• No results found

3 Opzet van de empirische verkenning

3.5 Keuzes in de verwerking en beschrijving van de resultaten

Gebruik van de gegevens van alle acht leraren

Uit de beschrijving hierboven blijkt dat er sprake is van enig verschil in de gehanteerde werk- wijze tussen de pilot en het vervolgonderzoek. Omdat het totaal aantal leraren nog beperkt is, is nagegaan of het verantwoord is om de gegevens van de 8 leraren integraal te verwerken. Een eerste argument hiervoor is dat de beide leraren in de pilotfase ook actief betrokken zijn bij de reflectie op de deugden; een tweede overweging is dat de onderzoeker bij vergelijking tussen de pilot en het vervolgonderzoek geen fundamentele verschillen aantrof.

Kenmerken van de doelgroep (zie hierboven)

Van deze acht leraren waren er twee betrokken in de pilotfase, zes in het daaropvolgende on- derzoek. Vijf leraren werkten in cluster 4-scholen (PI-school VSO-ZMOK), een in een SBO-

school, een in een cluster 3-school (ZML) en een in een reguliere basisschool. Zeven leraren waren als groepsleraar betrokken bij het onderzoek. De deelnemer uit het regulier basison- derwijs was als intern begeleider bij het onderzoek betrokken in begeleidingsgesprekken met individuele leerlingen. Alle leraren zijn als kanjer geselecteerd op basis van beoordelingen van opleiders. Bij enkele leraren waren collega’s bij de selectie betrokken. Bij een leraar is de definitieve selectie van de leraar mede tot stand gekomen op basis van een oordeel van de leerlingen. In alle situaties was er sprake van leerlingen met (vooral) sociaal-emotionele problematiek. Van de acht leraren kunnen er zeven beschouwd worden als ervaren leraren en een als een veelbelovende leraar. Alle scholen waarin deze leraren werkten stonden bekend als goed in hun soort.

Kenmerken van de gekozen pedagogische situaties (zie hierboven)

Hoofdstuk 4 Zorgvuldig oordelen bevat een analyse van de situaties en dilemma’s waarvoor de leraren gekozen hebben en de overwegingen die daarbij door de leraren gehanteerd zijn. Uit deze analyse blijkt dat de gekozen pedagogische situaties voldoen aan de eis dat ze een beroep doen op kwaliteiten die relevant zijn voor verkenning van de betekenis van deugden in het pedagogisch handelen van de leraren.

Analyse van de gegevens

Bij de analyse van de data zijn de deugden als uitgangspunt genomen. Onderzocht is in hoe- verre en hoe de afzonderlijke deugden herkenbaar waren in de diverse bronnen. Ter voorbe- reiding van de analyse zijn de volgende stappen ondernomen:

Bewerking en betekenis van de afzonderlijke onderzoeksinstrumenten

Zelfbeschrijving

De door de leraar aangeleverde tekst is als bron gebruikt; handgeschreven teksten zijn door de onderzoeker in Word getypt. De zelfbeschrijvingen geven een goed beeld van de situatie, de keuze(s) waar de leraar voor staat, de overwegingen die hij betrekt bij hoe te handelen en de professionele kwaliteiten waarop de leraar denkt een beroep te doen. De gegevens uit de zelfbeschrijvingen zijn vooral gebruikt bij de analyse van de oordeelsvorming van de leraren zoals beschreven in hoofdstuk 4 Zorgvuldig oordelen.

Deugdenvragenlijst en interview

De op de deugdenvragenlijst gekozen antwoordalternatieven zijn als informatiebron gebruikt bij beantwoording van de vraag of en in welke mate de leraar de deugd van toepassing vindt en hoe de leraar denkt om te gaan met de maatvoeringskenmerken. Toelichtingen van de leraar op de gekozen alternatieven zijn waar zinvol, op basis van de video-opname van het deugdeninterview uitgeschreven: omdat ze een kwalitatieve beschrijving geven van de geko- zen antwoordalternatieven of omdat de leraar daarin uitspraken doet over wat hij belangrijk vindt (visies, opvattingen). De video-opnames van de deugdeninterviews zijn dus niet volle- dig uitgeschreven. De gegevens van de deugdenvragenlijst zijn vooral gebruikt om een eerste

antwoord te krijgen op de relevantie van de betreffende deugd voor de leraar en om een eerste beeld te vormen van de algemene kenmerken van de afzonderlijke deugden. De toelichtingen in het deugdeninterview waren vooral ondersteunend bij de eerste kwalitatieve beschrijving van de deugdenkenmerken.

Video-opnames van de praktijk

De video-opnames zijn volledig uitgeschreven. In de beschrijving is onderscheid gemaakt tussen relevante gebeurtenissen, scènes (bijvoorbeeld: binnenkomst van de groep, start van de lesdag, kringactiviteit met muziek en dans, werken met ontwikkelingsmateriaal, jassen en tassen pakken op weg naar huis). De opnames zijn beschreven met een focus op de aanpak van de leraar (inrichting lokaal, lesopbouw/didactiek, wijze van interacteren) en het gedrag van de leerlingen, waarbij gefocust is op hun reacties op het gedrag van de leraar. De beschrij- vingen betreffen het non-verbale gedrag (de handeling zelf en waar dat zinvol is een typering van voor de handeling relevante aspecten zoals de expressiviteit van woord en gebaar) en een beschrijving van wat er gezegd wordt (een beschrijving in hoofdlijnen, aangevuld met een zo letterlijk mogelijke transcriptie van wat er op cruciale momenten wordt gezegd). De opnames maken de specifieke kenmerken van de context zichtbaar en vormen uitgangspunt voor re- flectie op de vraag welk gedrag kenmerkend is voor de afzonderlijke deugden.

Videoreflecties van de leraren

De door de leraar aangeleverde tekst is als bron gebruikt. De eigen reflecties van de leraren illustreren welk gedrag de leraar kenmerkend vindt voor de afzonderlijke deugden en maken zichtbaar welke overwegingen een rol spelen in zijn handelen.

Video-interview

De video-opname van het video-interview is volledig uitgeschreven, bevat een zo volledig mogelijke transcriptie van wat er door de leraar (gewoon weergegeven) en door de inter- viewer (schuingedrukt) is gezegd. Waar dit opviel is deze transcriptie aangevuld met een typering van het non-verbale gedrag van de leraar (een aarzeling, lachend iets zeggen, e.d.). Het video-interview helpt bij verheldering van de reflecties van de leraren en vormt daarmee een nadere articulatie van de kenmerken van de deugden: vooral het gedrag en de daarbij betrokken keuzes en overwegingen. Leraren verwoorden geregeld ook onderliggende visies en opvattingen.

Biografisch interview

De video-opname van het biografisch interview is volledig uitgeschreven, bevat een zo vol- ledig mogelijke transcriptie van wat er door de leraar (gewoon weergegeven) en door de in- terviewer (schuingedrukt) is gezegd. Waar dit opviel is deze transcriptie aangevuld met een typering van het non-verbale gedrag van de leraar. Het biografisch interview maakt vooral zichtbaar welke visies en opvattingen voor de leraar van belang zijn, welke hiervan kenmer- kend zijn voor de afzonderlijke deugden en hoe die visies en opvattingen verbonden zijn met de biografie van de leraar. Omdat in dit interview wordt doorgevraagd op voorafgaande bronnen en aangesloten op de eigen vraagstellingen van de leraren is het mogelijk dat de le-

raren bepaalde thema’s die voor hen van belang (kunnen) zijn niet verwoord hebben. Het feit dat bepaalde thema’s niet door alle leraren verwoord zijn betekent dus niet per se dat ze niet relevant voor hen zijn.

Inhoudsanalyse

De afzonderlijke deugden zijn beschreven aan de hand van teksten uit de afzonderlijke bron- nen. De aanpak kan getypeerd worden als een inhoudsanalyse van de uitspraken van leraren op basis van geformuleerde kenmerken van afzonderlijke deugden Hierbij werd gebruik ge- maakt van een variant van een door Hilhorst (1988) ontwikkelde analyse, waarbij uitgegaan wordt van eigen interpretaties van de onderzoeker (verwerkt in de definitie van de deugden) en de leraren (herkenbaar in de eigen reflecties). Bij de keuze van de teksten is als volgt te werk gegaan:

– De onderzoeker heeft teksten gebruikt waarin de leraar zelf aangeeft dat de betreffende deugd aan de orde is. De onderzoeker volgt hier dus de eigen opvattingen die de leraar spontaan of na doorvragen van de onderzoeker heeft geformuleerd.

– De onderzoeker heeft zelf teksten geselecteerd waarin de kenmerken van de betreffende deugd, zoals beschreven in de onderbouwing en de definiëring, herkenbaar waren. Per deugd heeft de onderzoeker alle teksten nagelopen op termen en betekenissen die ken- merkend zijn voor de betreffende deugd zoals blijkt uit de beschreven onderbouwingen en definities

Voor de achtereenvolgende bronnen betekent dit:

– Zelfbeschrijving: teksten waarin de leraar zelf expliciet een relatie legt met de betreffende deugd en door de onderzoeker geselecteerde teksten.

– Deugdenvragenlijst: de door de leraar gekozen antwoordcategorieën en hun toelichting op de gemaakte keuzes

– Video-opname: aan de hand van de beschrijving van de kenmerkende situatie(s) formu- leert de onderzoeker in hoeverre hij de betreffende deugd in het handelen van de leraar herkent. Eventuele vragen van de onderzoeker naar aanleiding van deze observatie formu- leert hij ter voorbereiding van het video-interview.

– Reflecties van de leraar op de video-opname: teksten waarin de leraar zelf expliciet een relatie legt met de betreffende deugd en door de onderzoeker geselecteerde teksten. – Video-interview: teksten waarin de leraar zelf expliciet een relatie legt met de betref-

fende deugd en door de onderzoeker geselecteerde teksten (waarbij de onderzoeker zo- veel mogelijk de eigen verantwoording van de leraar volgt). In de uitgeschreven tekst van het video-interview zoekt de onderzoeker vooral naar voorbeelden van voor de deugd kenmerkend gedrag. Hij selecteert ook teksten waarin de leraar opvattingen formuleert die relevant lijken voor de betreffende deugd.

– Biografisch interview: teksten waarin de leraar zelf expliciet een relatie legt met de be- treffende deugd en door de onderzoeker geselecteerde teksten. In de uitgeschreven tekst zoekt de onderzoeker vooral naar uitspraken van de leraar die zichtbaar maken welke ervaringen, motieven/waarden en visies relevant zijn voor de betreffende deugd.

Beeldvorming per leraar

Op basis van alle informatiebronnen is per leraar een beeldvorming uitgeschreven. Deze beeldvorming bevat:

Algemene gegevens

Personalia van de leraar, kenmerken van de (groep) leerlingen en de relevante pedagogische situatie(s) waarvoor de leraar gekozen heeft met inbegrip van te realiseren doelen en dilem- ma’s. Deze algemene beschrijving is gebaseerd op de zelfbeschrijving van de leraar en infor- matie uit het voorbereidend gesprek.

De kenmerkende situatie(s)

De video-opnames van de situaties zijn uitgeschreven. Hierbij is de tekst geordend op basis van de afzonderlijke activiteiten en een eventuele structuur binnen deze activiteiten (lesop- bouw). In de beschrijving is gefocust op de aanpak van de leraar (inrichting van het lokaal, lesopbouw/didactiek, wijze van interacteren (verbaal en opvallend non-verbaal)) en het ge- drag van leerlingen (verbaal en opvallend non-verbaal gedrag) voor zover dat in relatie stond tot het handelen van de leraar. De beschrijving wordt gevolgd door een reflectie van de onder- zoeker op wat hem daarin is opgevallen.

Een uitwerking van de afzonderlijke deugden

Bij deze beschrijving is de indeling aangehouden die in het onderzoek is gehanteerd (zie 2.3). Bij elke deugd zijn de resultaten per instrument beschreven: zelfbeschrijving, deugdenvra- genlijst, video-opname(s), reflecties leraar op video-opname(s), videobespreking, biografisch interview.

Beschrijving van de afzonderlijke deugden over alle leraren heen

De onderzoeker gebruikt de beeldvormingen van alle leraren om relevante dimensies van de afzonderlijke deugden te articuleren. Hij maakt waar zinvol gebruik van aanvullende litera- tuurstudie om resultaten en ideeën kritisch te bespreken. Bij het uitschrijven van de resultaten speelden de volgende overwegingen een rol:

Werken met illustraties in plaats van videobeelden

Oorspronkelijk lag het in de bedoeling om de resultaten weer te geven in de vorm van een combinatie van beschrijvingen en geselecteerde videobeelden. Dit vanuit de ervaring dat beelden veelal pas duidelijk maken wat er gebeurt, waar het om gaat. Een groot bezwaar aan het werken met videobeelden is dat ze privacygevoelig zijn. De onderzoeker heeft toestem- ming gekregen voor het maken van de opnames met de toezegging dat hij voor eventueel geselecteerde beelden apart toestemming aan de betrokkenen zou vragen. Dat is, enkele jaren na de uitvoering van het onderzoek, praktisch een probleem. De privacygevoeligheid weegt zo zwaar dat, indien niet echt nodig, publicatie van beelden van leerlingen zoveel mogelijk vermeden moet worden. Daarom is er voor gekozen eventuele relevante scènes uit te schrij- ven en ter illustratie aan de beschrijvingen toe te voegen. Een bijkomend voordeel van deze aanpak is dat de onderzoeker gedwongen is om de scènes nog nauwkeuriger te bekijken. De

onderzoeker heeft voor de illustraties de betreffende videobeelden opnieuw bekeken en uit- geschreven. Bij het uitschrijven is er voor gekozen om de uitspraken van leraren zo letterlijk mogelijk weer te geven. Alleen typische spreektaalkenmerken die in geschreven taal storen zijn aangepast (bijv. herhalingen, niet lopende zinnen).

Kenmerkend gedrag en visies/opvattingen onderscheiden

In de verkenning is gewerkt met een combinatie van benaderingen die samen een beeld geven van hoe de deugden tot uitdrukking (kunnen) komen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen een meer objectiverende aanpak, waarin de vraag wordt gesteld hoe de deugd zichtbaar wordt in het handelen van de leraar (videoreflecties en –interviews) en een meer subjective- rende aanpak waarin de vraag wordt gesteld hoe de deugd verankerd is in de biografie en de eigen betekenis- en zingeving van de leraar (vooral verwoord in de biografische interviews). Het onderzoek is erop gericht om te laten zien hoe beide aspecten met elkaar verweven zijn. Voor een heldere analyse van de resultaten over alle leraren is er voor gekozen om deze aspec- ten afzonderlijk te beschrijven.

Overkoepelende beschrijving van de deugden in vijf categorieën

Op basis van de analyse van de onderzoeksresultaten per deugd is besloten de resultaten on- der vijf categorieën samenvattend te beschrijven. Deze categorieën wijken af van de indeling die in de opzet en uitvoering van deze verkenning gehanteerd is (zie 2.3). Elke categorie is als afzonderlijk hoofdstuk in deze publicatie opgenomen. In de hoofdstukken wordt de gekozen samenvoeging van de deugden verantwoord:

– Hoofdstuk 4 Zorgvuldig oordelen (het ethisch denken van leraren) behandelt de deugden nut, leren van fouten, perspectiefwisseling en creativiteit/inventiviteit

– Hoofdstuk 5 Aandachtige betrokkenheid behandelt de deugden kijken, discretie en vriendschap(pelijkheid)

– Hoofdstuk 6 Evenwichtig handelen behandelt de deugden omgaan met macht en zelfbe- heersing

– Hoofdstuk 7 Leren in vrijheid behandelt de deugden spel en humor

– Hoofdstuk 8 Jezelf zijn en jezelf ontwikkelen behandelt de deugden authenticiteit, zelfont- wikkeling en omgaan met verlangens

Voor de leesbaarheid wordt in tabel 2 (pagina 94) weergegeven hoe de indeling van Gordon, de selectie en indeling voor de opzet van deze verkenning en de indeling bij de beschrijving van de resultaten zich tot elkaar verhouden.

Gekozen beschrijvingsstramien

In elk van deze hoofdstukken is er voor gekozen om de deugden zoveel mogelijk in samen- hang te beschrijven. Daarbij is het volgende stramien gevolgd, waarbij afhankelijk van de gebleken samenhang telkens is gekozen om de deugden afzonderlijk of in samenhang te be- schrijven:

Tabel 2: Schematisch overzicht van de lijst van Gordon, de voor de opzet van de empirische verkenning gekozen indeling en de indeling die gebaseerd is op analyse van de resultaten

De lijst van Gordon

Ethische deugden Kijken Geheugen Discretie Nut Praktische deugden Maatvoering: - Zelfbeheersing - Meten - Zelfkennis Leren van fouten Perspectiefwisseling Uitvinding/creativiteit Sociale deugden Gezond verstand Vriendschap Verhalen vertellen Persoonlijke deugden Ironie of humor Spel Onderzochte deugden Omgangsdeugden Kijken … Discretie Zelfbeheersing Vriendschap Authenticiteit Omgaan met macht

Praktische deugden

Nut

Leren van fouten Perspectiefwisseling Creativiteit --- --- Vrijheidsdeugden Humor Spel Zelfontwikkeling Omgaan met verlangens

Indeling op basis van de onderzoeksresultaten Aandachtige betrokkenheid Kijken Discretie Vriendschap Evenwichtig handelen Zelfbeheersing Omgaan met macht

Zorgvuldig oordelen

Nut

Leren van fouten Perspectiefwisseling Inventiviteit

Leren in vrijheid

Humor Spel

Jezelf zijn en jezelf ontwikkelen

Authenticiteit Zelfontwikkeling Omgaan met verlangens

Onderbouwing en definiëring

In dit deel worden de deugden praktisch en theoretisch onderbouwd. Dit resulteert in een definitie van de deugden in termen van ethische fundering en uitwerking in een of meer maatvoeringskenmerken. De gedefinieerde kenmerken worden als uitgangspunt genomen voor de analyse van de resultaten.

Bevindingen

– Algemeen: in dit deel wordt samenvattend beschreven hoezeer de deugd kenmerkend is voor de leraren in deze verkenning. Beschreven wordt voor hoeveel leraren de deugd van toepassing is.

– Kenmerkend gedrag: in dit deel wordt begonnen met de antwoorden van de leraren op de voor de deugden relevante maatvoeringskenmerken: wat denken zij dat kenmerkend is voor hun handelen? Vervolgens wordt op basis van de video-opnames en –reflecties beschreven welke gedragsvarianten kenmerkend zijn voor de betreffende deugd en hoe- veel leraren dit kenmerkend gedrag vertonen. Elke variant wordt geïllustreerd met een of meer scènes uit de video-opname van de kenmerkende situatie.

– Visies: in dit deel wordt beschreven welke visies van de leraren kenmerkend zijn voor de betreffende deugd en hoeveel leraren deze visies formuleren. Elke visie wordt geïllus- treerd met beschrijvingen van de leraren en/of met uitspraken uit de interviews. – Biografie: in dit deel wordt beschreven in hoeverre de deugd in de biografie van een of

meer leraren is verankerd. Dit wordt geïllustreerd met uitspraken uit de interviews. – Bijzondere resultaten: als er sprake is van resultaten die niet vallen onder de voor de

deugd gedefinieerde kenmerken worden die in dit deel beschreven en geïllustreerd.

Reflecties

In dit deel wordt gereflecteerd op de betekenis van de bevindingen voor de relevantie en de- finiëring van de deugden.

Het hiernavolgende Hoofdstuk 4 Zorgvuldig oordelen wijkt in die zin van het beschrijvings- stramien af dat gestart wordt met een algemene onderbouwing van kenmerken van de (mo- rele) oordeelsvorming van de leraren en een analyse van hun zelfbeschrijvingen op basis van de in de onderbouwing verantwoorde dimensies. Daarna worden de deugden volgens het hierboven beschreven stramien behandeld.