• No results found

Hoofdstuk 5 Discussie

5.3 Methodologische beperkingen

Zoals we in het tweede, methodologische hoofdstuk bespraken, voerden we voor deze masterproef een onderzoek uit dat eerder uitdagend van aard was. Niet alleen was de combinatie van het cultureel-individueel perspectief en de neo-institutionele theorie nog maar zelden in wetenschappelijk onderzoek gebruikt, maar kwam er ook nog bij dat onze concretisering van sociale netwerkanalyse als onderzoeksmethode nieuw was aan het Centrum voor Onderwijsbeleid, -vernieuwing en Lerarenopleiding van de KU Leuven. We zijn ons dan ook bewust van enkele methodologische beperkingen van ons onderzoek en laten het niet na om deze met u te delen.

Een eerste methodologische beperking van dit masterproefonderzoek vloeit voort uit de beperkingen van de egocentrische benadering van sociale netwerkanalyse. Hoewel het interessante informatie kan opleveren, zijn we door het gebruik van dergelijke egocentrische benadering ten eerste niet in staat om een sociaal netwerk van heel de school op te bouwen door een netwerkanalyse uit te voeren bij alle leerkrachten in de school (Coburn & Russell, 2008). Bovendien kunnen we met deze egocentrische benadering niet uitmaken of de sociale netwerken van beginnende leerkrachten veel verschillen of gelijkenissen vertonen met de netwerken van andere leerkrachten of actoren in de school (Coburn & Russell, 2008).

Deze beperkingen vormden geen belemmering voor ons onderzoek, omdat de kracht van de egocentrische benadering net ligt in het feit dat we hiermee geen veronderstellingen maakten over de aard en de vorm van de sociale netwerken van de respondenten (Coburn & Russell, 2008). Omdat de identificatie van deze netwerken net een essentiële stap was in ons onderzoek, brachten we de sociale netwerken van de respondenten namelijk bottom-up in kaart. Door de respondenten zelf het netwerk te laten construeren op basis van de interacties die hadden plaatsgevonden met andere personen, bleven de netwerken niet beperkt tot bestaande formele structuren of bestaande grenzen (bijvoorbeeld de school), wat wel het geval zou zijn wanneer we top-down hadden gewerkt (Carrasco, Hogan, Wellman, & Miller, 2006; Reagans & McEvily, 2003).

Een tweede beperking situeert zich in het aantal momenten waarop we data verzamelden om de evolutie van het sociale netwerk van de beginnende leerkrachten over een heel schooljaar in beeld te brengen. Hoewel we vier maal data hebben verzameld aan de hand van het netwerkformulier op momenten verspreid over het hele schooljaar, blijven we beperkt tot een analyse van momentopnames. De evolutie van het sociale netwerk van beginnende leerkrachten is in realiteit dus veel complexer en genuanceerd dan onze analyses waarbij we in grote lijnen de evolutie van hun sociale netwerk weergaven. Deze methodologische tekortkoming hebben we echter tijdens het onderzoek zoveel mogelijk trachten te beperken door aan de hand van de semi-gestructureerde interviews een zo genuanceerd mogelijk beeld te bekomen van de vastgestelde evolutie. De respondenten verwezen hierin namelijk vaak naar situaties die buiten de weken vielen waarin we de data verzamelden. Hierdoor bekwamen we ook informatie over hun sociale netwerk op de andere momenten doorheen het schooljaar. Daarom zagen we de semi-gestructureerde interviews doorheen onze dataverzameling als een rijke bron om aanvullende informatie te bekomen en hebben we onze analyses ook grotendeels gebaseerd op de informatie die hierin aan bod kwam.

Ten derde werden we als onderzoekers geconfronteerd met de drukke agenda’s van onze respondenten, wat maakte dat we meermaals slechts een beperkte tijd kregen om het interview uit te voeren. Door deze tijdsdruk waren we soms genoodzaakt om enkele vragen uit de interviewleidraad minder diepgaand te bespreken, wat niet wegneemt dat de respondenten zeer bereidwillig waren om ons toch alle informatie te proberen geven die we nodig hadden. Het feit dat we meermaals data verzamelden, was in dit onderzoek dan ook een enorm voordeel. Niet alleen kwamen enkele vragen in alle interviews steeds aan bod, maar konden we eventueel in het volgende interview ook dieper ingaan op bepaalde thema’s indien deze in het vorige interview door tijdgebrek slecht beknopt waren behandeld.

Een vierde beperking betreft de aanwezigheid van onnauwkeurigheden in de dataverzameling ten gevolge van geheugeneffecten of het niet steeds nauwgezet invullen

van het netwerkformulier. Hoewel de respondenten telkens zo snel als mogelijk het netwerkformulier invulden, bleek tijdens de interviews meermaals dat ze enkele contactpersonen vergeten te vermelden waren op het netwerkformulier. Ook hier waren de interviews die hierop volgden een belangrijke bron om bijkomende informatie hieromtrent te verzamelen. In deze interviews werd namelijk telkens gevraagd of de respondenten personen vergeten te noteren waren. Wel kunnen we deze beperking van het onderzoek nuanceren, gezien de contacten die de respondenten vergaten te vermelden op het netwerkformulier of zich niet meer konden herinneren waarover het contact net ging, eerder toevallige of occasionele contacten waren. De personen die behoorden tot de kern van hun sociale netwerk, werden dus steeds nauwgezet gerapporteerd en kwamen ook in de interviews steeds uitgebreid aan bod.

Verder willen we meegeven dat we als onderzoekers zijn geconfronteerd met uitval van respondenten om redenen die niet gerelateerd waren aan deelname aan dit onderzoek. Dergelijke uitval hebben we als onderzoekers niet in de hand, maar we hadden er bij de selectie van het aantal respondenten wel rekening mee gehouden door voldoende respondenten op te nemen in dit onderzoek.

Een laatste beperking betreft de duur van ons onderzoek. Hoewel we ons in de onderzoeksvragen toespitsen op een periode van één schooljaar, waren we door de datum waarop deze masterproef ingediend moest worden genoodzaakt om de laatste dataverzamelingsronde enkele maanden voor het einde van het schooljaar te plannen zodat we deze gegevens nog tijdig konden analyseren. De laatste drie maanden van het schooljaar werden dus niet meegenomen in de analyses van dit onderzoek, maar er werd echter nog wel data verzameld in de periode mei-juni. De data zijn met andere woorden beschikbaar voor eventueel vervolgonderzoek. In de volgende paragraaf, wordt dit verder toegelicht.