• No results found

Bestraffen en ontkennen: Groot-Brittannië als rechter van het proces en in ontkenning over de slachtoffers

2. Eerste Ravensbrück-proces

2.4 Bestraffen en ontkennen: Groot-Brittannië als rechter van het proces en in ontkenning over de slachtoffers

Het initiatief om de Duitse misdadigers te straffen na de oorlog lag vooral bij de Verenigde Staten, de Sovjetunie en Groot-Brittannië. Tijdens hun conferentie in Jalta verklaarden Roosevelt, Stalin en Churchill “Alle Kriegsverbrecher sind einer gerechten und schnellen Bestrafung zuzuführen. Wir wollen die NSDAP, ihre Einrichtungen und Gesetze auflösen, nazistische und militaristische Einflüsse aus den Behörden- und dem Kultur- und Wirtschaftsleben beseitigen.”127 Groot-Brittannië was in de naoorlogse jaren verantwoordelijk voor het verhoren van meer dan 1.000 vermoedelijke daders behorende tot de landen van de Asmogendheden.128 Het land voerde alle zes Ravensbrück-processen in Hamburg129 en had dus een belangrijk aandeel bij de veroordeling van de schuldig bevonden kampmedewerkers. Ook het Bergen-Belsen-proces van 1945 in Lüneberg werd geleid door de Britten.130 Tijdens de geallieerde processen werden in de naoorlogse jaren meestal hoge straffen opgelegd zonder dat er bewezen moest worden dat de beklaagden ook individuele schuld droegen. De beklaagden werden al veroordeeld op het feit dat ze deel hadden uitgemaakt van het kamppersoneel en zich wreed gedragen hadden. Dit werd gedaan met het argument dat anders

125 Ibidem

126 Rowland, ‘reading the female perpetrator’ 127 Zimmermann, NS-Täter vor Gericht, p.18

128 Donald Bloxham, ‘Confronting Nazi Atrocities at the End of the War: A Transnational Perspective’, in: Monica Riera en Gavin Schaffer, The lasting War, Society and Identity in

Britain, France and Germany after 1945 (New York 2008) pp.157-172, aldaar p.158

129 Kretzer, NS-Täterschaft und Geschlecht, p.10 130 Ibidem, p.40

alleen Hitler en zijn regering verantwoordelijk gehouden konden worden voor de daden en dat de daadwerkelijke uitvoerders van de daden anders niet gestraft konden worden.131

Groot-Brittannië had dus een belangrijk aandeel in het straffen van de (Duitse) oorlogsmisdadigers in de jaren na de oorlog. Ook had het land net als de Verenigde Staten in deze jaren weinig aandacht voor slachtoffergroepen als de Joden. In 1945 bevrijdden de Britten het kamp Bergen-Belsen waar ze toen nog zo’n 60.000 overlevenden aantroffen waarvan twee derde Joods was.132 De meeste artikelen herover in de kranten waren vooral gericht op de daders en niet op de slachtoffers.133 De bevrijders waren zich ervan bewust dat er zoveel Joden in het kamp gevangen hadden gezeten, maar toch werd dit niet naar de rest van de samenleving gecommuniceerd. Sterker nog, originele rapporten waarin wel vermeld werd dat er zoveel Joodse mensen in het kamp werden gevonden, werden aangepast voor de media zodat er niet meer duidelijk was dat er zoveel Joden bij de bevrijding werden aangetroffen. Het kamp werd vooral neergezet als een horrorkamp waarin zich vele gruweldaden hadden afgespeeld, zonder specifieke vermelding van wat voor slachtoffers er in het kamp zaten.134 Dat het kamp oorspronkelijk gebruikt werd voor Sovjetgevangenen waarvan er duizenden omkwamen door honger en ziekten werd ook niet vermeld.135

Dat de Holocaust geen aandacht kreeg in het naoorlogse Groot-Brittannië is niet zo vreemd. Buiten de mensen die tijdens of direct na de oorlog, zoals de bevrijders van Bergen- Belsen, geconfronteerd werden met de Joodse slachtoffers, kregen de meeste Britten niet veel mee van de Jodenvervolging. Het land lag geografisch gezien ver weg van de concentratiekampen en de landen waaruit de Joden werden afgevoerd om naar de kampen gebracht te worden. Ook was Groot-Brittannië geen dader of bezet land tijdens de oorlog en bleef daarom bespaard van vragen over schuld aan de Jodenvervolging zoals de Duitsers en Oostenrijkers. De Holocaust was en bleef een “distant event” voor de meeste Britten.136 Dit wil echter niet zeggen dat de Britten niet wisten dat de nazi’s groepen mensen vermoordden

131 Zimmerman, NS-Täter vor Gericht, p.38

132 Tony Kushner, ‘Belsen for Beginners: The Holocaust in British Heritage’, in: Monica Riera en Gavin Schaffer, The lasting War, Society and Identity in Britain, France and

Germany after 1945 (New York 2008) pp.226-247, aldaar pp.229-230

133 Caroline Sharples, ‘Holocaust on Trial: Mass Observation and British Media Responses to the Nuremberg Tribunal, 1945-1946’, in: Ibidem en Olaf Jensen, Britain and the Holocaust,

Remembering and Representing War and Genocide (New York 2013) pp.31-51, aldaar p.39

134 Kushner, ‘Belsen for Beginners’, pp.229-230 135 Ibidem, p.233

136 Caroline Sharples en Olaf Jensen: Introduction, in: Caroline Sharples en Olaf Jensen,

Britain and the Holocaust, Remembering and Representing War and Genocide (New York

alleen maar op basis van hun afkomst, ze werden er alleen minder mee geconfronteerd dan landen als Duitsland en ook Nederland tijdens de oorlog.

The Guardian

Eén dag na de uitspraak van het vonnis van het eerste Ravensbrück-proces stond er in The

Guardian een artikel over dit vonnis getiteld: “Ravensbruck Camp Trial – Eleven Death

Sentences”137. Het korte artikel begint met de zin: “All 15 former members of the Ravensbruck women’s concentration camp staff accused of crimes against humanity were found guilty by the Hamburg war crimes court to-day after a trial lasting two months.”138De straffen worden hierna opgesomd. De beklaagden waren doctoren, verpleegsters en leden van de SS die in Ravensbrück werkten. Het kamp zou bekend staan als “horror camp”139. 5.000 gevangenen zijn er vergast en vrouwelijke Britse parachutisten werden doodgeschoten in het kamp. Ook wordt vermeld dat één van de beklaagden, Dr.Winkelman, overleed aan een beroerte voor de uitspraak van het vonnis.140

Analyse

Opvallend is dat in het artikel141 maar één slachtoffergroep specifiek wordt benoemd; vrouwelijke Britse parachutisten. Verder wordt er alleen vermeld dat de beklaagden veroordeeld werden voor “crimes against humanity”142. Aangezien de verschillende slachtoffergroepen, maar met name de Joden, ook geen rol speelde in de Britse herinnering aan de oorlog in de naoorlogse jaren is het ook logisch dat The Guardian hier verder ook geen aandacht aan besteed. Verder wordt het kamp, net als Bergen-Belsen, omschreven als een horror-kamp en dat is ook typerend voor hoe de concentratiekampen in die tijd werden gezien. Het was iets onmenselijks dat nergens mee te vergelijken was en ook het onmenselijke van de nazi’s aantoonde. Er blijkt uit het korte artikel weinig van de grote rol die Groot-Brittannië had bij het Ravensbrück-proces omdat hier niks over vermeld wordt. Wel worden de hoge straffen nog expliciet vermeld.

In het artikel wordt geen onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen die veroordeeld werden. Sterker nog: alleen de naam van Dr.Winkelman wordt vermeld en de andere veroordeelden worden niet bij naam genoemd. Ook staat er in het artikel dat onder de

137 Auteur onbekend, ‘Ravensbruck Camp Trial – Eleven Death Sentences’ , The Guardian, (4 februari 1947) p.8 138 Ibidem 139 Ibidem 140 Ibidem 141 Ibidem 142 Ibidem

beklaagden zich doctoren, verpleegsters en leden van de SS bevinden. De Aufseherinnen worden dus helemaal niet vermeld, tenzij zij volgens de auteur onder de categorie leden van de SS zouden vallen. Aan de hand van dit artikel valt dus weinig af te leiden over het beeld van de vrouwelijke misdadigers. Rowland beweert dat de vrouwen die terecht stonden in de geallieerde processen werden gedemoniseerd en onmenselijk overkwamen in de media, toch is dit bij dit artikel, net als bij dat van de New York Times, niet het geval. Wel stroken de bevindingen uit dit artikel weer met zijn bewering dat de minder bekende vrouwen ook minder media-aandacht kregen en lang niet altijd als masculien of onmenselijk werden beschouwd, net als bij de eerder behandelde artikelen.