• No results found

medebestuurder van Landgoed Het Lankheet bij Haaksbergen.

In document Waardevol Groen (pagina 155-157)

Buurser beek

Berkel

EIBERGEN

HAAKSBERGEN De jongste economische drager van Landgoed Het Lankheet is het Waterpark. Dat ligt

deels op vloeiweiden uit de 13e eeuw. “Ze dienden eeuwenlang voor het bemesten van hooilanden met kalkrijk water. Bovendien verminderde het water de kans dat de grond bevroor, waardoor het gras in het voorjaar eerder ging groeien. Ook schadelijke insec- ten bleven zo beperkt. De textielfabrikant Gerrit Jan van Heek, die Het Lankheet kocht in 1895, legde nieuwe vloeivelden aan om met industrieel en rioolslib de voedselarme, woeste gronden in cultuur te kunnen brengen”, aldus Eric Brinckmann, medebestuur- der en mede-eigenaar van Landgoed Het Lankheet bij Haaksbergen.

“Bij gebrek aan lokaal water halen we water uit de Buurserbeek. Dat is echter te rijk aan stikstof en fosfaat. Daarom heeft Het Lankheet 5 hectare van de nieuwe, 19e-eeuwse vloeiweiden permanent ingericht voor waterzuivering met riet. Dat zuivert anderhalf miljoen kubieke meter water per jaar. Zo ontstaat betere kwaliteit waartoe de Europese Kaderrichtlijn Water verplicht. Interessant bijproduct vormt natte natuur, zoals broek- bossen, beekbegeleidende vegetaties en natte heide, waar Nederland vroeger veel meer van had.”

Eric Brinckmann vormt de drijvende kracht achter het Waterpark. Hij was tot voor kort projectmanager voor het onderzoek dat de Universiteit Wageningen aan de vloeiweiden verrichtte. ”Op de vijf hectare is zoveel onderzocht dat de waterzuivering met riet nu niet alleen op vijf hectare kan, maar ook op vijfhonderd en op vijfduizend hectare, zoals in de uiterwaarden langs de grote rivieren. Hoewel Het Lankheet een bescheiden omzet draait, is in dit specifieke project miljoenen euro’s gaan zitten. Onder meer veel Europees geld. Maar het is het waard, want de zuiveringsresultaten zijn niet alleen positief, het productiemodel kan nu overal toegepast worden.” Geld verdient Brinckmann er nog niet mee, maar er is ondertussen veel kennis gegenereerd, die hij deelt met de Universiteit van Wageningen.

Wat voor collega’s onder natuurbezitters een meevaller is, pakt voor hem minder goed uit. “De waterschappen hebben twee jaar geleden hun tarieven voor natuurgrond fors laten dalen. Door de zuivering van het Waterpark zouden we fors besparen op de toen nog hoge waterschapstarieven. Het voordeel is nu minder groot dan we aanvankelijk dachten.”

“Een aparte Exploitatiemaatschappij bundelt alle commerciële activiteiten van Het Lankheet. Deze bv koopt volgens marktconforme prijzen eiken- en dennenhout van de NSW-bv uit de reguliere dunningen. Het beste deel daarvan, 10 tot 15%, is kwaliteits- hout, dat een tijd in water drijft van het Waterpark. Van dat hout maakt de Exploitatie- maatschappij vloeren, tafels en speciaal ontwikkelde Twentse en Sallandse schuren. De gemeente Ootmarsum heeft een schuur gekocht voor de plaatselijke klootschietvereni- ging.”

Er gaat weinig geld om in Het Lankheet. De jaaromzet bedraagt niet meer dan 2,5 ton. “We houden er jaarlijks zo’n € 15.000 aan over”, schat Brinckmann. “Het gaat net. Dat komt omdat Het Lankheet een van de weinige landgoederen in Nederland is met meer

natuur- dan cultuurgrond. Belangrijkste inkomstenbron is de verpachting van de 66 hectare landbouwgrond, een boerderij en de erfpacht van vijf woonboerderijen. Ruim de helft van het brutoresultaat komt hier vandaan. Ongeveer een vijfde van de bruto-inkomsten komt uit subsidies voor natuurbeheer (SN) en voor het Water- park.” Daar staan echter meer uitgaven tegenover, zodat ook op Het Lankheet natuurbezit geen nettoresultaat oplevert. De houtverkoop leidt evenmin tot een positief resultaat.

Derde inkomstenbron, goed voor 11% van de inkom- sten, is de verhuur van zes gebouwen. Maar ook hier moet geld bij, onder meer voor het onderhoud. “De meeste huurders zijn families van wie er sommigen al meer dan vijfhonderd jaar wonen. Mocht een huurder vertrekken, dan ontstaat de mogelijkheid van verkoop van de opstal en de grond in erfpacht geven, wat een ren- dabelere constructie is.” Brinckmann ziet wel perspec- tieven in erfpacht, “al hangt er een zwarte wolk boven vanwege de aanstaande bevolkingskrimp in het oosten van het land.”

Brinckmann is medebestuurder van Het Lankheet op de grens van Overijssel en Gelderland, maar verdient zijn inkomen als zzp’er met een eigen adviesbureau en als docent bedrijfsethiek in het hoger onderwijs. Brinckmann werkt ongeveer twee dagen per week voor Het Lankheet en declareert zijn uren. Dat doet ook zijn zwager die mededirecteur is. De NSW-bv heeft geen personeel in dienst. “Door te variëren met het aantal bestede uren is de kasstroom van Het Lankheet steeds positief. We doen wel steeds een beroep op dezelfde bosbaas, dezelfde BOA en dezelfde loonwerker. Verder geven twee coaches vijf dagdelen per week begeleiding aan cliënten uit de verslavingszorg en jongeren in jeugd- zorgtrajecten bij de houtoogst en houtverwerking. Ten slotte verzorgen vijftien gidsen van de Historische Kring Haaksbergen tientallen excursies per jaar voor gemid- deld 1.500 bezoekers. We vragen € 5 per persoon voor een excursie. Er komen 1.000 deelnemers aan excursies per jaar. Goed dus voor € 5.000 per jaar.”

Waarom toch? Waarom steken landgoedeigenaren zoveel tijd in een bezit dat nauwelijks geld oplevert? Filosoof en jurist Eric Brinckmann waagt een poging tot antwoord, maar excuseert zich gaandeweg: “Dit wordt erg esoterisch” en “erg vaag”, maar hij bevestigt dat het om een “heel belangrijke factor” gaat. “Het is anders dan een huis in een stad dat je een keer weer verkoopt. Want een landgoed ga je doorgeven aan je eigen kinderen of aan iemand anders die er eenzelfde relatie mee zal krijgen. Dit gaat het materiële voorbij zodra je er langere

tijd mee bezig bent. Er ontstaat een wisselwerking. De grond doet een beroep op jou. Je gaat je verantwoordelijk voelen voor de grond en zijn geschiedenis.” Hij relati- veert zijn serieuze woorden, verwijzend naar prinses Irene: “In de beste families spreken ze met bomen.” “Voor de instandhouding van het landgoed willen we vastgoed ontwikkelen. Daar ontkom je niet aan als je een landgoed door wilt geven aan een volgende gene- ratie. We waren al bijna rond met een kippenboerderij waar we zorgappartementen wilden bouwen. De pro- vincie en gemeente werkten ook mee, want die wilden deze industrie wel kwijt. Het zou ook goed zijn voor het bijzondere hoogveen waar de zeldzame glanskoplibel voorkomt als een van de vier laatste plaatsen in Neder- land. Maar de eigenaar wilde niet verkopen, omdat dit de meest excentrisch gelegen productielocatie is van de acht die hij bezit. Bij een uitbraak van een besmettelijke kippenziekte kan hij hier hoogstwaarschijnlijk doorwer- ken. We ontwikkelen nu een alternatief vastgoedplan op een andere locatie en ondertussen versterken we de natuur bij de kippenfarm.”

“Jongeren met een straf doen via zorgprojecten vanuit Justitie veel van het handwerk in de bossen van Het Lankheet. We hebben daar al zes jaar goede ervaringen mee. Sinds twee jaar ook met cliënten uit de versla- vingszorg via de zorgorganisatie Tactus. We willen dit uitbreiden en voeren gesprekken over andere groepen, zoals jongeren met gedragsproblemen en met verstan- delijke beperkingen.”

Veel meer dan de helft van Het Lankheet bestaat uit naaldhout, maar dat is geen gewoon naaldhout. ”De grove dennen hebben een bijzondere afkomst. Vriezen- veners, die in de 19e eeuw veel handel dreven met de Russen, brachten zaad mee van een Baltische variant. Die soort levert mooi rood hout. Vanwege die kleur spre- ken Twentenaren van ‘kuperdennen’. De dennen hebben een kleinere kruin wat de sneeuwschade beperkt. Ze groeien langzamer en rechter.”

Het imago en de presentatie van landgoederen kunnen beter, vindt Brinckmann. “Nu luidt de slagzin van de Federatie Particulier Grondbezit ‘Land in Vertrouwde Hand’. Daar is op zich niks mis mee. Maar we mogen best trots zijn op waar we goed in zijn. Trots op wat we hebben behouden. We mogen het conservatieve beleid van vorige eigenaren prijzen.” Op een FPG-bijeenkomst hoorde hij: ‘Het Mooiste Land in de Beste Hand’. Dat spreekt hem aan. “Laten we wat zelfverzekerder zijn. We leveren bijzondere prestaties.”

153 LANDGOED HET LANKHEET

Karakteristieken

In document Waardevol Groen (pagina 155-157)