• No results found

Bibliotherapie, zelfhulp en zelfmanagement (versie 2013)

In document Depressie (pagina 65-68)

7. Behandeling Eerste-stap interventies (versie 2013)

7.2 Bibliotherapie, zelfhulp en zelfmanagement (versie 2013)

VERSIE 2013

Onder eerste-stap interventies worden de volgende interventies verstaan: bibliotherapie; zelfhulp, zelfmanagement; activerende begeleiding; fysieke inspanning/lichamelijke activiteit, running therapie; counselling; psychosociale interventie; e-health interventies.

De interventie activerende begeleiding is onderdeel van het stepped-care model (hoofdstuk 4) en van de behandelalgoritmes (hoofdstuk 5) op basis van consensus door de Richtlijnwerkgroep. Onder psychosociale interventie worden de interventies verstaan die worden uitgevoerd door het maatschappelijk werk zoals beschreven in paragraaf 13.7. De overige interventies worden in dit hoofdstuk besproken.

7.1 Uitgangsvragen (versie 2013)

Richtlijntekst:

VERSIE 2013

Op welke wijze dienen eerste-stap interventies ingezet te worden in de behandeling van een depressieve stoornis (unipolair, niet-psychotisch, niet-suïcidaal), rekening houdend met aard, ernst en beloop (eerste of latere episode, al dan niet recidiverend) van de problematiek?

Op welke wijze dienen e-health interventies ingezet te worden in de behandeling van een depressieve stoornis (unipolair, niet-psychotisch, niet-suïcidaal), rekening houdend met aard, ernst en beloop (eerste of latere episode, al dan niet recidiverend) van de problematiek?

Voor e-health interventies is gebruik gemaakt van literatuur die gevonden is door middel van

gecomputeriseerd literatuuronderzoek in Pubmed en PsycINFO tot maart 2008 met de volgende trefwoorden: web-based, e-health, e-mental health, e-help, computerised, computerized, internet-based, online,

computer-aided, internet, telemedicine. Uiteindelijk zijn de artikelen die een computer-based interventie betroffen niet meegenomen. Deze vorm valt buiten de in deze richtlijn gehanteerde definitie van e-health. Voor de overige eerste-stap interventies is de literatuur niet herzien voor deze revisie. Wel zijn er overige overwegingen en aanbevelingen toegevoegd met betrekking tot de plaats van deze interventies in het stepped-care model voor depressie (zie ook hoofdstuk 4).

7.2 Bibliotherapie, zelfhulp en zelfmanagement (versie 2013)

Richtlijntekst:

VERSIE 2013

De richtlijntekst in deze paragraaf omvat geen verdere inleiding.

Aanbevelingen:

VERSIE 2013

Bij patiënten die zich aanmelden met een lichte depressie (niet-suïcidaal,

niet-psychotisch), met een eerste episode die korter dan 3 maanden bestaat, dient bibliotherapie, zelfhulp of zelfmanagement te worden overwogen als eerste-stap interventie.

Als na een periode van 3 maanden met bibliotherapie, zelfhulp of zelfmanagement geen of onvoldoende effect blijkt, dient een andere interventie overwogen te worden.

Bij patiënten die zich aanmelden met een lichte depressie (niet-suïcidaal,

niet-psychotisch), met een eerste episode die langer dan 3 maanden bestaat of een recidief, dient overwogen te worden bibliotherapie, zelfhulp of zelfmanagement toe te voegen aan de basisinterventies.

Bij patiënten die zich aanmelden met een (matig) ernstige depressie (niet-suïcidaal, niet-psychotisch), met een eerste episode of een recidief, dient overwogen te worden bibliotherapie, zelfhulp of zelfmanagement toe te voegen aan de basisinterventies.

Bibliotherapie, zelfhulp of zelfmanagement is niet aanbevolen bij patiënten die niet speciaal gemotiveerd of te motiveren zijn voor bibliotherapie, zelfhulp of zelfmanagent.

Bibliotherapie, zelfhulp of zelfmanagement is niet aanbevolen bij patiënten die niet speciaal gemotiveerd of te motiveren zijn voor bibliotherapie, zelfhulp of zelfmanagent.

Bibliotherapie, zelfhulp of zelfmanagement dient te worden ondersteund door een lichte vorm van, al dan niet groepsgewijze, begeleiding.

Wetenschappelijke onderbouwing: VERSIE 2013

De interventie bibliotherapie en de interventie zelfhulp of zelfmanagement zijn niet altijd goed van elkaar te onderscheiden en bevatten vaak overlappende activiteiten. Deze interventies worden daarom samen besproken in deze paragraaf. E-health interventies die als zelfmanagement worden aangeboden, worden besproken in paragraaf 7.6.

Bij zowel bibliotherapie als zelfhulp of zelfmanagement wordt geen of slechts minimale begeleiding gegeven door een behandelaar. De behandeling staat bij voorbeeld op schrift, geluidsband of internet, en de patiënt werkt de aangeboden informatie zelfstandig door. De cursussen ‘In de put, uit de put' (Cuijpers e.a., 2000) en ‘Omgaan met depressie' (Cuijpers, 1998) zijn op te vatten als gestandaardiseerde, sterk gestructureerde vormen van zelfmanagement, waarbij de begeleiding meestal in cursusvorm of binnen een (online) ondersteuningsstructuur plaatsvindt, groepsgewijs of individueel.

Er zijn verschillende meta-analyses gepubliceerd waarin bibliotherapie de belangrijkste interventie was (Scogin e.a., 1990, 40 studies; Gould & Clum, 1993, 40 studies; Marss, 1995, 5 studies; Cuijpers, 1997, 6 studies). Vaak vond bibliotherapie plaats met een minimale ondersteuning, bijvoorbeeld een wekelijks kort contact over de voortgang, en neemt bibliotherapie de vorm aan van begeleide zelfhulp. In de meeste onderzoeken vonden vergelijkingen plaats met therapeutische behandelingen en met controlegroepen. Op basis van deze eerste serie meta-analyses kan geconcludeerd worden dat er indicaties zijn dat bibliotherapie effectief is in het verminderen van depressieve klachten. Verschillende bekende therapievormen (individuele therapie en groepstherapie) vormden de controlegroep. Na 1995 zijn er nog diverse onderzoeken verricht over bibliotherapie bij depressie (o.a. Bowman e.a., 1995; Jamison & Scogin, 1995; Landreville & Bissonnette, 1996; Holdsworth e.a., 1996; Ackerson e.a., 1998). De uitkomsten van deze onderzoeken wijken niet af van de eerdere meta-analyses.

Cuijpers (1998) heeft een meta-analyse, bestaande uit 20 studies, verricht naar het effect van een

‘Omgaan-met-depressie' cursus' bij unipolaire depressie op het verminderen van depressieve klachten. De cursus is sterk gestructureerd en het leren van vaardigheden staat centraal. De cursusleider heeft meer de rol van docent dan van therapeut. De meta-analyse laat zien dat de cursus effectief kan zijn bij depressie, maar er zijn twijfels zijn over de betrouwbaarheid van onder meer de diagnose in de onderliggende studies; de meeste bestudeerde onderzoeken stellen de DSM-criteria niet als maat.

Literatuuronderzoek van Den Boer e.a. (2004) wijst uit dat bibliotherapie effectiever is dan de

wachtlijst-conditie in het verminderen van depressieve klachten. De gemiddelde effect size voor zelfhulp (vooral bibliotherapie) versus controlecondities was 0,84 (95% BI: 0,59 -0,96). De onderzoekers benadrukken de rol die paraprofessionals kunnen spelen bij het verbeteren van de effectiviteit van programma's voor

zelfhulp. Voor zover in de verschillende studies ook ander dan geschreven materiaal is beoordeeld, gold dat deze interventies minstens even positieve effecten vonden.

Rokke e.a. (2000) hebben twee soorten zelfhulp-interventies vergeleken: op basis van mondelinge overdracht van theoretische informatie plus interactie, en op basis van informatie gericht op zelfmanagement plus

interactie. Onder invloed van beide interventies verminderden de depressieve klachten significant meer dan bij de controlegroep. Tussen de beide benaderingen was geen significant verschil. Wegens de kleine

onderzoeksgroepen is de generaliseerbaarheid van de uitkomsten beperkt. Literatuur

Ackerson, J., Scogin, F., McKendree-Smith, N., e.a. (1998). Cognitive bibliotherapy for mild and mode-rate adolescent depressive symptomatology. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 66, 685-690.

Boer, P.C.A.M. den, Wiersma, D., Bosch, R.J. van den (2004). Why is self-help neglected in the treatment of emotional disorders? A meta-analysis. Psychological Medicine,, 34, 959-971.

Bowman, D., Scogin, F., & Lyrene, (1995). The efficacy of self-examination therapy and cognitive bibliotherapy in the treatment of mild to moderate depression. Psychotherapy Research, 5, 131-140.

Cuijpers P. Bibliotherapy in unipolar depression: a meta-analysis. J Behav Ther Exp Psychiatry. 1997 Jun;28(2):139-47. PubMed PMID: 9194011.

Cuijpers, P. (1998). A psycho-educational approach to the treatment of depression; a meta-analysis of Lewinsohn's ‘Coping with Depression' course. Behavourial Therapy, 29, 521-533.

Cuijpers, P. (2000). In de put, uit de put; effecten en effectpredictoren van een cursus ‘Omgaan met depressie'. Huisarts en Wetenschap, 43, 223-226.

Gould, R.A., & Clum, G.A. (1993). A meta-analysis of self-help treatment approaches. Clinical Psychology Review, 133, 169-186.

Holdsworth, N., Paxton, R. Seidel S., e.a. (1996). Parallel evaluations of new guidance materials for anxiety and depression in primary care. Journal of Mental Health UK, 5, 195-207.

Jamison C, Scogin F. The outcome of cognitive bibliotherapy with depressed adults. J Consult Clin Psychol. 1995 Aug;63(4):644-50. PubMed PMID: 7673542. Journal of Consulting and Clinicsl Psychology, 63, 644-650.

Landreville, P., & Bissonnette, L. (1997). Effects of Cognitive Bibliotherapy for Depressed Older Adults with a Disability. Clinical Gerontologist, 17, 35-55.

Marss, R.W. (1995). A meta-analysis of bibliotherapy studies. American Journal of Community Psychology, 23, 843-870.

Rokke, P.D., J.A. Tomhave, J.A., & Jocic, Z. (2000). Self-Management Therapy and Educational Group Therapy for Depressed Elders. Cognitive Therapy and Research, 24, 99-119.

Scogin, F., Bynum, J., Stephens, G., e.a. (1990). Efficacy of self-administered treatment programs: meta-analytic review. Professional Psychology, Research and Practice, 21, 42-47.

Conclusies: VERSIE 2013

Niveau 1 Het is aangetoond dat bibliotherapie, zelfhulp of zelfmanagement met minimale ondersteuning of begeleiding effectief kán zijn in het verminderen van

depressieve klachten.

A1 Scogin e.a., 1990 A1 Gould & Clum, 1993 A1 Marss, 1995

A1 Cuijpers, 1997 A1 Cuijpers e.a., 1998 A1 Den Boer e.a., 2004

Overige overwegingen: VERSIE 2013

Over de interpretatie van de effecten van bibliotherapie, zelfhulp en zelfmanagement bestaan twijfels die vooral te maken hebben met de patiëntengroep en de wijze van selecteren van respondenten. Vaak meldt men zich zelf aan voor deelname aan het onderzoek, waardoor een zekere motivatie aanwezig is. Ook zijn er twijfels over de diagnose in de onderliggende studies en is het niet duidelijk of het om een depressieve

stoornis gaat of alleen om depressieve klachten (subklinische depressie). De meeste bestudeerde

onderzoeken stellen de DSM-criteria niet als maat. Vaak beoordelen deelnemers zelf of zij depressief zijn aan de hand van een ingevulde vragenlijst; de uitkomst van deze zelfdiagnose-instrumenten is niet zonder meer betrouwbaar.

Desondanks is de Richtlijnwerkgroep van mening dat bibliotherapie, zelfhulp of zelfmanagement een plaats heeft in de behandeling van patiënten die zich aanmelden met een lichte depressie (niet-suïcidaal,

niet-psychotisch).

7.3 Fysieke inspanning, lichamelijke activiteit (versie 2013)

In document Depressie (pagina 65-68)