestrijdingsmiddelen of meststoffen te gebruiken. Tevens geldt een verbod om werken uit te voeren die de bronnen en het hydrografisch net kunnen wijzigen of om het waterpeil te wijzigen en op een kunstmatige wijze water te lozen. Deze verbodsbepalingen gelden niet bij uitvoering van een natuurbeheerplan (De Pue et al. 2004).

Binnen het studiegebied liggen enkel erkende reservaten (Daknamse Meersen, de Eenbes, de Buylaers, de Moervaartmeersen, de Lokerse Moervaartmeersen, de Turfmeersen, de Linie, de Fondatie van Boudelo, de Reepkens).

Daknamse Meersen (Daknambroek), Lokeren (beheerd door Natuurpunt vzw, ca. 23 ha) Men treft er vooral hooi- en weilanden, met (natte) ruigten, sloten en enkele kleine vochtige bosjes aan. Volgende vegetatietypes komen hierin voor: natte strooiselruigten (Moerasspirea, Valeriaan), rietvegetaties, dottergrasland, kamgrasland, struisgrasland, watervegetaties (kranswierenklasse, eendekroosklasse en fonteinkruidklasse), verder nog pioniersvegetaties uit de tandzaadklassen en wilgen- en elzenbroekbos (Foto 1).

Het grootste deel van het ongeveer 60 ha grote broek bestaat uit hooi- en weilanden. Hier en daar werden populieren aangeplant of ingeplant in oudere bosjes. De meeste van deze aanplantingen hebben de windhoos op 3 augustus 1986 niet overleefd. De resterende populieren zijn kaprijp of verkeren in een aftakelingsfase tengevolge van aantasting door roestbrand. Het gehele gebied is doorsneden door vele grachten en greppels, soms afgeboord met knotwilgen. De meeste grachten zijn verland met Riet, Rietgras of Liesgras. Een groot deel van de zeldzame en bijzondere soorten die in het gebied voorkomen, horen thuis in waterrijke, basische tot zwak zure, voedselrijke tot mesotrofe kwelrijke vegetaties en licht bemeste graslanden van het alluviale gebied. Ze zijn gebonden aan een vrij laag stikstofgehalte in de bodem en aan een hoge vochtigheid. Door het gevoerde beheer de voorbije tien jaar, werden soortenarme productiegraslanden en voedselrijke graasweiden al omgezet in soortenrijkere graslanden en ruigten. Diverse graslanden verkeren nog in overgangsstadia.

De Eenbes, Lokeren/Moerbeke (beheerd door Durme vzw, ca. 5 ha)

Dit stelt een oud broekbos voor met hakhoutbestand langs de Zuidlede. Er komen soorten voor als Eenbes, Bosanemoon, Gewone salomonszegel, Bleeksporig bosviooltje en Grote keverorchis. De Eenbes vertoont een aspect van doorschietend hakhout onder een kroon van kaprijpe Canadapopulieren. Gewone es, Zwarte els, Zomereik en wilgen voeren de boventoon. In de struiklaag beklemtonen Iep, Sporkehout, Vogelkers en Gewone vlier de vegetatie.

De Buylaers, Lokeren (beheerd door Durme vzw, ca. 18 ha)

In dit gebied komen er een elzenbroekbos, bloemrijke hooilanden en rietveldjes voor.

De Buylaers bestaat grotendeels uit vrij soortenarme, vochtige tot natte, matig tot sterk bemeste graslanden op een doorgaans voedselrijke ondergrond. Door bemaling brengt men het waterpeil tot een voor de landbouw geschikt peil, zodat nog vrij hoge landbouwopbrengsten worden gehaald. Op de meest natte gedeelten worden de natuurwetenschappelijk meest waardevolle graslandtypes gevonden met o.a. soorten als Tweerijige zegge, Holpijp, Waterbies, Scherpe zegge, Waterbies, Dotterbloem, …(Foto 2). Lokerse Moervaartmeersen/Astgemete, Lokeren (beheerd door Durme vzw, ca. 22 ha) Het gebied bestaat hoofdzakelijk uit gekapte populierenbossen op vochtig hooiland met rietvelden en heterogeen aangeplant loofbos. Er komen ook kleinschalige bloemenrijke begreppelde hooimeersen voor, omzoomd met rijen al dan niet geknotte wilgen (Foto 3). Turfmeersen, Moerbeke-Waas (beheerd door Natuurpunt vzw, ca. 20 ha)

Ondanks de aanwezigheid van akkeronkruiden, ruigtevegetatie met speer-en akker op de rijke floravariatie uit het verleden. Vooral langs de waterlopen en op de vroegere weilanden groeien nog volgende planten: Echte koekoeksbloem, Margriet, Heelblaadje, Dotterbloem, Teunisbloem, Jacobskruiskruid, Zomprus, Zeegroene rus, Greppelrus, Stijve en Scherpe zegge, Gevleugeld en Kantig hertshooi, Penningkruid, Poelruit, Mattenbies, Gewone waterbies, Waterpunge, …(Foto 4).

De Linie, Lokeren (beheerd door Durme vzw, ca. 12 ha)

Men treft er oude hooilanden aan die ontwikkeld zijn als rietvelden met prachtige knotwilgen langs de sloten (Foto 5). Verder komen er grienden, wilgenbosjes en verlaten kruidenrijke akkers voor.

Op de vergraste akkers domineert Gestreepte witbol en zijn Akkerdistel en Grote brandnetel subdominant. Langs de lager gelegen randen zijn o.a. Moeraszegge, Oeverzegge en Moerasspirea opvallend. Het jonge braakland bevat naast een lager gelegen griendbosje met o.a. Brede stekelvaren en Poelruit, ook een dreef met de zeldzaam wordende variëteit ‘Blauwe van Eksaarde’. In het Liniebosje domineren Zwarte els en wilg met houtzwammen o.a. Gewoon elfenbankje en Zadelzwam. Op de rietveldpercelen met struweel en zeggevelden groeien opvallende soorten als Bosbies, Scherpe zegge, Moerasspirea en Zeegroene rus.

Fondatie van Boudelo, Sint-Niklaas/Sinaai (beheerd door Durme vzw, ca. 72 ha)

Het gebied bestaat voornamelijk uit oude hakhoutbossen, populierenbos, dreven en graslanden.

Een groot en zeer waardevol loofbos bevindt zich in de Heirnisse. Dit bosgebied bestaat uit gedeelten zuur eikenbos en gedeelten alluviaal stikstofrijk elzenbos. De aanwezigheid van grote percelen hakhout en moeraskalk in de bodem, zijn belangrijke gegevens die de hoge biologische waarden van het gebied bepalen.

Graslandcomplexen van enige omvang en enige landschappelijke en biologische waarde, vaak afgelijnd en/of doorsneden met kleine landschapselementen, zijn bijna uitsluitend terug te vinden in de uitlopers van de Moervaartdepressie. In deze graslanden bevinden zich waardevolle vegetaties van het Dotterbloemverbond en in sommige gevallen van het Moerasspireaverbond. Zo zijn typische (zeldzamere) vochtminnende planten als o.a. Dotterbloem, Moeraswalstro, Echte koekoeksbloem, Holpijp, Tweerijige zegge in deze graslanden aan te treffen.

Moervaartmeersen, Sint-Niklaas/Sinaai (beheerd door Natuurpunt vzw en de stad St- Niklaas, ca. 3 ha)

Dit gebied wordt gekenmerkt door bloemenrijke en vrij soortenrijke dottergraslanden met naast Dotterbloem veel Pinksterbloem, Gewone koekoeksbloem en Egelboterbloem als aspectbepalende soorten. Verder treft men er ook soorten aan als Moerasrolklaver, Zeegroene muur, Tweerijige zegge, Scherpe zegge, Fioringras, Moerasvergeet-me-nietje, Kale jonker en Penningkruid.

De meest vochtige graslandpercelen die als hooiland worden gebruikt hebben een minder bloemenrijk karakter met gestreepte witbol als dominante soort en bezitten dottergraslandrelicten in de perceelsranden.

Verlaten vochtige hooilanden zijn al dan niet ingeplant met Canadapopulieren en bezitten als ruigtesoorten vooral Moerasspirea, Blauw glidkruid, Poelruit, Grote kattenstaart, Harig wilgeroosje, Bitterzoet, Riet, Grote wederik, Gewone smeerwortel, Haagwinde en Rietgras. Naast de aangeplante Canadapopulieren treedt op beperkte schaal spontane verbossing op met Zwarte els en wilgen.

In enkele grachten komen nog fragmentaire vegetaties voor van het Verbond van Kleine fonteinkruiden.

Reepkens, Wachtebeke (beheerd door Natuurpunt vzw, ca. 7 ha)

De reservaatspercelen worden gevormd door een rietvegetatie een vochtig, ingedijkt wilgenbroekbos, die in verbinding staan met de Moervaart. De rietvegetatie bevat begeleidende soorten als Blaartrekkende boterbloem, Grote lisdodde en Waterzuring.

Gezien de grote verscheidenheid van biotopen, aanplanten, menselijke ingrepen en bodemgebruik, treffen we ook een grote variatie in de vegetatie aan. De struik- en boomlaag bevat spontaan opgeschoten soorten als wilg (Schietwilg, Waterwilg), Zwarte elzen, Gewone es en een enkele Zomereik, naast aangeplante populierenvariëteiten.