• No results found

Piet Verhagen en Gerrit Glas

13.3.1 Het moreel beraad

Ethische reflectie kan op allerlei manieren in praktijk worden gebracht. In de

gezondheidszorg wordt op veel plaatsen gebruik gemaakt van het zogenaamde morele beraad, als specifieke vorm van intervisie. Moreel beraad is een methodische gesprekvoering over een morele vraag aan de hand van een concrete ervaring onder leiding van een

opgeleide gespreksleider. Dat morele beraad is zo ingericht dat het in feite een dialoog is over ons eigen denken over morele vraagstukken. Dat kunnen filosofische (wat is respect?), normatieve (wat is goed om te doen?), of existentiële vragen (welke deugd heb ik hierin nodig?) zijn (Molewijk, 2014, p. 23-25). In de praktijk worden verschillende vormen van een moreel beraad gehanteerd waarvan de dilemmamethode wellicht de bekendste is. Deze methode bestaat uit de volgende stappen: na een introductie volgt de formulering van een moreel dilemma op basis van een actuele casus. Vervolgens stellen de deelnemers

verhelderingsvragen en worden de normen en waarden vanuit verschillende perspectieven

geïnventariseerd. Na het verkennen van alternatieven maakt iedere deelnemer een

individuele afweging. Na de verkenning van de overeenkomsten en de verschillen worden er conclusies getrokken en acties geformuleerd.

Het morele beraad wordt vormgegeven in teamverband of in een trainingsgroep met als doel het versterken van de morele competentie. Idealiter maakt het moreel beraad een vast onderdeel uit van de overlegstructuur van een behandelteam.

13.4 Samenvatting

• Er is in de praktijk in de geestelijke gezondheidszorg (nog steeds) geen sprake van systematische en structurele reflectie op ethische aspecten van het professioneel handelen.

• Ethische reflectie hoort bij professionaliteit zoals we uit beroepscodes en het competentieprofiel van professionals in de gezondheidszorg hebben begrepen.

• Er zijn vier kernwaarden, die in allerlei variaties in binnen- en buitenland in wet- en regelgeving en beroepscodes telkens weer verwoord worden: verantwoordelijkheid, integriteit, respect en deskundigheid.

• De praktijk van de hulpverlening is een morele praktijk, waarin de professional vorm en inhoud geeft aan de eigen professionele rol vanuit de professie zelf en evenzeer vanuit de eigen levensvisie en morele waarden.

• Waarden en normen komen tot uiting in alle facetten van de organisatie van groepsbehandelingen. Ze spelen een rol bij de opzet van een groep en bij de regels en afspraken die we maken met de groep.

• Idealiter maakt het moreel beraad een vast onderdeel uit van de overlegstructuur van een behandelteam.

13.5 Aanbevolen literatuur

Association for Specialists in Group Work:

https://static1.squarespace.com/static/55cea634e4b083e448c3dd50/t/55d3f792e4b08c827 e15cb79/1439954834126/ASGW_Best_Practices.pdf.

Dartel, H. van, Molewijk, B. (red.). In gesprek blijven over goede zorg. Overlegmethoden voor ethiek in de praktijk. Amsterdam: Uitgeverij Boom.

NVGP Beroepscode. https://www.groepspsychotherapie.nl/vereniging/beroepscode-en-lidmaatschap.html

Soudijn, K. (2015). Ethische codes voor psychologen. Derde editie. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.

Thunnissen, M., de Graaf, A. (red.). Leerboek transactionele analyse. Hoofdstuk 9 Ethiek.

Utrecht. De Tijdstroom.

13.6 Geraadpleegde literatuur

American Group Psychotherapy Association (2007). Practice Guidelines for Group Psychotherapy. http://www.agpa.org/home/practice-resources/practice-guidelines-for-group-psychotherapy.

Association for Specialists in Group Work (2008). Best Practice Guidelines 2007 revisions. The Journal for Specialists in Group work, 33 (2),111-117.

Berk, T.J.C. (2005). Leerboek groepspsychotherapie. Utrecht: De Tijdstroom.

Billow, R.M. (2010a). Modes of Therapeutic Engagement. Part I: Diplomacy and Integrity.

International Journal of Group Psychotherapy, 60 (1), 1-28.

Billow, R.M. (2010b). Models of Therapeutic Engagement. Part II: Sincerity and Authenticity.

International Journal of Group Psychotherapy, 60 (1), 29-58.

Brabender, V. (2006). The Ethical Group Psychotherapist. International Journal of Group Psychotherapy, 56 (4), 395-414.

Brabender, V. (2007). The Ethical Group Psychotherapist: A Coda. International Journal of Group Psychotherapy, 57 (1), 41-47.

Dalal, F. (2014). Ethics versus Compliance. The Institution, Ethical Psychotherapy Practice, (and Me). Group Analysis, 47 (1), 62-81.

Dartel, H. van, Witte, J. de (2014). Professionele verantwoordelijkheid en ethische reflectie.

In H. van Dartel, B. Molewijk (red.), In gesprek blijven over goede zorg. Overlegmethoden voor ethiek in de praktijk (pp. 36-49). Amsterdam: Uitgeverij Boom.

European Federation of Psychologists’ Associations (2005). Meta-Code of Ethics. Accepted 1995, Revised 2005. http://ethics.efpa.eu/meta-code/.

Gabbard, G.O., Roberts, L.W., Crisp-Han, H., Ball, V., Hobday, G., Rachal, F. (2012).

Professionalism in Psychiatry. Arlington: American Psychiatric Publishing (een Nederlandse vertaling verscheen in 2012 bij De Tijdstroom).

Glas. G. (2012). Filosofie van de psychiatrie. In P.J. Verhagen, H.J.G.M. van Megen (red.), Handboek psychiatrie, religie en spiritualiteit (pp. 63-74). Utrecht: De Tijdstroom.

Haas, H. de (2013). Groepsbegeleiding en groepsbehandeling in de gezondheidszorg.

Amsterdam: uitgeverij Boom Nelissen.

Institute for Group Analysis (2014). Codes of ethics and Professional Conduct.

http://www.groupanalysis.org/Portals/0/IGA_Codes_of_Ethics_and_Professional_Conduct_

2014.pdf.

Kalmthout, M. van (2005). Psychotherapie en de zin van het bestaan. Utrecht: De Tijdstroom.

Landelijke Vereniging voor Vrijgevestigde Psychologen & Psychotherapeuten (z.j.).

Kwaliteitscriteria voor de vrijgevestigde praktijk. Utrecht: LVVP.

https://www.lvvp.info/redactie/ckeditor422/plugins/doksoft_uploader/userfiles/files/Kwalit eitscriteria.pdf

Molewijk, B. (2014). Moreel beraad. Waarom, waaruit en waartoe? In H. van Dartel, B.

Molewijk (red.), In gesprek blijven over goede zorg. Overlegmethoden voor ethiek in de praktijk (pp. 21-35). Amsterdam: Uitgeverij Boom.

Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (2010). Beroepscode voor psychiaters. Utrecht:

NVvP. https://www.nvvp.net/stream/beroepscode-voor-psychiaters-mei-2010.

Nobel, L. de, Berkvens, E.D., Buitenhuis, M.L., Dalewijk, H.J., Geertjes, L.J.J.M. (2018).

Beroepscode voor psychotherapeuten. Utrecht: NVP. https://www.psychotherapie.nl/het-beroep-psychotherapeut/beroepscode.

Radden, J., Sadler, J.Z. (2010). The Virtuous Psychiatrist. Character Ethics in Psychiatric Practice. Oxford: Oxford University Press.

Schlapobersky, J.R. (2016). From the Couch to the Circle. Group-Analytic psychotherapy in Practice. London: Routledge.

Schoot, T. van der, Buitenhuis, M. (2013). Juridische en ethische aspecten van de beroepsuitoefening van de psychotherapeut. In S. Colijn, H. Snijders, M. Thunnissen, S.

Bögels, W. Trijsbrug (2013), Leerboek Psychotherapie (pp. 895-905). Utrecht: de Tijdstroom.

Soudijn, K. (2015). Ethische codes voor psychologen. Derde editie. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.

Thunnissen, M., de Graaf, A. (red.). Leerboek transactionele analyse. Utrecht. De Tijdstroom.

Vandermeersch, P. (2011). De inbreng van de psychoanalyse in de ethiek. In J. Dirkx, M.

Hebbrecht, dr. A.W.M, Mooij, dr. R. Vermote (red.), Handboek psychodynamiek. Een verdiepende kijk op psychiatrie en psychotherapie (pp. 591-598). Utrecht: De Tijdstroom.

Waring, D.R. (2012). The Virtuous Patient: Psychotherapy and the Cultivation of Character.

Philosophy, Psychiatry, Psychology, 19 (1), 25-35.

Yalom, I.D., Leszcz, M. (2005). The Theory and Practice of Group Psychotherapy. 5th Edition.

New York: Basic Books.