• No results found

Van irritatie naar onbegrip: de Bondsrepubliek en de onvrede over het eigen proces In Die Zeit werd, in tegenstelling tot bij het Ravensbrück-proces, juist wel veel aandacht

3. Derde Majdanek-proces

3.1.1 Van irritatie naar onbegrip: de Bondsrepubliek en de onvrede over het eigen proces In Die Zeit werd, in tegenstelling tot bij het Ravensbrück-proces, juist wel veel aandacht

besteed aan het derde Majdanek-Proces. Dit komt omdat Duitsland zich toen in een heel andere positie bevond dan net na de Tweede Wereldoorlog en ook anders omging met het herdenken van de slachtoffers van deze oorlog. Vanaf eind jaren vijftig veranderde de West- Duitse omgang met het verleden langzaam. Voor die tijd werd er relatief weinig gedaan om het verleden en de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te herdenken. Er werd vooral veel aandacht besteed aan de integratie in het westen en er heerste een groot verlangen om een streep te zetten onder het verleden.157 De Duitse bondskanselier Adenauer beweerde zelfs dat de meeste Duitsers ook geen schuld hadden toen hij zei: “Das Deutsche Volk hat in seiner überwiegenden Mehrheit die an den Juden begangenen Verbrechen verabscheut und hat sich

157 Peter Reichel, ‘Auschwitz’, in: Etienne Francois & Hagen Schulze, Deutsche

an ihnen nicht beteiligt.”158 Eind jaren vijftig zorgen antisemitische schandalen, zoals het schenden van Joodse kerkhoven en het bekladden van de synagoge van Keulen met hakenkruizen, ervoor dat de Duitse politiek eindelijk wakker geschud werd en werden er verschillende acties ondernomen159 om de tijd van het nationaalsocialisme en de slachtoffers die dit regime veroorzaakt had, te herdenken.160

In deze periode werd er via film161 en radio steeds meer aandacht besteed aan het verleden en aan Duitslands aandeel aan de oorlog. In 1955 verschijnt het dagboek van Anne Frank. Dit boek brengt de Jodenvervolging aan het licht en geeft de slachtoffers een gezicht. Ook wordt er voor het eerst een documentaire uitgezonden over het nationaalsocialistische verleden. In deze tijd gaan de NS-processen ook weer verder, met in 1961 het Eichmann- proces en in 1965 het Auschwitz-proces in Frankfurt. Deze processen trokken veel media- aandacht en dat zorgde er mede voor dat Duitse historici zich met de Holocaust bezig gingen houden. Ook de verjaringsdebatten zorgen voor aandacht voor het verleden. West-Duitsers begonnen zich steeds meer vertrouwd te voelen met hun Bondsrepubliek en dit veroorzaakte een sterke afkeer voor het nationaalsocialistische verleden, wat langzamerhand als schande werd gezien.162

In de jaren 68 ging de nieuwe naoorlogse generatie, die toen volwassen werd, kritiek uiten op de politiek en zich afvragen wat er precies gebeurd was in het verleden en welke rol hun ouders en grootouders hierin gespeeld hadden. Ze betoonden het onvermogen om te treuren.163 Omdat deze generatie zelf geen rol had gespeeld in de Tweede Wereldoorlog, hadden ze de mogelijkheid om anders naar het verleden te kijken en kritisch te zijn op de omgang hiermee.164 Als in 1969 Willy Brandt de nieuwe bondskanselier wordt, verandert de omgang met het Oosten als Brandt met zijn Ostpolitik meer toenadering zoekt en ook de

158 Citaat Konrad Adenauer in: Peter Reichel, ‘Auschwitz’, p.320

159 Op scholen wordt het nationaalsocialisme uitvoeriger behandeld tijdens de

geschiedenislessen. Ook komt er een wet tegen het aanzetten tot rassenhaat en worden oude concentratiekampen omgebouwd tot plekken waar de slachtoffers herdacht kunnen worden en waar mensen kunnen leren over het verleden. Zie hierover ook: Wolfrum, ‘Die beiden

Deutschland’, p.137

160 Wolfrum, ‘Die beiden Deutschland’, p.137

161 Bijvoorbeeld de film Am Grünen Strand der Spree, maar ook het boek der Gelbe Stern, die beiden in 1960 verschijnen en over de Jodenvervolging gaan.

162 Wolfrum, ‘Die beiden Deutschland’, p.138 163 Ibidem, p. 139

164 Claus Leggewie, ‘A Laboratory of Postindustrial Society, Reassessing the 1960s in Germany’, in: Carole Fink, Philipp Gassert en Detleft Junker, 1968: The World Transformed (Cambridge 2013) pp. 277- 294, aldaar p.280

slachtoffers uit het Oosten erkent.165 Dit was iets dat bondskanselier Adenauer steeds had geweigerd. Toch is de kennis van de meeste Duitsers over de tijd van het nationaalsocialisme dan nog erg gebrekkig, maar hier komt in 1979 verandering in als ARD de Amerikaanse serie

Holocaust uitzendt. In deze serie speelde de Jodenvervolging en vernietiging een belangrijke

rol. Deze serie maakt veel los bij de Duitsers en zorgt voor gevoelens van schaamte, schok en discussies.166 Juist in het jaar dat deze serie werd uitgezonden vond de eerste vrijspraak van het derde Majdanek-proces plaats.

Die Zeit

Als meer dan dertig jaar na het Ravensbrück-proces het Majdanek-proces gehouden werd, waren de artikelen over de oordelen van geheel andere omvang dan het artikel over het oordeel van het Ravensbrück-proces. Die Zeit plaatste meerdere artikelen over dit proces en de twee artikelen die gebruikt worden in deze analyse zijn allebei meerdere pagina’s lang. Op 27 april 1979, als acht dagen eerder vier terechtstaande kampmedewerkers werden vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs, luidde de titel van het artikel over dit proces in Die

Zeit: “Der Bittere Preis des Rechts”.167 Het artikel begint ermee dat het proces, dat al bijna drieënhalf jaar duurt, tot deze vrijspraak de gemoederen eigenlijk al lang niet meer bezig hield en de meeste Duitsers vergeten waren dat het proces nog bezig was. Enkel door een paar opvallende gebeurtenissen en schandalen wist er nog een kleine groep Duitsers van het bestaan van dit proces af. Door deze vrijspraak weet ineens iedereen in Duitsland weer van het proces.

Naast het benoemen van de onwetendheid van het Duitse volk over dit proces, wordt er met de zinnen: “Sie wußten, daß sie in ihrem SS-Uniformen zu nichts anderem als zum Töten dorthin beordert worden waren. Sie wußten es so, wie ein Schlächter im städtischen Schlachthaus weiß, was er zu tun hat, wenn er dort seine Stelle antritt.”168 ook duidelijk gemaakt dat de aangeklaagden zeker wisten wat ze te wachten stond toen ze de baan als kampbewaker accepteerden. De taak van een Aufseher wordt beschreven als:”…die kräftigsten unter den Opfern ihrer Bestimmung noch eine Weile vorzuenthalten, damit sie bis zur Entkräftung Zwangsarbeit leisten konnten. Die Schwachen und weniger Kräftigen wurden

165 Wolfrum, ‘Nationalsozialismus und Zweiter Weltkrieg’, p. 139 166 Wolfrum, ‘Die beiden Deutschland’, p. 140

167 Hans Schueler, ‘Der bittere Preis des Rechts’, Die Zeit online Archiv (1979, 27 april)

http://www.zeit.de/1979/18/der-bittere-preis-des-rechts, Geraadpleegd op 10 november 2017 168 Schueler, ‘Der bittere Preis des Rechts’

sofort umgebracht.169 De auteur van dit artikel lijkt het met deze uitspraken er over eens te zijn dat eigenlijk alle bewakers schuldig waren vanaf het moment dat ze het concentratiekamp binnenstapten en dat ze met de taak van het uitkiezen welke gevangen mochten blijven leven en welke meteen vermoord zouden worden, een belangrijke schakel waren in het moordproces in het kamp.

De auteur verwondert zich dan ook over de vrijspraken en schrijft:

“Hat nicht Heinz Galinski, der Vorsitzende der jüdischen Gemeinde in Berlin, recht mit seiner verzweifelte Frage, warum nicht allein die Zugehörigkeit zur

Bewachungsmannschaft eines Vernichtungslagers ausreicht, um wenigstens den Tatbestand der Beihilfe zum Mord als gegeben anzusehen?”170.

In de rest van het artikel probeert de auteur een verklaring te vinden voor de vrijspraak. Hij maakt duidelijk dat de schuld niet bij het proces zelf ligt. Hij legt uit dat het Duitse rechtssysteem net zo werkt als elk ander in een democratische staat; moord of medeplichtigheid aan moord moet per geval bewezen worden. Het is niet mogelijk om iemand te veroordelen alleen omdat diegene bij een criminele of terroristische organisatie hoort. Schueler noemt de frustratie van de getuigen, waarvan werd verwacht dat ze, net zoals in hedendaagse moordzaken, zich nog precies herinnerden wat er gebeurd was en wie de daders waren, ondanks dat het al meer dan dertig jaar geleden was. Als ze zich vergisten of zichzelf tegenspraken werd de getuigenis als onbruikbaar beschouwd.

De auteur heeft geen enkel goed woord over voor de advocaten en hun manieren om de getuigen onzeker te maken of proberen in diskrediet te brengen. Toch komt hij tot de conclusie dat deze twee punten niet zo’n groot probleem geweest waren als het proces niet pas dertig jaar na het eind van de oorlog waren begonnen. Het is voor de auteur niet helemaal duidelijk waarom het proces nu pas gevoerd wordt en hij denkt dat Duitsland in de naoorlogse periode bezig was met andere dingen. Hij is ook van mening dat als het proces eerder had plaatsgevonden de oordelen waarschijnlijk anders uitgevallen waren. Hij schrijft ook dat: “Der Vorwurf, wir hätten alles, was wir taten, zu spät getan und zu wenig, ist nicht zu widerlegen.”171 De auteur sluit af met het betonen van de Duitse drang om met de processen duidelijk te maken wat deze daders (vermoedelijk) op hun geweten hadden, ook al konden ze

169 Ibidem 170 Ibidem 171 Ibidem

er vaak niet meer voor veroordeeld worden. In het artikel worden de namen van de vrijgesproken kampbewakers niet benoemd en ook niet verteld of het om mannen of vrouwen ging.

Analyse

Met meer kennis over het verleden en meer onrust over de omgang met het verleden en het straffen van de daders, is het begrijpelijk dat Schueler in het artikel van 27 april 1979 in Die

Zeit ook erg kritisch is over de vrijspraak. Wat wel opvallend is, is dat Schueler in het begin

van het artikel kenbaar maakt dat het proces de meeste Duitsers waarschijnlijk niet veel meer bezig hield en dat ze alleen door de vrijlating weer wakker geschud werden.172 Dit zal echter niet te maken hebben gehad met een gebrek aan interesse voor het proces zelf, maar eerder omdat het Majdanek-proces toen al bijna vijf jaar bezig was. Het vonnis zelf ging volgens Schueler als een mokerslag door de Bondsrepubliek.173

Schueler zet de kampmedewerkers die terecht staan ook echt als daders neer door te noemen wat ze op hun geweten hadden en de kritische vraag van de voorzitter van de Joodse gemeente te stellen, of niet al het bewakingspersoneel van de vernietigingskampen medeplichtig is aan moord.174 Dit past ook erg bij de verandering in de omgang met het verleden in Duitsland. Niet langer werden alleen de grote nazi’s als enige misdadigers van de Tweede Wereldoorlog gezien, maar ook de minder bekende kampmedewerkers waren niet langer slachtoffers van een onderdrukkend regime en werden als mededaders beschouwd. Dit is mede te danken aan de 68-er beweging die kritische vragen stelde over wie er allemaal mee hebben geholpen aan de gruweldaden van de nazi’s.

De geuite kritiek in het artikel dat het proces veel te laat begonnen is en daardoor belangrijke getuigen inmiddels overleden zijn of zich niet meer precies kunnen herinneren wat hen aangedaan is, past ook bij de periode waar meer kritiek op het verleden was en waarbij ook de ‘kleinere’ daders tot gerechtigheid werden geroepen. De processen hangen weer samen met de Duitse drang die Schueler noemt, om toch nog te proberen de fouten van het verleden recht te zetten. Veel daders kunnen niet meer (voldoende) gestraft worden, maar op deze manier werd er uiteindelijk toch nog door de Duitsers geprobeerd te tonen hoe vreselijk ze het verleden vonden.175

172 Ibidem

173 Ibidem 174 Ibidem 175 Ibidem

In het artikel worden de slachtoffergroepen niet specifiek benoemd, wel wordt dus de mening van de voorzitter van de Joodse gemeenschap gegeven en krijgt één slachtoffergroep dus wel de kans om duidelijk te maken wat zij van het vonnis vond. Zijn mening is ook interessant, omdat hij zich afvraagt waarom het behoren tot een criminele organisatie niet voldoende bewijs was om veroordeeld te kunnen worden. Dit kan volgens de auteur niet volgens de regels van het Duitse rechtssysteem, maar zo werd wel door de geallieerden veroordeeld ten tijde van het eerste Ravensbrück-proces. Van de beklaagden hoefde toen alleen aangetoond te worden dat ze in het kamp gewerkt hadden als Aufseher of Aufseherin en dat was al voldoende om medeplichtig aan moord te zijn.

Het artikel noemt niet de namen van vrijgesproken kampmedewerkers en ook die van de overige beklaagden worden niet vermeld. Er wordt verder ook niet vermeld of de beklaagden mannelijk of vrouwelijk waren. Daarom is er aan de hand van dit artikel niets af te leiden over hoe de beklaagde vrouwen in West-Duitsland werden gezien en of ze net als Ilse Koch als demonische, onmenselijke wezens werden gezien. In dit artikel wordt er dus in ieder geval geen interesse in de vrijgesproken vrouwen of de overige beklaagden getoond. 3.1.2 De eeuwigdurende strijd tegen het fascisme: de DDR zonder ontwikkeling

In tegenstelling tot de Bondsrepubliek, waarbij de omgang met het verleden een proces was dat langzaam aan veranderde, was de omgang met het verleden in de DDR eerder constant en gelijkblijvend. De strijd tegen het fascisme was de kernwaarde voor de SED en enige vorm van schuld en verantwoording voor de Tweede Wereldoorlog bleef ontkend worden gedurende het bestaan van de DDR.176 Sterker nog, de DDR creëerde een mythe van een heroïsch antifascistisch verzet dat opgekomen zou zijn tegen de fascistische nazi-bezetters.177 De DDR-regering was echter niet vergeten dat het Duitse volk massaal achter de nazi’s had gestaan en dit stimuleerde Stalin om een tweede Duitse dictatorschap te creëren. Naar zijn mening moest een volk dat de fascisten had gesteund goed in de gaten gehouden worden en beperkt worden in het maken van keuzes.178 DDR-burgers die tegen het communistische regime waren, waren automatisch fascisten. In die trend werd de arbeidersopstand van 1953 ook een fascistische provocatie genoemd en werd de Berlijnse muur beschreven als een antifascistische beschermingsmuur. 179

176 Wolfrum, ‘Die beiden Deutschland, p.142-143

177 Manfred Overesch, Buchenwald und die DDR oder die Suche nach Selbstlegimation. (Göttingen 1995) p.16

178 Herf, Divided memory, p.388 179 Ibidem, p.163

De strijd tegen het fascisme had inmiddels weinig tot niks te maken met het verleden, maar werd gebruikt als middel om de bevolking te onderdrukken. De herinnering aan het fascisme werd levend gehouden en gebruikt voor de huidige politiekvoering. Zo werden jaarlijks de slachtoffers van het fascisme herdacht die gesneuveld waren in de strijd voor vrede. Dat dit herdenken onwaarheden bevatte, maakte niet zoveel uit voor het regime van de DDR. Er werden namelijk politieke slachtoffers herdacht die ten onder gingen in de strijd voor vrede. Het concentratiekamp Buchenwald werd bijvoorbeeld veranderd in een herinneringsoord om de heldhaftige communistische opstand tegen het Derde rijk te herdenken.180 In werkelijkheid waren de meeste slachtoffers helemaal geen politieke slachtoffers en streden ze ook niet voor vrede.181 Er was op deze manier geen aandacht voor de Joodse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. De nazi’s waren volgens de DDR- ideologie vooral anticommunistisch geweest en de Joden waren toevallig ook uitgemoord in de kampen.182

Niet alleen had de DDR geen aandacht voor de slachtoffers van de Holocaust, ook was er een continue strijd met de Bondsrepubliek. De Oost-Duitse regering beweerde dat, om af te rekenen met het naziverleden en het fascisme uit te roeien, er gevochten moest worden tegen het fascistische regime in Bonn. De DDR was van mening dat de Bondsrepubliek weigerde met het verleden af te rekenen en hierin te kort schoot. Ze beweerden zelfs dat als op 9 mei 1965 de oorlogsmisdaden verjaard zouden zijn, bekend zou worden dat duizenden inwoners van de Bondsrepubliek oorlogsmisdadigers waren, maar dat ze daar dan niet meer voor gestraft konden worden. De misdadigers die in het buitenland ondergedoken waren, zouden dan terugkeren, hun oude SS-uniformen aantrekken en voorbereidingen voor een nieuwe oorlog treffen.183 Het oosten had geleerd van het verleden, terwijl er het westen niks geleerd had en daar fascisten en militaristen aan de macht waren die zich teveel inlieten met de fascistische Verenigde Staten.184

180 Wolfrum, ‘Die beiden Deutschland’, p.144 181 Herf, Divided memory, p.164

182 Wolfrum, ‘Die beiden Deutschland’, p.144 183 Ibidem, p.142

Neues Deutschland

Op 19 april 1979 verscheen er in Neues Deutschland een artikel met de kop: ”BRD: Henker von Majdanek freigesprochen”185. In dezelfde editie werden er ook nog twee vervolgartikelen gepubliceerd, getiteld: “Heftige Proteste gegen skandalöse Freisprüche”186 en “Majdanek – Bilanz eines Todeslagers”187. Omdat het drie korte artikelen zijn die samen min of meer één geheel vormen188 worden alle drie de artikelen in deze paragraaf behandeld.

Het eerste artikel bericht vooral over de protesten naar aanleiding van de vrijspraak. De vrijgesproken kampbewakers worden alle vier bij naam genoemd en verder wordt er nog eens vermeld waarom ze aangeklaagd waren. De vrijspraak van deze vier zorgde volgens de auteur van het artikel voor heftige protesten van de toeschouwers in de volle rechtszaal.189 De toeschouwerstribune werd vervolgens ontruimd en de auteur schrijft het volgende over de protesterende toeschouwers: “Die Antifaschisten entfalteten ein Transparent: „Keine Verjährung und Freisprüche für NS-Verbrecher“. Sie riefen: „Nazimörder hinter Gitter“ – „Dieses Urteil ist eine Schande“.”190

Het tweede artikel wijdt verder uit over de protesten die plaatsvonden naar aanleiding van de vrijspraak. De auteur schrijft over honderden antifascisten die buiten de rechtszaal met spandoeken stonden. Hij/zij schrijft ook over leden van de SDAJ191 die al sinds de avond ervoor een demonstratie hielden. Ook wordt er verteld over een pamflet die verspreid werd door de VVN-Bund192 der antifaschisten, de Deutsche Kommunistische Partei en de Deutsche Friedens-Union, waarin staat dat processen tegen NS-daders niet zo lang mogen duren als het Majdanek-Proces en dat alle moordenaars hun verdiende straf moeten krijgen.193

Het derde artikel dient meer als achtergrondinformatie en somt een aantal getallen over het Majdanek-concentratiekamp op. Er wordt verteld dat Majdanek een fascistisch

185 Auteur onbekend, ‘BRD:Henker von Majdanek freigesprochen’, Neues Deutschland (20 april 1979) p.1

186 Auteur onbekend, ‘Heftige Proteste gegen skandalöse Freisprüche’, Neues Deutschland (20 april 1979) p.7

187 Auteur onbekend, ‘Majdanek – Bilanz eines Todeslagers’, Neues Deutschland (20 april 1979) p.7

188 Er wordt aan het einde van het artikel op de voorpagina ook verwezen naar de artikelen op pagina 7.

189 Auteur onbekend, ‘BRD:Henker von Majdanek freigesprochen’ 190 Ibidem

191 Sozialistischen Deutschen Arbeiterjugend. Één van de bewegingen die ontstaan is naar aanleiding van de studenten-opstanden in 1968.

192 Vereinigung der Vervolgten des Naziregimes

concentratiekamp was waar meer dan anderhalf miljoen mensen door “SS-Bestien”194 vermoord werden. Ook wordt er geschreven dat er na de Duitse aanval op de Sovjetunie van 1941, Russische krijgsgevangenen in het kamp werden neergeschoten. Verder schrijft de auteur dat er van 1.037 personen bekend is dat ze als SS-bewaker in één van de kampen gediend hadden, maar dat er tot nu toe maar 115 van veroordeeld zijn. Zeven hiervan door geallieerden gerechtshoven en de overige door Poolse.195

Analyse

De behandelde krantenartikelen zijn heel erg typerend voor de waarden van de SED en de manier waarop de DDR omging met het verleden. In elk artikel wordt het woord (anti- )fascisme gebruikt. Ook behandelden de artikelen bijna hoofdzakelijk de protesten die plaatsvonden naar aanleiding van de vonnissen. Er werd ook uitgebreid aandacht besteed aan de uitspraken en meningen van partijen en bewegingen die tegen de West-Duitse regering waren, zoals de SDAJ, de DKP en de VVN-Bund der Antifaschisten. Het West-Duitse proces