• No results found

1. Bij de reguliere uitgeverij: o Natalie Koch

o Thomas Olde Heuvelt o Tisa Pescar

o Adrian Stone

2. Bij de kleine zelfstandige uitgeverij: o Bianca Mastenbroek o Peter Schaap

o Tais Teng

o Kim ten Tusscher

1. Interview Natalie Koch ... 151

2. Interview Thomas Olde Heuvelt ... 153

3. Interview Tisa Pescar ... 155

4. Interview Adrian Stone ... 157

5. Interview Bianca Mastenbroek ... 162

6. Interview Peter Schaap ... 164

7. Interview Tais Teng ... 171

8. Interview Kim ten Tusscher ... 173

151

1. Interview Natalie Koch

29 augustus 2014

1. In hoeverre speelt genre een rol in uw schrijven? (Verwerkt u bijvoorbeeld bewust bepaalde genreconventies in uw boeken, of is het genre eerder een label van de uitgeverij?) In het geval van De verborgen universiteit was het een bewuste keus om ‘iets met magie’ te doen, en dan schrijf je natuurlijk automatisch fantasy. Voor mij was het een mooie denkoefening, want als je personages magie in handen geeft, moet je dat onderbouwen en dat levert verhaalelementen op die je in reguliere fictie niet hebt.

Dat was voor mij eerder de reden om aan deze boeken te beginnen dan omdat ik eens een fantasyboek wilde schrijven. Aangezien ik ook ‘gewone’ boeken schrijf, speelt genre maar een beperkte rol in mijn schrijven. Het genre maakt me in principe ook niet uit; als ik schrijf, ben ik vooral bezig met het verhaal en hoe het zo goed mogelijk verteld kan worden, niet met in welk genre het valt.

2. Speelt genre voor u een rol in het benaderen van uitgeverijen?

Daar kan ik weinig over zeggen; ik heb niet zelf een uitgeverij hoeven benaderen met De verborgen universiteit. Ik had bij Querido Streken al gepubliceerd en was – tegelijkertijd met De sterren stil – bezig met De verborgen universiteit als een project voor mezelf. Ik had er (nog) geen publicatieplannen mee, maar Querido wilde ook dat graag publiceren. Het is toen ondergebracht in hun imprint Q, voor thrillers en spannende boeken, omdat er plannen waren dat fonds uit te breiden met andere genres. Inmiddels geeft Q meer boeken uit met fantasy- en horrorelementen. 3. In hoeverre heeft u inspraak in het uiteindelijke genrelabel dat de uitgeverij aan uw boeken geeft, zoals de NUR-code of de genre-aanduidingen in de aanbiedingstekst?

Dat gaat allemaal in overleg. De verborgen universiteit heeft de reguliere NUR-code gekregen vanwege de literaire kwaliteit die de uitgeverij de boeken toekent, het is niet bedoeld om het fantasygehalte te maskeren. In de aanbiedingsteksten van de boeken wordt wel aangegeven dat het om fantasy gaat.

4. Wat beschouwt u als de functie van genres?

Voor mij zijn ze hooguit een classificatie om boekhandel en lezer duidelijk te maken met wat voor soort boek ze van doen hebben. Een handig hulpmiddel dus, maar tegelijkertijd heeft het zijn beperkingen: er zijn literaire romans, thrillers en andere genreboeken die zonder problemen in meerdere genres kunnen vallen. Genreaanduidingen kunnen zulke minder sterk genre- gedefinieerde boeken in de weg zitten, en die boeken lopen wellicht zelfs lezers mis die op grond van de genre-aanduiding denken dat het boek niets voor ze is. Of ze halen de publiciteit niet omdat de media niets doen met genreboeken (thrillers uitgezonderd).

Al komt daar misschien langzaam verandering in: deel twee van De verborgen universiteit werd heel goed besproken in de thrillerrubriek van De Telegraaf. De recensente vermeldde daarbij dat het eigenlijk niet in die rubriek thuishoorde, maar dat het toch zo bijzonder was dat ze het de lezers niet wilde onthouden.

5. Wat verstaat u onder het fantasygenre?

152

6. Wat is in uw ervaring de heersende opvatting over het fantasygenre? (Welke status heeft het genre bijvoorbeeld?)

Ik heb het idee dat fantasy in Nederland langzaam aan status wint. Lang werd het niet als volwaardige literatuur beschouwd, maar zeker na het succes van Harry Potter en The Lord of the Rings dringt het wel meer door tot de mainstream. Hoewel ik regelmatig nog wel tegen vooroordelen oploop: ik heb lezers die alles van me lezen, maar er is ook een groep die alleen De verborgen universiteit leest, en een groep die daar niets van moet hebben, maar die wel mijn literaire boeken leest. De scheidslijn is er dus nog wel.

In diverse recensies van De sterren stil, mijn vierde boek, wordt vooral in de wat meer literair gerichte media bijvoorbeeld wel gerefereerd aan mijn debuut, Streken, maar niet aan De verborgen universiteit. En er zijn lezers die me na de publicatie van deel twee van De verborgen universiteit (mijn derde boek) vroegen wanneer mijn ‘tweede roman’ nu kwam; voor een deel van de (literaire) lezers gelden mijn fantasyboeken blijkbaar níet als romans.

Maar die bespreking van deel 2 van De verborgen universiteit in De Telegraaf bewijst voor mij wel dat genreboeken toch langzaam uit de kring van de op fantasy gerichte media breken en doordringen tot de landelijke media. Ik hoop dat het ooit zover komt dat het genre er niet meer toe doet, en dat alleen de kwaliteit van een boek telt.

7. Wat is uw persoonlijke opvatting over het fantasygenre? (Ziet u het bijvoorbeeld als een vorm van literatuur, of juist als iets wat buiten de literatuur valt?)

Fantasy kan zeker literatuur zijn: ook fantasyschrijvers kunnen met literaire stijlmiddelen werken. Er zijn fantasyboeken die beslist literaire kwaliteiten hebben.

8. Wat ziet u als de reden dat er zo veel fantasyboeken in series verschijnen?

Ten eerste denk ik dat het met de omvang van de vertelling te maken heeft: veel fantasyboeken hebben een plot van epische proporties met over het algemeen meer personages en verwikkelingen dan reguliere romans. Ook kost het tijd om de lezer mee te nemen naar een andere wereld. Het kan ook een vorm van lezersbinding zijn: als een lezer een tijdlang met plezier in een andere wereld heeft vertoefd, wil ie meer.

Zelf had ik van De verborgen universiteit overigens graag een stand-alone willen maken, maar ik kwam er al snel achter dat het verhaal te complex was om in één boek te vertellen. Bovendien viel het vanzelf heel natuurlijk in drie delen uiteen, dus werd het toch een trilogie. 9. In hoeverre beschouwt u zichzelf als fantasy-auteur? En was dat anders voordat u fantasyboeken publiceerde?

Ik beschouw mezelf als schrijver, niet specifiek als fantasyschrijver: de ene keer schrijf ik een ‘gewone’ roman, de andere keer iets met magie erin, weer een andere keer doe ik misschien weer wat anders. Het publiceren van De verborgen universiteit heeft dat ook niet veranderd.

Ik laat me bij het schrijven vooral leiden door de beelden en vragen die me op dat moment intrigeren; in welk genre een boek uiteindelijk valt, vind ik van secundair belang. Ik heb er daarom ook voor gekozen De verborgen universiteit-boeken niet onder een pseudoniem te publiceren, ik zie ze als onderdeel van mijn oeuvre, niet als iets aparts. Al is het af en toe wel verrassend om te ontdekken hoe de buitenwereld daar tegenaan kijkt.

Een andere schrijver vroeg me eens of ik er bewust voor gekozen had om met een niet- fantasyboek te debuteren, want ja, ik was toch fantasyschrijver? Het verbaasde me dat mijn identiteit als schrijver blijkbaar uitsluitend opgehangen werd aan die twee boeken en niet aan wat ik verder nog heb gepubliceerd (De sterren stil was toen net verschenen). Kortom, voor mij als schrijver veranderde er niets toen ik met De verborgen universiteit naar buiten kwam, maar voor (een deel van) de lezers- en schrijverswereld blijkbaar wel.

153

2. Interview Thomas Olde Heuvelt

21 november 2014

1. In hoeverre speelt genre een rol in uw schrijven? (Verwerkt u bijvoorbeeld bewust bepaalde genreconventies in uw boeken, of is het genre eerder een label van de uitgeverij?) Ik denk dat iedere auteur schrijft over wat hem bezighoudt, en dat is bij iedereen anders. Ik hou van het vreemde, het bizarre, het griezelige en het onverklaarbare. Of het nou op zichzelf staat of een metafoor voor het leven is. Dus daar schrijf ik over. Dat je dan onder het label ‘magisch realisme’ of ‘horror’ valt, is een gevolg daarvan.

Ik geloof niet dat auteurs moeten denken: ‘Ik wil een fantasyboek schrijven, dus ga ik die of deze trend volgen.’ Zombies zijn op dit moment populair, dus hoppa, een paar zombies erin, en klaar. Zo werkt het niet. Als auteur moet je jouw verhaal schrijven, en als het goed is, wordt het uitgegeven. In welk fonds of onder welk label, dat bepalen de uitgever, de boekhandel en de lezer. 2. Speelt genre voor u een rol in het benaderen van uitgeverijen?

Allicht – zij willen duidelijk maken naar boekhandel en lezer wat ze in hun handen krijgen, dus worden boeken onderverdeeld in genres. Dat is voor de lezer ook wel zo prettig. Zo sla ik persoonlijk de meeste klassieke fantasy over in de boekhandel, en blijf ik langer staan bij magisch realisten, of algemene literatuur, of thrillers, of horror.

3. In hoeverre heb je inspraak in het uiteindelijke genrelabel dat de uitgeverij aan je boeken geeft, zoals de NUR-code of de genre-aanduidingen in de aanbiedingstekst?

Toen ik in 2008 bij LS Amsterdam begon had ik als nieuwkomer en eerste Nederlander in hun fonds natuurlijk nauwelijks inspraak. Ik had als broekie van 25 ook totaal geen kennis van zaken. Nu is dat anders. De uitgever wilde mij toentertijd als ‘Nederlands fantasytalent’ neerzetten, terwijl mijn romans eigenlijk veel beter onder ‘Spanning’ zijn te scharen. Je mist anders toch een groot publiek.

HEX werd al zowel gemarket naar het thriller- als het fantasypubliek, en sinds de internationale doorbraak van HEX kan ik min of meer zelf bepalen wat ik wil. De volgende roman zal in de aanbieding volledig bij de ‘Spanning’ staan.

4. Wat beschouw je als de functie van genres?

Een duidelijke, hapklare onderverdeling die de lezer (consument) naar de juiste plek stuurt. Als je kleding koopt, wil je ook graag weten of je op de vrouwen- of mannenafdeling bent, en of het een zomer- of wintercollectie is. Het is toch lastiger zoeken als alles door elkaar hangt.

5. Wat versta je onder het fantasygenre?

In de breedste zin vallen onder fantasy alle verhalen die niet in de werkelijkheid kunnen gebeuren. Harry Mulisch en William Shakespeare zijn twee erg bekende fantasyschrijvers, al beseffen maar weinig mensen dat. Washington Irving en Isabel Allende net zo goed. Natuurlijk denk je ongetwijfeld sneller aan J.R.R. Tolkien, George R.R. Martin of Stephen King, en dat is prima. Zij schrijven ook fantasy.

6. Wat is in jouw ervaring de heersende opvatting over het fantasygenre? (Welke status heeft het genre bijvoorbeeld?)

Er zijn mensen die fantasy in een niche-hoek schuiven of het als een ondergeschoven kindje zien, maar dat is puur iets van de Nederlandse literaire wereld. De realiteit is dat fantasy een van de populairste genres is. Vrijwel alle grote, internationale bioscoophits van de laatste jaren vallen onder de noemer ‘fantasy’, en de verkoopcijfers liegen er ook niet om: honderdduizenden Nederlanders lezen George R.R. Martin, Robin Hobb, Markus Heitz en vele anderen.

154

Het is jammer dat de klassieke media in Nederland zo weinig met het genre doen; in de VS is het helemaal niet vreemd als de New York Times of de Washington Post een [Stephen] King of een [Raymond E.] Feist recenseren, en het vijf sterren geven. Dat zie je recentelijk pas mondjesmaat gebeuren in Nederland.

7. Wat is je persoonlijke opvatting over het fantasygenre? (Zie je het bijvoorbeeld als een vorm van literatuur, of juist als iets wat buiten de literatuur valt?)

Ik vind het fantastische en het bovennatuurlijke een van de mooiste mediums om iets over het werkelijke leven te vertellen. Kleinschalig of grootschalig. Daarom alleen al ben ik zo verzot deze verhalen. De discussie of het literatuur is of niet, is achterhaald en niet relevant. In ieder genre verschijnen goede en slechte boeken, of het nu gaat om YA, historische romans, of fantasy.

Zelfs boeken die duidelijk minder IQ behoeven vinden dikwijls een groot publiek en weten hun lezers op eigen manier te raken en te bewegen, en worden voor hen zodoende alsnog literatuur. De term wordt eigenlijk alleen nog actief gebezigd door een bepaalde, zichzelf overschattende elite – een elite die bovendien vaak lang niet zo goed verkoopt. Bovendien hebben actieve fantasylezers over het algemeen gezien gemiddeld een erg hoog IQ.

8. Wat zie je als de reden dat er zo veel fantasyboeken in series verschijnen?

Die traditie begon met Tolkien, simpelweg omdat zijn uitgever niet in staat was het enorme epos dat hij schreef in één boek te publiceren. Tegenwoordig wordt het nog steeds gedaan, deels omdat auteurs van de meer klassieke fantasy vaak hele werelden opbouwen en daar in meerdere romans naar terugkeren, en deels omdat het commercieel succesvol is.

De gemiddelde Nederlandse lezer koopt vier boeken per jaar; de gemiddelde Nederlandse fantasylezer koopt er dertig. Het is een interessante vraag of dat een oorzaak of een gevolg is. Zelf schrijf en lees ik alleen stand-alone romans. Een boek moet voor mij een verhaal op zich zijn, als je het dichtslaat is het uit.

9. In hoeverre beschouw je zichzelf als fantasy-auteur? En was dat anders voordat je fantasyboek(en) publiceerde?

Het maakt mij persoonlijk niet zo veel uit hoe ik word gezien. Ik ben al zoveel genoemd: horrorhunk, magisch-realist, fantasyschrijver, auteur van verbeeldingsliteratuur… Het plakkaatje laat ik over aan de lezer en de media.

Ik schrijf gewoon mijn verhalen. De ene keer wordt het eng en noem je het horror; de andere keer grijpt het aan of laat het je lachen, en mag je het magisch-realistisch, of absurdistisch, of surreëel noemen. Ik blijf gewoon dezelfde auteur.

155

3. Interview Tisa Pescar

15 augustus 2014

1. In hoeverre speelt genre een rol in uw schrijven? (Verwerkt u bijvoorbeeld bewust bepaalde genreconventies in uw boeken, of is het genre eerder een label van de uitgeverij?) Luitingh is een uitgeverij die meerdere genres uitgeeft. Het is dus niet zo dat een boek in het fantasygenre moet thuishoren om bij deze uitgeverij een boek te publiceren.

Zelf houd ik bij het schrijven in principe helemaal geen rekening met genre. Ik schrijf een verhaal en afhankelijk van de inhoud kan het gebeuren dat het uiteindelijk als fantasyboek wordt uitgegeven. Maar het zou dus ook kunnen dat ik in de toekomst een heel ander soort boek schrijf dat in een ander genre thuishoort.

Opmerkelijk is daarom misschien wel dat Jachtmaan bij Kramat is uitgekomen onder een andere NUR-code (thriller) dan Maire bij Luitingh (NUR-code fantasy). En dat terwijl het om hetzelfde verhaal gaat. Zelf vind ik het label fantasy in dit geval overigens wel beter kloppen. 2. Speelt genre voor u een rol in het benaderen van uitgeverijen?

Jazeker. Het is enorm belangrijk om een uitgever te benaderen bij wie jouw verhaal in het fonds past. Schrijf je bijvoorbeeld thrillers voor volwassenen, dan is het niet zo handig om een uitgever te benaderen die alleen non-fictie uitgeeft, of een uitgever van kinder-fantasyboeken. Ook zijn er gespecialiseerde uitgeverijen die enkel een bepaald genre publiceren. Daar moet je verhaal wel bij passen om een kans op uitgave te maken.

3. In hoeverre heeft u inspraak in het uiteindelijke genrelabel dat de uitgeverij aan uw boeken geeft, zoals de NUR-code of de genre-aanduidingen in de aanbiedingstekst?

Daar heb ik in principe geen inspraak in, de uitgever bepaalt welk genre het wordt. De aanbiedingsteksten mag ik wel controleren en corrigeren.

Overigens zou ik, als ik het niet met het toe te kennen genre eens ben, zeker in discussie gaan over het genre. Of dat zin zou hebben weet ik niet, ik heb me er tot nu toe niet mee bemoeid. Ik ga ervan uit dat de uitgever beter dan ik weet in welk genre een boek het best zal verkopen. 4. Wat beschouwt u als de functie van genres?

Ik denk dat veel lezers het fijn vinden om een soort voorselectie te kunnen maken m.b.t. de boeken die ze willen lezen. Als er een ‘genresticker’ op geplakt wordt, heb je een beetje een idee wat voor soort verhaal je in het boek zult aantreffen.

Jammer genoeg kan zo’n sticker ook beperkend werken. Mensen mijden bepaalde genres. Regelmatig krijg ik van mensen te horen: ‘Ik hou niet van fantasy.’ Enkelen daarvan heb ik toch kunnen overhalen de gok te nemen en mijn boeken te lezen. Een aantal heeft me laten weten dat ze mijn boeken met plezier hebben gelezen. En dat terwijl ze er aan de hand van het genre nooit aan begonnen zouden zijn.

5. Wat verstaat u onder het fantasygenre?

Dat vind ik moeilijk te omschrijven omdat de grens tussen fantasy en werkelijkheid soms best vaag is. Ik denk dat een boek onder ‘fantasy’ valt als er dingen in gebeuren die in werkelijkheid absoluut niet kunnen, of waarvan je denkt dat ze niet zouden kunnen (maar dat laatste is natuurlijk heel persoonlijk, sommige mensen geloven bijvoorbeeld dat geesten bestaan, anderen niet).

Ook vind ik een boek fantasy als er personages en/of plaatsen in voorkomen die eigenschappen bezitten die je in onze wereld niet tegenkomt. Ik geloof bijvoorbeeld niet dat weerwolven bestaan (mensen die daadwerkelijk in een wolfachtig wezen kunnen veranderen), maar in mijn boeken komen ze wel voor. Ook vreemde, niet echt bestaande werelden vallen naar mijn idee onder fantasy. In fantasy speelt magie ook vaak een grote rol, maar dat betekent dan weer niet dat elk boek waar magie (lees: toverkunst) in voorkomt per se fantasy is. Er zijn heel wat mensen die met magie bezig zijn en ervan overtuigd zijn dat het werkt.

156

6. Wat is in uw ervaring de heersende opvatting over het fantasygenre? (Welke status heeft het genre bijvoorbeeld?)

Ik heb het idee dat fantasy in populariteit groeit. Fantasylezers zijn over het algemeen een trouwe lezersgroep die hele series in hun kast willen hebben.

Buiten de vaste fantasylezers-groep heb ik het idee dat er toch nog steeds met een licht argwanende blik naar gekeken wordt; dat het genre een ondergeschoven kindje blijft. Je ziet dat ook in de boekhandels terug, waar de fantasysectie meestal de kleinste is, als hij er überhaupt al is. Tv-series als Game of Thrones en een aantal films als Harry Potter hebben wel een positief effect gehad, ook op de boekenwereld. Of de kijkers hiervan ook meer fantasyboeken zouden gaan lezen, weet ik niet.

7. Wat is uw persoonlijke opvatting over het fantasygenre? (Ziet u het bijvoorbeeld als een vorm van literatuur, of juist als iets wat buiten de literatuur valt?)

Het mooie van het fantasygenre vind ik dat je je eigen fantasie onbeperkt de vrije loop kunt laten, zowel bij het schrijven als bij het lezen. Dat kan natuurlijk ook in andere genres, alleen is de werkelijkheid zoals wij die kennen bij fantasy geen vaststaand gegeven en dus niet bindend. Je kunt