• No results found

3. Distributie: boekhandel en bibliotheek

3.4 De bibliotheek

3.4.2 In dialoog: bibliotheek en genre

Op de website van NBD Biblion is te vinden dat het bedrijf wekelijks nieuwe titels en herdrukken aan de openbare bibliotheek aanbiedt:

Dit aanbod is voorzien van aanschafinformatieteksten (a.i.’s). Op basis van

deze korte recensies kunnen collectioneurs in de bibliotheken de geschiktheid

van deze titels voor hun collectie beoordelen.

176

175 www.nbdbiblion.nl/mediaproducten/media-aanbod 176 www.nbdbiblion.nl/product/voor-uitgevers

77

Voor de recensies ‘maakt NBD Biblion gebruik van de deskundigheid van ruim 700 externe recensenten: van kosmologen tot (…) kinderboekenschrijvers.’177 Deze deskundige beoordelingen

worden gelezen door gebruikers in het onderwijs, bibliotheekleden en bezoekers van webshops (zoals Bol.com).

Dit beantwoordt gedeeltelijk de vraag op welke informatie de bibliotheek zich baseert bij de inkoop. Het blijft echter onduidelijk welke factoren hierin een rol spelen, hoe belangrijk genre wordt geacht en wie er beslist over kastplaatsing. Hierover zijn dan ook de volgende vragen opgesteld, gedeeltelijk overeenkomend met de vragen voor uitgeverijen en auteurs:

1. Wat beschouwt u als de functie van genres? 2. Wat verstaat u onder het fantasygenre?

3. Wat is in uw ervaring de heersende opvatting over het fantasygenre? (Welke status heeft het genre bijvoorbeeld?)

4. Wat is uw persoonlijke opvatting over het fantasygenre? (Ziet u het bijvoorbeeld als een vorm van literatuur, of juist als iets wat buiten de literatuur valt?)

Vraag 1 informeert naar de rol die genres voor de bibliotheek vervullen; vraag 2 naar de binnen de bibliotheek heersende definitie van fantasy. Vraag 3 en 4 vragen naar de ervaren literatuuropvattingen over fantasy, en de literatuuropvattingen die de bibliotheek zelf hanteert.

Daarnaast zijn natuurlijk ook inkoop en kastplaatsing van belang. Hiervoor zijn de volgende vragen opgesteld, gedeeltelijk gebaseerd op de vragen voor de boekhandels:

5. Op welke informatie baseert u zich bij de inkoop van boeken?

6. Speelt genre een rol bij de inkoop van boeken? (Zoekt u bijvoorbeeld specifiek naar een x aantal boeken

binnen een bepaald genre, of sluit u juist bepaalde genres uit?) 7. Hoe besluit u in welke kast of categorie een boek wordt geplaatst?

8. Welke rol spelen NUR-code en/of andere informatie van de uitgeverij in de kastplaatsing?

Vraag 5 moet uitwijzen of de recensies van NDB Biblion inderdaad zo belangrijk zijn als het bedrijf zelf impliceert. Vraag 6 informeert naar de rol van genre bij de inkoop. Met vraag 7 en 8 probeer ik te achterhalen hoe de kastplaatsing in de bibliotheek plaatsvindt, en welke informatie daarbij wordt gebruikt.

Resultaten

Namens de Centrale Bibliotheek Utrecht heeft Marc Conraads op 6 november 2014 mijn gemailde vragenlijst ingevuld, te vinden in bijlage 7. Conraads is Domeinspecialist Collectie en zorgt voor de inkoop van zeventig bibliotheken.

Genre zorgt in de bibliotheek voor overzicht, naast een alfabetische rangschikking: bezoekers kunnen zo eenvoudiger een bewuste keuze maken in het aanbod. Conraads ziet vaak mensen die zich met een genre identificeren, zoals bepaalde types die alleen fantasy/spanning lezen. Toch speelt genre in principe geen rol in de inkoop. In de selectie zijn de financiële mogelijkheden van belang, evenals het weekaanbod en de populariteit van auteurs. De uitleen en dus de waarde van debuten wordt vaak eerst in de grotere vestigingen geobserveerd, waarna zo’n boek al dan niet ook in kleinere vestigingen wordt geplaatst.

Conraads definieert fantasyboeken als verhalen die zich vaak afspelen in imaginaire werelden, met verzonnen personages:

78

Techniek speelt een mindere rol, daar heb je sciencefiction voor (een

uitstervend genre, in Nederland althans). Magie en vreemde wezens vormen

een niet onbelangrijk onderdeel in de fantasy.

Persoonlijk betreurt Conraads het vooral dat er binnen de fantasy veel pulp te vinden is en dat de verhalen vaak over meerdere delen worden uitgesmeerd. Toch leest hij het genre al sinds zijn tienerjaren, al beschouwt hij de boeken zeker niet als literatuur: ‘Het is toch vooral escapistisch.’

In de bibliotheek ziet hij een specifiek publiek op de fantasyboeken afkomen, dat hij als ‘nerdy’ omschrijft: ‘Vaak ook degenen die fantasyfilms leuk vinden.’ Bovendien zijn er veel jongeren die na De hobbit van J.R.R. Tolkien doorstromen naar andere series, en er komen steeds vaker vrouwen op het genre af. Desondanks bieden met name kleine plattelandsbibliotheekjes met weinig geld geen fantasy aan:

Daar worden over het algemeen veel streekromans gelezen en dan moet je als

aanschaffer toch keuzes maken. Wij werken steeds meer vraaggericht, daar

worden we ook op afgerekend.

Voor Centrale Bibliotheek Utrecht koopt Conraads wel bijna alles in wat wordt aangeboden, tenzij hij het wel heel slecht vindt.

Bij de aankoop van boeken baseert Conraads zich inderdaad op de aanschafinformaties van NBD Biblion, maar ook op websites van uitgeverijen, het aanbod in de boekhandel en de aanwezigheid van eerdere delen in een serie. Het is belangrijk om te weten welke nieuwe titels er uitkomen en welke boeken als ‘sprinter’ moeten worden aangekocht – de boeken die maar een week mogen worden uitgeleend. Ook series, auteursbekendheid en hypes spelen een rol. Tussen de populaire titels ziet Conraads echter bijna nooit fantasy, tenzij het om ‘jongerenfantasy’ zoals The Hunger Games gaat. Wel heeft Game of Thrones veel nieuwe fantasylezers opgeleverd.

Opvallend genoeg speelt de NUR-code geen enkele rol in de classificatie van boeken, noch andere informatie van de uitgeverij: de genre-aanduiding wordt centraal geregeld bij NBD Biblion, waar ook het ‘fantasy-etiket met de alien’ op de boeken wordt geplakt. In welke kast de boeken vervolgens worden geplaatst, is afhankelijk van de indeling ter plekke:

Er zijn bibliotheken waar [fantasy] gewoon tussen de andere romans staat op

alfabet, maar bij andere bibliotheken – die in ‘werelden’ staan – staan ze

tussen de spannende boeken. (…) Er is dus geen aparte fantasykast meer.

Centrale Bibliotheek Utrecht zit op dit moment nog in een overgangsfase, maar gaat ook over op het landelijke systeem van ‘werelden’. Dit format moet de indeling en de look van bibliotheken in heel Nederland uniformeren.

3.4.3 Concluderend

De bibliotheek richt zich op een breed aanbod voor een zeer diverse doelgroep. Compleetheid is belangrijker dan alleen het aanbieden van bestsellers, en er zijn dan ook zowel titels van reguliere uitgeverijen als van de kleine zelfstandigen te vinden. Toch is er de afgelopen jaren een afname van het aantal uitleningen en leden waargenomen. Als reden hiervoor wordt genoemd dat mensen door een toegenomen welvaartsniveau vaker boeken kopen, maar wellicht speelt ook de opkomst van de infinite online shelf space hierin een rol. Door een verbreding van het online aanbod hoeft de lezer voor dat ene moeilijk verkrijgbare boek niet langer naar de bibliotheek te gaan: voor ongeveer evenveel moeite en een klein bedrag ligt het binnen een paar werkdagen thuis op de deurmat,

79

waarna je het zelf aan vrienden kunt uitlenen. Ook voor out of print-titels hoeft men dankzij een breed en bereikbaar tweedehands aanbod dus niet langer alleen op de bibliotheek te vertrouwen.

Gezien het aantal titels dat per jaar verschijnt, lijkt volledige compleetheid bovendien geen reëel streven voor één instantie. Alleen een aggregaat zoals Bol.com, dat zijn voorraden over het CB, partnershops en particulieren verdeelt, zou compleetheid kunnen benaderen. Toch is de bibliotheek op dit moment nog niet weg te denken uit het literaire veld. Mede door de grootte van inkoop vormt de bieb een belangrijke brug tussen uitgeverij en lezer, en bovendien richt men zich op álle doelgroepen. De bibliotheek is voor iedereen gratis toegankelijk, of men nu wel of niet zelf boeken koopt.

Het is opvallend dat de bibliotheek er een eigen classificatie op nahoudt. Partner NBD Biblion benoemt de genres, waarna het bedrijf ook de stickers met genre-aanduidingen op de boekrug plakt. In welke kast de titels vervolgens worden geplaatst, beslist de bibliotheek zelf. De informatie van de uitgeverij speelt hierin een minimale rol en de kastplaatsing strookt meestal niet met de NUR-code, al doet de indeling ‘Actief en spannend’ vermoeden dat de gekozen indeling gedeeltelijk overeenkomt met de verschillende NUR-categorieën. Het zijn dus niet zozeer de gebruikte genres en categorieën waarin de bibliotheek afwijkt, als wel in hoe de verschillende boeken hierover worden verdeeld. Qua indeling lijkt de bibliotheek dan ook eerder op de gespecialiseerde boekhandel dan op de branchevreemde verkooppunten en de grote webshops.

Het fantasygenre wordt met name beschouwd als verhalen die zich afspelen in een imaginaire wereld, wat opnieuw een inhoudelijke definitie is. Anders dan de meeste auteurs en uitgeverijen beschouwt Conraads het genre zelf echter zeker niet als literatuur. Sommige plattelandsbibliotheken willen zelfs helemaal geen fantasy in de collectie, omdat er geen vraag naar is. Conraads ziet een specifiek, ‘nerdy’ publiek op de boeken afkomen, al zijn er de laatste tijd ook meer jongeren en vrouwen die fantasy uitlenen. Blijkbaar trekt het fantasygenre ook in de bibliotheek een ‘harde kern’ van al dan niet nogal typische fans, en bovendien een bredere groep van meer mainstream lezers. Hoe de tweedeling in de doelgroep van reguliere uitgeverijen en kleine zelfstandigen hierin past, blijft echter onbekend (zie paragraaf 2.2.6 en 3.2.4).

Zoals te verwachten is in een literair veld vol machtsstrijd, geeft lang niet elke literaire speler de signalen en genreclassificaties van de uitgeverij bijval. Hoewel bepaalde algemene definities en classificaties relatief universeel bleken te zijn, varieert de precieze indeling en de waarde die men hieraan hecht. Met name de bibliotheek en de gespecialiseerde boekhandel leggen de directe signalen van de uitgeverij graag naast zich neer, terwijl meer indirecte paratekst, zoals auteursbekendheid of -reputatie, wel invloed hebben op de inkoopstrategie (zie ook paragraaf 1.3.2). Het systeem van NUR-codes lijkt dan ook vooral branchevreemde verkooppunten en grote webshops te bedienen: zij geven de uitgeverij nagenoeg onverdeeld bijval.

Hoewel de verschillende instituten er dus andere ideeën en besluiten op nahouden, staat in alle gevallen het overzicht naar de lezer centraal – de uiteindelijke afnemer van boeken, die de geproduceerde titels koopt, leest en in ieder geval moet kunnen vinden. Effectief lijken er twee kampen te bestaan: enerzijds de uitgeverijen en de grote webshops en branchevreemde verkooppunten, die veelal uniform zijn in hun genre-aanduidingen, en anderzijds de bibliotheek (inclusief NBD Biblion) en de gespecialiseerde boekhandels, die elk hun eigen criteria hanteren. Hoewel deze tweede groep zich door een toenemende expertise en een strenge selectie op de aanwezigheid van symbolisch kapitaal kan beroepen, is het de vraag of dermate variërende classificaties de lezer niet juist in verwarring brengen. In hoofdstuk 4 komt dan ook de receptie van boeken aan bod: door de lezer zelf, maar ook door recensenten en jury’s – volgens Van Rees & Dorleijn de eigenlijke producenten van symbolische waarde. Hanteren zij eveneens hun eigen classificaties, of geven ze bijval aan een van de andere spelers?

81