• No results found

Uit archiefstukken blijkt dat Nattenhaasdonk zeker vanaf 1101 twee onafhankelijke priesters kreeg. Een plaats voor het houden van de eredienst moet er toen reeds zijn geweest.149

De kerk van Nattenhaasdonk was gewijd aan de heilige Margaretha. Zij was de dochter van een heidense priester die begin 4de eeuw in Antiochië werd vermoord. Ze is als heilige een noodhelpster. Margaretha is een heilige die in onze streken niet vaak als patroonheilige van een kerk voorkomt. Het aanroepen van Margaretha werd volgens Verbesselt in de 11de eeuw naar het westen overgebracht ten tijde van de kruistochten.150 Dit lijkt wat twijfelachtig. De eerste kruistocht vindt pas plaats in 1097 en de kruisvaarders keren pas terug in de vroege 12de eeuw. Ofwel ontstaat deze traditie dus

146 https://inventaris.onroerenderfgoed.be/ile/boom/133030

147 https://inventaris.onroerenderfgoed.be/ile/boom/133031

148 https://inventaris.onroerenderfgoed.be/ile/boom/133032

149 Zie historische situering Nattenhaasdonk.

later, ofwel gaat ze terug op een oudere traditie en is er geen verband met de kruistochten.

Tussen 1566 en 1577 raakten de kerk en pastorie van Nattenhaasdonk beschadigd.151 Het puin van de kerk werd gebruikt voor de bouw van Fort St. Margriet aan de Rupelmonding in 1579.152

Tussen 1603 en 1616 werd in Nattenhaasdonk de kerk verbouwd of opnieuw opgetrokken. Men startte in 1603 met de bouw van de toren, in 1610 volgde het koor, in 1616 de beuk. De archieven maken reeds in 1614 gewag van het herstellen van de glazen boven de lijkdeur153, het halen van een Mariabeeld in Mechelen en het aanplanten van notelaars op het kerkhof. Tussen 1621 en 1642 was er stormschade aan de toren. Tijdens het verblijf van de soldaten van Lorreinen tussen 1642 en 1654 werden de ruiten van de kerk stukgeslagen.

Uit de rekeningen van de kerkfabriek blijkt dat het kerkgebouw reeds snel in verval geraakte. Tussen 1662 en 1665 worden aan de kerk aanzienlijke herstelwerkzaamheden uitgevoerd. Daarbij werden 16.000 kareelstenen, 2400 voet berd154 van Brussel en veel ander timmerhout, 29.600 rode schaliën voor de beuk en de toren, witte kapsteen voor de vensteropeningen en 5000 dubbele plaveistenen van Antwerpen gebruikt. 155

Uit de procestukken van het geding tussen Coolman en Tourneur begin 18de eeuw blijkt dat de oude kerkmuur op twee meter van het schootgat van de wal van het hof van Nattenhaasdonk stond. Op de situatieschets die P. Van Landeghem maakte in functie van dit proces heeft de kerk een schip met twee traveeën en een toren tussen koor en schip aan de zuidzijde. Ter hoogte van de toren staat tegen de zuidelijke kerkmuur een rechthoekige uitbouw. Mogelijk is dit de sacristie. De vorm van het spitsboogvormig koor op de tekening komt overeen met de gegevens opgenomen in de aantekeningen van Delbecke uit 1957-1959.156

151 Zie historische schets.

152 Mees 1894, 374.

153 Van Bakel 2004, 28-29: Lijkdeur = de kerkdeur of de hoofdingang van de kerk. In veel kerken wordt deze alleen geopend om bij begrafenissen de kist binnen en buiten te dragen, vandaar de benaming lijkdeur

154 Haslinghuis&Janse 2005, 70: berd is bord, gekloofd eikenhout, vaak gebruikt voor dakbeschot of als vloerdeel

155 Archief Bornem Nattenhaasdonk BR-V1-B-001-34: 1663 : Rekening van de kerkfabriek van Nattenhaasdonk; Mees 1894,

156 aantekeningen Delbecke

Figuur 30 Uitsnede uit de situatieschets van P. Van Landeghem die dateert van 1705. . ‘Schets der verhene plaats van Nattenhaasondk, naar P. Van Landeghem 9 december 1705’ door J. Vastermans, Schaarbeek-Brussel, overgenomen uit Mees 1894, tussen 294 en 295.

Ook gedurende de hele 18de eeuw werden er voortdurend herstellingen uitgevoerd aan de kerk. (zie tabel).

De 18de-eeuwse situatie van de kerk wordt ook weergegeven op de kaarten van Villaret (1745) en Ferraris (1777). Beide kaarten geven systematische kerkhofmuren weer, indien deze aanwezig zijn. Op de Villaretkaart wordt de kerk omgeven door een cirkelvormige muur. Aan de oostzijde van de kerk, ter hoogte van het koor staat op deze kaart een grote linde. Of is dit de aanduiding van een drenkpoel? Ook op de Ferrariskaart is de kerk omgeven door een cirkelvormige kerkhofmuur. Het natuurlijk element ter hoogte van het koor van de kerk ontbreekt hier.

In mei 1767 komen onderzoekers van de drossaard van Brabant naar Nattenhaasdonk om vaststellingen ter plaatse te doen in verband met een inbraak in de kerk die plaats vond in de nacht van 20 op 21 september 1765. Van de kerk werd een beschrijving met schets gemaakt: “ Het kerkgebouw situeert zich links van de Schelde recht tegenover en op een

kwartier afstand van Rupelmonde. Langs die zijde tot tegen de Schelde is niets anders dan beemd en staat geen enkel huis. De achterzijde van het koor kijkt uit op de Rupel, een half uur gaans verwijderd. In het koor zijn vier vensters, twee rechts en twee links. …..Bovendien is het venster maar zes voet van de grond verwijderd en drie en een halve voet van de communiebank. Het venster zelf is twee voet breed en vier hoog.”157 Deze beschrijving geeft een idee van de maatvoering van het koor van de kerk: de ramen het in koor waren ongeveer 110 cm hoog en 55 cm breed. Ze bevonden zich 165 cm boven het vloerniveau van de kerk.

In het archief van de familie d’Ursel worden een aanzicht en grondplan bewaard van de kerk van Nattenhaasdonk. Vermoedelijk zijn dit de plannen voor de nieuwe, grotere kerk die de Hertog van Hingene in 1779 beloofde maar die nooit werd gebouwd. 158 De inwoners van Wintam drongen er immers toen reeds op aan de kerk van Nattenhaasdonk over te brengen naar het hoger gelegen Wintam. In 1819 werd een petitie afgewezen door de gemeenteraad.

157 Croket B. 1994. Een heiligschennende inbraak in de kerk van Nattenhaasdonk (1765). Hingense Cronyken 1994-2; ARA Brussel, fonds “Drossaard van Brabant”, dossier 142.

158 ARA Brussel, fonds d’Ursel, R106; Mees 1894, 386; Archief Bornem Nattenhaasdonk BR-V1-B-003-09: Verklaring van Hertog Wolfgang Guillaume d’Ursel met de belofte om de kerk van Nattenhaasdonk te vergroten.

Figuur 31 Villaretkaart 1745-1748: gegeorefereerd detail met situering van het onderzoeksgebied. © IGN France

Figuur 33 Plannen voor de nieuw te bouwen kerk in Nattenhaasdonk uit 1779. ©ARA Brussel, fonds d’Ursel, R106.

Figuur 34 Plannen voor de nieuw te bouwen kerk in Nattenhaasdonk uit 1779. ©ARA Brussel, fonds d’Ursel, R106.

In 1825 kwam de wijk rond de kerk in Nattenhaasdonk onder water te staan. Daarop volgde dan toch de beslissing de parochie en kerk over te brengen naar Wintam. Ook een aantal kerkschatten van de kerk van Nattenhaasdonk werden overgebracht naar Wintam.159

In 1894 beschreef Mees de site waar de kerk van Nattenhaasdonk stond als volgt: “de

verhevenheid die men daar ziet, reeds geschonden door de spade en het munthouweel; die breede grachten, reeds ten deele verzand, zijn treffende bewijzen, welke tot de verbeelding spreken. Daar verhieven zich eertijds de kerk, de pastorij en het Nethof,

159 Archief Bornem
BR-V1-B-003-30: 1829: Inventaris der ornamenten en kerkmeubels, opgemaakt door pastoor Jacobs (met verwijzing naar de stukken komende van Nattenhaesdonck)

als wilden zij zich vrijwaren tegen de waters der Schelde en des Rupels, die op een geringe afstand zich dreigend schenen open te spreiden om hen langs twee kanten tegelijkertijd aan te vallen en te verzwelgen”.160

Pastorij

Tussen 1566 en 1577 werd de pastorij net als de kerk verwoest.161 In 1675 werd ten zuidoosten van de kerk een nieuwe pastorij gebouwd. Ook voor de pastorij is de enige bewaarde iconografische bron de schets vervaardigd in functie van het proces tussen Coolman en Tourneur in het begin van de 18de eeuw. De pastorij is een west-oost gericht rechthoekig bouwwerk van één bouwlaag onder zadeldak en bestaat uit 4 traveeën: twee ten oosten van de inkomdeur, 1 ten westen van de inkomdeur. Tegen de westgevel staat een lagere uitbouw, eveneens onder zadeldak.

Fig. De situatieschets van P. Van Landeghem die dateert van 1705. . ‘Schets der verhene plaats van Nattenhaasondk, naar P. Van Landeghem 9 december 1705’ door J. Vastermans, Schaarbeek-Brussel, overgenomen uit Mees 1894, tussen 294 en 295.

Midden 18de eeuw vraagt de pastoor van Nattenhaasdonk om een muur in vakwerk te mogen vervangen door een stenen muur. Daaruit blijkt dat het gebouw op de schets in vakwerk uitgevoerd was. De pastorij was op het einde van de 18de eeuw in zo slechte staat dat in 1775 een nieuwe pastorij werd gebouwd. De 18de-eeuwse spiegelboogomlijsting met schelpvormige sluitsteen op de tussendorpel van de pastorij van Wintam zou afkomstig zijn van de pastorij van Nattenhaasdonk.162 Tijdens de Franse periode werd de pastorij verkocht, maar door de gemeente Hingene terug aangekocht in 1822. Het proces verbaal van schatting van 1799 bevat de volgende beschrijving: een pastorij te Nattenhaasdonk, bestaande uit 2 kelders, een gang, 4 benedenkamers, keuken, 4 bovenkamers en een zolder, een kleine stal, een tuin van ongeveer 25 roeden, waarin zich bevinden 30 fruitbomen, palend ten oosten de straat, ten zuiden Cools, ten westen J. Van Damme en ten noorden de kerk.163

160 Mees 1894, 390 -391.

161 Zie historische schets.

162 Mees 1894, 390; DIBE 2036.

163 Verkoop Nationale Domeinen affiche 111-verkoop 19 maart 1799: Proces-verbaal van schatting : d.d. 29 brumaire VII door Jean De Decker en J. Hermans

Figuur 35 De deuromlijsting van de pastorij van Wintam. Foto van het Commissariaat generaal voor de Passieve Luchtbescherming 1944. © KIKIRPA object 115289

Na de overstromingsramp van 1825 werd de pastorij gesloopt en werden de parochie en de kerk van Nattenhaasdonk verplaatst naar Wintam.