• No results found

Hoofdstuk 2 De Zesdaagse Oorlog

2.4 Massale steun aan Israël

Het Midden-Oosten was een onderwerp dat veel aan bod kwam in de Nederlandse kranten en de Zesdaagse Oorlog was dan ook een veel besproken onderwerp. In de kranten werd met name geschreven over de militaire overwinning van Israël en de lezer werd opgeroepen om Israël te steunen. Dat Israël tijdens de Zesdaagse Oorlog gebied bezet had en hier nederzettingen stichtte kwam af en toe ter sprake, maar hierbij werd er gewezen op de veiligheidsbelangen waarvoor deze nederzettingen dienden.

Voor het uitbreken van de Zesdaagse Oorlog werd in de kranten vooral naar voren gebracht dat Israël uit zelfverdediging moest handelen tegen de Arabische dreiging. Trouw schreefeind mei 1967 dat een oorlog tussen Egypte en Israël steeds dichterbij kwam.156 Te lezen was dat Israël

waarschuwde dat het niet veel langer kon wachten totdat de Egyptische blokkade en de troepenconcentratie aan zijn grenzen ongedaan waren gemaakt. Als de Verenigde Naties of anderen er niet in zouden slagen de blokkade te breken, moest Israël dit zelf doen. ‘De waarschuwing wijst erop dat Israël gereed is voor de strijd.’157 Hiermee werd de noodzaak van een Israëlische

tegenaanval uit zelfverdediging uitgelegd. In de dagen voor de Zesdaagse Oorlog werd in krantenartikelen met name geuit dat de Nederlandse bevolking Israël steunde. De Volkskrant kopte op 30 mei ‘Betogers solidair met Israël’, waar grote bewondering werd geuit voor de standvastigheid van het Israëlische volk bij het verdedigen van zijn onafhankelijkheid.158

Na het uitbreken van de Zesdaagse Oorlog was de steun vanuit Nederland aan Israël massaal, dit blijkt ook uit de onderzochte kranten. Vooral tijdens en na de Zesdaagse Oorlog werd in veel artikelen de steun aan Israël geuit, door middel van bijvoorbeeld inzamelingsacties. In De

Volkskrant was te lezen dat de Nederlandse steun niet alleen uit woorden, maar ook uit daden

moest bestaan.159 In Trouw was een paginagrote afbeelding te zien waarin werd opgeroepen geld en

bloed te doneren aan Israël. Dit laat het heersende beeld zien waarin heel Nederland opgeroepen werd om Israël te steunen.

Dat de oorlog als gevolg had dat veel Palestijnen op de vlucht sloegen werd ook besproken.

De Volkskrant schreef dat het probleem van de Arabische vluchtelingen overweldigender dan ooit

155 HEK, 32ste vergadering, 804.

156 ‘Nasser: “Wij geven niet toe”’ Trouw (27 mei 1967). 157 ‘Nasser: “Wij geven niet toe”’ Trouw (27 mei 1967). 158 Betogers solidair met Israël’ De Volkskrant (30 mei 1967).

159 ‘Tweeduizend sympathisanten ”Lot van Israël is thermometer voor wereldvrede”’ De Volkskrant (8 juni 1967).

was teruggekeerd nu de oorlog voorbij was en Israël een groot stuk Jordaans grondgebied bezet hield.160 Er werd echter geen kritiek geuit op de Israëlische acties die het vluchtelingenprobleem

hadden veroorzaakt. Over het wel of niet annexeren van de bezette gebieden werd geschreven dat sommige westerse waarnemers het onwaarschijnlijk achtten dat Israël de hele westelijke Jordaanoever en de Gazastrook wilde annexeren. Zij dachten dat Israël alleen de oude stad van Jeruzalem, vanwege haar religieuze en historische betekenis, en gebieden van strategisch belang wilde behouden.161 Dit is in overeenstemming met de heersende gedachte binnen de Nederlandse

regering en het parlement, dat Israël gebieden ter verdediging van haar grenzen wilde behouden. Over de nederzettingen die Israël stichtte in bezet gebied werd wel geschreven, maar hierbij werd vooral gewezen op het paramilitaire karakter van deze nederzettingen. Zo was in Trouw een kort artikel gepubliceerd over de eerste Kibboets die Israël stichtte in de Golanhoogvlakte, Golan.162

Hierin werd geschreven dat het nieuwe Joodse dorp in wat voor de oorlog Syrisch gebied was paramilitair opgezet was. Israël werd vroeger regelmatig beschoten vanaf de Golanhoogten en dit dorp was daarom opgezet ter bescherming van Israël, zo werd in de bijdrage uitgelegd.163 Met dit

krantenartikel werd dus het beeld geschetst dat Israëli’s deze nederzetting enkel stichtten uit zelfverdediging, om hun grenzen te beschermen. Een paar maanden later was in Trouw een artikel gepubliceerd over een Israëlische kibboets in bezet Syrië.164 Te lezen was dat de Israëli’s hun

zevende nederzetting gesticht hadden op de Golanhoogten. Ook hier kwam weer naar voren dat het ter bescherming van de grenzen van Israël gesticht was: ‘Bij de opening van de nieuwe kibboets zei de Israëlische minister van Arbeid van Israël, Yigal Allon, dat het noodzakelijk is dat dergelijke nederzettingen worden gesticht ter bescherming van de bestandslijnen’.165 Als er al geschreven

werd over de door Israël bezette gebieden werd er dus enkel gewezen op de rol van de nederzettingen ter bescherming van de grenzen van Israël. Over of deze nederzettingen van permanente aard konden zijn werd met geen woord gerept.

Conclusie

Tijdens de Zesdaagse Oorlog in juni 1967 had Israël gebied veroverd en in dit gebied stichtte het nederzettingen. De Israëlische regering wees op het paramilitaire karakter van deze nederzettingen en stelde dat deze dienden ter bescherming van Israël. In de Verenigde Naties werd Resolutie 242

160 ‘Ruim 100.000 Arabieren vluchten over Jordaan: Veroverd gebied nieuw probleem’, De Volkskrant (12 juni

1967).

161 ‘Ruim 100.000 Arabieren vluchten over Jordaan: Veroverd gebied nieuw probleem’, De Volkskrant (12 juni

1967).

162 ‘Israël sticht Kibboets in Golan-Hoogten’ Trouw (15 november 1967). 163 ‘Israël sticht Kibboets in Golan-Hoogten’ Trouw (15 november 1967).

164 ‘Weer Israëlische kibboets in bezet Syrië’ Trouw (11 april 1968). 165 ‘Weer Israëlische kibboets in bezet Syrië’ Trouw (11 april 1968).

aangenomen, die een aantal beginselen bevatte om tot een vredesregeling te komen in het Midden- Oosten. Hierbij was echter verwarring over of Israël zich uit alle bezette gebieden diende terug te trekken. De Arabische landen waren echter niet bereid te onderhandelen, waarmee Israëls zijn hoop verloor om de bezette gebieden te kunnen ruilen voor vrede en erkenning. Israël breidde hierop de nederzettingen uit en bestendigde zijn aanwezigheid daar.

Hoewel de medewerkers op de post in Israël al vlak na de Zesdaagse Oorlog waarschuwden voor het permanent lijkende karakter van de nederzettingen, vond dit geen weerklank in het Nederlandse buitenlandse beleid. Israëls aanwezigheid in de bezette gebieden werd door de Nederlandse regering, het parlement en de publieke opinie niet afgekeurd, er was juist begrip voor de nederzettingen die Israël in deze gebieden ter bescherming zijn grenzen stichtte. Het parlement en de Nederlandse samenleving riepen de regering op om Israël te steunen, iets wat de regering ook deed, al stelde de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken zich enigszins kritisch op ten opzichte van het Israëlische beleid. Luns sprak bijvoorbeeld tegen de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken uit dat het Israëlische beleid en het vasthouden aan de bezette gebieden niet bevorderlijk waren voor de vredeskansen in het Midden-Oosten.