• No results found

In deze paragraaf wordt antwoord gegeven op de eerste praktijkdeelvraag: Wat zijn de issues, belangen en oplossingen die door stakeholders worden genoemd voor het toegankelijk maken van het sportpark? En welke rol zien zij voor zichzelf hierin? Eerst zal er ingegaan worden op de begrippen issues en oplossingen . Daarna wordt er besproken hoe de gegevens van de betrokken maatschappelijke stakeholders zijn geanalyseerd en welke oplossingen zij zien om deze issues op te lossen. Er wordt afgesloten met de mate van betrokkenheid die zij zelf zien bij het oplossen van deze issues.

Issues en het inzichtelijk hebben van belangen zijn belangrijke voorwaarden binnen het MGA traject, zodat conflicten en miscommunicatie voorkomen kunnen worden (Evers et al., 2009; H. de Graaf, 2007)(Evers et al., 2009; H. de Graaf, 2007)

Operationalisatie van het begrip

5.4.1

Een probleem of anders gezegd een issue is een subjectief begrip omdat deze pas bestaat als iemand een verschil ervaart tussen de bestaande en de gewenste situatie (Bokhorst et al., 2015). Om inzicht te verkrijgen in de percepties en mogelijkerwijs de issues en belangen die maatschappelijke stakeholders hebben, is er gevraagd naar de perceptie die men heeft van het te ontwikkelen gebied nu en naar de perceptie van de gewenste situatie(zie bijlage 1 voor operationalisatie interviewvragen) Hierin is er ook onderscheid gemaakt tussen de perceptie

H oof d stuk : A n al ys e e n re su ltate n

4

6

van het sport- en beweegaanbod op wijkniveau en het sport- en beweegaanbod op het niveau van het sportpark.

Perceptie van sport- en beweegruimte in de buurt

5.4.2

Aan de maatschappelijke stakeholders is gevraagd welke perceptie van de sport- en

beweegvoorzieningen zij hebben in de wijk. Meer dan de helft (n=8) van de respondenten gaf aan dat er onvoldoende sport- en beweegvoorzieningen zijn (A,B,D,F,H,I,).

Ja, er is niks denk ik. Kijk als je wilt gaan hardlopen, kun je overal terecht daar is de wijk prima geschikt voor maar voor de rest zit er niet zoveel (B),

Daarnaast gaf een gedeelte (n=3) aan dat het aanbod van sport- en beweegvoorzieningen eenzijdig is en vooral gericht op voetbal (F, H, G).

“Er kan nog wel wat zeker in de variatie in” (G)

“Nou volgens mij is het in de wijk voetbal, voetbal en voetbal (F)

Perceptie van sportpark

5.4.3

Het beeld dat respondenten schetsten van het park is diffuus, er is hierin een duidelijk

onderscheid te maken tussen de direct omwonende stakeholders en overige stakeholders die als professional of vrijwilliger een relatie met het park hebben. Opvallend is de perceptie van het gebruik van het sportpark. Van de 15 respondenten gaf iets minder dan de helft aan dat zij het sportpark als rustig ervaren en niet problematisch. (A, D, F, I, J, K, L, G)

“Er wordt alleen gevoetbald naar mijn idee, maar daarnaast gebeurt er nooit iets”(D) “Het is naar ons idee erg rustig op het park” (A)

De respondenten gaven aan dat het gebruik op het park kan worden geïntensiveerd op bepaalde delen van de dag.

“ De drukte is voornamelijk overdag met scholen, trainingen in de avonden vanuit de voetbalvereniging en in de weekenden wedstrijden”(D).

“Ik denk dat het park veel intensiever gebruikt kan worden dan dat het nu wordt gebruikt. Zodat in de avond jongeren ook nog andere dingen kunnen doen dan alleen maar voetballen bij DVC Buiksloot” (B)

Dit staat haaks op perceptie van drukte en diverse categorieën van overlast die andere stakeholders bij de huidige inrichting van het park ervaren. Deze categorieën van overlast zijn onder te verdelen in: drukte van diverse groepen op het park, parkeer- en verkeersoverlast rondom het park (C, D, F, J, L, O), vandalisme (B, G, K, L,) en gebrek aan toezicht(F, I, L, N). Bij het toegankelijker maken van het sportpark kan er volgens de respondenten niet voorbij worden gegaan aan deze thema’s. De uitspraak van (A) vat deze samen in “Uiteindelijk gaat het bij de intensivering van je park niet over wat mensen willen maar of intensivering samen kan gaan zonder geluidsoverlast of andersoortige overlast te veroorzaken, maar dat zijn wel

tegenstrijdige belangen”

Naast de beschreven drukte, werd de inrichting van het sportpark niet als positief beschouwd door een groot aantal respondenten. Vooral de monofunctionele inrichting draagt niet bij aan het gebruik van het sportpark. Dit beeld bevestigt wat er eerder in de beleidsanalyse

gevonden werd ten aanzien van stedelijke sportparken.

“Het zou leuk zijn als er meer sporten op kunnen plaatsvinden dan alleen voetbal”(C) “Ik vind het park heel erg eenzijdig”(F)

Ook werd er door meerdere stakeholders aangegeven dat er veel door jongeren wordt “gehangen” en dat dit vandalisme en geluidsoverlast veroorzaakt op het park (F, H, K, L, O).

H oof d stuk : A n al ys e e n re su ltate n

4

7

Opvallend is bij de cijfermatige analyse van alle gespreksdata dat de stakeholders

voornamelijk spreken over de relatie “problemen” op het park of de wijk en dat er nauwelijks een relatie gelegd kan worden tussen “problemen” en eigen huis. Deze combinatie komt twee keer voor (N=75) Dit kan deels verklaard worden omdat er van de respondenten (n=15) er slechts een aantal (N=4) daadwerkelijk bewoner zijn en er bij de andere stakeholders weinig bekend is over de mogelijke issues van direct omwonenden van het sportpark. De uitspraak van bewoner (F) vat dit mooi samen. “Wij zijn de direct omwonenden aan het veld, want de Buik Sloterdijk zitten toch wat verder weg, zo zijn we toch een soort geluidswal voor de rest van de wijk, als wij roepen van: We hebben vannacht weer niet kunnen slapen want er was gedoe op de parkeerplaats of wat een gedondersteen met een toernooi dan zeggen ze 3 straten verder in de wijk: Nou wij horen niks, het valt wel mee. Dus de wijk is ook nog eens een keer verdeeld in het ervaren van overlast. Maar ik woon hier 24 uur per dag 7 dagen in de week, (F)”

Oplossingen voor issues sportpark

5.4.4

De perceptie is opgebouwd uit de bestaande en gewenste situatie. Deze antwoorden bieden inzicht in mogelijke oplossingen, en zij creëren zij ook een mindset bij de stakeholders om te denken in oplossingen wat past binnen de MGA benadering. Aan de respondenten is gevraagd welke oplossingen zij zien op de genoemde issues ten aanzien van gebruik en overlast. De oplossingen of alternatieven die de respondenten schetsten hebben vooral betrekking op de eerder genoemde thema’s (hoofdstuk 5.4.3.)

Multifunctionele inrichting park en verenigingsaccommodatie

De respondenten gaven wisselende antwoorden op de vraag hoe zij het sportpark graag zouden willen zien en hoe het sportpark wordt gebruikt. Vijf respondenten gaven aan dat zij alternatieven zien in het creëren van multifunctionaliteit van de ruimte. (B, K, L, N) Veel van de mogelijke alternatieven betroffen andersoortige velden of andere voorzieningen op de velden. Waarbij vaak werd genoemd dat men graag kleinere velden zou willen toevoegen waar andere activiteiten mogelijk zijn. Eén van de respondenten gaf aan dat er een “Johan Cruyffveldachtige voorziening” diende te komen. Het toevoegen van basketbal (L, N) werd hierin ook genoemd. Maar ook voorzieningen voor ouderen werden genoemd als toevoeging voor gebruik waar “andere soorten vormen van bewegen een toevoeging kunnen zijn”(O). Het sportpark diende volgens één van de respondenten te transformeren naar multifunctioneel stadspark waar een baantje of speelplaatsen zijn met een passend sportaanbod waardoor het mogelijk wordt om diverse doelgroepen en verenigingen aan te trekken (L, N).

De multifunctionaliteit diende zich volgens de respondenten niet alleen te richten op de fysieke inrichting van het park, maar ook de accommodatie van de DVC (de sportvereniging) diende multifunctioneel ingericht te worden. Op die manier wordt het volgens de

respondenten mogelijk om buurtactiviteiten te organiseren(C, K), commerciële partijen zoals een sportieve buitenschoolse opvang te accommoderen (D, L)of om andere doelgroepen aan te trekken.

Sportcontainer

Naast het creëren van meer multifunctionaliteit benoemden respondenten de mogelijkheid voor externe partijen om materialen op te slaan om vanuit daar “sportbuurtwerkachtige” activiteiten te organiseren, waardoor multifunctionaliteit zoals eerder werd geschetst ook kan worden gefaciliteerd (L, K, I).

“Misschien een aantal containers neerzetten met materialen die je vrij zou kunnen gebruiken, sportotheek (sport- en speluitleen)”(I)

Toegangswegen

Om het gebruik en de toegankelijkheid te verbeteren is het volgens de respondenten

H oof d stuk : A n al ys e e n re su ltate n

4

8

Deze toegangswegen zouden dan wel omsloten dienen te worden met een laag hekwerk voor de scheiding van de verschillende functies. (N, I)

Transfereren van sporten

Om de toegankelijkheid en gebruik van het sportpark te vergroten gaven enkele

respondenten aan dat het verstandig is om het voetbal te transfereren naar een andere locatie in het stadsdeel.(D, F) “Eigenlijk als je slim bent zou je Kadoelen moeten laten samengaan met DVC en de hockeyclub de ruimte moeten geven bij de Kadoelen. Want die zitten te springen om velden” (D)

Gedeelde openstelling/ sluiting

De respondenten gaven aan dat vandalisme en overlast het beste kon worden opgelost door een gedeeltelijke openstelling van het sportpark te realiseren( A, B, I, J, F, L).

“Als de boel vernield wordt, dan zit je daar natuurlijk altijd mee, dus misschien moet je gedeeltes wel met een hek scheiden en andere gedeeltes openstellen”(B)

Beheer en toezicht

Verreweg de meeste oplossingen die genoemd werden om sportparken toegankelijker te maken is het toevoegen van een beheerder of het instellen van toezicht. ( F, I, G, L, N, K) “Het zou dan mooi zijn als je het park open doet en dat er dan toezicht is, dat er op dat sportpark gewoon een ouderwetse beheerder rondloopt, die zorgt de boel netjes verloopt”(F)

De verantwoordelijke voor het beheer is volgens de respondenten een vast gezicht die herkenbaar is voor alle stakeholders. Deze persoon dient goede communicatieve vaardigheden te beschikken en heeft een proactieve houding om ook meerdere sociale beweeginitiatieven op het park te kunnen ontplooien(G, F, K, L).

Participatie oplossingen

5.4.5

Naast de perceptie van het sportpark is er aan de stakeholders gevraagd hoe zij deze mogelijke alternatieven zelf zouden realiseren en welke rol zij zelf of de omgeving spelen in het transformatieproces. Deze vraag geeft inzicht in de mate van betrokkenheid en

eigenaarschap die belangrijk zijn volgens de literatuur bij het realiseren van oplossingen en creëert eigenaarschap voor de oplossingen. Betrokkenheid bij het organiseren van

oplossingen wordt binnen het MGA gezien als een belangrijke voorwaarde voor het slagen van het MGA traject (Evers et al., 2009; H. de Graaf, 2007).

Van de vijftien respondenten stakeholders gaf iets meer dan de helft (8)als antwoord dat zij voor zichzelf een rol zien weggelegd in het oplossen van de aangegeven issues

(A,C,D,E,F,G,H,I).Op de vraag welke rol de omgeving diende te spelen werd er geen eenduidig antwoord gegeven.

Zowel respondent (F) als (O) zijn actief geweest in een klankbordgroep, die eerder advies had uitgebracht aan het stadsdeel over de inrichting van het park. Indien er een transitie wordt gemaakt, moeten de bewoners volgens enkele respondenten een rol krijgen in het actief beheren van het sportpark. Wel gaven zij aan dat de gemeente de maatschappelijke stakeholders niet moet overvragen bij het meehelpen in het beheer.

Conclusie praktijk deelvraag 1

5.4.6

Het is niet alleen belangrijk voor het MGA proces om goed inzicht te krijgen in de issues, belangen, ook bij het verkrijgen van gedragen oplossingen kan hier niet aan voorbij worden gegaan. Geconcludeerd kan worden dat het huidige aanbod op het sportpark niet zondermeer aansluit op de belangen van de maatschappelijke stakeholders. Met name de

monofunctionele inrichting en geslotenheid van het huidige ontwerp sluiten niet aan bij de wensen en ambities van de maatschappelijke stakeholders. Ten aanzien van alternatieve of anders gezegd de gewenste situatie kan er geconcludeerd worden dat veel van de gestelde

H oof d stuk : A n al ys e e n re su ltate n

4

9

oplossingen die benoemd worden overeen komen met het programma van eisen benoemd in paragraaf 2.3.2. .Een groot gedeelte van de respondenten gaf aan dat het park en

sportaccommodatie een multifunctionele sport- en beweegvoorziening dient te worden, waarbij er voorzieningen zijn die uitnodigen om andersoortige vormen beweging in te ontplooien.

Het beheer en de manier waarop de gemeente gezamenlijk met maatschappelijk stakeholders invulling geeft aan beheer worden als belangrijkste aanvulling op het

programma van eisen benoemd. Opvallend is dat er geconcludeerd kan worden dat indien er sprake is van overlast het sportpark deels een gesloten inrichting dient te krijgen.

Leiderschap bij MGA