• No results found

Karakteristieken Hoge Veluwe

In document Waardevol Groen (pagina 44-51)

5.400 hectare: 3.200 hectare bos, 2.100 hectare heide,

diverse vennen, 60 hectare stuifzand; 400 hectare Otterlose Bos ligt nog buiten het hek. Bezit van stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe.

Recht op eerste koop van Vliegveld Deelen, 600 hectare,

dat vroeger tot het park behoorde maar door de Duitsers is geconfisqueerd en na de oorlog slechts deels is teruggegeven, na betaling.

Veertig kilometer hek, drie ingangen met kassa’s bij

Hoenderloo, Otterlo en Schaarsbergen.

Cultuur: Jachthuis Sint Hubertus, Natuurmuseum

Museonder, Kröller-Müller Museum en beeldentuin in onafhankelijke stichting.

Grootwild: 200 edelherten, 150 reeën, 50 wilde zwijnen,

200 moeflons (voorjaarsstand vóór geboorte).

Natuurcamping, verpacht restaurant, 1.700 witte fietsen,

43 kilometer fietspad.

Personeel: 51 fte’s: 58 vast in dienst, 25 seizoenskrachten. Vrienden van De Hoge Veluwe in 1948 opgericht,

2.100 leden, waarvan 300 actieve vrijwilligers. Werkgroepen voor onderhoud van heide en houtwallen, inventariseren flora en fauna, winkel in bezoekerscentrum, uitgave verenigingsblad, culturele rondleidingen, zomerwerkkampen voor de bouw van een observatiehut, graven van vijver.

INKOMSTEN

Ongeveer 95% van de inkomsten komt van toerisme −

entree, horeca, merchandising − en ongeveer 5% van natuurbeheer, zoals jacht en houtopbrengst. De entreekaartjes zorgen voor 77% van de totale inkomsten.

PLANNEN

Groei naar ruim 600.000 bezoekers, want dan blijft

geld over voor investeringen. Bouw van grote ontvangstruimte voor groepen van 100 tot 500 mensen, fiets- en autoverkeer beter scheiden, asfalt verwijderen.

ECONOMISCHE BETEKENIS

Bezoekers: 500.000 per jaar. Zij besteden in het park

€ 8,8 miljoen (inclusief Kröller-Müller Museum). Buiten het park trekt De Hoge Veluwe nog eens 120.000 gasten per jaar met circa 525.000 overnachtingen. Zij besteden gezamenlijk bijna € 21 miljoen per jaar. Het Nationale Park genereert ook spin-off door bestedingen van de dagbezoekers in restaurants, winkels en tankstations voor of na een bezoek aan het park. Deze besteden circa € 4,2 miljoen per jaar. De totale economische betekenis van De Hoge Veluwe komt daarmee op € 34 miljoen bestedingen per jaar. Dit schept in totaal zevenhonderd banen.

VVV’s, hotels en bungalowparken wijzen op de nabije

ligging van het park. Gemeenten gebruiken de kwaliteit en het imago van De Hoge Veluwe voor de werving van investeerders. Multinationals, ministeries en provinciale organisaties gebruiken het domein voor representatie en zakelijke bijeenkomsten.

De Hoge Veluwe komt in Gelderland het vaakst voor

op de lijst toeristische bestemmingen waar recreatieondernemers hun gasten naar verwijzen. Voor dagattracties verwijzen zij in driekwart van de gevallen naar Het Nationale Park De Hoge Veluwe en de Apenheul. Omdat ook parkonderdelen als Kröller- Müller Museum (46%), Natuurmuseum Museonder (24%) en Jachthuis Sint Hubertus (14%) worden vernoemd, is het promotionele belang van het gehele park nog groter.

Ongeveer 25% van de bezoekers van Het Nationale

Park komt uit het buitenland en bij het Kröller- Müller Museum is dit zelfs 40%, te weten 125.000 internationale bezoekers per jaar.

Woningen in de directe nabijheid van het Nationale Park

De Hoge Veluwe zijn gemiddeld 10% duurder dan vergelijkbare woningen elders op de Veluwe. Cijfers uit ZKA-rapport juli 2004.

Meer informatie: www.hogeveluwe.nl.

Seger baron van Voorst tot Voorst, geboren in Zwolle

in 1961, woont op familielandgoed Den Alerdinck II in Laag Zuthem bij Raalte. Hij werkte op de optiebeurzen EOE in Amsterdam en Liffe in Londen. Daarna was hij als executive director van PAN Parks Foundation betrokken bij het rendabel maken van diverse grote natuurgebieden in Europa. Sinds 2003 is Van Voorst tot Voorst directeur/bestuurder van de Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe.

Belangrijkste nevenfuncties: oud-Statenlid CDA in Overijssel, directeur BV Landgoed Den Alerdinck II, bestuurslid Vereniging Gelijkberechtiging Grondbezitters, lid Raad van Advies Burgers’ Zoo, Boardmember Friends of the Countryside (FCS) en tot 2010 bestuurslid Overijssels Particulier Grondbezit en lid Raad van Advies Staatsbosbeheer.

41 HET NATIONALE PARK DE HOGE VELUWE

Het Nationale Park beheert het cultuurlandschap zoals het was rond 1900 met een hoge biodiversiteit. Boven: Een heideven en wandelroute vlak achter het Museonder. Onder: Een zandverstuiving, steeds zeldzamer in Europa.

43 LANDGOED HEERLIJKHEID MARIËNWAERDT

Omzet € 7,5 miljoen. Inkomsten voor 40% uit Landgoed- en Kerstfair met samen 60.000 bezoekers.

Van melk tot kaas en van fruit tot jam en sap. Mariënwaerdt maakt alles zelf. Ondanks landelijke verkoop in driehonderd winkels dragen deze eigen producten nog nauwelijks bij aan de winst.

45 LANDGOED HEERLIJKHEID MARIËNWAERDT

De zorgimkerij. Cliënten van ’s Heerenloo maken ramen voor de bijenkorven op het landgoed.

Jachtkamer. Vergaderingen, feesten en bruiloften in zes gebouwen zorgen samen met de horeca voor 40% van de inkomsten.

47 LANDGOED HEERLIJKHEID MARIËNWAERDT

De belangrijkste inkomstenbronnen van Landgoed Mariënwaerdt in Beesd zijn de twee fairs en de horeca, elk voor 40%. “Voor de Landgoedfair in augustus en de Kerstfair in december hebben we een simpele formule. De kosten halen we uit de verhuur van kra- men aan 120 standhouders. Dus draagt elke entreebetalende bezoeker bij aan de netto winst. Verdeeld over vijf dagen trekt elke fair bijna dertigduizend bezoekers. Samen trekken de fairs ruim zestigduizend bezoekers.” Ter geruststelling voegt directeur Frans baron van Verschuer toe: “De rest van het jaar is het hier heel rustig.”

De tweede inkomstenbron, de horeca, bestaat uit zes locaties voor vergaderingen, feesten en bruiloften. Zeker de bruiloften zijn populair want er zijn al verloofde stellen die hun feest over twee jaar gepland hebben. Ook het pannenkoekenhuis De Stapelbak- ker en Brasserie Marie dragen bij aan het resultaat. Ze staan samen met de Landgoed- winkel en de Kaasmakerij op de plaats van de boerderij waarvandaan A.O.R.F. graaf van Bylandt de Heerlijkheid kocht in 1734 en daarmee zijn bezit uitbreidde tot 900 hectare. Dat areaal is al bijna drie eeuwen zo groot gebleven en steeds in dezelfde familie. Op deze plaats ligt ook de meest gebruikte entree, vanwege de ligging vlakbij station Beesd en de op- en afrit van de A2 Utrecht – ‘s-Hertogenbosch.

De overige 20% van de inkomsten komt uit verhuur van woningen, bossubsidies en agrarische pacht. Mariënwaerdt beschikt over twintig huurwoningen. “Ik ben anti- erfpacht”, stelt Van Verschuer. “Dan ontstaat vervreemding, want je hebt geen invloed meer op de opstallen. Die heb je verkocht.” Hij geeft de verklaring nog in andere woor- den: “Dit is geen economische eenheid, maar een instandhoudingeenheid.” Waarmee hij wil zeggen dat in stand houden van het landgoed belangrijker is dan er zoveel mogelijk rendement uithalen.

“De landbouwpacht van zeventien boerderijen op 640 hectare zorgt voor 10% van de inkomsten. Het gaat om een typisch gemengd bedrijf. Ongeveer 250 koeien leveren per jaar anderhalf miljoen liter melk waarvan de twee kaasmakers 160 ton kaas maken. Verder grazen er vijftig vleeskoeien van het ras Aberdeen Angus waarvan de Landgoed- winkel het vlees verkoopt. Van de tien hectare boomgaarden komt per jaar 180.000 kilo fruit dat in eigen bedrijf verwerkt wordt tot jams en sappen, in een half miljoen potten en flessen. Het beheer van de boomgaarden is in handen van zestien cliënten van zorg- instelling ‘s-Heerenloo te Druten.”

“We zijn niet afhankelijk van subsidie. Als die wegvalt, kunnen we het onderhoud over een langere tijd uitsmeren.”

“Met een jaaromzet van € 7,5 miljoen heeft Mariënwaerdt een mooi rendement”, vindt Van Verschuer. “Het hele bedrag gaat naar de NSW-bv om daar de kosten van onderhoud en beheer te dekken.”

En de uitgaven? “Grootste kostenpost vormt het onderhoud van de twintig gebou- wen, waarvan drie landhuizen en zeventien boerderijen. Mariënwaerdt telt 32 rijks- monumenten waaronder veertien hofsteden, diverse hooibergen en vloedschuren. De subsidie daarvoor is een loterij”, aldus Van Verschuer. “Er is vanuit het hele land ruim zeven keer meer aangevraagd dan er beschikbaar is. En dan nog moet je de helft zelf betalen.”

In document Waardevol Groen (pagina 44-51)