• No results found

Marian Kollenveld op de jaarvergadering van 6 november

Dames en Heren,

ik zeg u van tevoren, dit wordt geen genuanceerd verhaal, u bent dus gewaarschuwd.

Het schrijven van de jaarrede is een mooie aanleiding om even stil te staan, een moment van reflectie zoals dat heet. Die reflectie die in het leren, het nieuwe natuurlijke leren, maar eigenlijk altijd, van groot belang is en die er zo vaak bij inschiet.

En toen vroeg ik mij af: Waarom zijn wij zo braaf?

- Waarom laten we de wiskunde wegdrukken uit mbo en hbo en verworden tot iets wat je even pakt als je het toevallig bij een project nodig hebt, terwijl we weten dat dat slechts fragmentarische kennis oplevert?

- Waarom hebben we indertijd de basisvorming op één niveau geac- cepteerd, terwijl we wisten dat dat niet werkte?

- Waarom hebben we in de eerste jaren leerlingen met zeer beperkte mogelijkheden op wiskundig gebied bavo-toetsen voorgezet van een niveau waar ze niets mee konden? - Waarom hebben we de meer geta- lenteerde havo/vwo-leerlingen te weinig geleerd, terwijl we wisten dat dat in de bovenbouw problemen zou opleveren?

- Waarom hebben we ons een per- verse variant van zelfstandig leren laten aanpraten waarbij leerlingen zogenaamd zelfstandig, aan de hand van diverse boekjes (leerboek, ant- woordenboek en studiewijzer), van som naar som gaan en de docent zoveel mogelijk zijn mond houdt? Terwijl we weten dat dat saai is, we weten dat je wiskunde niet goed in je uppie zelf uit een boekje kunt leren. En we weten dat wij de kennis in huis hebben om de leerling verder te helpen, het begrip te verhelderen en te verdiepen, plus de mogelijk-

heden om hen te motiveren en te inspireren. Waarom doen we dat dan niet? (O, u doet dat allemaal wel? Mooi, dan heb ik u straks nodig.) Het is misplaatste bravigheid, we mopperen wel, maar we doen niets, laten het gebeuren. En als je dat in de klas doet, dan krijg je ordepro- blemen, zoals u weet, dan nemen de bijdehante jongens en meisjes het over.

En dat is wat er nu steeds in het groot gebeurt: anderen voeren de

discussie en anderen nemen de beslissingen.

Daar heeft het hele onderwijs mee te maken, met al die stuurlui aan de wal, maar daar gaat het me nu niet om.

Vroeger, op de lagere school, heb ik iets geleerd als: ‘De kruik gaat zolang te water tot ze barst.’ Ik heb dat (zoals zoveel dingen) nooit echt begrepen, maar het lijkt me wel van toepassing. Laten wij het kruikje openen en zelf gaan zwemmen.

Oftewel meer vertrouwen op eigen kracht en professionaliteit, niet afwachten maar zelf het initiatief nemen, dat is beter voor u, voor uw leerlingen en op de langere termijn ook beter voor het vak.

Initiatieven

Omdat we hoopten/dachten dat u dat misschien ook wel vond en omdat we het van levensbelang vinden voor de toekomst van ons dierbare vak hebben we zelf alvast wat initiatieven genomen:

- Bij de ingang heeft u zo’n mooie groene flyer ontvangen. Hij wordt ook meegestuurd met het december- nummer van Euclides. Een manifest over de wiskundedidactiek. We willen mensen bij elkaar brengen om onze eigen didactiek gestalte te geven en te ontwikkelen van vmbo tot wo. Wiskunde als motor van vernieuwing, niet als sleepanker. Ooit waren we de eersten die met contextrijk onderwijs begonnen, liepen we voorop, nu lijken we de

‘Waarom

zijn wij

zo braaf?’

Meer vertrouwen

in eigen kracht en

professionaliteit

B

Verenigingsnieuws

bezemwagen te naderen. Wat is ons antwoord op de vernieuwingen in de basisvorming, en het nieuwe leren?

- In een aantal werkgroepen van deze studiedag kunt u dit thema terugvinden. Er is al heel veel bekend over hoe mensen leren, en wat effectief wiskundeonderwijs is, en er gebeurt al heel veel. Laten we de kennis die in de vereniging aanwezig is gebruiken, bundelen en uitdragen. De kracht van de ver- eniging ligt in de breedte van het

ledenbestand, docenten van vmbo tot wo, lerarenopleiders, vakdidacti- ci, onderzoekers en nascholers. Doet u vooral mee, we hebben u nodig. - Aansluitend kan ik u meedelen dat de vereniging een aanvraag van mijn school heeft ondersteund om te laten onderzoeken hoe de wiskunde goed is in te zetten in bijvoorbeeld een sciencestroom in de onderbouw van havo/vwo, ook een actuele ont- wikkeling, die ik u overigens van

andersom gekund, die aanvraag en die ondersteuning, maar we dachten zo meer kans te maken op succes. Naast het ontplooien van eigen ini- tiatieven is het van belang zoveel mogelijk actief betrokken te zijn bij de actuele ontwikkelingen, zoals rond de tweede fase.

- We hebben ons, het zal u niet zijn ontgaan, samen met andere partijen stevig verzet tegen de plannen van de minister met betrekking tot de

tweede fase.

Hoewel we bepaald niet tevreden zijn met het uiteindelijke voorstel hebben we toch besloten de werke- lijkheid te aanvaarden zoals die zich aan ons voordoet.

Het bestuur heeft daarop de werk- groep havo/vwo gevraagd om alvast na te denken over een mogelijke invulling van de nieuwe program- ma’s voor wiskunde binnen de nieu- we randvoorwaarden. Dat resulteer-

op de problematiek van wiskunde-B vwo, die door de meesten als het zwaarst werd ervaren. Deze notitie is in ruime kring verspreid en van commentaar voorzien. Vervolgens is een bijeenkomst belegd waarin deze notitie is besproken, samen met een inmiddels verschenen discussiestuk van OCW over een mogelijke invul- ling van de programma’s.

Op basis hiervan is een reactie geschreven, inclusief onze eigen gedachten, die we tevoren hadden ontwikkeld. Deze reactie ligt ook voor u klaar op de verenigingsta- fel. In concept, dus er kan nog aan veranderd worden. Er is een lunch- discussie, dus voel u vrij om uw bijdrage te leveren als u dat nuttig vindt. De definitieve reactie komt op de website.

- En natuurlijk, heel actueel, de pro- fielcommissie B.

Nog even heel summier de voor- geschiedenis. Toen het ernaar uit zag dat het niet zou lukken om de minister zelf van haar plannen voor de tweede fase af te brengen, heb- ben we veel gelobbyd, met als resul- taat dat er Kamerbreed een motie is aangenomen (de motie Hamer) waarin onder meer de problemen bij wiskunde zijn benoemd en de pro- fielcommissies de opdracht kregen hierover uitspraken te doen en ook over toekomstige ontwikkelingen zoals het nieuwe bètavak. De B-commissie is inmiddels benoemd, de andere nog niet. En ondanks de gedane toezeggingen dat er ‘natuurlijk’ royaal docenten in zouden worden opgenomen, heb ik maar één docent, biologie en decaan, kunnen ontwaren. Verder kijkend naar de samenstelling valt die op het eerste gezicht ook niet geheel samen met de bètalobby, het is een gezelschap van diverse plui-

‘Waarom

zijn wij

zo braaf?’

Meer vertrouwen

in eigen kracht en

professionaliteit

Verenigingsnieuws

2 5 8

euclides nr.4 / 2005

Maar wij hadden van deze minister natuurlijk ook niet anders verwacht. Dat betekent wel dat de mensen in de commissie met een wiskunde- achtergrond, Robbert Dijkgraaf en Wim Kleijne, waarschijnlijk nog wel enig missiewerk te verrichten heb- ben. En hoewel we alle vertrouwen hebben in hun kennis en kwaliteit, Wim Kleijne is tenslotte niet zomaar erelid geworden, willen we ze graag zoveel mogelijk ondersteunen. - We hebben daarom samen met de NOCW (Nederlandse Onderwijs Commissie voor de Wiskunde) het initiatief genomen tot een subpro- fielcommissie, met mensen uit de universiteiten, FI, hbo en het voort- gezet onderwijs.

Missiewerk

Omdat er op nog veel meer plaatsen missiewerk moet worden verricht, hebben we van harte het initiatief van enkele universitair wiskundi- gen ondersteund om een ‘landelijke pr-medewerkster voor de wiskunde’ aan te stellen, samen met het KWG (Koninklijk Wiskundig Genoot- schap). Haar naam is Ionica Smeets. Het imago van de wiskunde kan wel wat worden opgepoetst. Veel volwassenen van nu, ook de men- sen die het voor het zeggen hebben, lopen rond met het verstarde beeld van de eigen ervaring van 30 jaar geleden. Misschien kregen ze toen slecht les, misschien begrepen ze het niet, en voelden zich gefrus- treerd en tekortschieten. Frustraties zijn taai, en dat gestolde beeld van wiskunde als hermetisch vak heeft ernstig tegen ons gewerkt, het afge- lopen jaar.

We zijn heel blij met Ionica als tegenwicht; ze is nog niet eens 30, ze snapte de wiskunde prima want ze is net afgestudeerd aan de TU Delft, en ze wil graag het beeld van

de wiskunde voor een algemeen publiek helpen te verbeteren, waar- bij naast de lezer van de weten- schapsbijlagen ook de gewone Libel- lelezer zoals ikzelf niet geschuwd zal worden.

PR moet

We zijn door de opgedane ervarin- gen inmiddels zeer doordrongen van het belang van een goede PR. Geen propaganda, maar goede voor- lichting en communicatie. Extern, maar zeker ook intern.

De PR-commissie heeft daar een aantal behartenswaardige gedach- ten over ontwikkeld, die hopelijk dit jaar verder hun beslag krijgen. Het komt neer op een directere betrok- kenheid bij elkaar en het werk in de klas. Informatie en ondersteuning, onderlinge discussie. Kortweg de vereniging nog meer dan nu als actief netwerk van deskundige en betrokken collega’s.

Website

De website is daarbij onontbeerlijk. Momenteel wordt in samenwerking met de beide webmasters door een bedrijfje de website verbouwd om hem gebruiksvriendelijker te maken en de mogelijkheden voor com- municatie te vergroten. Er komen discussiefora en afgesloten hoekjes voor bijvoorbeeld leden van een werkgroep. Het zal, als het klaar is, de webmasters een hoop werk uit handen nemen. We hadden hem vandaag feestelijk willen presente- ren, maar het is net de Betuwelijn, het duurt altijd langer dan je denkt. Hopelijk met minder kostenover- schrijding, dat is beter voor uw contributie.

Euclides

Een andere pijler in de communica- tie is en blijft ons blad Euclides. Het belang dat we eraan hechten

ziet u weerspiegeld in de begroting: we besteden in totaal zo’n 60% van de inkomsten aan Euclides. Dat is veel, maar we vinden dat verant- woord, enerzijds omdat we daarmee alle leden bereiken, en anderzijds omdat we daardoor een eigentijds en kwalitatief goed blad kunnen maken. Zowel over de inhoud als over de vormgeving zijn we zeer te spreken, de specials zijn elke keer weer zeer de moeite waard.

Zebra

De zebra-reeks blijkt een onver- wachte bijdrage te leveren aan de PR. Ze worden ook heel goed ver- kocht in de gewone boekhandel, veel meer dan we hadden gedacht. We hopen dat we erin slagen de keuzeruimte in de vwo-program- ma’s te behouden, want daar ligt uiteindelijk de basis voor de reeks. Ik had vandaag twee nieuwe zebra’s willen aankondigen, waaronder één van mijn illustere voorganger Hans van Lint en zijn partner Jeanne Breeman. Het onderwerp is zeep- vliezen. Ik heb niet willen achterha- len of dat werd geïnspireerd doordat hij na zijn pensioen meer de afwas moest doen of dat hij wat meer ruimte kreeg voor vluchtige gedach- ten. Waarschijnlijk geen van beide. Het is helaas niet mogelijk gebleken om het op tijd van de drukker te krijgen. Datzelfde geldt ook voor een andere Zebra, met veel nullen en enen die wat verward zijn geraakt. Maar voor de Kerst zijn ze er.

Lot in eigen hand - samen

Ik sluit af.

Het sleutelwoord is initiatief; neem het lot in eigen hand, vertrouw op uzelf en laat uw vak niet van u afnemen.

Dat strookt prima met de grotere vrijheid die scholen in elk geval in woorden krijgen om hun onderwijs

Verenigingsnieuws

en dus ook hun wiskundeonderwijs vorm te geven. Laat het niet bij woorden blijven!

Maar tegelijkertijd is het zoeken naar de balans: er is zoveel te doen, er kan zoveel, er moet soms zoveel, soms heel erg dringend, er zijn zoveel goede ideeën, maar er is vaak zo weinig tijd. Dan heb je de steun van elkaar hard nodig, is het heel prettig als je niet alles zelf hoeft te verzinnen maar je bij collega’s, in de vereniging, te rade kunt gaan.

Het bestuur heeft haar ambities met de vereniging vergroot, ik heb u daarover wat verteld.

We denken dat het nodig is gezien de ontwikkelingen die zich voordoen. De tijden zijn veranderd. Niet elke wiskundedocent is na een degelijke wiskundestudie leraar geworden, met een ruime wiskundige en didacti- sche bagage. Er zijn veel alternatieve routes naar het leraarschap.

En op bijvoorbeeld vmbo-scholen die experimenteren met nieuwe vor- men kan de begeleiding bij het leren van wiskunde in veel verschillende

ons daar zorgen om, maar hebben niet de illusie daar op korte termijn veel aan te kunnen veranderen. Het netwerk van de vereniging kan er dan zijn als vraagbaak en als ondersteuning.

Het opzetten van zoiets kost tijd, en tijd is geld. Maar we geloven in onze missie en zullen proberen daarvoor, samen met anderen, binnen het del- taplan bèta/techniek of elders mid- delen te verwerven, want de vrije tijd van mensen raakt ooit op.

Tot slot

Maar vandaag leven we nog volop in het tijdperk van de vrijwilligers. Een mooi moment om even de schijn- werpers te richten op al die mensen zonder wier belangeloze inzet de vereniging er eenvoudigweg niet zou zijn. Belangeloos, maar zeker niet zonder belang; een vereniging als de onze kan niet zonder al die leden die tijd stoppen in wat hen aan het hart gaat: het bevorderen van de kwaliteit van het wiskunde- onderwijs in Nederland. In al onze commissies, het bestuur en ook

ten mensen zich van harte in voor de club, onze club. We willen ze en u dus graag heel hartelijk danken voor hun inzet en vragen u dit te ondersteunen met een applaus. Dank u wel.

Zowel over de inhoud