• No results found

5. Bevindingen

5.2 Gebruik van de wettelijke mogelijkheden

5.2.3 Motieven van afzien inzage remuneratierapport

Het merendeel van de geïnterviewde voorzitters hadden geen remuneratierapport opgevraagd bij de RVC. De derde gestelde vraag was gericht om kennis te verkrijgen over de argumenten van deze groep.

3. Indien de OR geen kennis heeft genomen van het remuneratierapport, wat was de motivatie van de OR om deze actie achterwege te laten?

Acht voorzitters gaven als reden op dat dit wettelijk niet mogelijk is door de organisatiestructuur, zoals beschreven in hoofdstuk 2.5. De (C)OR heeft invloed op de Nederlandse onderdelen die zijn weggezet in een Nederlandse werkmaatschappij. Daardoor blijft het onderwerp van de beloningen van de topbestuurders van de buitenlandse rechtspersoon of de Nederlandse moedermaatschappij buiten bereik van de invloedsfeer van de OR-en. Een voorzitter had wel de mogelijkheid maar de (C)OR heeft geen aanleiding gehad om het remuneratierapport op te vragen. Bovendien was het zinloos in zijn beleving want de meerderheid van de aandelen ligt bij een partij en heeft daardoor alle macht.

- Het remuneratiebeleid bij onze onderneming is, omdat het een internationale zaak is, niet advies plichtig voor de COR.

- We hebben geen contact met de bestuurders van de NV, wel met de bestuurders van de werkmaatschappijen in Nederland.

- Is lastig bij een bedrijf waarbij de NV en BV gescheiden zijn.

- Wij hebben overleg met de RVC van Nederland en niet met de RVC van de multinational, de NV.

- De COR heeft medezeggenschap van de dochterondernemingen binnen Nederland maar de holding NV, de moeder, is afgesloten voor de COR. Het komt erop neer dat de

medezeggenschap zich niet gaat bemoeien met buitenlandse zaken. Overleg van de (C)OR vindt dus niet plaats met de bestuurders van de holding.

- De ondernemingsraad kan niets afdwingen.

- Het hoofdkantoor zit niet in Nederland, we zijn een dochter en hebben geen rechten op de echte top.

- Geen wettelijke mogelijkheden, we zijn een dochter van een buitenlandse onderneming.

- Wij hebben geen wettelijke mogelijkheden op dit gebied. Wij hebben als COR de

vertegenwoordiging voor het Nederlandse gebeuren en over de NV, waar de topbestuurders deel vanuit maken, hebben wij geen contact en geen directe invloed. Het is voor ons ‘een ver van je bed show’.

Tabel 7 Overzicht van redenen waarom geen gebruik gemaakt is van de wettelijke mogelijkheden gebruik wettelijke mogelijkheden motivatie niet opvragen RR aantal

Nee 9

geen aanleiding, zinloos 1

geen invloed door

organisatiestructuur 8

Eindtotaal 9

Ook binnen het platform van de multinationale ondernemingen, het MNO, is het juridische aspect van het ’buitenspel’ zetten van de OR door de organisatiestructuur van de onderneming aan bod geweest. Voor het MNO is niet helder wat de positie van de OR is binnen internationale concerns op het gebied van de beloningen bij de topbestuurders.

Voorts is niet helder wat de juridische positie is van de OR op dit gebied bij de topbestuurders. Bij multinationale ondernemingen met name door de bestuurders wordt er snel van

uitgegaan dat de (C)OR zich richt op de activiteiten in Nederland en niet op die in het

buitenland en dus ook niet op de beloning van bijvoorbeeld de bestuurders aan de top van het concern (Ingeval holding constructie en buitenlandse aansturing). De Universiteit van

Maastricht zal naar de positie van Nederlandse ondernemingsraden in internationale concerns een promotie onderzoek uitvoeren voor het MNO.

Naast het feit dat er wettelijk geen mogelijkheden zijn en de (C)OR niets kan afdwingen, worden ook andere oorzaken genoemd om geen kennis te nemen van het remuneratierapport. Oorzaken die genoemd worden zijn het ontbreken van kennis om het remuneratierapport te beoordelen, zinloos, andere prioriteiten en het ontbreken van een aanleiding vanwege de goede prestaties van de topbestuurder.

- Remuneratiebeleid wordt aangenomen door de AVA en dat gebeurt over het algemeen met overweldigende meerderheid van stemmen. Op een beleid waar 99,4% voor stemt ligt het stellen van kritische vragen niet voor de hand.

- OR heeft voldoende aan de informatie die publiek wordt gemaakt. Daarin staat o.a. de summary van het rapport.

- Heel veel agendapunten, andere prioriteiten. Daarnaast loopt ons bedrijf niet voorop als het gaat om excessieve beloningen, dus daarom is onze aandacht wat minder op dit vlak.

- We hebben geen contact met de RVC , we zouden dit wel willen. We zien wel dat de

bestuurders in beloningen omhoog gaan, meer dan de werknemers maar kennen hier niet de achtergronden van.

- De ondernemingsraad heeft geen aanleiding gehad om actie te ondernemen op dit gebied. De ondernemingsraad heeft kennis genomen van de algemene trendontwikkeling van de verhouding beloning management-werknemers, bij sterke afwijking zou dit een agendapunt worden bij het overleg met het management. In het verleden is er een keer met de RVC gesproken over de beloningsstructuur, er is toen meer detailinformatie gegeven met als gevolg dat de grond onder de discussie wegviel. Daarnaast heeft de grootste aandeelhouder meer dan 50% belang in de NV en derhalve ligt daar de beslissing. De ondernemingsraad kan niets afdwingen.

- We hebben te weinig kennis van het remuneratierapport, hebben we gewoon niet’ en ‘Niet op terug gekomen vanwege de drukte van het aantal reorganisaties.

- Ook al zouden we het remuneratierapport te zien krijgen dan ontbreekt de kennis, deze zouden we dan moeten inhuren.

- De topbestuurder, en ik denk dat dit breed gedragen wordt binnen ons bedrijf van

voornamelijk hoog opgeleid personeel, zegt waar hij/zij wil staan over een paar jaar en dan staat ze er ook. Ze komt de belofte na en het bedrijf groeit. Vanuit die invalshoek is er zeer weinig gemopper over de beloning. De beloningen van de CEO van de Nederlandse BV wordt ook bepaald door de NV. Daarnaast zijn wij maar een kleine speler, als Nederlandse BV, in het geheel van de onderneming. Wie zijn wij om er dan iets van te vinden? Daarnaast hebben wij voldoende informatie ter beschikking, en is het niet nodig om dit soort gegevens officieel op

te vragen. Ik denk dat als we er om vragen het geen probleem is en dat we de gegevens zullen ontvangen.

Tevens was er een voorzitter die, hoewel wettelijk gezien er geen mogelijkheden zijn om vooraf inzage in het remuneratierapport te krijgen, wel een motivatie had om het rapport juist wel op te vragen.

- Wij gebruiken het remuneratierapport voor informatie en dit zou een signaal kunnen zijn voor vragen. We vormen op deze manier een oordeel. De RVC kan om toelichting worden gevraagd omtrent het remuneratierapport. We nemen geen officieel standpunt in, we hebben nog geen excessieve beloningen gezien. Binnen de COR zijn ook leden die financiële expertise hebben en zij kunnen ook vragen stellen aan de RVC.

Tabel 8 Overzicht van andere redenen dan de organisatiestructuur om wel of geen kennis te nemen van het remuneratierapport

gebruik wettelijke

mogelijkheden doel opvragen rem.rapport aantal

Nee 9

AVA 99% akkoord, loongebouw besproken 1

signaal voor informatie 1

inzage via website, voldoende informatie 1 geen aandacht voor, andere prioriteiten 1

kennis ontbreekt 1

inzage via website koppeling met

werknemers 1

weinig aandacht voor, geen kennis 1

geen aandacht, kennis ontbreekt 1

geen aandacht voor, CEO doet het goed 1

Eindtotaal 9

Het merendeel van de ondervraagde voorzitters heeft geen wettelijke mogelijkheden door de organisatiestructuur, er is sprake van een buitenlandse moedermaatschappij of de (C)OR is verbonden aan een werkmaatschappij met de Nederlandse activiteiten van een Nederlandse

moedermaatschappij. Deze (C)OR-en kunnen wettelijk geen invloed uitoefenen op de bezoldiging van de topbestuurders van de onderneming. Het merendeel vond dat het ook niet veel zin had om het remuneratierapport op te vragen, waaronder het argument van het ontbreken van kennis over een ‘passende’ beloningsstructuur vaker voorkwam. De voorzitters die wel invloed konden uitoefenen op het beloningsbeleid maakten gebruik van de mogelijkheid om het remuneratierapport op te vragen.

Het merendeel van de voorzitters deed dit om direct of indirect invloed uit te kunnen oefenen op de beloningsstructuur van het dagelijkse bestuur. Voorts blijken de (C)OR-en weinig specifieke kennis in huis te hebben om het remuneratierapport te beoordelen. Dit wordt bevestigd door een

advieskantoor, hun ervaring is dat de (C)OR zich zelden pro- actief manifesteert op dit onderwerp. In hoofdstuk 5.3 zal het onderzoek zich richten op de vraag op welke wijze een standpunt van de OR- en, met betrekking tot de voorstellen van de RVC over het bezoldigingsbeleid van de topbestuurders, bijdragen aan de corporate governance. En als zij een standpunt innemen, aan wie communiceren zij dit? Gaan zij het gesprek aan met de RVC of de AVA?