• No results found

interview met Albert graaf Schimmelpenninck, rentmeester en directeur van Stichting Twickel.

In document Waardevol Groen (pagina 183-185)

Twickel telde in de 19e eeuw 10.000 hectare. Het landgoed is nu kleiner, maar is met ruim 6.500 hectare nog steeds het grootste in particuliere handen van Nederland. De bezittingen liggen verdeeld: Twickel ligt in twee landen, drie provincies, twaalf gemeenten en heeft dus te maken met zeventien overheden met verschillende regels en besturen. Het hoofdbezit, bij Delden, wordt omringd door drie steden − Almelo, Hengelo en Enschede − twee snelwegen en het Twentekanaal. Door het landgoed lopen een spoorlijn en diverse provinciale wegen.

Groeiende inkomsten haalt Twickel uit erfpacht. Twickel heeft inmiddels honderd woonboerderijen in erfpacht gegeven. “Ook hebben we erfpachtinkomsten van een golfbaan, de Amerikaanse school en een verpleeghuis in Wassenaar, sportterreinen in drie gemeenten, een school in Dieren. Van de zeven hotels en restaurants zijn er twee in erfpacht en vijf in verhuur”, vertelt de directeur en rentmeester, Albert graaf Schim- melpenninck.

Nog iets groter, maar relatief afnemend, zijn de inkomsten uit agrarische pacht. “Wij willen zelf het onderhoud van de boerderijen blijven doen, dus geven we alleen boerderijen in erfpacht die een andere bestemming krijgen. Ook daar proberen we regels vast te leggen over het kleurgebruik en uitbreidingen”, aldus de directeur. “De pacht beperken we tot grondgebonden landbouw. We willen dus geen varkens- en kippenstallen die voer van buiten moeten aanvoeren en mest weer naar buiten afvoe- ren. Aan de andere kant hebben we pachters nodig voor de grondbewerking en het onderhoud.”

“Ik ben bezorgd over de trend naar grootschaligheid en over het gebrek aan opvol- gers”, zegt de rentmeester. “Als er in bepaalde delen van het landgoed geen pachters meer overblijven, moeten we wellicht zelf weer gaan boeren.”

“Wij hebben hier een kleinschalig landschap en dat willen we graag zo houden. Voor de algemene trend naar steeds meer hectares per boerderij hebben we maar beperkt ruimte. Gemiddeld telt een boerderij op Twickel vijftig hectare. We zijn al naar de Pachtkamer geweest omdat een pachter van 150 naar 220 koeien wilde. De boer kon gelukkig niet overtuigen dat zijn inkomsten zouden stijgen, want met meer koeien heb je ook meer personeel nodig. Wij zien liever dat de boeren hun inkomen verhogen met verbrede landbouw, zoals kaasmaken en bed & breakfast. Wij helpen ze in die richting met bijdragen aan een haalbaarheidsonderzoek. Bijvoorbeeld een onderzoek met als vraag ‘Is kaas van het merk Twickel zinvol?’. Dat is tot nu toe niets geworden. De boeren willen wel melk leveren, maar geen beperking in hun bedrijfsvoering. Zo willen zij het recht om hun koeien op stal te houden, terwijl wij ze het liefst buiten zien in de weides. Daarbij vrezen ze bij een mislukking van het Twickelkaas-project dat ze hun relatie met de melkfabriek kwijt zijn.”

“We hebben wel een geitenboer die yoghurt maakt en een andere die geitenkaas maakt. Ze halen de tussenhandel eruit en leveren zelf aan winkels onder eigen merk.”

LANDGOED TWICKEL A1 A1 HENGELO BORNE ALMELO DELDEN

1

1 Landgoed Twickel bij Delden 2 Landgoederen in Lage en Brecklenkamp 3 Nettelhorst bij Lochem en Hof te Borculo 4 Landgoed Hof te Dieren

5 De Grote en de Kleine Gelderse waard 6 Zuydwijk en Santhorst bij Wassenaar

Schimmelpenninck heeft drie oplossingen uitgewerkt om boeren en landgoed met elkaar te blijven combine- ren:

1. “Boeren voor Natuur. Dat doen drie pachters, een met vleesvee en twee met schapen. Zij mogen geen mineralen van buiten het bedrijf halen, dus geen voer en geen mest. Zo staat hun bedrijfsvoering in dienst van natuur en landschap. Productie staat niet meer voorop. Ze boeren eigenlijk zoals het vroeger ging. Dat leidt tot verschraling van weilanden en heides, zodat daar soorten terugkomen die onder invloed van kunstmest en bestrijdingsmiddelen verdwenen zijn. Zij krijgen een forse vergoeding voor het leveren van deze maatschappelijke dienst. Dat geld komt uit een vermogensfonds dat voor de helft gevuld wordt door het rijk, voor een kwart door de provincie Overijssel. De rest komt van waterschap, gemeenten en onze Stichting, die op die manier ongeveer vijf procent bijdraagt.”

2. “Eigen landschapsregeling. Die betalen we helemaal zelf. Per boerenbedrijf registreren we het aantal meter grenzen met natuurgebieden, houtwallen en solitaire bomen. Ze krijgen – na aftrek van wat een ge- middelde boer aan bosranden heeft – een vergoeding ter compensatie van het opbrengstverlies. Dat kan oplopen tot enkele duizenden euro’s per jaar. Eigen- lijk zou de overheid dit moeten betalen, maar dat past niet in de Brusselse regels die staatssteun verbieden.” 3. “Water en natuur. Langs de Hagmolenbeek gaan we samen met het waterschap nieuwe natuur aanleggen, gesteund door de Europese Kaderrichtlijn Water die eisen stelt aan de waterkwaliteit, waarmee we ook iets kunnen doen aan de opvang van overvloedig water. Daarbij is ook een oude meander door een bos hersteld. Voor twee pachters die ruimte maken voor nieuwe natuur hebben we grond gekocht in Drenthe waar zij hun bedrijven kunnen voortzetten. De beste gronden gaan we herverkavelen zodat de twee achter- blijvende pachters erop vooruitgaan.”

Naast de inkomsten uit erfpacht heeft Twickel vooral in- komsten uit bosbouw. “Houtopbrengst is nog steeds be- langrijk. Een deel van Twickel is productiebos, een deel is natuur en het meeste zit in een tussencategorie. We oogsten nu ongeveer de helft van de bijgroei.” Vooral het Twickelse eikenhout staat goed bekend. Daarvan levert het landgoed jaarlijks duizend kubieke meter. Twickel kan het hout ook bewerken. Vrijwilligers doen dat in de historische houtzaagmolen. Maar vrijwel alle productie komt van een moderne zagerij. “Ons beleid verandert. Eerst hadden we een lokale zagerij die moest concur- reren met Gamma. Nu zijn we uniek in Nederland met de enige landgoedzagerij. We leveren niet meer zoveel aan lokale consumenten, maar richten ons op klanten in het hele land die kwaliteit willen, voor houten vloeren bijvoorbeeld. Afnemers zijn restauratieaannemers, werven die oude botters bouwen, meubelmakers. We kunnen het hout een jaar lang wateren. Samen met de Landgoederen Weldam en Lankheet leveren we streek- eigen hout.”

”De kosten van het bosonderhoud proberen we te drukken door sprokkelaars een vergunning van honderd

euro te geven waarmee ze een deel van een houtwal mogen snoeien volgens bepaalde afspraken. Ook school- kinderen komen hier helpen. Zo versterken we de binding met de samenleving.”

“Met de hulp van overheidssubsidies is veel achterstal- lig onderhoud van natuurgebieden en monumenten weggewerkt. Maar als de subsidies teruglopen, komt dit op een lager pitje. We kunnen het wel een paar jaar uit- zingen want de onderhoudstoestand is in het algemeen op een behoorlijk niveau. Bij subsidie is het van belang dat je deze alleen inzet zover die het gewenste beheer ondersteunt.”

“Met de jacht gaan we geleidelijk over naar een ex- tensievere vorm. Dat betekent een lagere jachthuur maar geen diensten van een dure jachtopzichter van de Stichting Twickel. Want bij hoge huren bestaat het gevaar dat we mensen krijgen met wel veel geld, maar weinig betrokkenheid. De jachtcombinaties regelen de jachtveldverzorging zelf. Zij zorgen ook voor wildakkers en hoogzitten. Wij doen nog wel het algemeen toezicht met onze BOA’s. Overigens kunnen we in Dieren wel de jachtopziener blijven betalen van de jachthuur. Maar in de Veluwezoom zitten herten en zwijnen. In dat gebied komen mensen jagen die anders naar Schotland gaan, dus daaruit kunnen we de jachtopziener wel betalen.” Nog steeds verwerft Twickel geregeld nieuwe grond. Schimmelpenninck: “Primair kijken we naar afron- ding, want een deel van het bezit ligt versnipperd en op afstand. Op onze balans staat een potje voor aan- en verkoop. Dat vullen we bijvoorbeeld met geld uit de verkoop van opstallen waarvan de grond in erfpacht gaat. De recente verkoop van grond aan de gemeente voor een nieuwbouwwijk in Delden leverde miljoenen op. Overigens kregen we aan de andere kant van Delden compensatiegrond.”

Twickel heeft ook interesse in gronden die het kabi- net-Rutte in de verkoop doet. “We hebben een brief aan Staatsbosbeheer gestuurd en percelen genoemd die wij wel willen overnemen, bijvoorbeeld bij de Rijnstrangen onder Zevenaar, snippertjes bij Dieren en bij de bolwer- ken van Doesburg. Ook hebben we interesse in gronden van Domeinen langs de IJssel.”

Plannen heeft Twickel voor diverse nieuwe inkomsten- bronnen. Zo zou Schimmelpenninck graag het hoofd- gebouw van het Landgoed Hof te Dieren willen her- bouwen. “Het moet dan wel een rendabele bestemming krijgen zodat dit als kostendrager kan fungeren voor het beheer van het fraaie Zocher-park dat hier ligt.” Ook be- staan er plannen om op diverse voormalige boerenerven nieuwe woningen te bouwen in ruil voor het verwijde- ren van overtollige stallen.

”Een plan van heel andere orde is het terugbrengen in particulier bezit van het deel van het Landgoed Huis Ruurlo dat de familie Van Heeckeren in het verleden verkocht heeft. Daarmee heeft Twickel een historische band. In dat gebied zit eenzelfde mix van functies als wij hier kennen. Dat kunnen wij prima beheren.”

181

cessiemodel waarbij particulieren niet het eigendom van natuur en landschap krijgen maar wel het beheer voor tientallen jaren. De overheid kan zo veel geld be- sparen. Want particulieren kunnen het vaak goedkoper.” Overheden en TBO’s geven in dit idee van Oene Gorter het beheer van een natuurgebied voor tientallen jaren in concessie aan een particulier, die zo dus een extra bron van inkomsten genereert.

Belangrijk moment in de geschiedenis van Twickel is het besluit van de laatste eigenaresse, Baronesse van Heeckeren van Wassenaer, om Twickel inclusief twee- honderd gebouwen − waaronder het kasteel en interi- eur met een grote kunstcollectie − over te dragen aan een Stichting. Omdat ze geen kinderen had, vreesde ze versnippering van het bezit. Als gebaar naar de familie gaf zij een familielid het woonrecht van het kasteel om het private karakter van het landgoed voort te zetten. Doel van de Stichting Twickel, opgericht in 1953, is het in stand houden van natuur en cultuur op het landgoed. “We kregen bij het overlijden van Baronesse van Heec- keren in 1975, er ook de effectenportefeuille bij”, vertelt Albert graaf Schimmelpenninck. Met een glimlach: “De Stichting maakte dus een goede start.”

Bij het overlijden van de baronesse bleken naast de aandelen ook de buitenbezittingen aan de Stichting toe te vallen. Zoals de Hof te Dieren, de Geldersche Waard in Zevenaar, landgoed de Nettelhorst in Lochem, Hof te Borculo, Brecklenkamp en het Duitse Lage, polder Zuyd- wijk en het Baljuwhuis in Wassenaar.

Karakteristieken

In document Waardevol Groen (pagina 183-185)