• No results found

9 Het gebruik van de tap in Engeland en Wales

9.1.3 Fasen in het strafproces

In het Engelse strafproces zijn drie opeenvolgende fasen te onderscheiden. De voorbereidingsfase (Preparatory phase) start bij de opsporing en eindigt bij de vervolgingsbeslissing, de tussenfase (Intermediate phase) loopt van de vervolgingsbeslissing tot de aanvang van het rechtsgeding en tenslotte de strafzitting (Trial phase).

Preparatory phase

De opsporing van (vermeend) strafbare feiten is de taak van de politie. Daar-naast zijn er evenals in Nederland ook bijzondere opsporingsdiensten, zoals HMRC, die zich richten op de opsporing van speciale soorten delicten, zoals belastingfraude. In de opsporing opereert de politie grotendeels zelfstandig. De politie wordt niet aangestuurd door de openbaar aanklager zoals dat formeel in Nederland wel het geval is. Bij de opsporing van ernstige

misdrij-52 Aldus een respondent van de SOCA. 53 Zie www.soca.gov.uk.

ven maakt de politie of een bijzondere opsporingsdienst gebruik van dwang-middelen, zoals huiszoeking, voorarrest en de telefoontap.

Wanneer de opsporing haar einde nadert, moet worden beslist over de ver-volgstap. Afhankelijk van de mate van succes van de opsporing kan dat bete-kenen dat de zaak wordt overgedragen aan de CPS, die sinds 2002 beslist over de vervolgingsvraag en de eventuele strafeis.54 Een tweede mogelijkheid is dat de zaak wordt geseponeerd (take no further action, ‘NFO’) door de politie of een bijzondere opsporingsdienst. Voor de politie is er geen mogelijkheid om voorwaardelijk te seponeren, dat wil zeggen, een afspraak met de ver-dachte te maken over bijvoorbeeld het betalen van een geldboete waardoor de zaak niet verder wordt vervolgd. Een aantal bijzondere opsporingsdien-sten zoals de HMRC heeft deze mogelijkheid tot voorwaardelijk seponeren echter wel.55 Ten slotte heeft de politie wel de mogelijkheid om een verdachte een formele waarschuwing (Caution) te geven of, in het geval van lichtere verkeersdelicten, een zogenoemde fixed penalty notice. Bij een veroordeling kan de rechter bij de hoogte van de straf wel rekening houden met een eer-dere waarschuwing(en) gegeven door de politie.

Indien de CPS de strafzaak heeft overgenomen en een beslissing neemt over het al dan niet vervolgen van de verdachte, worden de richtlijnen van de Code of Practice for Crown Prosecutors gevolgd.56 Wanneer wordt besloten de vervolging niet voort te zetten,wordt doorgaans een notice of disconti-nuance gestuurd naar het gerecht waar de zaak anders zou hebben gediend (Section 23 Prosecution of Offences Act 1985 (POA 1985)).57 De verdachte heeft overigens het recht om voortzetting van de vervolging te verlangen (Section 23.7 POA 1985). De CPS heeft ook nog andere mogelijkheden om een vervolging te stoppen, zoals het niet produceren van bewijsmateriaal ter zit-ting of de rechter vragen uit te spreken dat de vervolging moet worden gestaakt (Spencer, 2002, p. 170-171).

Intermediate phase

Zoals hierboven aangegeven loopt de tussenfase van de vervolgingsbeslissing tot de aanvang van het rechtsgeding. Als voor (verdere) vervolging wordt gekozen, eindigt formeel gesproken de opsporing. Bovendien verandert de status van de verdachte van suspect naar defendant. De autoriteiten zijn dan in beginsel niet langer gerechtigd om de verdachte nog te ondervragen (Spencer, 2002, p. 175).

Belangrijk in deze fase is de zogenoemde ‘mode of trial’, waarin wordt geko-zen voor welk gerecht de strafzaak moet worden aangebracht. Het Engelse recht verdeelt hierbij delicten in lichtere strafbare feiten (Summary Offences) 54 Zie ook de vorige paragraaf over de Crown Prosecution Service (CPS).

55 Zie de Customs and Excise Management Act 1979, Section 138 e.v. 56 Zie www.cps.gov.uk/publications/code_for_crown_prosecutors.

57 Bij een zogenoemd summary offence of een either-way offence die bij de Magistrates’ Court wordt aange-bracht, kan dit tot aan het moment dat het bewijs in de strafzaak op de zitting wordt gepresenteerd (zie Sections 23(2) en 23A POA 1985). Bij een zaak die voor de Crown Court dient, heeft de CPS de mogelijkheid om (toch) niet verder te vervolgen tot aan het moment dat de zaak has been sent for trial.

die worden aangebracht bij de Magistrates’ Court, zwaardere strafbare feiten (Indictable Offences) die worden berecht door de Crown Court en Either-way

Offences, die of door de Magistrates’ Court of de Crown Court worden

berecht (Spencer, 2002, p. 171). Ook worden in deze fase door de rechter beslissingen genomen over voorarrest of borgtocht (bail) voor de verdachte. Oorspronkelijk ging het Engelse recht ervan uit dat geen van beide proces-partijen (de vervolgende instantie en de verdediging) de bewijsmiddelen voor aanvang van de trial phase hoefde prijs te geven, waardoor de tegenpartij ter zitting kon worden overvallen met bepaalde bewijsstukken. In de jaren tach-tig van de vorige eeuw is aan die wijze van procesvoering een einde gekomen (Spencer, 2002, p. 175-177). Mede op basis van artikel 6 EVRM moet de ver-volgende autoriteit (CPS) thans al het verzamelde bewijsmateriaal waar de vervolging op gefundeerd is onthullen aan de verdediging (disclosure of evi-dence). Ook niet gebruikt materiaal (bijvoorbeeld afgetapte telefoongesprek-ken) dat ontlastend is voor de verdachte moet worden onthuld (exculpatory material). In het Engelse recht58 is dit geregeld in de Criminal Procedure and Investigations Act 1996 (CPIA 1996). Doorgaans lijkt de intermediate phase het aangewezen moment voor disclosure of evidence.59 De disclosure blijkt evenwel geen absoluut recht te zijn. Zo heeft the House of Lords bepaald dat dergelijk exculpatory material ‘can be withheld by virtue of Public Interest Immunity (PII) if there is an important countervailing public interest, non-disclosure is strictly necessary to protect this interest, and any difficulty caus-ed to the defence can be sufficiently counterbalanccaus-ed to ensure a fair trial’.60 Deze omstandigheden kunnen zich voordoen bij het aftappen van telefoon-en internetverkeer.

Trial phase

Uiteindelijk kan een strafzaak worden aangebracht bij de Crown Court of bij de Magistrates’ Court.61 Tussen de beide gerechten bestaat een aantal ver-schillen in de behandeling van een strafzaak. Zo wordt in het geval van een ‘not guilty plea’ de zaak in een Crown Court behandeld ten overstaan van een jury. De Magistrates’ Court bestaat, door de bank genomen, uit lekenrech-ters, zowel bij een guilty plea als bij een not guilty plea (Spencer, 2002, p. 178). Verder is de behandeling van de strafzaak bij een Magistrates’ Court minder formeel dan bij de Crown Court en zijn er minder momenten in de procedure ingebouwd voor de beide procespartijen om hun zaak te bepleiten dan bij de Crown Court.

58 In Schotland is een ander systeem van toepassing, zie Privy Council Review of Intercept as Evidence 2008, p. 42-43.

59 Vergelijk Spencer (2002, p. 175-177).

60 Zie RvH: RvC (2004) 2 AC 134, (2004) HRLR20; zie ook Hopkins (2009b, p. 80). Formulering in hoofdtekst is afkomstig van de Privy Council Review of Intercept as Evidence 2008, p. 42-43.

61 Zie Jehle (2006, p. 13) voor een vereenvoudigde schematische weergave van het strafrechtssysteem van Engeland en Wales.

9.2 De telefoon- en internettap in de praktijk

Zoals hierboven aangeven vindt de opsporing van (vermeende) strafbare fei-ten plaats in de eerste fase (preparatory phase) van het strafproces. In deze paragraaf staat het gebruik van de telefoon- en internettap tijdens de opspo-ring centraal. Naast de regelgeving wordt hier de praktijk van het aftappen belicht, zoals die uit rapportages en interviews naar voren is gekomen. De bespreking is chronologisch van opzet.

De interceptie (interception) van communicatie (telefoon- en internetver-keer) wordt in het Verenigd Koninkrijk geregeld in de Regulation of Investiga-tory Powers Act 2000 (RIPA 2000). In hoofdstuk 23 van de RIPA 2000 worden de bevoegdheden en verplichtingen rond het onderscheppen en afluisteren van alle vormen van communicatie, waaronder internet- en telecommunica-tie, vastgelegd. Daarnaast geeft de Home Office in een Code of Practice betreffende Interception of Communications nadere procedures en regels die moeten worden gevolgd voordat een interceptie van communicatie kan worden uitgevoerd (Section 1.1 van genoemde Code of Practice).