• No results found

Bedrijfsjuristen moeten producten en processen niet alleen beoordelen op rechtmatigheid, maar ook op duurzaamheid en dus

rekening houden met de vraag hoe hierover na een paar jaar wordt

geoordeeld, zegt Arnold Brakel als voorzitter van het Nederlands

Genootschap van Bedrijfsjuristen (NGB). In het dagelijks leven is

hij Global Head Wholesale Banking Legal bij ING.

Het NGB is de beroepsvereniging van bedrijfsjuristen. De kern van wat het NGB doet, is kennis uitwisselen en netwerken door opleidingen te verzorgen en bijeenkomsten te organiseren. Bij ING is Arnold Brakel verantwoordelijk voor de juridische ondersteuning van wholesale banking: de zakelijke markt exclusief de financiële markten. Hij rapporteert aan de general counsel van de bank, zoals ook de hoofden van drie andere juridische afdelingen binnen ING doen. Brakels taak is wholesale banking te ondersteunen in Amsterdam en in het netwerk van de bank. Daarnaast is hij verantwoordelijk voor de juridische kwaliteit van alle andere ING wholesale banking juristen, zodat die voldoen aan dezelfde standaarden. ‘Het heeft immers weinig zin om in Nederland alles op orde te hebben, als in een ander land de deur open staat.’

Wat is juridische kwaliteit voor een bedrijfsjurist?

‘Dat is een lastige vraag, omdat het een abstract begrip is. Ik kan door de grote diversiteit aan leden op dit punt niet spreken namens de hele achterban. Als ik zelf denk aan juridische kwaliteit dan kijk ik eerst naar ontwikkelingen in de omgeving, want die bepalen

190

190

uiteindelijk de gewenste uitleg van de regels. De opleidingen van de universiteiten en actieve beroepsorganisaties vormen de basis van de juridisch-inhoudelijke kwaliteit van juristen. Daarnaast stellen bijvoorbeeld de rechterlijke macht en toezichthouders eisen aan de juridische kwaliteit. Kwaliteit wordt mede beïnvloed door het feit dat alle informatie tegenwoordig veel gemakkelijker te vinden is dankzij technologische ontwikkelingen. Denk bijvoorbeeld aan juridische databanken, standaardisering van overeenkomsten en software die documenten genereert. Verder wordt het voor juridische kwaliteit steeds belangrijker om te bezien of wat je vandaag doet bijvoorbeeld over twee jaar nog houdbaar is. Maatschappelijke normen veranderen voortdurend, bijvoorbeeld op het gebied van belastingontwijking. Zo lijkt de manier waarop multinationals als Starbucks hun belastingdruk hebben beperkt nog maar moeilijk houdbaar naar de normen van nu. Ik denk dat dit een maatschappelijke ontwikkeling is. Today’s business conduct will be

judged by tomorrow’s rules. In de financiële sector zit je daarbij ook nog

in een glazen huis en heb je permanent toezichthouders over de vloer. De maatschappij verandert. Als bedrijfsjurist zal je breder moeten kijken dan alleen naar rechtmatigheid en je proactief moeten opstellen met een internationale blik. Dat is de rol en uitdaging voor bedrijfsjuristen.’

Kun je ook zeggen dat de contracten en de diensten een bepaalde juridische kwaliteit moeten hebben?

‘Ja, zo kun je juridische kwaliteit ook opvatten. Ook hierbij speelt informatietechnologie in toenemende mate een rol. De kwaliteit van de contracten neemt toe door software die documenten genereert en door standaardmodellen, waarin alle gemeenschappelijke eisen worden verwerkt. Zo zijn wij bij ING bezig de kredietovereenkomsten te standaardiseren, waarbij we hetzelfde basismodel hanteren voor alle Europese landen en we alleen nog maar de uitzonderingen hoeven te regelen. Daardoor is het startniveau veel hoger. Voor internationale financiering levert de Loan Market Association standaardmodellen, die gebruikt worden in Europa en Azië. Je hebt vergelijkbare modellen voor derivaten, obligaties en cash management. In Nederland stellen ook beroepsorganisaties en advocatenkantoren vaak modellen beschikbaar.’

191 Klantvriendelijkheid

Kunnen we klantvriendelijkheid en efficiëntie ook tot het domein van juridische kwaliteit rekenen?

‘Ja. Producten moeten tegenwoordig transparant zijn en contracten en kredietvoorwaarden worden opgesteld in helder en klantvriendelijk taalgebruik dat is afgestemd op de doelgroep. Zo zijn de gewijzigde algemene bankvoorwaarden vervat in begrijpelijke taal en staan er voorbeelden bij een aantal bepalingen. Klantvriendelijkheid is dus een aspect van juridische kwaliteit. Dat is niet alleen een kwestie van service, want als de inhoud helder is, voorkom je problemen. In de financiële wereld moet je wel onderscheid maken tussen verschil-lende segmenten: consumenten, kleine en middelgrote bedrijven respectievelijk grote corporates. Voor grote bedrijven zijn de contracten om verschillende redenen vaak complexer, maar zij hebben dan ook adviseurs om hen daarin bij te staan.’

Hoe ontwikkelt juridische kwaliteit zich?

‘De maatschappij is nog steeds aan het juridiseren en het wordt alleen maar complexer. Je stuit overal op juridische aspecten en iedereen heeft ermee te maken. In de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk heb je extraterritoriale wetgeving op het gebied van anticorruptie en handelsembargo’s, die voor heel veel bedrijven bepaalt wat ze wel en niet mogen doen, bijvoorbeeld als zij een vestiging of beursnotering hebben in de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk. Door de juridisering, internationalisering, digitalisering, meer toezicht en de claimcultuur wordt het steeds ingewikkelder en uitdagender om juridische kwaliteit te bereiken.’

Lukt het bedrijfsjuristen om bij het bestuur voldoende aandacht te krijgen voor juridische kwaliteit?

‘Dat is natuurlijk de continue spanning. Bedrijfsjuristen moeten legal

awareness kweken in het bedrijf, ook in de hogere echelons. De tone at the top is erg belangrijk. Een bestuur moet niet alleen op korte termijn

denken, maar ook kijken hoe de business er overmorgen uitziet en zich goed bewust zijn van maatschappelijke ontwikkelingen. Zo stimuleren beloningssystemen nogal eens kortetermijndenken, waardoor zij risico’s teweeg kunnen brengen voor een bedrijf.’

192

192

Is de positie van de interne jurist door de grotere nadruk op

risicomanagement steviger geworden ten opzichte van de externe jurist?

‘Dat zie ik in de financiële sector en bij de grote bedrijven zeker. Bedrijfsjuristen zijn veel beter geïnformeerd dan vroeger, kunnen de dienstverleners beter vergelijken en zijn daardoor kritischer. Het grote verschil tussen de interne jurist en advocaat blijft dat de eerste veel meer kijkt onder de motorkap, het bedrijf tot in de haarvaten kent – als het goed is – en ook bezig is met productontwikkeling waar de risico-afwegingen worden gemaakt. Een extern jurist is meer geneigd om te zeggen: dit is de juridische context en dit zijn verschillende opties. Een bedrijf wil echter niet alleen horen wat er kan, maar ook welke opties het beste zijn, welke passen bij het bedrijf en of die opties ook op langere termijn houdbaar zijn. We hebben dus hogere verwachtingen van de advocatuur. Bij ING rollen we onze eigen gedragscode ook expliciet uit naar onze externe juridische dienstverleners, zodat zij zich aan dezelfde normen houden als onze interne juristen. In het algemeen geldt dat advocaten zich nog meer dan voorheen moeten interesseren voor wat er in bedrijven gebeurt. Bij multinationale ondernemingen zullen grote advocatenkantoren overigens zeker nodig blijven. Het blijven powerhouses, die in bepaalde situaties een snelheid en kwaliteit kunnen leveren die in-house niet rendabel te organiseren valt.’