• No results found

Methoden en algemene uitgangspunten Methode van de NEV en aanpassingen ten opzichte van

In document Nationale Energieverkenning 2015 (pagina 32-36)

1.2 Algemene aanpak

1.2.1 Methoden en algemene uitgangspunten Methode van de NEV en aanpassingen ten opzichte van

De NEV vindt zijn belangrijkste basis in de methodieken van de refe- rentieramingen van ECN en PBL (ECN & PBL 2010, PBL & ECN 2012), de energiebalansstatistieken en de economische radar duurzame energie van het CBS (CBS 2013). In vergelijking met de referentie- ramingen plaatst de NEV de verwachte trendontwikkelingen meer in een historisch perspectief en geeft meer aandacht aan ontwikke- lingen op de korte termijn. Daarnaast beschouwt de NEV niet alleen de fysieke ontwikkelingen, maar ook de economische aspecten en de innovatieprocessen, waardoor een meer integrale beschouwing van het energiesysteem ontstaat. De NEV richt zich daarmee niet alleen op de verschillende beleidsdoelen, maar beschrijft de gehele energie- huishouding. Bepaalde delen van het energieverbruik die buiten elk van de beleidsdoelen voor energie vallen, zoals omzettingsverliezen, worden wel in de projecties meegenomen.

De NEV 2015 bouwt voort op de editie uit 2014, maar gaat op een aantal onderwerpen verder: de emissies van luchtverontreinigende stoffen, de impact van het Energieakkoord op energiebesparing en

netto werkgelegenheid, de leveringszekerheid van gas en elektriciteit, en de gevoeligheid van de verkenningen voor onzekerheden in brandstof- en CO2-prijzen en economische groei. In de voorberei- dende fase van de NEV 2015 heeft de informatie-uitwisseling met de domeincoördinatoren van maatregelen uit het Energieakkoord een structurele vorm gekregen door het voeren van domeingesprekken over de hardheid, doorrekenbaarheid en timing van maatregelen. Daardoor konden in deze NEV in de twee beleidsvarianten 70 maatregelen van het Energieakkoord worden doorgerekend in plaats van 30 in de NEV 2014. Last but not least is in de NEV 2015 ingezet op een verbeterde transparantie door het beschikbaar stellen van meer achtergrondrapportages over methoden en aannamen, en is de interne kwaliteitscontrole nog verder uitgewerkt.

Activiteiten bepalen het energieverbruik en de emissies De NEV 2015 gebruikt bottom-up analyses om een energiebalans van de Nederlandse energiehuishouding te construeren, zowel voor het verleden als de toekomst. De NEV analyseert ontwikkelingen in de verschillende maatschappelijke en economische sectoren die tot een energievraag en energieproductie leiden. Op basis daarvan zijn alle energiestromen in kaart gebracht. Daarbij wordt zoveel mogelijk gewerkt vanuit de kwantitatieve ontwikkeling van de activiteiten zelf, zoals de productie van elektriciteit en goederen, het gebruik van apparaten, het verwarmen van gebouwen en het aantal gereden kilometers. Voor de historie wordt daarvoor door CBS de feitelijke informatie verzameld uit vragenlijsten voor bedrijven en registraties van netbedrijven en overheden. Voor de toekomstprojecties worden de verwachte veranderingen van deze activiteiten berekend op basis

van aannames over ontwikkelingen in de economie, demografie en energiemarkten. De projecties houden daarbij zoveel mogelijk rekening met vastgestelde en aangekondigde projecten en beleids- voornemens van overheden en andere maatschappelijke actoren. De verwachte activiteitenniveaus worden vervolgens omgerekend naar het daarbij horende energieverbruik en de daarvoor benodigde energieproductie. Daarbij spelen verwachte technologische ontwik- kelingen een belangrijke rol, vooral die welke samenhangen met een verbetering van de energie-efficiëntie en met de veranderingen in de brandstofmix voor elektriciteitsproductie. Het energieverbruik wordt ten slotte omgerekend naar CO2-emissies. De emissies van overige broeikasgassen en luchtverontreinigende stoffen worden uit de activiteitenniveaus van daarvoor relevante activiteiten bepaald. De luchtverontreinigende emissies worden op hoofdlijnen in deze NEV besproken en in meer detail uitgewerkt in een achtergrondrapportage (PBL & ECN 2015).

De NEV 2015 maakt gebruik van een combinatie van modellen voor de verschillende onderdelen van de energiehuishouding, die onderling gegevens uitwisselen. Gezamenlijk leiden deze tot een volledige en consistente energiebalans voor Nederland. Een beknopte toelichting op de gebruikte modellen en de daarbij gehanteerde uitgangspunten is beschikbaar in de achtergrondrapporten die samen met een rubriek ‘veel gestelde vragen’ beschikbaar zijn via de NEV-website1:

• Emissieramingen voor luchtverontreinigende stoffen:

Achtergrondrapportage bij de Nationale Energieverkenning 2015 1 www.ecn.nl/energieverkenning

• Methodiek en aannames modelinstrumentarium NEV 2015 • Methodiek sociale aspectenonderzoek voor de gebouwde

omgeving en de industrie

• Effectbepaling van het Energieakkoord ten aanzien van energiebe- sparing en werkgelegenheid

• Warmtelevering in de CBS-Energiebalans

• Tabellenbijlage met gegevens uit grafieken, tabellen en andere overzichten in de NEV 2015 (Excelbestand)

De revisie van de energiebalans en de statistiek hernieuwbare energie is beschreven in CBS (2015a, 2015b). De methoden die zijn gehanteerd bij het bepalen van de economische indicatoren (toegevoegde waarde, investeringen en werkgelegenheid) zijn wat betreft de waarnemingen beschreven in CBS (2015c). Voor de projecties is een methode gehanteerd waarbij de economische ontwikkeling van de sectoren actief in de productie en het transport van energie is afgeleid uit de volume- en prijsontwikkelingen van de belangrijkste energieproducten van deze sectoren. Daarbij is ook rekening gehouden met de inkoopkosten van energie. Voor de reële lonen, arbeidsproductiviteit en ontwikkeling van vaste kosten zijn voor de sectoren representatieve trends aangehouden. De toekomstige investeringen in energieproductiecapaciteit zijn gebaseerd op de projecties van de energiehuishouding in deze NEV. Referentiescenario NEV 2015

De toekomst is inherent onzeker. Ontwikkelingen in de veelal exogene factoren zoals de economie, demografie, brandstofprijzen, technologie en menselijk gedrag zijn slechts beperkt te voorspellen,

maar oefenen een grote invloed uit op de energiehuishouding. Daarom kennen de NEV-toekomstprojecties onvermijdelijk een grote onzekerheid. Het hoofddoel van de NEV is echter om op basis van de meest actuele inzichten over genoemde factoren een beeld te geven van de meest plausibele toekomstsituatie. De NEV 2015 geeft daarom één inschatting van de toekomst voor de ontwikkelingen in deze factoren. Er ontstaat daarmee één scenario dat het voorwaar- delijke uitgangspunt vormt voor de projecties: áls de ontwikkelingen zo gaan als wordt aangenomen, dán zijn de consequenties voor de energiehuishouding zoals beschreven. De (grote) onzekerheden rond de genoemde (exogene) factoren worden in beeld gebracht door middel van onzekerheidsbandbreedtes (zie hieronder).

Twee beleidsvarianten voor energie- en klimaatbeleid

De ontwikkeling van de energiehuishouding wordt verder beïnvloed door beleid van overheden en de maatregelen en het handelen van andere maatschappelijke actoren, zoals burgers, bedrijven en diverse vormen van coöperaties. Energie- en klimaatbeleid zijn niet statisch, maar wordt regelmatig bijgesteld om de ontwikkeling van de energiehuishouding in de gewenste richting bij te sturen. Het referentiescenario van de NEV 2015 gebruikt twee beleidsvarianten, die slechts verschillen in welke beleidsinstrumenten en afspraken worden meegenomen.

De beleidsvariant ‘vastgesteld beleid’ geeft de verwachte ontwikkeling van de energiehuishouding bij uitvoering van het beleid dat via wetten en bindende afspraken is geïnstrumenteerd. De variant ‘voorgenomen beleid’ neemt daarbij ook voorgenomen

beleidsmaatregelen mee, die nog niet formeel zijn vastgelegd maar al wel openbaar en voldoende concreet zijn. Het verschil tussen beide varianten geeft daarmee een beeld van het effect van de beleids- voornemens. Paragraaf 1.2.2. geeft meer detail over de precieze invulling van de beleidsvarianten, en over hoe de afspraken uit het Energieakkoord hierin zijn verwerkt.

Onzekerheidsbandbreedtes en middenwaarden

Om een beeld te geven van de onzekerheden in de resultaten worden in de NEV 2015 op verschillende plaatsen bandbreedtes gehanteerd. Ook de effecten van beleidsmaatregelen kunnen onzeker zijn, omdat de beïnvloeding van (markt)gedrag meestal moeilijk voorspelbaar is. De NEV-varianten gaan uit van de meest plausibele inschatting van beleidseffecten, op basis van berekeningen en expertinschattingen. De methodieken voor het bepalen van onzekerheidsbandbreedtes en gevoeligheidsanalyses zijn verder uitgewerkt in paragraaf 1.2.3. Correctie voor weersinvloeden

Een speciale variabele is die van weersinvloeden. Koude of warme winters of zomers hebben een significante invloed op het energie- verbruik voor bijvoorbeeld de verwarming van huizen en zon- en windrijkheid heeft invloed op de productie van hernieuwbare energie. De NEV 2015 maakt gebruik van temperatuurgecorrigeerde waarden van het gerealiseerde energieverbruik, zodat de relevante trends in de energiehuishouding beter zichtbaar worden. De gepre- senteerde waarden wijken daardoor veelal af van de gerapporteerde, ongecorrigeerde statistiek. Uitzonderingen hierop vormen: (1) de historische waarden voor broeikasgasemissies, waarvoor waarden

worden gepresenteerd die niet gecorrigeerd zijn voor variaties in het weer en (2) het aandeel hernieuwbaar, dat wordt gepresenteerd in overeenstemming met definities uit de EU-richtlijn Hernieuwbare Energie, dat wil zeggen met een correctie voor het aanbod van wind en water maar zonder correctie voor temperatuur en zonlicht (EC 2009). In de sectoren waar ruimteverwarming een belangrijke rol speelt wordt dat deel van het energiegebruik wat voor ruimte- verwarming wordt gebruikt voor de fluctuaties in de temperatuur gecorrigeerd.

Alle projecties gaan uit van de verwachte gemiddelde temperatuur in elk jaar, rekening houdend met de stijgende trend in de temperatuur. Met uitzondering van de gebouwde omgeving is onzekerheid met betrekking tot afwijkingen van de gemiddelde jaartemperaturen niet meegenomen in de bandbreedtes. Voor de gebouwde omgeving zijn de gemiddelde jaartemperaturen wel in de bandbreedtes meegenomen, omdat het aandeel hernieuwbaar er sterk door wordt beïnvloed.

NEV sluit zoveel mogelijk aan bij definities van energiebeleid De NEV sluit zo veel mogelijk aan bij de definities van energiever- bruik, energiebesparing en emissie van broeikasgassen en andere luchtverontreinigende stoffen zoals die gebruikt worden in respec- tievelijk het energie- en het luchtbeleid. Doordat verschillende energiebeleidsdoelen niet altijd dezelfde afbakening hebben, kunnen de relevante ontwikkelingen op basis van verschillende definities beschreven worden.

In de NEV is daarom uitgegaan van de specifieke beleidsdefinities daar waar energiebesparing of emissies worden vergeleken met de betreffende beleidsdoelen. In overige gevallen wordt zoveel mogelijk uitgegaan van algemeen toepasbare definities. Waar van deze definities wordt afgeweken, is dit specifiek vermeld.

NEV 2015 gebruikt meest recente statistiek

Bij het bepalen van toekomstige ontwikkelingen in de energiesector en emissies zijn de gebruikte modellen zoveel mogelijk afgestemd op de meest recente statistieken. In veel gevallen is gebruik gemaakt van definitieve cijfers voor 2013, anders is teruggevallen op 2012. In uitzonderingsgevallen zijn gegevens van eerdere jaren gebruikt. De cijfers voor de realisaties zijn gebaseerd op de gereviseerde cijfers van de Energiebalans (CBS 2015a) en de statistiek Hernieuwbare Energie (CBS 2015b), cijfers van de Nationale rekeningen van CBS en de emissieregistratie van het RIVM (ER 2015a). Waar mogelijk zijn de voorlopige cijfers voor 2014 vermeld.

NEV 2015 gebruikt prijspeil 2014

Alle bedragen in de NEV 2015 worden weergeven volgens het gemiddelde prijspeil in 2014, tenzij anders vermeld. Historische bedragen zijn voor inflatie gecorrigeerd via de Europees geharmo- niseerde inflatiecorrectiemethode (HICP). Voor toekomstige jaren is in de berekeningen een inflatieniveau van -0,1 procent in 2015 en 0,9 procent in 2016 aangenomen (CPB 2015), en in alle latere jaren 1,75 procent. De wisselkoers van de euro met de U.S. dollar volgt voor 2015, 2016 en 2017 de kortetermijnverwachting van het CPB van 1,13 dollar per euro (CPB 2015) en voor de jaren erna de gemiddelde

jaarkoers in 2014, zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank (DNB 2015) van 1,33 dollar per euro.

1.2.2 Beleidsvarianten en beleidsmatige

In document Nationale Energieverkenning 2015 (pagina 32-36)