• No results found

Metermarkt voor kleinverbruikers

In document Den Haag, 26 augustus 2005 (pagina 45-49)

Tijdigheid verzending jaarverbruik

8 Metermarkt voor kleinverbruikers

134. Voor een kleinverbruiker is de aanschaf en installatie van een meter een relatief grote investering.49 Dit betekent dat een consument niet snel zijn meter zal vervangen en de bestaande meter in beginsel zal handhaven totdat deze niet meer bruikbaar is. De meeste meters die nu bij kleinverbruikers zijn geplaatst, kunnen vaak alleen op locatie worden uitgelezen. In de grootzakelijke markt zijn meters geïnstalleerd die op afstand uitleesbaar zijn (telemetriemeter).

135. Op dit moment is een kleinverbruiker wettelijk vrij in zijn keuze voor het bedrijf dat zijn meter plaatst, onderhoudt en uitleest.50 Een netbeheerder dient in ieder geval een meter te plaatsen als een

consument daarom vraagt.51 Voor meters die al voor de liberalisering zijn geplaatst, geldt dat de netbeheerder als beheerder van de meter wordt aangemerkt.52

136. Uit een onderzoek van DTe is gebleken dat de kleinverbruiker op dit moment nagenoeg geen gebruik maakt van zijn vrije keuze voor een meetbedrijf.53 Dit betekent dat vrijwel alle meters die bij

kleinverbruikers zijn geplaatst, worden beheerd en uitgelezen door een meetbedrijf dat is gelieerd aan een netbeheerder. Omdat er juridisch gezien sprake is van een vrije markt zijn de tarieven voor meetdiensten niet gereguleerd. Het gebrek aan concurrentie op de markt heeft er voor gezorgd dat deze tarieven de afgelopen jaren aanzienlijk zijn gestegen.54

8.2

137. Als gevolg van bovengenoemde ontwikkelingen is in de energiesector de discussie ontstaan of de metermarkt voor kleinverbruikers vrij moet blijven of onder het exclusieve domein van de netbeheerder moet worden gebracht. In het laatste geval zullen ook de tarieven voor de meters moeten worden gereguleerd. DTe is van mening dat deze keuze een belangrijke beleidsmatige beslissing betreft die alleen door de Minister en parlement kunnen worden genomen. Ten behoeve van deze keuze zal DTe hieronder de voor- en nadelen van beide scenario’s schetsen en aangeven aan welke aspecten in ieder scenario in ieder geval aandacht moet worden besteed.

49 Uiteraard zijn kosten afhankelijk van het type meter. Op grond van de bij DTe beschikbare gegevens liggen deze kosten tussen de 100,- en 150 ,- Euro liggen.

50 Het moet wel een erkend meetbedrijf zijn in de zin van artikel 1.2 van de Meetcode Elektriciteit. 51 Artikel 16 lid 1, onderdeel e Elektriciteitswet.

52 Artikel 94 Elektriciteitswet. Het moment waarop de meter wordt geacht te vallen onder het beheer van de netbeheerder is formeel gekoppeld aan de inwerkingtreding van artikel 10 Elektriciteitswet.

53 DTe, advies metermarkt kleinverbruikers, mei 2004.

54 Kleinverbruikers elektriciteit zijn tussen 2001 en 2004 +/- 50 tot 60% meer gaan betalen voor meterdiensten. Kleinverbruikers gas zijn tussen 2003 en 2004 +/- 25% meer gaan betalen. (DTe, advies metermarkt kleinverbruikers, mei 2004, blz. 8).

Directie Toezicht Energie Pagina 46 van 78

Vrije markt

138. Een belangrijk argument om de metermarkt voor kleinverbruikers vrij te houden, is het feit dat een vrije concurrerende markt de beste prikkel vormt voor innovatie (zowel wat betreft de meter zelf als de diensten die met de meter worden aangeboden). Door innovaties op het gebied van telemetrie kunnen nu nieuwe diensten aan de kleinverbruiker worden aangeboden. Zo kan een meetbedrijf door middel van een uitgebreide analyse van het afnamepatroon adviezen aan de kleinverbruiker geven over energie- en geldbesparing. Daarnaast kan het meetbedrijf via de meter de kleinverbruiker diensten aanbieden als bijvoorbeeld toegang tot ADSL. Ook kan het meetbedrijf specifieke diensten leveren aan energieleveranciers. Hierbij valt onder meer te denken aan analyses ten aanzien van het vraagprofiel van het totaal portfolio van afnemers.

139. Na de splitsing van de geïntegreerde energiebedrijven zal een significant deel van de meetbedrijven in een vrije markt waarschijnlijk gelieerd zijn aan een leveringsbedrijf. Het zijn immers de

leveringsbedrijven die een groot intrinsiek belang hebben bij een goed inzicht in de vraag van zijn afnemers. Daarnaast kunnen meetbedrijven die geen banden hebben met een leveringsbedrijf (zelfstandig meetbedrijf) de markt betreden. Hierbij valt te denken aan energie-adviesbedrijven of bedrijven die gespecialiseerd zijn in meetdiensten (b.v. voor internet of telefonie).55 Een kleinverbruiker kan besluiten om met een dergelijk onafhankelijk meetbedrijf in zee te gaan indien hij behoefte heeft aan onafhankelijk advies over energiebesparing of zijn factuur wil laten controleren. In een vrije markt past het niet dat meetbedrijven nog gelieerd zijn aan netbeheerders. Immers, in dat geval bestaat er het risico van oneerlijke concurrentie als gevolg van kruissubsidie tussen monopoliede en commerciële taken van de netbeheerder.56 Indien een consument zelf geen keuze maakt voor een meetbedrijf, ligt het dan ook voor de hand dat zijn leverancier dit namens hem doet. Dit kan vervolgens leiden tot concurrentie tussen meetbedrijven om de gunst van de leverancier.

140. In bovengeschetste situatie ligt het ook voor de hand dat het meetbedrijf verantwoordelijk blijft voor het uitlezen en valideren van de meetgegevens. Het direct beleggen van deze verantwoordelijkheid bij de leverancier zou immers de mogelijkheden van een onafhankelijk meetbedrijf om zelfstandig diensten aan de consument aan te bieden aanzienlijk beperken. Het meetbedrijf dient de gemeten standen rechtstreeks door te sturen aan de leverancier en aan TenneT / GTS voor reconciliatie. De leverancier is aan de andere kant verantwoordelijk voor een tijdige facturering en dient het meetbedrijf er op aan te spreken indien de gegevens niet tijdig of incorrect worden aangeleverd.

55 Op dit moment zijn 19 bedrijven erkend als meetbedrijf elektriciteit. Hiervan zijn 7 bedrijven niet gelieerd zijn aan een energiebedrijf. Deze zelfstandige meetbedrijven zijn op dit moment hoofdszakelijk actief op de grootzakelijke markt. In de gassector zijn 16 bedrijven erkend als meetbedrijf, waarvan 3 bedrijven zelfstandig zijn (http://www.tennet.nl/procedures/MV-register).

56 Het voorkomen van oneerlijke concurrentie tussen aan netbeheerder gelieerde leveranciers en zelfstandige leveranciers is ook een belangrijke overweging geweest van de Minister bij het voorstel tot splitsing van de geïntegreerde energiebedrijven (Brief van de Minister d.d. 11 oktober 2004, TK 2004-2005, 28 982, nr. 29.)

Directie Toezicht Energie Pagina 47 van 78

141. Een mogelijk nadeel van een vrije metermarkt is het risico dat een aan een leverancier gelieerd meetbedrijf de meter gebruikt om een kleinverbruiker aan de leverancier te binden (zogenaamde lock-in effect). Dit risico kan zich voordoen omdat de aanschaf van een meter een aanzienlijke lock-investerlock-ing is die een kleinverbruiker niet vaak zal plegen. Het meetbedrijf / leverancier gebruikt de afbetaling van de meter om het switchgedrag op de leveringsmarkt te belemmeren. Om er voor te zorgen dat een dergelijke situatie niet ontstaat, verdient het aanbeveling om koppelverkoop van meter en een

leveringscontract te verbieden en alle meetbedrijven te verplichten dat zij de meetgegevens aan iedere nieuwe leverancier zullen verstrekken. Dit laatste punt betekent in de praktijk een zekere vorm van standaardisatie over uitwisselbaarheid van gegevens en ondersteunende data-infrastructuur (open protocool).

142. Een goede werking van een vrije metermarkt kan ook worden gefrustreerd door voorwaarden of kosten die switchgedrag op de metermarkt zelf belemmeren. Hierbij valt in de eerste plaats te denken aan de hoge tarieven die nu ook vaak in de praktijk worden gevraagd om oude meters weg te halen. Deze hoge tarieven vormen een extra barrière voor kleinverbruikers om op een nieuwe slimmere meter over te stappen. Dit probleem kan worden opgelost door het opstellen van regels over redelijke

afkoopsommen van oude meters en verwijderingskosten.57

143. Een terechte vraag die bij dit scenario kan worden gesteld, is de vraag waarom de metermarkt voor kleinverbruikers nu wel zou werken terwijl hier de afgelopen jaren weinig beweging in zat. Mogelijke argumenten die hiervoor kunnen worden aangedragen zijn:

̌ De afgelopen jaren is veel onduidelijkheid geweest over de juridische situatie op deze metermarkt.58 Toetreders willen eerst juridische duidelijkheid voor daadwerkelijke toetreding; ̌ Elke markt heeft tijd nodig om zich te ontwikkelen. Het is logisch dat de ontwikkeling begint op de

grootzakelijke markt en vervolgens doorzet naar de kleinverbruikersmarkt;

̌ Door de innovatieve ontwikkelingen zijn op afstand uitleesbare meters voor kleinverbruikers ook mogelijk en haalbaar;

̌ Er zijn nog geen regels over de afkoop van oude meters en de medewerking van het oude meetbedrijf hieraan. Dit heeft in de praktijk vaak geleid tot onredelijke verwijderingskosten voor meter die vaak volledig waren afgeschreven. Deze kosten weerhouden kleinverbruikers er van om voor een nieuw meetbedrijf te kiezen;

̌ Er is nu concreet een aantal nieuwe bedrijven dat zich op de metermarkt van kleinverbruikers oriënteert (Oxxio en Cycle Systems).

144. DTe wijst er op dat indien wordt gekozen voor dit vrije markt scenario ook in de opstartfase van de markt moet worden gewaarborgd dat de kleinverbruiker geen onredelijke tarieven voor meters en

57 Een vergelijkbare oplossing is reeds in de leveringsmarkt gevonden waarbij een redelijke opzegvergoeding is vastgesteld voor kleinverbruikers die eerder dan het einde van hun afgesproken contractduur willen switchen.

58 In dit verband wordt o.a. gewezen op de procedure over de vraag of het verzamelen van meetgegevens een exclusieve taak is van de netbeheerder of niet (College van Beroep voor het bedrijfsleven, 5 november 2003, AWB 01/412 16500) en de onlangs ontstane discussie over het sluiten van de metermarkt voor kleinverbruikers.

Directie Toezicht Energie Pagina 48 van 78

meetdiensten in rekening krijgen gebracht. Daarnaast bestaat het risico dat de huidige geïntegreerde energiebedrijven een concurrentievoordeel hebben door het vragen van onredelijk hoge meettarieven voor vrijwel volledig afgeschreven meters. Overeenkomstig het in mei 2004 gegeven advies van DTe, wordt voorgesteld om in ieder geval de tarieven van deze oude meters op een zodanige wijze te reguleren dat de consument en de nieuwe niet geïntegreerde leveranciers worden beschermd. Gesloten markt

145. In een gesloten metermarkt wordt het plaatsen van de fysieke meter een exclusieve taak voor de netbeheerder. Een belangrijk argument voor een gesloten markt, is de inschatting dat echte

marktwerking op deze markt niet zal plaatsvinden vanwege een aantal structurele kenmerken van deze markt.59 Bovendien zal de uitrol van nieuwe op afstand uitleesbare meters efficiënter kunnen gebeuren door een regionale aanpak.60 Deze regionale aanpak is alleen mogelijk als de netbeheerder hiervoor verantwoordelijk wordt gesteld. Een belangrijk nadeel van een gesloten markt is uiteraard het gebrek aan innovatieve en efficiency prikkels. Efficiency prikkels kunnen eventueel worden ingebouwd door de meter in de zogenaamde price-cap regulering van de netbeheerder onder te brengen of de

netbeheerder te verplichten via een openbare aanbestedingsprocedure de meters op een

marktconforme manier in te kopen. Tot slot kan als nadeel van dit scenario worden gezien het feit dat de business case van een aantal onafhankelijke meetbedrijven wordt aangetast. Immers, het is voor deze bedrijven nog maar zeer beperkt mogelijk om direct onafhankelijke meet- en adviesdiensten aan de kleinverbruiker te leveren.

146. In een gesloten markt kan de verantwoordelijkheid voor de verzameling van meetgegevens op twee manieren worden geregeld: deze bij de netbeheerder neerleggen of bij de leverancier. Deze twee manieren en de voor- en nadelen daarvan zijn beschreven in randnummers 131 e.v.

Conclusie

147. Zoals hierboven is aangegeven, is DTe van mening dat de keuze voor een vrije of gesloten metermarkt voor kleinverbruikers een belangrijke beleidsmatige keuze betreft. Vanuit het uitgangspunt dat partijen op de vrije markt zoveel mogelijk de ruimte moeten krijgen om hun eigen bedrijf te voeren en zich te onderscheiden van zijn concurrenten, adviseert DTe om het vrije markt scenario als eerste te onderzoeken. Een belangrijke overweging hierbij is dat een vrij concurrerende markt de beste prikkel vormt voor innovatie. Daarbij is het noodzakelijk om maatregelen te onderzoeken die nodig zijn om concurrentie een echte kans te geven.61

59 Zie o.a. hiervoor DTe, advies metermarkt kleinverbruikers, mei 2004, blz. 16 e.v.

60 In een vrije markt kan ook een snelle uitrol van slimme meters worden gestimuleerd door afspraken tussen sector en overheid over een zekere vorm van standaardisatie. Een goed voorbeeld hiervan is de uitrol van het GSM netwerk ten behoeve van de mobiele telefonie.

61 Dit standpunt wijkt enigzins af van het advies dat DTe op 16 december 2004 heeft gegeven inzake de splitsing van de

energiebedrijven. Reden hiervoor is dat DTe ook op verzoek van de Minister de problematiek rondom de metermarkt aan een breder kader heeft getoetst dan de toetsing die in het kader van het splitsingsvoorstel is gevraagd. Bij de toetsing van het splitsingsvoorstel is immers er van uitgegaan dat alle andere wet- en regelgeving gelijk zou blijven.

Directie Toezicht Energie Pagina 49 van 78

In document Den Haag, 26 augustus 2005 (pagina 45-49)