• No results found

5. Bevindingen

5.2 Gebruik van de wettelijke mogelijkheden

5.2.2 Motieven van inzage in het remuneratierapport

De tweede gestelde vraag aan de voorzitters betrof het doel waarom zij het remuneratierapport hadden opgevraagd. Daarnaast werd gevraagd naar de aanwezige kennis om het remuneratierapport te beoordelen. Naar aanleiding van het gesprek met het MNO, dat als een van de eerste gesprekken heeft plaatsgevonden, was de verwachting dat de aanwezige kennis van het remuneratierapport beperkt aanwezig zou zijn bij de ondervraagde voorzitters.

Er is waarschijnlijk weinig expertise op het gebied van het remuneratierapport. Daarnaast zal de interesse van OR leden ook eerder uitgaan naar bijvoorbeeld een reorganisatie, waar gaat het bedrijf in de toekomst heen, etc..

Naast het MNO was ook een advieskantoor gevraagd naar haar mening over de kennispositie van de OR op dit onderwerp. Volgens dit advieskantoor was de kennispositie van de OR voor verbetering vatbaar.

Hoe denkt u over de kennispositie en wat zijn uw ervaringen m.b.t. de ondernemingsraad als het gaat om de beloningsstructuur van het dagelijkse bestuur?

We zijn van mening dat de kennispositie bij de OR-leden op het gebied van de

beloningsstructuur van het dagelijkse bestuur voor verbetering vatbaar is. OR-leden hebben dikwijls een kennisachterstand op dit vlak vergeleken bij de RVC met als gevolg dat dit niet leidt tot een goede dialoog. Als de OR zich laat leiden tot normen vanuit de vakbond die niet altijd toepasbaar zijn op de beloning van het bestuur, zoals een verhouding van 1 op 20 tussen de laagst betaalde werknemer en de bestuurder, kan de RvC het commentaar eenvoudig diskwalificeren.’

Opdrachten vanuit de OR-en voor advies op dit terrein komen we niet veel tegen, wel vanuit de hoek van de RVC. Zij vragen advies over bijvoorbeeld de beloningsstructuur (loongebouw), waaronder benchmarking. Onze ervaring is dat de OR zich zelden pro- actief manifesteert op dit onderwerp.

Bij vraag twee, zie hieronder, met betrekking tot deelvraag A die aan de voorzitters van de (C)OR-en is gevraagd, wordt bedoeld met inzage in het remuneratierapport de periode voordat de AVA een beslissing heeft genomen over dit remuneratierapport. Veel voorzitters hebben onder meer door publicatie van het jaarverslag kennis genomen van het beloningsbeleid met betrekking tot de topbestuurders van de onderneming. Publicatie vindt plaats nadat de AVA haar goedkeuring heeft verleend.

2. Indien de OR inzage heeft gevraagd in het remuneratierapport van de RVC, met welk doel heeft zij dit gedaan? Hoe heeft de OR haar kennis verzameld om tot een standpunt te komen over het remuneratierapport?

De vijf voorzitters die het remuneratierapport wel hadden opgevraagd deden dit om, indien daar aanleiding voor was, invloed uit te oefenen op het beloningsbeleid. Een van de invalshoeken was de koppeling van beloningen tussen werknemers en bestuurders, de loonkloof.

- Het remuneratierapport bespreken we in de COR en stellen vragen hierover op. We hebben hiervoor geen specifieke kennis in huis, wordt ook niet ervaren als een probleem. Onze insteek is vanuit de werknemers. Als de werknemers geen recht meer hebben op variabele beloningen dan zijn wij van mening dat dit ook zou moeten gelden voor de TOP van het bedrijf. De CEO krijgt dan ook alleen een vaste beloning.

Een andere invalshoek was om invloed uit te oefenen op de componenten van de beloning, niet de hoogte. Deze (C)OR-en onderhandelden om de targets in de beloningsstructuur niet alleen van financiële componenten afhankelijk te laten zijn.

- We kijken of het remuneratierapport naar onze mening voor het bedrijf optimaal is. We waren van mening als COR dat de beloningsstructuur zich richtte op het behalen van financiële doelen met als gevolg dat de noodzakelijke investeringen in de dienstverlening achter bleven. Dit hebben we aangekaart. Kennis komt uit ons gezonde boerenverstand.

- De OR heeft gebruik gemaakt van haar recht op geïnformeerd te worden en kan dan Invloed uit oefenen op het beloningsbeleid. De OR heeft bijvoorbeeld ingezet op niet financiële componenten zoals medewerkersbetrokkenheid, kwaliteit en een CO2 component. De OR

krijgt haar kennis via de afdeling HR die de beloningsstructuur in detail uitwerkt, waaronder de benchmarking. Koppeling naar CAO verhoging in verleden, nu versobering, vaste beloning lager.

Andere invalshoeken waren om excessen te signaleren of een verzoek van de directie om de visie van de (C)OR op het beloningsbeleid van de bestuurders kenbaar te maken.

- Geïnformeerd te worden en of er niet hele rare dingen gebeuren. Geen focuspunt. Andere zaken hebben meer prioriteit, zoals de reorganisatie. We hebben een controller in de (C)OR, maar we hebben geen specifieke kennis op dit gebied. Het heeft binnen de (C)OR ook geen prioriteit. We hebben zover ik weet als COR ook nog geen bezwaar gemaakt tegen de voorstellen inzake de beloningsstructuur van het dagelijkse bestuur.

- Wij hebben het verzoek gekregen van de bestuurder om onze visie kenbaar te maken omtrent het bezoldigingsbeleid. De reden van dat verzoek staat mij niet meer bij. Wij hebben een uitleg gehad van het bezoldigingsbeleid en een consultant ingeschakeld om advies in te winnen. Wij vonden vooral de variabele beloningen aan de hoge kant. Deze liggen bijvoorbeeld in de verhouding van 5 % voor werknemers en 70% voor de top bij dezelfde targets.

Tabel 6 Overzicht van de redenen van de voorzitters die het remuneratierapport hadden opgevraagd

gebruik wettelijke mogelijkheden

doel opvragen

rem.rapport aantal

Ja 5

geen rare dingen 1

in belang van bedrijf 1 koppeling met

werknemers 1

uitoefenen invloed 2

Eindtotaal 5

De motieven om het remuneratierapport op te vragen zijn direct of indirect gericht op het invloed uitoefenen. Er is binnen deze groep weinig specifieke kennis aanwezig met betrekking tot het remuneratierapport.