Hoe leef je rijker dan zij leven? Wat kun je koopen in je huis, dat zij niet hebben?
Ze eten het fijnste, het lekkerste, ze eten versche zalm midden in den winter. Hij
werd al rijker.... nog rijker dan die vijftig duizend gulden? Natuurlijk... Geld maakt
Geld. Hoe doet het dat? Ja.... dat kan juffrouw Content zoo in de gauwigheid niet
zeggen. En vromer.... altijd vromer.... met zijn eigen familie is hij al jaren kwaad....
ze zijn te vrij.... mevrouws nichtjes mogen er niet logeeren.... omdat ze op Sjabbos
piano-spelen, omdat ze geen koosjeren wijn laten komen.... Hij draagt op Sjabbos
nog geen paraplu.... hij vast bij iedere gelegenheid.... hij doet precies, in alles, wat
geschreven staat. Het laat zich hooren.... de vraag is of het helpen zal!
Maar de tijd staat niet stil.... ze zitten leelijk hun middag te verpraten. Drie toeren
deed ze boven het helgroene ‘teekje’ en moeders stopmand is nog boordevol en
juffrouw Content vergat moeders heele japon.... die moet voor vaders verjaardag nog
klaar.... elk keert nu weer gauw tot zijn werk terug. En de kamer is stil... ze kijkt naar
moeder, naar juffrouw Content.... ze denken er allebei over na.... moeder ziet
heelemaal bleek en juffrouw Content ziet heelemaal rood, zijzelf voelt zich gloeierig....
ze denkt aan alles tegelijk... aan niets.... aan iets... aan dingen door elkaar.... en dan,
zoo duidelijk, dat ze ervan schrikt, komt het gezicht van mijnheer Israëls voor haar
oogen.... onder haar oogen.... tusschen haar oogen en de breikous in.... Het hoofd
van mijnheer Israëls en zijn bovenlijf, boven zijn schrijftafel uit en achter hem het
mooi-gekleurde mizrach aan den muur.... omdat ze dien keer zoo lang wachten moest
en aldoor naar hem keek, terwijl hij las in Vaders brief, keek zonder het te weten....
Zóó zat hij, op zijn eenen arm geleund.... je zag over het zwarte keppeltje de plooien
loopen naar den platten knoop, zoo was zijn hoofd gebogen.... hij las.... en aaide zijn
eigen baard.... zoo zat hij toen.... zoo ziet ze hem nu.... als voor haar oogen, als onder
haar oogen, tusschen haar oogen en de breikous in.... en nu.... haar vingers stokken,
worden stil.... nu ziet ze duidelijk zijn gezicht veranderen, door wat ze van hem
weet.... een schuldig.... verontrust gezicht... de oogen hol en diep, vol schuwheid,
angst, geheim.... want wat deed hij wel niet in die eene daad; het was geld van anderen,
en hij nam het.... het was Joum-Kippoer en hij raakte het aan.... het was
Joum-Kippoer.... en hij stal.... en al die jaren werd hij rijker.... en al die jaren werd
hij vromer.... en doet nu alles om dat ééne goed te maken.... zit boven en oort, als
anderen jomtof vieren.... volgt kleine geboden zoo streng als de hoogste op.... en
alles, alles is in zijn gezicht, ze ziet het duidelijk in zijn gezicht....
Ze bemerkt het ineens.... Moeder en juffrouw Content zitten alweer te praten. Samen
gaan ze na.... wie wel het ware zouden weten en wie althans een deel.... en wie maar
napraten.... en wie maar raden.... en hoe zoo'n zondig, zwaar geheim het eerste uit
hem-zelf vandaan kwam naar zijn vrouw.... en toen van haar naar juffrouw Mozes
ging, de baker, en zoo over de wereld heen.... en hoe menschen het elkaar in
fluisteringen overreiken en hoe zoo iets over de wereld doorgegeven wordt, van den
een naar den ander, zoodat al meer het weten.... zoodat het in al ruimer wijdten van
menschen spreidt als kringen in het water en mijnheer Israëls in het midden, mijnheer
Israëls de steen.... hij alleen weet alles, weet alles volkomen, draagt alles, draagt alles
alleen. Maar als nu.... wat vertelt Moeder daar voor een aardig verhaal....? Dat hebben
ze nooit van Moeder gehoord, neen.... het schiet haar ook maar zoo ineens te binnen.
En had die kip zich niet meer dan één pluisje uitgepikt.... en maakten de laatsten
ervan dat ze heelemaal kaal was door haar eigen bedrijf...? En zou het dan ook kunnen
dat het van mijnheer Israëls niets dan praatjes zijn? Maar het vlekje aan de
bont-geheeten koe! Nu goed.... dan iets, maar niet zoo gruwelijk, niet zoo erg....
Juffrouw Content gelooft het niet. Zeker.... de raarste praatjes loopen door de
wereld rond, en zijn niet waar.... maar dit heeft ze immers zelf gehoord van Juffrouw
Mozes, de baker!
Denk eens even dat het inderdaad maar praatjes zijn.... Dan krijgt hij weer zijn
gewone gezicht terug.... dat komt hem toe.... Hij zat achter de schrijftafel, las Vaders
brief, aaide zijn baard, zat op den eenen arm geleund, en achter hem blikkerde het
glas
voor het Mizrach aan den wand.... en zij stond midden in de kamer en keek hem aan
terwijl hij las.... zoo was het en ze ziet hem weer.... zooals hij plotseling voor haar
oogen kwam, toen juffrouw Content het had gezegd. En zijn ander gezicht, zijn
gewone gezicht, van vóór ze wist.... ze vindt het nergens weer terug, - ze kan niet
anders hem meer zien dan schuldig, verontrust, met oogen vol van schuwheid, angst,
geheim....
Ja, als het nu eens praatjes waren.... praatjes van jaloersche menschen.... praatjes
van lui die om praatjes verlegen zijn.... ja, denk eens aan.... er valt iets van haar af....
er stroomt iets uit haar weg.... een leegte weegt, als had ze iets verloren.... Ze zal het
voor geen ding ter wereld iemand zeggen.... ze zal het maar stilletjes voor zich
houden.... hoe ze hoopt in haar hart dat het maar geen praatjes zijn.... dat juffrouw
Mozes de waarheid aan juffrouw Content vertelde.... dat zij zoo iemand in hun kille
hebben....
In document
Carry van Bruggen, Avontuurtjes · dbnl
(pagina 152-156)