• No results found

Instrumentarium (versie 2005)

In document Depressie (pagina 58-60)

6. Diagnostiek (versie 2005 en 2010)

6.19 Meetinstrumentarium voor de screening, classificatie en

6.19.4 Instrumentarium (versie 2005)

Richtlijntekst: VERSIE 2005

Structured Clinical Interview voor de DSM-IV (SCID)

De SCID is een semi-gestructureerd interview voor de classificatie van psychiatri-sche stoornissen volgens de DSM-IV-criteria. SCID-I is bedoeld voor de as-I-stoornissen en SCID-II voor de

as-II-stoornissen. Er zijn 2 versies: één voor researchdoeleinden en één voor gebruik in de klinische praktijk. De benodigde tijdsduur is 60 - 120 minuten. Indien gewenst, kunnen afzonderlijke modules worden gebruikt. Een Nederlandse versie is beschikbaar. Daarnaast bestaat er een SCID-D voor de vaststelling van dissociatieve stoornissen. Ook hiervan is een Nederlandse versie beschikbaar. Segal e.a. (1994) gaven een overzicht van de betrouwbaarheidsonderzoeken met de DSM-III-R-versie. De waarden varieerden tussen kappa 0,61 voor de testhertestbetrouwbaarheid van de SCID-I en kappa 0,70 - 0,92 voor interbeoordelaarsbetrouwbaarheid op het specifieke gebied van de

stemmingsstoornissen. De Nederlandse versie is nog niet onderzocht op psychometrische eigenschappen.

Schedules for Clinical Assessment in Neuropsychiatry (SCAN 2.1)

De SCAN 2.1 is een semi-gestructureerd interview voor onderzoek van de belangrijkste psychiatrische stoornissen, dat in verschillende nosologische systemen gescoord kan worden, onder meer op de DSM-IV-as-I. De benodigde tijdsduur bedraagt al gauw 90 minuten, maar kan bij een ingewikkelde casus oplopen tot 4 uur. Het interview kan echter ook gedeeltelijk worden afgenomen, bijvoorbeeld alleen de secties betreffende depressie. De Mini-SCAN is een praktische verkorte versie. De SCAN 2.1 bestaat uit de 10e editie van het Present State Examination (PSE-10), de Item Group Checklist (IGC) en de Clinical History Schedule (CHS). Een algoritme genereert de diagnose. Daarnaast is er een verklarende woordenlijst met definities beschikbaar. Van de SCAN 2.1 en de Mini-SCAN is een Nederlandse versie beschikbaar. Rijnders e.a. (2000) vonden voor het PSE-10-onderdeel een test-hertestbetrouwbaarheid van kappa 0,24 - 0,64 voor verschillende diagnoses. De

interbeoordelaarsbetrouwbaarheid voor stemmingsstoornis-sen bedroeg 0,84 - 0,90. Verder onderzoek van de psychometrische eigenschappen is aangewezen.

Mini-International Neuropsychiatric Interview (MINI)

MINI is ontwikkeld als een beknopt gestructureerd interview voor de belangrijkste psychiatrische aandoeningen op as-I volgens de DSM-IV en op de ICD-10. De MINI kan in 15 - 30 minuten worden afgenomen. De MINI Plus is een meer gedetailleerde versie van de MINI. Er is van de MINI (Plus) een Nederlandse versie beschikbaar. Van de MINI bestaat ook een door patiënten als zelfinvulvragenlijst te gebruiken MINI-screen. Sheehan e.a. (1998) vermeldden voor de diagnose depressie in engere zin een sensitiviteit van 0,94 - 0,96, een specificiteit van 0,79 - 0,88, een PVW van 0,82 - 0,87 en een NVW van 0,93 - 0,97. Voor dysthymie is de sensitiviteit 0,67, specificiteit 0,99, de PVW 0,45 en de NVW 0,99. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid bedroeg kappa 1,00 en de

test-hertestbetrouwbaarheid was kappa 0,87. De Nederlandse versie is nog niet onderzocht op psychometrische eigenschappen.

Calgary Depression Scale (CDS)

De CDS is ontworpen voor het meten van depressie bij patiënten met schizofrenie. Dit

gestructureerde interview bestaat uit 8 vragen die gevolgd worden door een observatie-item. Dit item wordt gescoord op grond van observaties tijdens het hele interview. Dit instrument is bedoeld om een onderscheid te kunnen maken tussen depressie, negatieve symptomen en extrapiramidale

symptomen. De benodigde tijdsduur is 15 - 20 minuten. Er is een Nederlandse versie beschikbaar. Addington e.a. (1993, 1994, 1996) vonden voor de Engelstalige versie een interne consistentie •

(Cronbachs alfa) van 0,71 - 0,86 en een interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van 0,89. De

convergerende validiteit varieerde van 0,79 met de Beck Depression Inventory (Beck) tot 0,82 met de Hamilton Rating Scale for Depression (HRSD) (Hamilton). Voor deze Engelstalige versie werden geen correlaties gevonden met de positieve en negatieve symptoomschalen van de Positive and Negative Symptom Scale (PANSS) en de schaal van de Simpson-Angus Scale (SAS). Voor de Franstalige versie werd een lage, maar significante correlatie gevonden tussen de CDS en de

PANSS-pos-subschaal (Lançon e.a., 1999). Afhankelijk van het belang dat men hecht aan sensitiviteit of specificiteit kan met de afkappunten worden geschoven. De Nederlandse versie is nog niet

onderzocht op psychometrische eigenschappen.

Aanbevelingen:

De (semi)gestructureerde interviews zijn bedoeld om de betrouwbaarheid en de validiteit van het gebruikelijke ongestructureerde klinisch gesprek dan wel interview te verhogen. De Richtlijnwerkgroep vindt dat het vooral zinvol is deze instrumenten te gebruiken in bijzondere situaties in de tweede lijn, bijvoorbeeld bij ingewikkelde differentiële diagnostiek.

Wie voldoende tijd heeft of volledigheid betracht, kan (modules uit) de SCID gebruiken Patiënten die symptomen vertonen van een sterke cognitieve deterioratie, die zeer geagiteerd zijn of die ernstige

psychotische symptomen vertonen, kunnen niet met behulp van de SCID geïnterviewd worden. De SCID kan in deze gevallen dienen als een checklist bij het verzamelen van informatie uit andere bronnen. Een alternatief voor de SCID vormt de SCAN, waarvan de afname echter meestal meer tijd vergt.

Wie minder tijd te spenderen heeft en tevreden is met minder gedetailleerde informatie kan gebruik maken van de MINI.

Met behulp van de CDS is het mogelijk een onderscheid te maken tussen depressie, negatieve symptomen en extrapiramidale symptomen bij patiënten met schizofrenie.

Voor een betrouwbaar gebruik van genoemde instrumenten is een specifieke training noodzakelijk.

Wetenschappelijke onderbouwing: Literatuur

Addington, D., Addington, J., & Atkinson, M. (1996). A psychometric comparison of the Calgary Depression Scale for Schizophrenia and the Hamilton Depression Rating Scale. Schizophrenia Research, 19, 205-212. (B)

Addington, D., Addington, J., & Maticka-Tyndale, E. (1993). Assessing depression in schizophrenia: the Calgary Depression Scale. British Journal of Psychiatry, 163(Suppl. 22), 39-44. (B)

Addington, D., Addington, J., & Maticka-Tyndale, E. (1994). Specificity of the Calgary Depression Scale for schizophrenics. Schizophrenia Research, 11, 239-44. (B)

Lançon, C., Auquier, P., Reine, G., e.a. (1999). Evaluation of depression in schizophrenia: psychometric properties of a French version of the Calgary Depression Scale. Psychiatry Research, 89, 123-132. (B) Rijnders, C.A.T., van den Berg, J.F.M., Hodiamont, P.P.G., e.a. (2000). Psychometric properties of the schedules for clinical assessment in neuropsychiatry (SCAN-2.1). Social Psychiatry and Psychiatric

Epidemiology, 35, 348-352. (B)

Segal, D.L., Hersen, M., Van Hasselt, V.B. (1994). Reliability of the structured clinical interview for DSM-III-R: an evaluative review. Comprehensive Psychiatry, 35, 316-327. (B)

Sheehan, D.V., Lecrubier, Y., Sheehan, K.H., e.a. (1998). The Mini-International Neuropsychiatric Interview (M.I.N.I.): the development and validation of a structured diagnostic psychiatric interview for DSM-IV and ICD-10. Journal of Clinical Psychiatry, 59(Suppl. 20), 22-33. (B)

Conclusies:

Niveau 3 Als hulpmiddel om tot de

nosologische classificatie van depressieve stoornissen volgens de DSM-IV te komen, kan gebruik gemaakt worden van het Structured

Clinical Interview voor de

DSM-IV-as-I (SCID-I), de Schedules for Clinical Assessment in

Neuropsychiatry (SCAN 2.1) en het Mini-International Neuropsychiatric Interview (MINI) en de MINI Plus. Voor het beoordelen van depressie bij schizofrene patiënten kan de Calgary Depression Scale (CDS) worden gebruikt.

Overige overwegingen:

Over de validiteit van de hier genoemde gestructureerde interviews is moeilijk een definitieve uitspraak te doen, omdat een 'gouden standaard' ontbreekt.

Voor een betrouwbaar gebruik van genoemde instrumenten is een specifieke training noodzakelijk.

In document Depressie (pagina 58-60)