• No results found

Er is geld te verdienen met natuur’

In document Waardevol Groen (pagina 41-44)

Het natuurbeheer kan met minder subsidies, stelt Van Voorst tot Voorst. De Hoge Veluwe wordt niet in zijn voortbestaan bedreigd als een deel van de subsidies zou wegvallen. En zijn park is niet het enige. Hij ziet zelfs toekomst in tal van niet-gesubsidieerde organisaties die een rol kunnen spelen in het nieuwe natuurbeleid. Hij noemt consortia van ondernemers die willen beleggen. “Want grond is een zeer waardevaste belegging. Die waardevastheid weegt, met alle volatiliteit op de finan- ciële markten, op tegen het inderdaad lage rendement.” Ook ziet Van Voorst tot Voorst nieuwe boerenmarken ontstaan, agrarische natuurverenigingen die gezamen- lijk natuurgebieden gaan onderhouden. Verder kent hij vermogende particulieren die uitwijken naar het buitenland omdat hier bijna niets te koop is, maar die liever in Nederland een landgoed zouden willen kopen. Daarom ziet hij kansen voor terreinbeherende organisa- ties die landgoederen op de markt brengen die ze in het verleden van particulieren kochten of via de overheid cadeau kregen.

Hij is blij dat De Hoge Veluwe een stichting is en on- afhankelijk is van de overheid. “De provincie wilde in het plan ‘Veluwe 2010’ alle hekken weg. Die slag hebben we gewonnen. Men kon ons niet breken, mede dankzij het feit dat we zoveel eigen inkomsten hebben en niet afhankelijk zijn van subsidies.”

Van Voorst tot Voorst ergert zich aan terreinbeherende organisaties die jarenlang grond kochten met subsidies en erbij vertelden dat alleen bij hen natuur veilig was. “Hoezo veilig? Nu de subsidie wegvalt, blijkt natuur toch niet zo veilig en dreigt verloedering omdat er geen geld meer is voor onderhoud en beheer. Verkoop dan een deel.” Hij denkt aan een derde van hun bezit. “Stop de opbrengst daarvan in een fonds, waarvan je de rente ge- bruikt voor beheer van wat je nog hebt.” Nog een reden voor ergernis: “In de jaren zestig en zeventig vond natio- nalisatie plaats op grote schaal van particuliere landgoe- deren die het financieel niet meer konden bolwerken. Met rijksgeld kochten de terreinbeherende organisaties tientallen landgoederen. Heel wat particulieren willen die landgoederen nu kopen en ze in oude luister herstel- len, met bewoners die de tradities weer oppakken in zorgvuldig beheer, rekening houdend met de belangen van omwonenden, vorige en toekomstige generaties.” Voor alle duidelijkheid: “Natuur kost geld. Alleen in heel grote, verafgelegen gebieden is geen beheer nodig. Daar regelt de natuur het zelf. In Nederland kan dat niet. Eigenlijk bestaat De Hoge Veluwe uit cultuurlandschap waaraan je goed kunt zien hoe de vroegere bewoners omgingen met hun omgeving. Denk aan de heide waar eeuwenlang schaapskudden graasden. We willen het landschap laten zien van rond 1900, toen de biodiversi- teit op zijn hoogst was. Nu trekken vrijwilligers jonge dennen en berken uit de hei. Ook de kudde moeflons houdt het opschot kort. Sinds kort laat het Geldersch Landschap er ook vijf koeien lopen van een oud ras uit Denemarken dat heel dicht zit bij de heidekoeien van vroeger. Om de hei heen stond productiebos. Het beheer

is nu gericht op soortenrijk bos met ruimte voor hout- productie. Maar de opbrengsten staan niet in verhou- ding tot de kosten, al het prachtige vrijwilligerswerk ten spijt.” Zelfs de opbrengsten uit de landbouw zijn heel beperkt. “Twee pachters van buiten bewerken enkele akkers. Zelf beheren we enkele fauna-akkers om voedsel te bieden aan diverse dieren.”

Uitbreiding zoekt De Hoge Veluwe met 600 hectare van Vliegveld Deelen in het zuidoosten. “We hebben nu het recht van eerste koop. Maar we hebben geen haast. We hebben goede contacten met Defensie. Deze organisatie voert goed beheer, goed voor de vlinders en goed voor ons herintroductieproject van korhoenders. Er liggen tunnels voor dassen tussen hun en ons terrein.” Een probleem zit in het toevoegen van het Otterlose Bos aan het Nationale Park. “We willen het middenras- ter weghalen en dus openen van binnenuit, want we kunnen het nu niet goed beheren. Maar dan moeten de omwonenden voor een kaartje betalen terwijl ze er nu gratis in kunnen. Er komen bezwaren vanuit de bevol- king, vooral vanuit de dorpsraad. Ik kan dat niet oplos- sen. Wij hebben geen openbare functie.”

Waarom wil De Hoge Veluwe het bezoekersaantal verhogen naar 600.000 per jaar? “We kunnen gemak- kelijk 800.000 aan. Dat niveau hebben we ook gehaald toen het Museonder net open was. Met 600.000 krijgen we wat vet op de botten. Onder de 500.000 wordt het kritiek. Met de aanstaande vernieuwing van de exposi- tie in het Natuurmuseum Museonder proberen we de bezoekersaantallen naar 600.000 te tillen.”

Aan welke knop kan de directie draaien als de inkom- sten tegenvallen? “Dat zien we meestal al voor de zomer. Dan stellen we de investeringen voor het tweede halfjaar uit tot het volgende jaar. Beheer en onderhoud gaan altijd door. Als je daarop gaat bezuinigen, krijg je dat later dubbel op je boterham. Wel kunnen we de produc- tie verhogen met nieuwe automatiseringsprocessen. Dat scheelt fte’s en dat regelen we via natuurlijk verloop.” “We kúnnen zonder vrijwilligers”, zegt Van Voorst tot Voorst. “Maar dan blijft er een hoop werk liggen. Zoals de rondleidingen door het bos, het dennen trekken op de heides en de gidsen door het Jachthuis, wat toch € 80.000 per jaar oplevert. Betaald advies krijgt de directie al sinds de oprichting van advocatenkantoor Nauta Dutilh, van fondsenwervers, subsidiologen voor Europese subsidies, enzovoorts.”

Af en toe mengt De Hoge Veluwe zich in een debat, zoals begin 2011 over het natuurbeleid in Nederland, met vijftien aanbevelingen die zijn besproken in de Tweede Kamer na een schriftelijke reactie erop van staatsse- cretaris Henk Bleker. Directeur Van Voorst tot Voorst geeft de actuele stand van zaken in dit debat. “Laat de natuur beheren door mensen die het kunnen. Dus ook door particulieren. Wij hebben hier een heel succesvolle populatie nachtzwaluwen. De herintroductie van de korhoenders doen we zelf.”

39

“Jacht is een gevoelig onderwerp. Maar over predatiebe- heer moeten we durven praten. Want de sterke soorten overheersen de zwakke. Ik denk vooral aan de vos, de kraai, marterachtigen en de havik. Ja, ook de havik. Daar zijn er inmiddels zat van. Veel weidevogels verdwijnen door predatie. Niet door predatie alleen, maar overigens ook door boeren die, wettelijk verplicht, hun weides injecteren met mest, en die te vroeg in het broedseizoen gaan maaien.” Van Voorst tot Voorst zou graag terug willen naar de oude Jachtwet. “Daarin stond dat mijn buurman de schade moet betalen als zijn herten mijn maïs opeten. Nu jagen mijn buren niet meer, uit ideo- logische overwegingen. Dan moet ik maar zien of ik de schade kan claimen bij het Faunafonds.”

Ook maakt Van Voorst tot Voorst zich zorgen over het huidige klimaat rond natuur, en daarmee ook over het draagvlak. “Mensen worden negatief over natuur. Het is ook niet meer uit te leggen dat we in crisistijd ecoducten aanleggen van miljoenen per stuk. Je moet natuur niet tegen mensen inzetten. Laat juist zien wat er allemaal goed gaat. Daar heb je niet van die hele brede verbin- dingszones voor nodig. Voor de meeste soorten planten en kleine dieren kun je volstaan met verbindingen van enkele meters breed en kleine tunnels onder wegen door.”

De directeur is zelf mede-eigenaar van het familieland- goed Den Alerdinck II over de IJssel in Salland. Om precies te zijn is Van Voorst tot Voorst certificaathouder van de Stichting Administratiekantoor Den Alerdinck II. Die Stichting is de aandeelhouder van het landgoed. “Die vorm hebben we bedacht voor het geval een familielid zijn aandeel wil verkopen en een buitenstaander op die manier het hele bezit in handen wil krijgen. Eerst mag de overige familie bieden op het certificaat, daarna het Administratiekantoor en daarna pas een derde, maar die kan dus geen zeggenschap krijgen. Zo houden we agressieve overnames buiten de deur.” Dat landgoed is kleiner dan De Hoge Veluwe, maar toch ziet Van Voorst tot Voorst vooral overeenkomsten. “Wat ik daar doe, doe ik hier ook. Precies hetzelfde. Je moet je eigen broek ophouden. Ik ben iemand van de praktijk. In avonden en weekenden gaat het thuis door. We doen dat omdat we iets gekregen hebben dat we goed willen doorgeven aan de volgende generatie.” Voor Den Alerdinck II heeft hij plannen voor de bouw van vijf huizen om in erfpacht uit te geven. Met dat geld wordt 26 hectare nieuwe natuur aangelegd en wordt een grote oppervlakte overtollige bedrijfsgebouwen gesloopt. “Dat project moeten we een ander laten ontwikkelen, want dat mag een landgoed niet dat is gerangschikt onder de Natuurschoonwet.”

HET NATIONALE PARK DE HOGE VELUWE

‘Drinkend kalf’, 1960, Georg Ehrlich (1897 - 1966), brons. Beeldentuin en Kröller-Müller Museum zijn ondergebracht in een onafhankelijke Stichting.

Karakteristieken

In document Waardevol Groen (pagina 41-44)