• No results found

123 Juridische kwaliteit

Wat betekent ‘juridische kwaliteit’ voor uw organisatie?

‘Onze missie is dat EZ in juridisch opzicht effectief moet handelen. Onze beleidsproducten moeten we daarom juridisch zo inrichten dat ze werkbaar, hanteerbaar en houdbaar zijn. Dat laatste houdt in dat onze producten standhouden als ze bij de rechter belanden. We zien juridische kwaliteit als een onderdeel van beleidseffectiviteit. Goed beleid vergt een goed juridisch fundament. Recht is voorwaarden-scheppend, normerend, begrenzend en effectuerend voor beleid.’

Een besluit moet juridisch altijd sluitend zijn?

‘De juridische rationaliteit hoeft niet altijd centraal te staan, soms zit je juridisch gezien iets dichter bij de roos dan een andere keer. De ene beslissing is juridisch wat risicovoller, je zit soms in een grijs gebied. Het is dan wel belangrijk dat dit op een transparante manier wordt meegenomen in de besluitvorming. Het is dus niet zo dat wij alleen onze goedkeuring geven als een besluit 100 procent risicovrij is. Het volgen van een integere procedure is daarbij wel heel belangrijk. Worden processtappen overgeslagen of wordt het juridische niet of te laat erbij betrokken, dan is sprake van een procedureel gemankeerd besluit dat daardoor ook inhoudelijk niet goed is. We benadrukken dus rechtmatigheid én effectiviteit. We willen afbreuk voorkomen. We willen geen rechtszaken verliezen, en niet als brekebeen worden gezien in de Kamer of de pers.’

U noemde het recht ook begrenzend. Betekent dit dat juristen graag benadrukken dat iets niet kan?

‘Ik vind het bezwaarlijk om juristen als remmers weg te zetten. Onze primaire focus is: dienend zijn aan het beleid, instrumenterend te zijn, zaken mogelijk maken. Maar om houdbaar beleid te ontwikkelingen is die begrenzende functie van het recht wel belangrijk. Daar tegenover staat beleidssensitiviteit: juristen moeten het vertrouwen winnen van mensen en sectoren, commitment zoeken en oprechte interesse tonen om vervolgens draagvlak te krijgen voor je eigen boodschap. Ook dat hoort bij het werk van een wetgevingsjurist. En natuurlijk moeten juristen er op tijd bij zijn – om mee te denken, niet om af te remmen, ook al is dat soms het beeld dat aan juristen kleeft.’

124

124

Hoe wordt de juridische kwaliteit van EZ beoordeeld?

‘We meten onze juridische kwaliteit periodiek aan de hand van bepaalde kerncijfers uit de balance score card en andere prestatie-indicatoren. Krijgen we bijvoorbeeld een bovengemiddeld aantal zware dicta van de Afdeling Wetgevingsadvies van de Raad van State aan onze broek, dan moeten we eens goed nadenken over onze juridische kwaliteit. Ook kunnen we turven of we veel beroepsprocedures bij de Afdeling Bestuursrechtspraak verliezen, bijvoorbeeld in Wob-zaken of in zaken over ruimtelijke inpassing van duurzame energieprojecten. Gelukkig kan ik zeggen: onze kwaliteit is in dat opzicht voldoende goed, bij beide afdelingen van de Raad van State scoren we goed.’

Wordt juridische kwaliteit van EZ ook vergeleken met die van andere ministeries?

‘Op elk ministerie worden jaarlijks kwaliteitsrapportages bijgehouden. De rapportages van de departementen kunnen onderling worden vergeleken, ministeries delen ervaringen en leren van elkaar. Dat zijn goede feedbackmechanismen, naast de feedback over beleid van wetgeving bij de Raad van State. Het vergelijkende gesprek over juridische kwaliteit vindt verder voortdurend plaats binnen de intensieve samenwerking die er is tussen de juridische directies van de verschillende ministeries.’

Heeft de regering voldoende oog voor juridische kwaliteit van regelgeving? Of is de besluitvorming vaak een politiek compromis waaraan juristen vervolgens weinig meer kunnen doen?

‘Het is erg belangrijk dat juristen op tijd bij beleidsplannen zijn betrokken. Zodat bij bijvoorbeeld het sluiten van maatschappelijke akkoorden zoals het Energieakkoord in de initiële beleidsvorming juridische aspecten voldoende aandacht krijgen. Al in de beleids-ontwikkelfase zouden juristen moeten kunnen meedenken: elementaire juridische principes tijdig over het voetlicht brengen, zoals het wille-keur verbod en openbaarheid. Aan de andere kant zou het juridisch geweten bij niet-juristen kunnen worden verbeterd: ook zij moeten zaken als transparantie en objectiviteit steeds in hun achterhoofd houden. Dit is iets waarin nog meer winst is te behalen.’

125

Hoe brengt u dat niet-juristen bij?

‘Niet-juridische beleidsmedewerkers krijgen standaard een cursus elementair recht voor niet-juristen. Daarnaast organiseren we vanuit de juridische functie laagdrempelige vormen van kennisoverdracht. Bijvoorbeeld via “open koffie”-sessies. Een jurist en iemand uit het beleid, doorgaans een niet-jurist, gaan dan met elkaar in gesprek over een actuele casus, zodat de toehoorders kunnen leren wat er over en weer speelt. Dat gebeurt nu meer dan in het verleden en dat is ook hard nodig. Juist omdat bij beleidsvorming in netwerkstructuren het besef van juridische basisprincipes al vroegtijdig aanwezig moet zijn.’

T-shaped lawyer

Wat vindt u van de geluiden dat de positie van juristen binnen de Rijksoverheid wat gemarginaliseerd raakt?

‘Ik vind dat niet. Wel moeten juristen meer dan vroeger hun

beleidsrelevantie laten zien en ontwikkelingen op meerdere terreinen volgen. Dat kan als ze iets meer uit hun vakmatige comfortzone durven te komen. Dus iets minder de nadruk leggen op volledigheid, nuance, risico’s mijden en grip krijgen, maar meer in de voorafgaande fase durven te oriënteren en open staan voor ontwikkelingen op andere beleidsterreinen.’

U beschrijft eigenlijk de T-shaped lawyer.

‘Het klopt dat juristen over hun traditionele grenzen heen moeten kunnen kijken. Neem innovatie en de discussie rond een Investeringsbank die Nederland misschien moet krijgen. Juristen praten dan met mensen die hun eigen jargon gebruiken en je moet creatief genoeg zijn om daarin mee te gaan en die bankentaal te beheersen. Daar zijn specifieke vaardigheden voornodig. Of neem de informatie maatschappij. Ik zou zeggen: verdiep je in de block chain-technologie, in big data, in privacy. De jurist moet het veld in, hij moet de business kennen waarover hij adviseert en stukken schrijft, hij moet materiekennis onder de knie krijgen. Dat is ook nodig om het vertrouwen van een sector te krijgen zodat je je juridische vak goed kunt uitoefenen. Het belang daarvan is alleen maar groter geworden.’

126

126

Welke juridische kernwaarden blijven in deze ontwikkelingen

altijd overeind?

‘Als eerste denk ik aan integriteit. Wat rechtens kan, is nog niet altijd moreel goed. Verder is de antennefunctie voor “recht in wording” een belangrijke kernwaarde. Welke trends komen eraan, welke kant gaat het op in de rechtspraak, politiek en bestuur. Er is wantrouwen in de samenleving, hoe gaan we daarmee om, bijvoorbeeld als we antwoorden op Kamervragen voorbereiden?’