• No results found

7 De internettap in de praktijk

Het internet is vanaf 2001 aftapbaar, echter tot 2006 werd er niet veel meer mee gedaan dan het tappen van e-mail. Na 2006 werd de blik verruimd en zijn applicaties ontwikkeld waarmee het mogelijk werd om de resterende datastroom af te tappen. Door het intensieve gebruik van het internet wor-den de opsporingsdiensten ertoe aangezet de internettap steeds verder te ontwikkelen en te verfijnen. Momenteel is het aantal internettaps dat jaarlijks wordt ingezet binnen opsporingsonderzoeken, in vergelijking met het aantal telefoontaps, nog zeer bescheiden. Maar de verwachting is dat de toepassing van het opsporingsmiddel flink zal toenemen. Het circuitgeschakelde telefonienetwerk zal namelijk de komende jaren geheel IP-gebaseerd wor-den. De oude telefoontap zal dan alleen de VoIP omvatten die door Neder-landse aanbieders wordt aangeboden.

Ook kunnen verkeersgegevens betreffende het internet- en e-mailgebruik worden opgevraagd. Bij het opvragen van deze gegevens wordt ondermeer inzichtelijk gemaakt met welke IP-adressen e-mailcontact is geweest. Voor deze gegevens is in de Telecommunicatiewet (hoofdstuk 13.2a, lid 3, sub b) een bewaartermijn gesteld van zes maanden. De inhoud van telefoonge-sprekken of e-mails en IP-adressen van bezochte internetpagina’s worden niet bewaard en zijn dan ook niet opvraagbaar.

De wettelijke eisen voor de inzet van de internettap zijn dezelfde als die voor een telefoontap. Bij een internettap kan ervoor worden gekozen om alle gegevens die van en naar een bepaald IP-adres gaan te onderscheppen of om alleen de binnenkomende e-mailberichten te onderscheppen.34 Meerdere respondenten geven aan dat vooral het groeiend aantal smartphones een belangrijke drijfveer is achter de vernieuwingen van de internettap. Bij het aansluiten van een telefoontap, waarbij enkel telefoongesprekken worden onderschept, wordt op smartphones mogelijk cruciale communicatie gemist die via het internet verloopt. De verwachting van meerdere respondenten is dan ook dat een tap op een smartphone in de toekomst vanzelfsprekend een internettap zal zijn. Maar zover is het in de praktijk nog lang niet. De inter-nettap verschilt op cruciale punten met de telefoontap. Zo wordt bij een tele-foontap een gesprek tussen twee mensen onderschept. De signalen die wor-den onderschept zijn bedoeld om te worwor-den opgevangen door menselijke oren en te worden begrepen door menselijke hersenen. Het signaal dat nor-maal gesproken naar een telefoontoestel zou gaan, gaat nu naar de koptele-foon van de tapper, die precies dezelfde functie vervult als het telekoptele-foontoestel van de getapte persoon. Een internettap daarentegen ontvangt signalen tus-sen de computers van het target aan de ene kant en aan de andere kant een veelheid van duizenden computers van diensten en andere gebruikers. Het signaal is niet uniform waardoor per tap vaak individuele aanpassingen nodig zijn om het signaal te kunnen begrijpen. De analysetools van de ULI kunnen bij de eenvoudigste signalen helpen, maar voor lang niet alle

signa-34 Met een e-mailtap worden enkel de inkomende e-mails onderschept. Om de uitgaande e-mails te kunnen onderscheppen is een IP-tap nodig.

len is een decoderingsmodule gebouwd. Dat maakt het analyseren van een internettap moeilijk.

7.1 De inzet van de internettap

Als de internettap wordt ingezet, gebeurt dat vaak naar aanleiding van onder-zoeksresultaten van andere opsporingsmiddelen, zoals een gesprek dat met een telefoontap is onderschept waaruit blijkt dat men gebruikmaakt van het internet om te communiceren met elkaar. Zo zeggen politiefunctionarissen: ‘We krijgen over de tap sms-verkeer mee en daar stond ondermeer in: “Ik heb dat en dat gekocht van die en die, kijk op je mail.” Dan is het handig dat je weet wat er in die mail staat.’ – politie

‘Ze zeiden: “We gaan wel even op MSN.” En dat wil je niet missen. Je voelt aan je water dat ze het over de zaak gaan hebben.’ – politie

Historische internetverkeersgegevens worden veelal opgevraagd naar aanlei-ding van een internettap of naar aanleiaanlei-ding van specifieke feiten die met behulp van het internet zijn gepleegd, zoals internetoplichting. Deze gege-vens kunnen opgevraagd worden voor een IP-adres maar ook bij bepaalde websites. In dat geval wordt de bezochte site – bijvoorbeeld Marktplaats – benaderd om historische gegevens te leveren met betrekking tot één of meer-dere specifieke IP-adressen. Dit zijn dan vaak datum- en tijdgegevens, soms aangevuld met een gebruikt e-mailadres, waarmee een bezoek van een bepaald IP-adres aan de betreffende site aangetoond kan worden.

Geïnterviewden geven aan dat steeds vaker een internettap wordt aangeslo-ten op een smartphone. De leeftijd van de gebruiker van een telefoon is hierin vaak bepalend omdat jeugdige personen grotere gebruikers zijn van social media op internet dan oudere generaties.

Op de vraag hoe vaak men gebruikmaakt van de internettap, wordt uiteen-lopend gereageerd. Ten eerste is er een groep respondenten die tot nu toe nog nooit een internettap heeft ingezet en ook niet het idee heeft het opspo-ringsmiddel te missen. Zo geeft een respondent uit een wijkteam aan geen gebruik te maken van de internettap omdat het niet bij zijn doelgroep past.

‘De mannen waar we hier mee te maken hebben leven uit een sporttas. Die staat vanavond bij Marie, morgen bij Joop. Die hebben vaak niet eens een echte vaste woon- of verblijfplaats. Dus ook die computer is niet echt hun ding. De verdachten zijn niet op dat niveau en daarom ook het onderzoek niet.’ – politie

‘Dat met die smartphones begint nu te komen. Maar de meeste hebben nog telefoons die ze zo snel mogelijk weggooien. De termijn dat ze een bepaald nummer hebben is maximaal twee weken tot een maand.’ – poli-tie

Bij deze doelgroep valt dan ook niet veel resultaat van de internettap te ver-wachten.

Een respondent vertelde in zijn jarenlange carrière ooit één e-mailtap gedraaid te hebben. Op zijn afdeling is een internettap wel eens overwogen, maar na advies van het KLPD is daarvan afgezien vanwege de hoeveelheid werk die erbij komt kijken. Dat hij de internettap sporadisch inzet, is volgens deze respondent te wijten aan het type misdrijf waar hij op acteert.

‘We hebben bijvoorbeeld omzetbelastingfraude. Dat is een aangifte die wordt ingestuurd via internet, maar het IP-adres wordt vastgelegd bij de Belastingsdienst. Dus wij rechercheren terug van dat IP-adres, daar zit de verdachte, we gaan daar zoeken en nemen zijn computer mee en zijn klaar. Met sigarettensmokkel heb je helemaal niks met internet te maken.’ – politie

Ten tweede is er een groep respondenten die zegt de internettap wel met enige regelmaat in te zetten. Deze respondenten zijn enthousiast over de inzet en vertellen over de successen die ze ermee hebben behaald. Een deel van deze respondenten geeft zelfs aan in bepaalde typen onderzoeken niet zonder te kunnen. Terrorisme wordt genoemd als type misdrijf waarbij de opsporingsdiensten in hun onderzoeken niet zonder internettap kunnen. In hightech crime-zaken wordt vaker gebruikgemaakt van de internettap dan van een telefoontap. De beslissing om een internettap aan te sluiten blijkt afhankelijk van het type verdachte en de mate waarin deze zich op internet begeeft. Zo geeft een respondent een voorbeeld van een zaak waarin de ver-dachten actief op internet waren en de inzet van de internettap, in combina-tie met andere opsporingsmiddelen, succesvol is gebleken:

‘We hadden een internettap op overvallers. Daardoor zagen we dat ze heel bewust op zoek waren naar een bepaald type auto op Marktplaats. Toen hebben we zelf zo’n auto gekocht en daar techniek in gehangen. Deze hebben we te koop gezet op Marktplaats en verkocht aan die jon-gens.’ – politie

Ten derde is een grote groep respondenten te onderscheiden die in het verle-den wel eens te maken heeft gehad met de internettap maar de inzet nu zo veel mogelijk probeert te vermijden. Uit de gesprekken komt naar voren dat de eerste ervaringen met het opsporingsmiddel dateren van enige tijd

den. De eerste applicaties die toentertijd beschikbaar waren, waren verre van ideaal en verschillende respondenten refereren er nog aan:

‘Eén dag internettap daar was je ongeveer twee weken mee bezig om uit te werken.’ – politie

Het lijkt alsof de moeizame start van de internettap een grote groep respon-denten nog steeds negatief beïnvloedt in hun bejegening van het opsporings-middel. Inmiddels is de programmatuur, zeker in vergelijking met een aantal jaren terug, sterk verbeterd maar volgens meerdere respondenten is het nog steeds behelpen.

‘De infrastructuur is niet klaar, de applicaties die eigenlijk met elkaar moeten communiceren die zijn er niet. We hebben nog te veel losse applicaties. We hebben nu een team dat een smartphone gaat tappen, voor dat betreffende type telefoon zijn drie applicaties nodig om de gege-vens bij elkaar te krijgen.’ – politie

Maar dit is niet het enige obstakel. Naast de niet gebruiksvriendelijke appli-caties worden ook genoemd: de grote capaciteit die nodig is voor de uitwer-king, een tekort aan digitale expertise binnen het team en de grote hoeveel-heid data die een internettap kan opleveren. Op dit laatste punt komen we later in de tekst uitgebreider terug.

De inzet van een internettap kost, volgens alle respondenten, meer capaciteit van het opsporingsteam dan de inzet van een telefoontap. Dit wordt dan ook vaak aangegeven als reden om af te zien van dit opsporingsmiddel. Ook vraagt het uitwerken van een internettap andere, meer specialistische kennis dan het uitwerken van een telefoontap. Deze specialistische kennis is niet altijd voorhanden, en dat heeft weer direct gevolgen voor de snelheid en de adequaatheid waarmee een afgetapte datastroom kan worden verwerkt. De continue ontwikkelingen in de techniek die nodig zijn om datastromen te kunnen interpreteren vragen om constante investeringen in kennis op dit gebied. De respondenten vertellen dat hierop wordt gereageerd door het aan-bieden van cursussen en het aantrekken van digitaal rechercheurs, maar dit was op het moment van onderzoek nog niet op peil. Bovendien, zo zegt een respondent, weten de meeste digitaal rechercheurs niets van internet. Zij hebben kennis van gegevens die op een computer of op een telefoon staan, maar niet zozeer van het onderscheppen en interpreteren van gegevens die via het internet binnenkomen. Zo zijn er korpsen waar niemand verstand heeft van stromende internetdata. Dit is voor sommige korpsen dan ook een reden om geen IP-taps meer te vragen, aldus een respondent.

‘Het dilemma met de internettap is dat rechercheurs geen specialisten zijn.’ – politie

7.2 Uitwerken en verbaliseren

De ULI adviseert een internettap uit te laten werken door rechercheurs met kennis van de digitale wereld. Volgens een respondent van de ULI is voor het uitwerken van de internettap specialistische kennis nodig en vereist het vaar-digheden waarover een telefoontapper niet hoeft te beschikken. Een moei-lijkheid bij het uitwerken van de internettap is het gegeven dat de software die wordt gebruikt om de onderschepte data te kunnen analyseren niet exact hetzelfde resultaat te zien geeft als wat de gebruiker van de computer op zijn scherm zag tijdens zijn internetactiviteit. Wel is het zo dat alle gegevens die de gebruiker genereert worden opgeslagen, en in theorie doorzoekbaar zijn, aldus een respondent. Uit de gesprekken blijkt dat specialistische kennis betreffende de internettap in de beleving van veel respondenten schaars is waardoor niet het maximale resultaat uit de internettap wordt gehaald.

‘Digitaal rechercheurs daar zijn er te weinig van, waardoor de resultaten van de uitgewerkte IP-taps ook een vraagteken zijn.’ – politie

Er bestaan geen standaarden of richtlijnen over hoe een internettap dient te worden uitgewerkt en opgenomen in een proces-verbaal. De internettaps worden door tactisch rechercheurs zelf uitgewerkt. Dit zijn vaak mensen die enige affiniteit hebben met het internet. De respondenten vertellen dat de informatie die interessant is voor de opsporing wordt uitgewerkt. Echter, wat dit uitwerken precies inhoudt en welk format het moet krijgen, daar is men niet eenduidig over.

‘Normale taps werken we uit in het BVO-systeem, maar een internettap moet je in Word knippen en plakken.’ – politie

‘Hoe moet ik dat nou verwoorden in een proces-verbaal? Moet ik een schermafdruk maken? We werken allemaal in BVO, (…) daar kun je geen foto in plakken. Wat moet ik met de informatie? Stel je voor ik heb een foto van een of ander, waar moet ik die laten? Moet ik die in een bijlage plakken? (…) Geef er een visie over. Geen flauw idee wat ze willen. De politie doet nu maar iets. Bepaal ik als politieman wat relevant is voor mijn onderzoek? Of moet ik die advocaat ook laten zien wat ik gezien heb?’ – politie

‘Je maakt een samenvatting van wat je ziet. Omdat het digitale data is kun je gelukkig knippen en plakken, zodat je echte delen uit die tap kunt gebruiken als voorbeeld, zoals plaatjes of stukken tekst. Maar je kunt niet alles weergeven. Als een rechter ons verzoekt om een overzicht te ver-schaffen van alles wat we gezien hebben, dan kunnen we daar niet aan voldoen. Wat we wel kunnen is verschaffen wat we hebben getapt, maar

daar heeft de rechter niets aan want dan moet je wel de kennis hebben om er vervolgens naar te kijken.’ – politie

Een advocaat vertelt over een zaak waarin zijn cliënt onder een internettap stond, waarbij er afdrukken van webpagina’s opgenomen waren in het dos-sier. Hieruit bleek dat de man regelmatig bezoeker was van pornowebsites. Deze informatie had volgens de advocaat niks met de zaak te maken.

‘Het was een grote aantasting van zijn privacy. Het lag enorm gevoelig in de persoonlijke levenssfeer van deze persoon. Maar het diende geen enkel doel.’ – advocaat

Uit de interviews komt naar voren dat er behoefte is aan duidelijke richtlijnen over de uitwerking en verbalisering van de internettap. Ook pleit een respon-dent voor een kwaliteitscontrole van het verbaliseren van de internettap.

7.3 Hoeveelheid opgeslagen data en privacy

De hoeveelheid met een internettap afgevangen data kan enorm zijn. Wan-neer een verdachte een actief internetgebruiker is worden, naast de e-mails en chatgesprekken, ook films en muziek opgeslagen samen met alle andere bestanden die de verdachte binnenhaalt en verstuurt. Deze afgetapte infor-matie wordt in haar geheel opgeslagen in de systemen van de ULI. Regelma-tige gebruikers van de internettap zijn zich bewust van de grote hoeveelheid data die onderschept kan worden met een internettap.

‘Je moet van een internettap niet alles willen bekijken, je gaat bijvoor-beeld alleen voor de mail, de rest niet. Puur om de capaciteit. (…) Je moet het afkaderen: dat willen wij, dat is het doel. Maar als je een heel open doel maakt, dat je alles wilt tappen, dat is niet goed.’ – politie

Een respondent wijst erop dat de politie wordt geconfronteerd met een expo-nentiële groei van de hoeveelheid data. Niet alleen in IP-taps, maar overal (snellere computers, administraties, financiële gegevens, sensoren, twitter-feeds). Volgens haar is het probleem niet de grote hoeveelheid data, maar het feit dat de politie niet in staat is hoogwaardige analyses uit te voeren waar-mee snel en eenvoudig belangrijke zaken uit die grote hoeveelheid data kun-nen worden gehaald.

Voor het aansluiten van de internettap blijkt het hebben van een doel waar-mee gezocht gaat worden in de getapte informatie dus essentieel. Bij het idee van ‘een beetje meekijken’ verliest men zich in de hoeveelheid informatie. Dit beginsel heeft niet elke respondent helder voor ogen.

‘Er komt veel te veel informatie binnen, waarvan negen van de tien stuk-jes niet bruikbaar zijn.’ – politie

‘In eerder onderzoek hebben we een internettap ingezet. Ervaringen daarmee zijn dramatisch. Het levert heel veel data op. Je verzuipt erin. Of hij doet het niet. Ze hebben er ook niks aan gehad.’ – politie

Het is niet ondenkbaar dat het ‘tenondergaan aan een overvloed aan data’ voortkomt uit een tekort aan kennis over het middel. Maar ook de specialis-ten beamen dat de hoeveelheid afgetapte data gigantisch kan worden, wat het zoekproces naar bruikbare informatie erg moeilijk kan maken.

Een respondent vertelt dat er bij het doorzoeken en bekijken van de afgevan-gen informatie gebruikgemaakt kan worden van filtersets. Dit is program-matuur waarmee een selectie gemaakt kan worden op grond van zoektermen of type informatie. In de data zit immers veel informatie die niet relevant is voor de opsporing. Met behulp van een filterset kan het verkeer afkomstig van bepaalde webpagina’s tijdens het doorzoeken worden geblokkeerd. Het voordeel hiervan is dat niet relevante sites niet hoeven te worden bekeken, bijvoorbeeld de door de verdachte bekeken pornosites. Deze sites zouden dan als groep geverbaliseerd kunnen worden in plaats van ze één voor één met naam en toenaam te noemen. Het gebruik van filtersets bij het analy-seren van de onderschepte data wordt echter slechts door enkele responden-ten genoemd.

Tijdens de voor dit onderzoek gevoerde gesprekken opperen digitaal specia-listen de mogelijkheid om de hoeveelheden onderschepte data te beperken door het inzetten van een techniek genaamd deep-packet inspection. Bij het inzetten van deze techniek kan elk pakketje internetverkeer, nog voordat het opslagen wordt bij de ULI, digitaal op inhoud geïnspecteerd worden om te zien of het voldoet aan bepaalde criteria. Op basis van de gemaakte selectie worden de pakketjes verschillend behandeld. Zo kan bijvoorbeeld muziek in de datastroom worden herkend om vervolgens uit de getapte datastroom te worden geweerd. Met de huidige regelgeving en technieken wordt alle infor-matie die van en naar een IP-adres gaat opgeslagen, tenzij gekozen is voor het meelezen van alleen e-mail.35 Daarbij is het onvermijdelijk dat privacy-gevoelige informatie van iemand wordt vastgelegd. Door het internetgedrag te volgen, te monitoren en op te slaan wordt immers een gedetailleerd beeld gevormd van iemand dat, volgens een respondent, raakt aan de meest wezenlijke kern van de privacy. Een andere respondent omschrijft het aftap-pen van internetgedrag als een grotere schending van de privacy dan de inzet van een telefoontap. En deze privacygevoelige informatie kan zijn weg vin-den tot in het strafdossier.

35 Alleen de e-mail die wordt verzorgd door een Nederlandse ISP, geen Gmail of Hotmail.

‘Er zitten dingen in een internettap die helemaal niet erg zijn als andere personen die kunnen zien, maar er zitten ook dingen in die veel persoon-lijker zijn dan een telefoontap zou kunnen vermelden, namelijk omdat er informatie inzit die jij nooit met een persoon zou delen. (..) Het heeft de